• No results found

14 HET GROENE FRONT

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "14 HET GROENE FRONT "

Copied!
48
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

VERSCHIJNT 4X PER JAAR • LOSSE HUMMERS F I 0,- • JAARGANG 7 • NUMMER I • VOORJAAR I VV4

e

1n

(2)

14 HET GROENE FRONT

"Van een 'front' is nauwelijks meer sprake, want niet aileen spreken de landbouworganisaties geregeld niet meer met een stem, ook het ministerie van Landbouw en de Vaste Kamercommissie nemen steeds vaker standpunten in die afwijken van die van de landbouworganisaties. De invloed van het front is (link getaand." Dit schrijft Maarten Evenblij in een reportage over wat eens een machtige lobby-machine was.

30 ANNE LIZE VANDER STOEL

Ze was enkele jaren de eigenzinnige voorzitter van de VVD-fractie in de Amsterdamse road. Nu goat ze naar de Tweede Kamer. 'T oen ik hier kwam, waren er we/ wat mannen in driedelige pakken, maar wat ons jongturken en hen bond, was dat we Amsterdammers waren, met een grote mond. je ziet hier dingen waar ze in de afdeling Ven/o nog nooit van gehoord hebben." Een interview met een tegendraadse politicus die geen blad voor de mond neemt.

38 HET INTERNET-GEVOEL

De Digitale Stad heeft grate bekendheid verworven. Minder bekend is dat dit computernetwerk voor slechts 25 gulden per maand toegang geeft tot het wereldwijde Internet. "Het 'on-line-cruisen' over het Internet is zappen, telefoneren en vliegen tegelijk." Marianne van den Boomen verklaart de magie van dit succesvol/e initiatief Van stadsbewoner naar Wereldburger. En weer terug.

42 ITALIAANSE REVOLUTIE

Aart Heering legt de risico's bloot van de politieke omwenteling die zich in ltalie voltrekt. "De progressieve overwinning bij de raadsverkiezingen van december was grotendeels het gevolg van de verdeeldheid van rechts. De uitslag gaf een vertekend bee/d van de werkelijke krachtsverhoudingen."

T ekent zich een scenario af dat reminiscenties oproept aan de Mars op Rome?

4

FUNDAMENTALISME fen uitgebreid vraaggesprek met Alain Gresh,

adjunct-hoofdredacteur van Le Monde

Diplomatiqu~

en kenner van de Arabische

were/d. "lk kan het als westerse intellectueel

betreuren dot de enige reiHe oppositie tegen

dictatoriale regimes die nog een massale steun

geniet, de is/amitische beweging is. Maar op

wat voor gronden kunnen we veroordelen dot

islamitische krachten in al/erlei Ianden aan de

macht weten te komen?"

(3)

24

COLLECTIEVE GEKTE

"Hoe zou het zijn als consumenten hun carbonaadje niet mooi verpakt uit een prettig verlicht vriesvak konden halen, maar daarvoor zelf door een bio- industriele varkensfabriek, een

vrachtwagen vol angstig en overstressed slachtvee en longs de lopende band van een slachterij zouden moeten /open?, Een essay van Henk Tieleman over de steeds grotere kloof tussen de economie, met hoar 'onbedoelde effecten•, en de cultuur als 'antiek meubelstuk'.

DE KWESTIE-RABBAE

8 valse tonen in een druilerige affaire

Jos van der Lans

MERETZ

I 0 de historische rol van 'klein-links' in Israel

Daphne Meijer

ZORGPOLITIEK

I 8 het einde van het 'herverdelingsparadigma'

Joyce Outshoorn

COMMENTAAR 29 na de verkiezingen

Henk Krijnen

CELLENTEKORT

3 4 politiek misbruik van een probleem

Hans Bunkers

RUBRIEKEN -

23 Column

Karin Spaink

36 Column

Jantine Oldersma

3 7 30 vragen aan ... Felipe Rodriquez Svensson 47 WB-berichten

ACHTERPAGINA

Tom Schreuder

COLOFON

De Helling, tijdschrift voor linkse politiek, is een onafhankelijk politiek magazine met belangstelling voor ontwikkelingen op het sociale en culturele vlak.

De Helling verschijnt viermaal per jaar. Losse nummers: f I 0,-, jaarabonnement: f 39,50, gironummer: 2737994, Stichting Wetenschappelijk Bureau Groen Links (o.v.v. DE HELLING).

Uitgever: Stichting Wetenschappelijk Bureau Groen Links. Redactie:

Marianne van den Boomen, Els Diekerhof, Adrienne van Heteren, Henk Krijnen, Joost Lagendijk, Jos van der Lans, Hans Schoen, Radi Suudi, Kees Vendrik. Hoofdredactie: Henk Krijnen. Vormgeving & zetwerk:

Richard Polle/Ruparo, Amsterdam. Druk: Drukkerij Raddraaier.

Abonnement: De abonnee verplicht zich het abonnementsgeld over te maken v66r het begin van het nieuwe kalenderjaar. Niet voor I januari opgezegde abonnementen worden automatisch voor een jaar verlengd.

