Vraag nr. 230 van 27 juli 2000
van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Kinderopvang – Bijkomende plaatsen
De Vlaamse regering zet met allerlei prikkels ie-dereen aan om beroepsactief te blijven/worden. Een steeds weerkerende hinder is het gebrek aan opvangplaatsen voor kinderen. Ouders moeten reeds maanden op voorhand op zoek naar een ont-haalouder of een plaats in het kinderdagverblijf. Ook het gebrek aan flexibele opvang is een pro-b l e e m , zeker voor alleenstaanden met kinderlast die in ploegen werken.
De regering nam zich voor hiervan een speerpunt te maken. De minister heeft daarom middelen uit-getrokken om bijkomende kinderopvang te realise-ren.
1. Waren er reeds concrete vragen voor bijkomen-de plaatsen ? In kinbijkomen-derdagverblijven ? Bij ont-haaldiensten ? Bij private onthaalouders ? 2. Hoeveel bijkomende plaatsen werden reeds
ge-realiseerd ? In welke gemeenten ?
3. Werd er reeds concreet ingespeeld op de vraag naar flexibele opvang ? Welke initiatieven wer-den genomen ?
Antwoord
1. Concrete vragen voor bijkomende plaatsen Ingaande op de eerste vraag kan ik de V l a a m s e volksvertegenwoordiger melden dat er inder-daad reeds concrete vragen voor bijkomende plaatsen werden gesteld.
In het kader van de toekomstige uitbreiding van de g e s u b s i d i e e rde kinderopvang deed Kind en Gezin ook een bevraging van alle huidige en potentiële initiatiefnemers over hun intenties inzake het realiseren van kinderopvang, h e t-geen resulteerde in een globale inventarisatie van alle mogelijke initiatieven.
De particuliere sector werd niet in de bevraging o p g e n o m e n . Er komt wel een campagne om kandidaat-initiatiefnemers in de particuliere sector te werven.
Het is de bedoeling dat er in de periode 2001-2003 een jaarlijkse groei van 2.500 plaatsen
wordt verwezenlijkt, waarbij de particuliere sec-tor maximaal zal worden gestimuleerd.
2. Reeds gerealiseerde plaatsen
In de p a r t i c u l i e r e sector werden in 2000 heel wat bijkomende plaatsen gerealiseerd : nieuwe ini-tiatieven startten op, hetgeen resulteerde in 1.381 nieuwe plaatsen. Daarnaast hebben enke-le particuliere voorzieningen een uitbreiding van hun capaciteit gerealiseerd, hetgeen 210 nieuwe plaatsen tot gevolg had.
Er werden ook inspanningen geleverd om het aantal opvangplaatsen in de g e s u b s i d i e e rde sec -t o r -te verhogen. Me-t name 1.654 bijkomende plaatsen werden op die manier gerealiseerd. In volgend overzicht worden de bijkomende plaatsen per provincie geschetst. Als bijlage (1, 2 en 3) vindt de Vlaamse volksvertegenwoordi-ger een gedetailleerd overzicht per opvangvorm en per gemeente.
Bijkomende plaatsen per provincie
Gesubsi- Particu-dieerde liere sector sector Provincie Antwerpen 430 336 Provincie Vlaams-Brabant + Brusselse Hoofdstedelijke 227 387 gewest Provincie Limburg 111 27 Provincie Oost-Vlaanderen 534 406 Provincie West-Vlaanderen 352 435 Totaal aantal bijkomende 1.654 1.591 plaatsen
In het totaal werden er in de gesubsidieerde en de particuliere sector samen 3.245 nieuwe plaat-sen gerealiseerd.
3. Flexibele opvang
In het kader hiervan bereid ik op dit moment een regelgeving voor die aan de Vlaamse rege-ring zal worden voorgelegd.
Daarnaast wens ik toch aan te geven dat uit een recente bevraging van de voorzieningen (okto-ber 1999) blijkt dat zowel de particuliere als de gesubsidieerde opvangvoorzieningen zich nu al vrij flexibel opstellen. Voor de financiering van dit aspect van hun opvangaanbod kunnen som-mige voorzieningen een beroep doen op het Fonds voor Collectieve Uitrustingen en Dien-sten.