P R O B L E M E N R O N D H E T W E T S O N T W E R P H E R K A P IT A L IS A T IE
door F . W . Spaanderm an
A anleiding to t deze beschouw ing is het op 12 A ugustus 1950 bij de T w e ed e K am er d er S ta ten -G e n era al ingediende O n tw e rp v a n W e t op de H erkap italisatie 1950, w aarbij a a n venno o tsch ap p en m et een in a a n delen v erd eeld k ap itaal enige tegem oetkom ingen w o rd e n v erleend bij de om zetting v an reserv es in aa n d elen k ap itaal. D e bedoeling is n a te gaan in h o ev e rre naam loze v en nootschappen kunnen profiteren v an de v o o rgesteld regeling en w elke bezw aren er nog aa n v erb o n d en zijn.
Bij talrijke naam loze vennoo tsch ap p en is een ern stig e w anv erh o u d in g o n tstaan tussen h et aan d elen k ap itaa l en het in h et bedrijf w erkzam e verm ogen. D e oorzaken h ierv a n zijn voornam elijk de drie volgende.
1. D e reserv erin g uit de w inst. V o o r ondernem ingen, die geen beroep konden doen op de verm ogensm arkt, w as h et noodzakelijk door w instinhouding een g ro ter verm ogen te verkrijgen, w aarm ed e de groei v an het bedrijf w e rd gefinancierd.
2. D e tw eed e o o rzaak is, d a t om het bedrijf in ta c t te houden het v o r men v a n v erv an g in g srese rv es een eis is, ten einde de m iddelen te hebben om het p ro d u ctie-ap p araat in stan d te houden. D it is vooral na de oorlog u rg e n t gew o rd en door de enorm e stijging v a n het prijsniveau. H e t zijn speciaal de reserves, die gevorm d zijn bij to e passing v an de v erv an g in g sw aa rd elee r. V a n een echte re serv e is dus eigenlijk geen sprake.
3. T e n slotte is de reservevorm ing sterk in de h an d g ew erk t do o r de dividendbeperking, alth an s vo o r vennoo tsch ap p en m et een kapitaal v an m eer d an ƒ 500.000.—•. M en w as verp lich t dividend in te houden. D a a rn a a st kent men de reserves, die de bedrijven hebben gevorm d om eventuele toekom stige verliezen te kunnen opvangen.
D e w etgever heeft geen onderscheid gem aakt tussen deze gevallen. D it is fiscaal ook niet noodzakelijk, om dat de fiscus nog steeds aan h an g er is van de gulden is gulden-theorie, w aardoor een belangrijke controverse b estaat tussen het bedrijfseconom ische en het fiscale w instbegrip. T o e passing van de vervangingsw aardeleer is niet toegestaan en de M inister wil op dit punt niet toegeven, hetgeen wel is gebleken bij de behandeling van de W e t B elastingherziening 1950. Ik wil niet nogm aals wijzen op de gevaren, die als gevolg van deze wijze van w instberekening voor de ondernem ingen ontstaan. Ik moge slechts verw ijzen n a a r het artikel van P rof. A. M . van R ietschoten: Bedrijfseconom ische gevolgen van de fiscale w instbepaling, opgenom en in de bundel: Fiscale E rv arin g en in B ezettings tijd onder redactie van P rof. D r P. J. A. A driani.
d at een bedrijf niet voldoende rendem ent oplevert, ondanks het hoge dividendpercentage.
H e t is van tijd tot tijd noodzakelijk om de scheefgetrokken verhouding tussen k ap itaal en reserves te herstellen door reserv es om te zetten in kapitaal, w aarbij ik voornamelijk denk aan de eerste tw ee door mij ge noem de reserves. D e noodzaak blijkt wel in de eerste plaats hieruit, dat, zolang de reserves niet zijn omgezet in kapitaal, de aandeelhouders de naam loze vennootschap kunnen dw ingen dividenduitkeringen te doen. D it klem t te m eer nu door de nieuw e W e t op de D ividendbeperking juist bij ondernem ingen met grote reserves de mogelijkheid tot uitkering van dividenden groter is gew orden. H e t dividend w o rd t nu niet meer beperkt to t 9 % van h et aandelenkapitaal, doch tot 6 % van het aandelenkapitaal plus 2 % van het zuiver vermogen.