Redactiesecretariaat, administratie & correspondentie: DE HELLING, Postbus 700; I 000 AS Amsterdam (020) 6202212.

Omslagfoto: Peter Hilz/ HH.

ISSN 0922-0119

(4)

~Het Westen moet zich

niet verschuilen achter weerzin voor het

islamisme,

Alain Gresh, adjunct-hoofdredacteur van Le Monde Diplomatique, is een van die weinige westerse journalisten die deArabische wereld van

binnenuit kent.

4

In dit interview ontleedt de uit Egypte

afkomstige journalist de sociale achtergronden van de islamitische beweging en de zwakte van vee/- voornamelijk op repressie steunende- regimes in het Midden-Oosten. Is er nog hoop voor de democratie in dit dee/ van de wereld?

de Helling-jaargang 7-nummer I - voorjaar /994

Laat de naam van het Franse dagblad Le Monde vallen in journalistieke kringen in Nederland en zelfs de meest blufferige en cynische journalist laat nog iets van eerbied voor dit journalistieke bolwerk blijken. Een krant, vol doorwrochte artikelen zonder beeldmateriaal, waar geen enkele knieval wordt gemaakt voor 'de lezer'.

Het maandblad Le Monde Diplomatique is het nog slimmere kleine broertje van het dagblad. ledere maand brengt het blad doortimmerde, soms paginalange en met reeksen eindnoten opgesierde analyses over de gebeurtenissen in de wereld. De inhoud van de artikelen is altijd onmisken- baar van progressieve signatuur, de ironi- sche toon en de gedegen gedocumen- teerdheid van de stukken bouwen voort op de beste Franse liberale tradities.

Het bureau van Le Monde Diplomatique blijkt te zijn weggestopt in een uithoek van de hoogste verdieping van het gebouw van Le Monde. In een kleine ruimte ter grootte van de gemiddelde Nederlandse huiskamer werkt de zevenkoppige redactiestaf aan een nieuwe editie van het blad. In het lokaal groept een vijftal mannen samen rond de adjunct-hoofdredacteur Alain Gresh, de- gene voor wie ik ben gekomen.

Gresh, 44 jaar oud, werkt al tien jaar bij het

tijdschrift en heeft in die tijd heel wat

artikelen geschreven over de opkomst van

de politieke Islam, het Arabisch-lsraelische

conflict, en de toekomst van de migranten

in Frankrijk. Daarnaast publiceerde hij in de

jaren tachtig ook zes boeken over de

Arabische wereld, de PLO en de Golfoor-

log.

(5)

lemand aanduiden als 'kosmopolitische in- tellectueel' kan snel een onjuist cliche blij- ken zijn, in het geval van Alain Gresh is het de enige term die de lading lijkt te dekken.

Gresh is geboren in Egypte, uit een huwelijk tussen een Koptische handelaar en een Joodse Russin.

De eerste veertien jaar van zijn Ieven, 'zoals bij iedereen de bepalende jaren', groeide Gresh op in Egypte, 'in een bourgeois- milieu'. Het waren de hoogtijdagen van president Nasser, van het Arabische een- heidsstreven, van de conferentie van ongebonden Ianden. De heiden van die dagen waren Nasser, Tito, Sukarno. In de gehele Arabische wereld leefde het gevoel dat de zaken zich ten goede aan het keren waren. 'lk was natuurlijk nog een kind, maar ik kan me die hele sfeer nog herinneren.

We zagen Russische en Chinese films in de bioscoop die de strijd tegen de onderdruk- king uitbeeldden. En we had den het idee dat we in Egypte met Nasser aan het hoofd van die strijd stonden.'

Nadat Gresh op zijn veertiende Egypte verliet om in Frankrijk verder te studeren, sloot hij zich aan bij de communistische partij, de PCF. 'Het was de meest voor de hand liggende en logische keus voor mij, hoewel ik nog zeer jong was. Maar er was geen twijfel aan voor mij. Door hun stand- punt ten opzichte van Algerije en de Suez- crisis in 1956 en vooral ook doordat de PCF als enige partij in Frankrijk in 1967 niet als een blind paard achter Israel aanholde.' Mijmerend: 'Het was echt een fantastische tijd. In de jaren zestig was de PCF werkelijk een politieke machtsfactor in Frankrijk en na mei 1968 werd het binnen de partij bovendien intellectueel erg interessant. Er begon een hele boeiende periode van libe- ralisering. Na 1970 waren we ook op de universiteiten de belangrijkste politieke factor geworden.'

Uiteindelijk werd Gresh hoofd van de sec- tie Midden-Oosten van de PCF maar aan het begin van de jaren tachtig verliet hij de partij: 'Vanwege de bekende algemene po- litieke redenen en daarnaast had ik geen zin meer om voor de rest van mijn Ieven in dienst te blijven van een partij en nooit een echte baan te hebben gehad.'

