• No results found

A view to a kill : investigating Middle Palaeolithic subsistence using a optimal foraging perspective Dusseldorp, G.L.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "A view to a kill : investigating Middle Palaeolithic subsistence using a optimal foraging perspective Dusseldorp, G.L."

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

A view to a kill : investigating Middle Palaeolithic subsistence using a optimal foraging perspective

Dusseldorp, G.L.

Citation

Dusseldorp, G. L. (2009, April 2). A view to a kill : investigating Middle Palaeolithic subsistence using a optimal foraging perspective. Retrieved from

https://hdl.handle.net/1887/13713

Version: Corrected Publisher’s Version

License: Licence agreement concerning inclusion of doctoral thesis in the Institutional Repository of the University of Leiden

Downloaded from: https://hdl.handle.net/1887/13713

Note: To cite this publication please use the final published version (if applicable).

(2)

Stellingen behorende bij het proefschrift

A view to a kill - Investigating Middle Palaeolithic subsistence using an Optimal Foraging perspective

G.L. Dusseldorp

De negatieve correlatie tussen de effective temperature en de mate van logistieke mobiliteit die voor modern menselijke jagers-verzamelaars is geconstateerd was niet van toepassing op Neanderthalers door de ener- getisch hogere kosten van voortbeweging in deze soort.

De botassemblage van Biache-Saint-Vaast laat jacht op prime-age neushoorns en op mannelijke én vrouweli- jke oerossen zien. De botassemblage van Taubach daarentegen, laat jacht op jonge neushoorns en man- nelijke bizons zien. Hieruit valt af te leiden dat het koudere klimaat ten tijde van de bewoning van Biache- Saint-Vaast en daardoor de grotere hoeveelheid aanwezige herbivoren tot een toename in groepsgrootte van Neanderthalers leidden.

De zeer gevaarlijke prooi die op Taubach en Biache-Saint-Vaast gevonden is werd waarschijnlijk bejaagd door mannelijke Neanderthalers omdat hun verscheiden veel minder ernstige gevolgen voor de reproductie van hun genen dan de voortijdige dood van een vrouw.

Het grotere belang van relatief kleine prooidieren in Lunel Viel tegenover grote prooidieren in Camiac sug- gereert dat het belang van coöperatieve jacht bij hyena’s in koude omgevingen toenam in vergelijking met warme omgevingen.

De verschillen in foerageerdoelen tussen mannen en vrouwen, waarbij mannen zich concentreren op risi- covolle voedselbronnen met hoge opbrengsten en vrouwen vooral op betrouwbare voedselbronnen met minder hoge opbrengsten doen vermoeden dat de breedspectrumrevolutie en de introductie van landbouw aantrekkelijker waren voor het vrouwelijk dan voor het mannelijk deel van de samenleving.

Het feit dat bij onderzoek naar de overgang van het Midden naar het Jong Paleolithicum erg veel aandacht aan het al dan niet voorkomen van ritueel gedrag gegeven wordt is contraproductief voor het vergroten van ons inzicht in de redenen van het uitsterven van de Neanderthaler.

Om de vragen met betrekking tot voedseleconomie en mobiliteit van menselijke bevolkingsgroepen die in het hoofdstuk “de vroege prehistorie” van de Nationale Onderzoeksagenda Archeologie (NOAA) geformu- leerd zijn te kunnen beantwoorden zou het voor ieder project waarbij botmateriaal uit deze periode gevonden wordt verplicht moeten zijn om isotopenonderzoek uit te voeren en de resultaten hiervan op te nemen in de basisrapportage.

Slordigheden in de sectie vroege prehistorie van de NOAA, zoals verkeerd verwijzen naar vindplaatsen (hfst 11, inleiding Mauern ipv. Mauer); literatuur (hfst 11, verwijzing 46 Van der Velde i.p.v. Van de Velde), en fouten, zoals het uitgangspunt dat de aanwijzingen voor de vroegste bewoning van onze breedtegraden rond 500.000 jaar oud zijn (terwijl de meer dan 700.000 jaar oude site van Pakefield al gepubliceerd was en veel me- dia-aandacht gegenereerd had) doen vermoeden dat het stimuleren van interessant wetenschappelijk onder- zoek geen hoge prioriteit genoot bij het opstellen van deze agenda.

Het EU-verbod op de invoer van honden- en kattenbont getuigt van verregaande hypocrisie. Tenslotte worden vele andere diersoorten op wrede wijze gefokt en gejaagd voor bont en leer, met als enige verschil dat die minder gebruikelijke huisdieren zijn.

Bij het samengaan van de bibliotheek van de Faculteit der Archeologie en de UB heeft niemand binnen de Nederlandse archeologie baat.

Zonder Graduate School was dit proefschrift eerder klaar geweest.

1.

2.

3.

4.

5.

6.

7.

8.

9.

10.

11.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

The combined analysis of central places like Kebara and hunting stations that yield evidence on the exploitation of larger mammals, supplementing the bone assemblages from

The diet breadth model states that species will be added to the diet as long as the animal’s return rate is higher than the average return rate for all higher ranked prey items

The bone assemblage recovered at this site is large, containing over 200.000 pieces, about 20.000 of which could be determined to species level (Auguste 1988b, Auguste 1992,

On the other hand, some small species are present in the collection, especially the presence of small beaver bones seems to point to the fact that the ratio of present spe- cies

In contrast to the Pleistocene situation, the number of hyena remains present in excavated modern dens is small (cf. Fosse 1997, 16), even though high juvenile mortality has

The exploitation of brown bear is also rare in the Middle Palaeolithic archaeological record and it must be realised that Biache-Saint-Vaast and Taubach are exceptions with regard

This shows that Neanderthals must have successfully applied refined strategies, using knowledge of the landscape and the animal species to ambush and kill these dangerous spe- cies

“Le niveau D,” in Le gisement Paléolithique Moyen de Biache-Saint- Vaast (Pas-de-Calais) Volume I, Mémoires de la Société Préhistorique Française.. Chalons-sur-Marne: Paquez