D eze neiging tot het vorderen van dividend b estaat vooral, indien het bedrijf grote, open reserves heeft.
N u trac h t de bedrijfsleiding dit te voorkom en door stille reserves te vorm en door g rote afschrijvingen op activa, doch het gevolg zal zijn, d at de jaarstukken te grote w insten zullen laten zien, zodra er niets meer afgeschreven kan w orden. H e t gevaar blijft dan toch bestaan, d a t het verm ogen van het bedrijf w o rd t aangetast. H e t is duidelijk, d at in dit geval het hierboven gesignaleerde euvel het best voorkom en kan w orden door van tijd tot tijd de reserves te kapitaliseren. D it is vooral n o o d zakelijk, als blijkt, d a t het prijsniveau v an bedrijfsm iddelen blijvend g e stegen is, zoals na een depreciatie v an de m unteenheid h et geval is. H et zal duidelijk zijn, d a t ik m et het b o v en staa n d e voo ral h et oog heb gehad op de verv an g in g sreserv es, doch ook ondernem ingen, die uitbreidingen door w instinhoudingen hebben gefinancierd, kunnen voor de noodzaak v an k apitalisatie v an hun reserves kom en te staan . D it m om ent kan kom en, zodra h et bedrijf v o o r v e rd e re expansie een beroep zal m oeten doen op derden.
In het geval b.v., d a t het bedrijf gebruik w en st te m aken v an b an k - crediet, zal de b ank kunnen eisen, d a t de reserv es in aan d elen k ap itaal w orden om gezet, ten einde te voorkom en, d a t de aan d eelh o u d ers de reserv es in de vorm v an dividenden kunnen uitkeren.
D e g rote noo d zaak v an h erk ap italisatie blijkt vooral, w a n n e e r de ondernem ing een beroep w en st te doen op de verm ogensm arkt. Im m ers, wil een emissie slagen, dan mag de koers v a n de nieuw uit te geven aandelen niet te hoog zijn. D it kan echter voor de oude aan deelhouders een belangrijk nadeel betekenen en het is d an ook de v ra ag , of zij zullen instem m en m et zulk een emissie.
D it euvel zou verholpen kunnen w o rd en door aa n de oude aa n d eel houders een v o o rk e u rsrec h t te geven. D e aan d eelh o u d er kan d an zijn claim verkopen, doch ik twijfel er n iet aan, of ook in dit geval lijdt de oude aan d eelh o u d er een belangrijk verlies.
H e rk ap italisatie bied t in dit geval een uitw eg. A lvorens een beroep op de v erm ogensm arkt w o rd t gedaan, w orden dan de reserv es in a a n d elenkapitaal om gezet en w e kom en to t een redelijke koers zonder d at
de belangen v an de oude aan deelhouders g eschaad w orden.
w en st eerst de aan d eelh o u d er een rentev erg o ed in g te geven o v er het aa n d elen k ap itaal en niet over het totale verm ogen. Bij reservevorm ing is dit n iet geheel juist. D eze reserv es zijn toch m ede gevorm d ten laste v an aandeelhouders en h et is dus redelijk, d a t zij hun p rim air dividend als ren tev ergoeding m ede o n tv an g en o ver de reserves, vooral als h et g aa t om v erv an g in g srese rv es en reserves, die o n tstaan zijn als gevolg v an de dividendstop.
M a a r dit b etek en t d an ook, d a t de o v erw in st steeds te hoog is bere kend en dus d a t tevens de tan tièm isten telk en jare een te groot tantièm e hebben onvangen.
D eze onjuistheid kan w eggenom en w o rd e n door herkapitalisatie, als gevolg w a a rv a n de aandeelh o u d ers een prim air dividend o n tv an g en over een g ro ter aandelen k ap itaal.
H e t is duidelijk, d at herk ap italisatie in bep aald e gevallen, zoal n iet een n oodzaak dan toch w el ten zeerste gew enst is. E c h te r zijn er belangrijke fiscale bezw aren.