GOLFOORLOG

Rond die tijd had Gresh ook zijn veelge- prezen proefschrift over de politieke ont- wikkeling binnen de PLO gepubliceerd en begon hij zijn journalistieke carriere bij Le Monde Diplomatique. Zijn artikelen en boeken bevatten een ongebruikelijk meng- sel van journalistieke distantie en emotio- nele betrokkenheid. Oat heeft alles te rna- ken met de dubbele verhouding die Gresh heeft met de Arabische wereld: 'lk houd

foto: Rod1 Suudi

van Egypte, ik ben er geboren en opge- groeid. lk heb altijd meegevoeld met de Arabieren. T och is de Arabische we reid niet de mijne. En als ik nu terugga naar Egypte is het niet mijn land. was ik voor de mensen op straat nooit een van hun.' Toch heeft zijn relatie met Egypte ervoor gezorgd dat Gresh de Arabische we reid van binnenuit kan beschouwen op een wijze die maar voor zeer weinig westerse journalis- ten is weggelegd. 'lk kom vaal< in de regio en ik sta doorgaans op goede voet met Arabi- sche intellectuelen. lk kan hun eigen taal met ze spreken, ik weet uit welke sociale omgeving ze kornen. Oat schept een specia- le band. Ze weten dat ik niet op de gebrui- kelijke negatieve wijze naar de Arabische wereld zal kijken.'

de Helling- jaargang 7- nummer I - voorjaar I 994

Nog maar drie jaar geleden woedde de Golfoorlog in aile hevigheid. De oorlog is even plotseling uit de aandacht van de westerse Ianden verdwenen als hij zich aandiende. Het lijkt of hij uit het collectieve geheugen van de westerse Ianden is geban- nen. In de Arabische wereld heeft de oorlog diepe sporen nagelaten. Hoe schat Alain Gresh- terugkijkend op die episode - de uiteindelijke consequenties van de oorlog voor de regio in?

Gresh: 'Die zijn over het algemeen bij- zonder negatief. Het anti-westerse gevoel in de regio sterk is toegenornen maar is nog niet tot een uitbarsting gekomen.

Maar de toename van het islamisme is er voor een deel aan te wijten. De oorlog heeft een diep gevoel onder de Arabische

5

: .. I· .,

II I'

I

(6)

6

Is de PLO in staat een nieuw

intellectuelen en in de straat teweegge- bracht dat de westerse wereld vijandig staat tegenover de Arabische wereld.' Gresh meent dater twee Ianden zijn, lrak en Turkije, die door de oorlog in de geva- renzone terecht zijn gekomen. 'Het eerste land is, niet verbazingwekkend, lrak. Als Saddam morgen ten val komt, is het abso- luut niet zeker of lrak als staat blijft voort- bestaan. De desintegratie van lrak kan bovendien overslaan naar Syrie, dat op een aantal punten volstrekt vergelijkbaar is met lrak. Tot nu toe is de desintegratie van lrak nog beperktgebleven, maar we zullen in de toekomst voor de gevolgen daarvan gaan beta len. lrak is nu nog een land, maar of het over vijf jaar nog bestaat, is een grote vraag.'

De gevolgen voor het tweede land in kwestie zijn volgens Gresh zo mogelijk nog ernstiger: 'In Turkije is de Koerdische kwestie in een stroomversnelling geraakt.

De Golfoorlog heeft de Koerdische PKK in staat gesteld om in bevrijd Koerdisch lrak bases op te zetten en een bepaalde militaire macht te ontwikkelen. Dit kan de Turkse eenheid op den lange duur bedreigen, vooral ook omdat in Turkije het politieke establishment sterk is verbonden met het Ieger en men de Koerdische kwestie louter in termen van repressie beziet.'

De explosieve dynamiek die er tussen Turken en Koerden door het geweld op gang is gekomen, kan volgens Gresh in Turkije zelfs verderstrekkende gevolgen hebben dan in lrak. 'In lrak Ieven de Koer- den geconcentreerd in een bepaald gebied.

In Turkije leeft tweederde van de Koerden in het westelijke dee I, in de grote steden als Ankara en Istanbul. De laatste tijd worden ze steeds bewuster van hun Koerdische identiteit. Als er nu in Turkije een conflict tussen Koerden en Turken ontstaat, zal dat de gehele samenleving splijten langs etni- sche lijnen en niet zoals in lrak langs geogra- fische lijnen. Die ontwikkeling is nu al op gang aan het komen.'

REPRESSIEVE REGIMES

De algemene politieke trend in de Arabische wereld op dit moment is er volgens Gresh een van desintegratie van de nationale staat, een proces dat allang bezig is en door de Golfoorlog nog is versneld. 'Het con- cept van de post-koloniale staat, zoals door Nasser gepropageerd, is kapot. De nasseristische staat, met zijn gratis gezond- heidszorg, zijn algemene onderwijs, is defi- nitief ingestort. En met hem de bijbehoren- de ideologie van het Pan-Arabisme.' In Egypte, Algerije en lrak is het proces van desintegratie volgens Gresh het duidelijkst zichtbaar. 'De staat controleert de hoofd- stad, maar vaal< al niet eens meer de gehele

soort staat te bouwen die uniek is voor de Arabische wereld qua pluralisme en

democratie?

hoofdstad, en de algemene communicatie- middelen zoals pers, radio, tv en telefoon.

Een gedeelte van hetland buiten de hoofd- stad en zelfs een gedeelte van de hoofdstad is al in hand en van islamitische of separatis- tische groepen. De staat wordt ondertus- sen steeds meer teruggeworpen op het gebruik van repressieve middelen.

Uiteindelijk valt het land uiteen in een rompstaat, waar het officiele regime nog de dienst uitmaakt en steunend op een poli- tiek systeem geschoeid op quasi-westers, en een civiele maatschappij die daar voile- dig buitenvalt. Die desintegratie heeft ove- rigens alles te maken met het feit dat de Arabische Ianden die niet over oliedollars beschikten, en dat zijn de meeste, door het

IMF

in de jaren tachtig gedwongen werden om in hun sociale programma's te snijden.' De afbrokkeling van de nationale staten in de Arabische wereld is een gevaarlijk feno- meen dat verreikende gevolgen kan heb- ben. 'In het Midden-Oosten heeft de desin- tegratie van staten een bijzonder karakter omdat het repressieve gedeelte van die staten groter is dan waar ook ter wereld.

Dat heeft alles te maken met het Arabisch- lsraelische conflict, dat altijd als legitimatie voor een enorme militarisering van de regio heeft gediend. In Syrie, lrak, Jordanie, en zelfs Egypte, is de verhouding soldaten per hoofd van de bevolking het hoogste van de hele wereld.'

De Arabische we reid neemt niet aileen wat betreft de militarisering van de staten een uitzonderlijke positie in. De militarisering heeft een bepaalde vorm van politieke inertie veroorzaakt omdat een zeer uitgebreide politieke kaste in de Arabische Ianden is ontstaan die gelieerd is aan het Ieger, de politie en de geheime diensten en die bevreesd is voor elke vorm van veran- dering. 'In de rest van de wereld zijn er de laatste dertig jaar veranderingen geweest, aanzetten tot democratie. Zelfs in Afrika hebben er aarzelende aanzetten tot democratisering plaatsgevonden, waarbij eenpartij-stelsels het veld ruimden voor pluralistische stelsels. Het enige deel van de wereld waar een volkomen stilstand is als het gaat om politieke verandering is de Arabische wereld. Een poel met stilstaand water! Je hebt sinds vijfentwintig, dertig

de Helling-jaargang 7-nummer I - voorjaar 1994

jaar dezelfde leiders. Assad, Saddam, Khad- dafi, Hassan in Marokko, Hussein in Jorda- nie. Sadat werd in 1981 vermoord maar werd onmiddellijk opgevolgd door eenzelf- de soort Ieider. In al deze Ianden heeft de omnipotentie van het repressieve apparaat de basis voor politieke verandering wegge- slagen.'

Desintegrerende staten, regimes die elke politieke legitimiteit hebben verloren en zich vooralsnog op de been houden met behulp van Ieger en geheime dienst. Waar is binnen dat alles de opkomst van de politieke Islam te situerenl Gresh: 'Het terugtrekken van de Arabische staten uit belangrijke sociale sectoren als het onder- wijs heeft een vacuum gecreeerd dat door islamitische krachten is opgevuld. Hun kracht is dat zij - bij ontstentenis van een andere politieke tegenbeweging- als eni- gen.in de Arabische we reid concreet ingaan op de directe nod en van de gewone bevel- king. En dat geeft ze een enorme hoeveel- heid krediet.'

DE POLITIEKE ISLAM

De islamitische groepen zijn volgens Gresh bijzonder creatief in het verwoorden en oplossen van alledaagse problemen. 'In Egypte was het eerste voorstel van de islamitische beweging, nadat ze weer bo- vengronds kwam na de dood van Nasser in

1970, om speciale bussen voor vrouwen in het openbaar vervoer in te voeren. Aile Egyptische vrouwen vonden dat een prima voorstel, niet omdat ze opeens moslim- zusters waren geworden maar omdat een vrouw in een normale Egyptische bus geen Ieven heeft met aile billenknijperij. De isla- mitische beweging heeft zich opal dit soort concrete punten langzaam maar zeker in het openbare Ieven weten te nestelen en dat heeft haar een enorme machtspositie gegeven.'

Paranoia en lslam-fobie spelen een grote en

negatieve rol in het Westen in de waarne-

ming van deze islamitische groepen. 'Je

kunt niet spreken van een beweging die een

algemeen politiek programma heeft. De

Islam biedt dat niet. Die groepen zeggen

allemaal dat ze een islamitische staat na-

streven, opheffing van de scheiding van

kerk en staat, maar dat is geen economisch

programma. Als het FIS in Algerije aan de

macht komt, dan zal ze met het IMF zaken

gaan doen. Ze hebben geen alternatief.'

Gresh benadrukt dat de politieke stromin-

gen die onder de vlag van de politieke Islam

zijn verenigd onderling zeer verschillend

zijn. Morele afschuw, aangelengd met een

flinke dosis westerse vooroordelen, mag

de reele verschillen niet uit het oog doen

verliezen. 'Er zijn conservatieve stromin-

gen binnen de Islam, zoals in Algerije.