H e rk ap italisatie is onder de huidige bepalingen v a n h et Besluit op de Inkom stenbelasting prak tisch niet u itv o erb aar. Im m ers ingevolge artikel 32 v an d a t besluit vo rm t de nom inale w a a rd e v a n een b o nus-aandeel o p b ren g st v a n ro e ren d kapitaal. Bij een enigszins belangrijke om zetting v a n reserv es in aa n d elen k ap itaa l b etek en t dit voor de aan d eelh o u d er een belangrijk b ed rag aa n inkom stenbelasting volgens h et progressieve tarief, d a t to t 75 % oploopt, en zulks terw ijl de aa n d eelh o u d er geen con ta n te n o n tv an g t. Hij voelt dit dan ook als een onbillijke belastingheffing; hij w o rd t er in w erkelijkheid niets w ijzer van, integendeel. H e t is te begrijpen, d a t de aan d eelh o u d er er w einig v oor voelt om zijn toestem ming to t herkapitalisatie te geven.
B ovendien w as v oor h erk ap italisatie de toestem m ing v an de M inister nodig in v erb an d m et de bepalingen v an het B esluit op de S uperdividend- belasting.
Om herk ap italisatie te b ev o rd ere n heeft de M inister daarom enige verlichtingen v o o rgesteld, w aarbij hij voornam elijk die ondernem ingen op het oog heeft gehad, die een beroep w ensen te doen op de verm ogens- m arkt, zoals blijkt uit de M em orie v an T oelichting op h et W e ts o n tw e rp H e rk ap italisatie 1950.
V olgens het nieuw e w e tso n tw e rp m ogen de naam loze v en n o o tsch a p pen hun aa n d elen k ap itaa l v erhogen do o r om zetting v an hun reserves, w aarbij de aa n d eelh o u d er v oor het u itgekeerde b o nus-aandeel niet b e last zal w orden met h et norm ale progressieve tarie f v an de inkom sten belasting doch m et een v a st p ercen tag e v a n 20. B ovendien m ogen de ondernem ingen een b ed rag in co n tan ten uitkeren ten einde de a a n d e e l houder in s ta a t te stellen de belasting o ver het b o nus-aandeel te betalen, w aarbij d an de W e t op de D ividendbeperking niet v an toepassing zal zijn.
D e verlichting, die de M inister voorstelt, is dus een belangrijke b e lastingverm indering, die 55 % v an de nom inale w a a rd e v a n het b onus aandeel kan bedragen. W a a rlijk geen geringe tegem oetkom ing.
verlie-zen op te vangen. D eze m ogelijkheid zou v erloren gaan als ook deze reserves in kap itaal zouden w o rd en omgezet.
E r is dus een belangrijke verlichting voorgesteld en vele ondernem in gen zouden de geste v an de M inister toejuichen, w a re het niet, d at er toch nog enkele b ezw aren zijn.
Ik vrees, dat, indien de ondernem ingen to t herk ap italisatie zullen o v e r gaan, er een te gro o t beroep op de liquide m iddelen zal m oeten w orden gedaan.
Ik denk hierbij in de eerste p laats aa n het bed rag in contanten, d a t aan aandeelh o u d ers ter beschikking zal m oeten w o rd en gesteld om de inkom stenbelasting over de o n tv an g en b o n us-aandelen te voldoen. De M inister heeft nam elijk niet w illen toestaan, d a t o ver dit b ed rag in co n tan ten h et v aste tarief v an 20 % zal w o rd e n geheven. D e norm ale inkom stenbelasting volgens h et p rogressieve tarie f m oet dus w o rd en v o ldaan. D e aa n deelhouder m oet dus uit de o n tv an g en co n tan ten een zodanig b ed rag overhouden, d a t hij ook de inkom stenbelasting o ver de bonusaandelen kan voldoen. D it betekent, d at bij een enigszins om vangrijke herk ap italisatie de aan d eelh o u d er toch gauw 70 % a 75 % inkom stenbelasting m oet voldoen; de naam loze vennootschap m oet een b ed rag in contanten b eschikbaar stellen, d a t belangrijk hoger is dan de 20 % v an de gekapitaliseerde reserves.
E r is echter meer. D oor de uitdeling in co n tan ten d a a lt het zuiver verm ogen v an de N .V . en de kans is groot, d a t de onbelaste reserv e d a a rd o o r w o rd t aa n g etast. Immers w e m ogen aannem en, d a t de o n d er nem ingen, die de M inister op het oog heeft, ook gebruik g em aakt hebben v a n de m ogelijkheid to t onbelaste reservering, w a arin ook b egrepen is het re sta n t v an de herleide o v erg an g srese rv e die bij de invoering v an de vennootschapsbelasting o n tstaan is. D eze onbelaste reserv e w o rd t ingevolge de W e t B elastingherziening 1950 geacht te zijn aa n g etast, zodra het verm ogen d a a lt beneden d a t per 1 Januari 1950.
L aat mij een en an d e r m et een voorbeeld toelichten. V e ro n d erstel een naam loze v ennootschap m et een g esto rt aa n d elen k ap itaal v an ƒ 400.000.- per 1 Januari 1950 bij een fiscaal zuiver verm ogen v an ƒ 1.900.000.— met inbegrip v a n een onbelaste reserve v an ƒ 400.000.—■. V e rd e r neem ik aan, d at de fiscale w inst in het jaar 1950 ƒ 200.000.—- bedraagt, terw ijl herkapitalisatie in 1951 plaats vindt.
W ij krijgen d an het volgende, aangenom en, d a t de belastingen w o r d en gepassiveerd aa n het einde v an het jaar, w a a ro v e r ze b etaa ld w o r den.
H et verm ogen per 1 Januari 1950 b e d ra a g t ... ƒ 1.900.000.'—-w a arin een onbelaste reserv e v an ... . 400.000.'— zodat er een verm ogen in de zin v a n de W e t H e rk a p ita
in co n tan te n m oeten o n tv an g en , d a t zij deze belasting kunnen betalen en voorts, d a t d a a rv a n 662/ 3 % inkom stenbelasting geheven w ordt, d an m oet de N .V . 3 X ƒ 120.000.—- uitdelen, dus ƒ 360.000.— .
A an h et verm ogen v a n de N .V . w o rd t d an o n ttro k k en ƒ 360.000.—, dus ƒ 240.000.— m éér d an de fiscale w inst a ƒ 200.000.— na aftrek v an 40 % vennootschapsbelasting. D it ho u d t in een verm indering van de o nbelaste reserv e m et ƒ 240.000.—■ plus de v ennootschapsbelasting h ier over, dus 10/6 X ƒ 240.000.—- is ƒ 400.000.—.
D eze onbelaste reserv e zou zonder h erk ap italisatie niet a a n g e ta st zijn, zo d at als een gevolg v a n de herk ap italisatie de ondernem ing ex tra b e taalt: 40 % v an ƒ 400.000.— is ƒ 160.000.— .
D e N .V . b e ta a lt dus:
aa n aandeelh o u d ers ... ƒ 360.000.—• aa n v ennootschapsbelasting ... 160.000,—
7^20
000
.— w elk bedrag geheel n a a r de fiscus gaat.D e liquiditeit van de ondernem ing w o rd t dus wel onder zw are druk geplaatst.
Ik ben van oordeel, d a t deze ondernem ing onder om standigheden, die in d erd a ad in de praktijk voorkom en, niet to t herkapitalisatie zal over gaan. Im m ers de M inister wil de kleinere naam loze vennootschappen juist door herkapitalisatie in sta a t stellen toegang te verkrijgen to t de ver- m ogensm arkt. D eze ondernem ingen trach ten dus juist geldm iddelen aan te trekken. M a a r v o o rd at zij dit kunnen doen, m oet eerst een bedrag van ƒ 520.000.— ter tafel gebracht w orden. H o e gezond het bedrijf ook moge zijn, hier w o rd t toch wel een te hoge eis aa n de liquiditeit gesteld. E n d an heb ik in mijn voorbeeld nog geen rekening gehouden m et het gew one dividend en het tantièm e voor directeuren en and ere tantièm egerechtigden.
M en kan mij tegenw erpen, d at het niet noodzakelijk is, d a t de aandeel houders 2 /3 e deel van h et in contanten ontvangen bed rag aan inkom sten belasting m oeten betalen. Ik denk hier aan de aandeelhouders, die een gering inkomen hebben en aan de aandeelhouders, die in het buitenland w onen, tenzij zij een aanm erkelijk belang hebben d.w.z. tezam en met bloed- en aanverw anten in de rechte linie en in de tw eede g ra ad der zijlinie m eer dan 25 % van het geplaatste aandelenkapitaal bezitten.