(7)

Meestal zijn die gelieerd aan Saoedi-Arabie.

Maar er zijn ook stromingen die je zelfs als revolutionair zou kunnen omschrijven, zo- als bepaalde stromingen rond 1979 binnen de eerste fase van de lraanse revolutie.

Ook zijn er grote verschillen tussen de Algerijnse fundamentalisten en de lraanse islamisten. In Algerije streven ze een com- plete uitbanning van de vrouw uit het openbare Ieven na. In Iran vinden ze dat de vrouw moet kunnen stemmen, sport bedrijven en werken. Volkomen ge- scheiden van mannen weliswaar, maar toch ... De positie van de vrouw is natuurlijk in veel islamitische Ianden bitter slecht maar daar verschillen die Ianden niet in van de meeste niet-islamitische Ianden in bij- voorbeeld Azie, waar de vrouw bijna de status van slaaf heeft. Je kunt niet klakke- loos zeggen dat aile politieke Islam van hetzelfde laken een pak is. Het hangt van de specifieke politieke context in een land af welke vorm van politieke Islam ter plekke ontstaat.'

Maar is een politieke overwinning van isla- mitische krachten niet nog erger dan de huidige politieke systemen in de Arabische wereld? Gresh reageert korzelig: 'Ja, ik kan het als westerse intellectueel betreuren dat de enige reele oppositie tegen dat soort regimes die nog een massale steun geniet, de islamitische beweging is. Maar op wat voor gronden kunnen we veroordelen dat islamitische krachten in allerlei Ianden aan de macht weten te komen?'

Algerije biedt een goed voorbeeld van hoe het fout kan gaan: 'Ais twee jaar geleden na de verkiezingen het FIS in Algerije de macht had gekregen die ze via de stembus had veroverd, had je in ieder geval het Ieger buiten het conflict kunnen houden. Je zou nog de grondwet hebben gehad en het Ieger had zich, eventueel met aanmoediging van buitenaf, kunnen opstellen als de verdediger van de grondwet. lk vermoed dat de Algerijnse bevolking dat zou hebben geaccepteerd en het Ieger zelfs in die rol zou hebben gesterkt. Maar nu is er een situatie geschapen waarin de democratie overboard is gezet door het Ieger, daarin gesteund door het Westen. En het FIS kan doorgroeien, maar dan in een zeer extre- me politieke richting. En ik ben bang dat het FIS uiteindelijk toch aan de macht komt, maar dan in omstandigheden en met I eiders die veel erger zijn dan wat er twee jaar geleden nog mogelijk leek. lk wil maar zeggen, we mogen niet in de val !open om nu de Arabische dictaturen te steunen in naam van de strijd tegen de Islam. Oat is de slechtst denkbare vorm van strijd tegen het lslam-fundamentalisme.'

Maar hoe zit het dan met steun aan de

Arabische wereld. Gresh glimlacht som- ber: 'Seculiere democratische krachten?

Natuurlijk steun ik die. Maar het probleem is dat die in de meeste Arabische Ianden volstrekt zijn uitgeroeid sinds decennia. En de meeste westerse intellectuelen die nu lamenteren over de opkomst van het fundamentalisme hebben indertijd nooit hun stem daartegen verheven, uit angst om voor pro-Arabisch en dus anti-lsraelisch te worden uitgemaakt. We zitten nu in deze politieke context. Het enige wat ik kan zeggen als intellectueel, als journalist, is dat ik weiger het Algerijnse bewind te steunen, aileen omdat het zegt tegen de Islam te vechten.'

Uiteindelijk lijkt het dus op een keus tussen de pest of de cholera voor de Arabische wereld. Op een keuze tussen de oude repressie of een nieuwe vorm onder de vlag van de Islam. Maar er lijkt nog hoop te gloren. 'lk denk dat de Arabische bevolking niet zal accepteren dat de ene vorm van onderdrukking plaatsmaakt voor de ande- re. Oat is niet wat de mensen hebben gewild, ze will en geen islamitische staat, de mensen in de Arabische wereld willen v66r alles een oplossing voor hun economische malaise. We moeten daar in het westen serieus op ingaan en ons niet verschuilen achter onze weerzin voor het islamisme en tegelijkertijd economische en politieke sys- tem en blijven steunen die de basis voor het opkomende islamisme creeren.'

PALESTIJNEN

In de poel van politieke onbeweeglijkheid in de Arabische wereld is volgens Gresh is door het lsraelisch-Palestijnse vredesak- koord een forse steen gegooid. In zijn boeken poneert Gresh herhaaldelijk de stelling dat het Palestijns-lsraelische con- flict centraal staat in de politieke ontwikke- lingen van de gehele regio na de Tweede Wereldoorlog. Wat zal in de nasleep van het akkoord gebeuren?

Gresh kan zich eenvoudigweg niet voor- stellen dat het akkoord niet uitmondt in een onafhankelijke Palestijnse staat. 'Of de lsraelische bezetting zal onverkort met al haar repressie moeten worden gehand- haafd. Er is in ieder geval geen tussenweg.

De autonomie in de bezette gebieden zal de lsraelische politiek steeds weer con- fronteren met de vraag of de bezetting opnieuw metal haar repressie wordt inge- voerd of dater ruimte wordt gegeven voor een Palestijnse staat. Het meest problema- tische aspect van het akkoord echter is de positie van de PLO-Ieiding. lk ben er niet van overtuigd dat ze in staat zal zijn om de transformatie van bevrijdingsbeweging naar politieke Ieiding van een staat te ma- seculiere democratische bewegingen in de ken.'

de Helling-jaargang 7-nummer I - voorjaar 1994

Gresh filosofeert verder: 'Dit heeft een aantal oorzaken, het feit dat de Ieiding van de beweging zich sinds bijna dertig jaar buiten het gebied heeft bevonden, dat het grootste gedeelte van de Ieiding van de PLO inmiddels vermoord is, dat aile Arabi- sche regimes de Palestijnen hebben tegen- gewerkt, dat de PLO met name in de loop van de jaren tachtig verbureaucratiseerd is.

De centrale vraag is: zal de PLO in staat zijn om een nieuw soort staat te bouwen die uniek zal zijn voor de Arabische we reid qua pluralisme en democratie? Oat is goed denkbaar want daar zijn sterke aanzetten toe zichtbaar geworden. Het zal zeer moei- lijk worden omdat dertig jaar bezetting en zeven jaar opstand een vernietigend effect hebben gehad op de sociale structuur in de Palestijnse samenleving. In dat geval zal het een politieke doorbraak zijn voor de gehele Arabische wereld. Maar het andere is ook denkbaar: dat de Palestijnse staat in essen- tie hetzelfde wordt als de andere politieke systemen in de Arabische wereld. Autori- tair, deels corrupt en ondemocratisch. Oat zou een enorme klap toebrengen aan wat er nog aan seculiere democratische krach- ten in de Arabische we reid voorhanden is.' In het midden van het historische proces staat de persoon jasser Arafat: Gresh heeft de geschiedenis van de PLO bestudeerd en de PLO-Ieider aldie jaren van nabij gevolgd.

Hoe oordeelt hij over Arafat? 'lk heb ge- mengde gevoelens over hem: ik denk dat bij een historisch oordeel de balans voor hem in het voordeel zal uitvallen, hij heeft de Palestijnen een plaats in de geschiedenis teruggegeven en hij heeft de enorme pres- tatie geleverd dat hij de Palestijnen voorbe- reid heeft op het onvermijdelijke com pro- m is met de staat Israel. lk ben kritisch over de wijze waarop hij zijn leiderschap in de PLO vorm heeft gegeven en de democratie binnen de PLO in de weg heeft gestaan, ondanks het feit dat de PLO de meest democratische structuur in de Arabische wereld is gebleven en Arafat de meest democratische Ieider.'

Dus Arafat en Rabin verdienen uiteindelijk toch dit jaar de Nobelprijs voor de Yrede als het aan Alain Gresh zou liggen? 'Hahaha, nou Arafat misschien wei, Rabin in ieder geval niet!' T

Radi Suudi

il

I

7

(8)

Amper aangetreden als lijsttrekker van GroenLinks kon Mohamed Rabbae

a/weer bijna zijn biezen pakken. Binnen en buiten de partij stak een storm van kritiek op op~s mans vermeende ondemocratische opvattingen.

Aanleiding waren enkele, a/ dan niet dubbelzinnige, uitlatingen over het verbieden van Rushdie,s roman ~oe Duivelsverzen,. Maar was Rabbae in het gewraakte NRC-interview werkelijk dubbelzinnig? Of gingen enkele spraakmakende columnisten zich te buiten aan ongecontroleerde

woedeuitbarstingen? Een ontnuchterende terugblik.

Het gelijk van Rabbae

8

'Waar gaat het nou precies om?' vroeg ik nadat de tegenover mij zittende journalist minutenlang schande had gesproken over het feit dat Mohamed Rabbae voorstander zou zijn van het verbieden van Rush die's De duivelsverzen.

Hij keek mij verbaasd aan. 'Moet ik dat nog uitleggen? Het gaat om de vrijheid van meningsuiting.'

'Nee', zei ik, 'daar gaat het nfet om.' Hij keek mij nog verbaasder aan. '0 nee, en waar gaat het dan wei om?'

'Volgens mij gaat het, of zou het moeten gaan, om wat Rabbae nu precies gezegd heeft?'

Hij haalde zijn schouders op. Hoewel hij moest toegeven dat hij het bewuste NRC Handelsblad van zaterdag 22 januari niet gelezen had, zag hij daar de noodzaak eigenlijk niet van in. Zijn kennis putte hij uit de commotie die was ontstaan en die Martin van Amerongen in de Groene Am- sterdammer kortheidshalve had samenge- vat met de mededeling dat Rabbae 'heeft verklaard dat Salman Rushdie's Duivelsver- zen wat hem betreft uit de circulatie moe- ten worden genomen.' Meer hoefde hij - en met hem vele anderen - voor zijn oordeel niet te weten.