Bij een enigszins belangrijk bezit aan aandelen w o rd t een hoog p er centage aa n inkom stenbelasting spoedig bereikt en dit ho u d t in, d at ook een hoog dividend in contanten m oet w o rd en uitgekeerd, w a n t men moet rekening houden met de aandeelhouder, die het grootste bedrag aan inkom stenbelasting zal m oeten betalen.
huidige bepaling moet dit „dividend" eerst w eer uit het totale inkomen gelicht w orden en afzonderlijk w orden belast.
T en slo tte moet ik nog wijzen op de positie van tantièm egerechtigden. Bij de behandeling van het O ntw erp H erkapitalisatie kan dit niet buiten beschouw ing blijven. W a t is bij de m eeste naam loze vennootschappen het geval? Juist de ondernem ingen, die voor onze economie van groot belang zijn, dus die ondernem ingen, die in belangrijke m ate gespaard hebben, hebben alvorens zij de w inst hebben verdeeld grote b edragen n aa r bij zondere reserves gebracht. D eze reserves kunnen ten laste van tantièm e gerechtigden gevormd zijn. O f dit inderd aad het geval is, h angt af van het k arak ter van de reserve. G a at het om een vervangingsreserve, dan zou het zeker niet juist zijn dat, bij herkapitalisatie, ook tantièm egerech tigden daarin hun deel krijgen. Indien er reserves zijn, b.v. teneinde u it breidingen te financieren, dan hebben ook tantièm isten recht op hun aandeel, hoewel ook hier bezw aren zijn, w aarop ik nog terugkom .
L aten wij echter veronderstellen, d a t het om laatstgenoem de reserves gaat, dan m oeten bij herkapitalisatie theoretisch eerst de reserves w eer n aa r de resultatenrekening w orden overgebracht, w aarop dan de w inst- verdeling w ordt toegepast. Behalve aandeelhouders krijgen dus ook ta n tièm egerechtigden hun deel.
In het geval, d at de tantièm isten statu tair recht hebben op 25 % van de overw inst met het re sta n t voor aandeelhouders krijgen w e bij toepas sing op het voorbeeld, d at ik in het voorgaande heb gegeven, d a t voor tantièm isten beschikbaar moet komen: 2 5 /7 5 van ƒ 960.000.— (nam elijk ƒ 600.000.— in aandelen plus ƒ 360.000.— in contanten) is dus ƒ 320.000.—.
D e N .V . zou dus nog ƒ 320.000.—■ in contanten m oeten missen. N u kan dit tantièm e toegekend w orden onder voorw aarde, d at de tantièm ist dit bedrag niet in contanten mag opnem en, doch d at hij op een rente drag en d e rekening w ordt gecrediteerd, dan wel d at ook aan de tantièm ist aandelen w orden toegekend, doch dit geeft geen oplossing. H e t is w eer de inkom stenbelasting, die ons dw ars zit. Immers voor de tantièm ist is hier sprake van een belastb aar inkomen, d at gezien de grootte van het bedrag stellig met 75 % belast w o rd t en dus zal hij er op staan, d at hem dan toch m instens ƒ 240.000.— in geld w ordt uitgekeerd om tenm inste zijn belasting te kunnen betalen.
H et is de vraag, of het redelijk is, d a t de tantièm ist dit gehele tantièm e ontvangt. Ik wees er reeds op, d at in het verleden te grote tantièm es zijn uitgekeerd, doordat aandeelhouders een te gering prim air dividend heb ben gehad. D an komt er nog bij, d at de huidige tantièm isten wel geheel andere personen kunnen zijn dan zij, die vroeger tantièm es hebben geno ten. Doch dit alles doet aan het principe van het vraagstuk niets af.
D e liquiditeit van het bedrijf o n d erg aat hierdoor w eer een zw are a d e r lating, w aardoor ook op deze wijze herkapitalisatie wel eens onmogelijk zou blijken te zijn. Ik zie niet in hoe de ondernem ing dit zou kunnen ont gaan, w aar een statu tair tantièm erecht bestaat.