Voor de goede orde: ik ben geen liefhebber van Mohamed Rabbae en vind bovendien dat de overwinning van het duo Brouwer- Rabbae in de lijsttrekkersstrijd op dubieuze sentimenten en niet op politieke argumen- ten is gebaseerd en als zodanig een treurig dieptepunt is in de prille geschiedenis van Groenlinks. Maar dat neemt niet weg dat

ik er de voorkeur aan geef om de feiten tot mij te Iaten doordringen voor ik schande ga roepen. En dus heb ik het Zaterdags Bij- voegsel van het NRC er nog eens op nage- slagen. Over De duivelsverzen meldt Rabbae in het gewraakte interview: 'Ja, als hij nou een analyse had gepresenteerd, zo van om die en die redenen is de islam een reactio- naire godsdienst of zo, maar nee, hij heeft op denigrerende wijze over het prive- leven, over de vrouwen van de profeet geschreven - zo'n verhaal is vernederend voor moslims.'

Tot zover geen nieuws. Vervolgens zegt de interviewer - refererend aan de rol die Rabbae in 1989 tijdens de uitbarsting van de Rushdie-affaire speelde: 'AI was u de laatste moslim in Nederland, zei u toen zelfs, dan nog zou u uw best doen het boek te Iaten verbieden.'

Rabbae antwoordt, enigszins ontwijkend:

'In een democratie moet iedereen het recht hebben, om te zeggen wat men vindt, maar zonder een ander te schaden - dat is denk ik de definitie van democratie die wij moeten hanteren.' 'Het merkwaardige was, juist de mens en die de immigranten en de moslims altijd hebben gesteund in hun strijd voor gelijke rechten, waren op dat moment tegen ons. lk begrijp dat wei. De liberale Nederlanders, de denkers, de schrijvers, de mensen die zich ontworsteld hebben aan de greep van de kerk en de godsdienst, die meenden dat via de mig ran- ten weerterugte krijgen. Volledig begrijpe- lijk, maar voor mij geen reden om de moslims pijnlijk te Iaten treffen. Het probe- rente Iaten verbieden van zo'n boek is een

de Helling-jaargang 7 nummer I - voorjaar 1994

democratische weg, een betere weg om je eigen godsdienst te verdedigen dan het volgen van Khomeini en andere duistere krachten.'

Dit is het basismateriaal van wat in mum van tijd een affaire heette. Natuurlijk, Rab- bae had helderder kunnen zijn, hij had als hij slim was geweest ervoor gezorgd dat dui- delijk was dat zijn standpunt uit 1989 mede ingegeven was door zijn bemiddelingsrol en dat hij nu, zoals hij later in een brief aan de leden van Groenlinks schreef, niet meer de mening is toegedaan datDe duivelsverzen verboden zouden moeten worden. Maar ondanks deze onduidelijkheid is de tekst zoals deze in het NRC-Bijvoegsel stond op zich geen reden tot grote opwinding.

Die opwinding ontstond ook niet daar- door, maar door de wijze waarop het NRC het vraaggesprek met Rabbae op de voor- pagina van zaterdag 22 januari meende te moeten samenvatten. Of er loopt op de Rotterdamse NRC-burelen iemand rond die een aperte hekel heeft aan Mohamed Rabbae, of de eindredactie werd gedreven door T e/egraaf-achtige sensatiezucht, de kop 'Rabbae niet tegen verbod boek Rush- die' had in ieder geval een hoog gehalte aan kwaadaardigheid.

De rest van het bericht deed daar niet voor

onder. De twee openingszinnen, bijvoor-

beeld, zijn dermate tendentieus dat ze nog

jarenlang op de School van Journalistiek

gebruikt kunnen worden als voorbeelden

van hoe het niet moet. Zo opende de

gedreven eindredacteur het bericht: 'De

roman 'Duivelsverzen' van Salman Rushdie

(9)

moet volgens een van de twee lijsttrekkers van Groen links verboden kunnen worden.

Dat is een democratische manier om de islam tegen aanvallen te beschermen, aldus M. Rabbae ( ... ).'

En daarmee was de beer los. Want wie aan Rushdie komt, m6et wei de geur van into- lerance moslims met zich meedragen en kan dus op een stevig onthaal van de Nederlandse intellectuele elite rekenen. En dus slepen de columnisten hun pennen, begonnen linkse intellectuelen er in de wandelgang hun schande over uit te spre- ken en onthield Wim Kok zich voor de tv- camera's heel slim van commentaar, omdat 'Rabbae zich op deze wijze zelf de das omdoet'.

AI deze verhitte gemoederen zorgden er- voor dat Groenlinks vervolgens behoor- lijk met de affaire in de maag kwam te zitten.

Rabbae- geschrokken door de commotie - besloot een brief te schrijven aan aile leden van Groenlinks, die ingestoken werd in de Groenlinkse ledenkrant van februari, waarin hij voor aile duidelijkheid nog eens meldt dat 'de vrijheid van meningsuiting niet ter discussie mag staan.' Er werd van alles gedaan om misverstanden weg te nemen, waarbij de gelederen lekker ouder- wets sloten. Op het partijcongres in het tweede weekend van februari circuleerde een motie die Rabbae 'voor de laatste maal waarschuwde', maar deze werd - nadat Rabbae publiekelijk nog eens had uitgelegd aan de goede kant te staan - zonder enige discussie met boegeroep weggehoond.

Dat is jammer, omdat zo de indruk wordt gewekt dat Groenlinks en Rabbae - uit angst voor electorale schade - aile zeilen hebben bijgezet om deze affaire als een vervelend misverstand af te doen, terwijl het juist zo aardig was geweest deze affaire eens principieel uit te vechten.

Want, nogmaals, waar gaat het nu precies om?

lk kan het toch niet anders zien dan dat Rabbae ons de spiegel voorhoudt, waar op de keper beschouwd geen weldenkend westers mens het mee oneens kan zijn. Zijn boodschap, waar hij tijdens de verhitting in 1989 nog volop om werd geprezen, is immers niet meer dan dat in geval van conflict, belediging of gekwetstheid er in Nederland maar een weg is om tot een oplossing te komen en dat is de weg van de op een moderne leest geschoeide demo- cratische rechtsstaat. Wie meent dat hem onrecht wordt aangedaan, kan geen eigen rechter spelen, maar moet zijn recht gaan halen bij de rechter. Dat geldt voor ieder- een en zonder aanzien des persoons.

Het is een- mede door de Rushdie-affaire hardnekkig in stand gehouden- mythe dat

(oto: Roger Dohmen!HH

de vrijheid van meningsuiting een waarde of een recht is dat zonder een modern-demo- cratische rechtsstaat zou kunnen bestaan en dus een universeel karakter heeft. Vrij- heid van meningsuiting is iets dat aileen maar denkbaar en realiseerbaar is binnen een dergelijke rechtsstaat. Het is geen absolute vrijheid; het is een vrijheid die zich - gelukkig- juridisch moet kunnen verant- woorden, die zich aan de wet moet hou- den. Dat maakt het mogelijk dat beledigen- de, leugenachtige of discriminerende ge- schriften over Auschwitz, over joden en over andere bevolkingsgroepen in principe door de rechter verboden kunnen wor- den. Wij hebben vastgelegd dat de rechter het gezag heeft om daarover te oordelen, en dus niet de politiek Ieider, niet de pastoor, niet de imam of welke andere gedreven burger dan ook.

Dat Rabbae daar in 1989 op heeft gewezen - in een situatie waarin groepen fanatieke moslims zich opmaakten om voor eigen rechter te gaan spelen en boekverbrandin- gen te organiseren - getuigt op zijn minst van weldenkendheid. Hij probeerde de verhitte gemoederen tot bedaren te bren- gen door de regels van de rechtsstaat te doceren. Als je er wat aan wilt doen - en Rabbae kon zich als moslim goed voorstel- len hoezeer deze mensen zich gekwetst voelden - dan is daar in dit land maar een manier voor. Tegelijkertijd wist hij toen en weet hij nu dat het een even verstandig als loos gebaar was. Een juridische poging om Rushdie's boek te verbieden is in de Neder- landse liberale rechtsverhoudingen ( overi- gens pas sinds een jaar of vijfentwintig) kansloos. Het mag wat dat betreft veelbe- tekenend heten dat geen moslim of mos- limorganisatie zijn suggestie heeft opge- volgd.

Maar dat maakt zijn stand punt niet minder achtenswaardig. Juist in het vooruitzicht van de overgang naar een 'multiculturele samenleving' - een overgang die zeals we nu al kunnen waarnemen met grote span- ningen en conflicten zal verlopen- kunnen de Helling - jaargang

7 - nummer

I - voorjaar 1994

de regels van de rechtsgang in dit land niet vaak genoeg hardop gezegd worden. In een wereld van racisme, van ongenoegen, van afgunst, van subculturen en onderwerel- den, van uitbuiting en discriminatie, van eigenrichting en eigen rechter is er in dit land maar een scheidsrechter wiens auto- riteit onaantastbaar moet blijven en dat is de rechter.

Dat zijn de implicaties van Rabbae's bood- schap. En ik kan maar niet inzien wat daar nu fout aan is. En zelfs al zouden er ons onwelgevallige gedachten aan ten grand- slag liggen, zelfs dan is de onverbiddelijke opperpriester-toon waarmee columnisten als Stefan Sanders (de Volkskrant) en Thee- door Holman (Het Parool) Rabbae tot zon- daar tegen het vrije woord veroordeelden, absoluut contraproduktief. In de jaren die v66r ons liggen - zeals een paar commen- tatoren die niet helemaal het hoofd kwijt- raakten terecht opmerkten - zal het wei vaker voorkomen dat wij uitspraken van meer of minder vooraanstaande immigran- ten niet helemaal kunnen volgen, of dat deze ons zelfs tegen de borst stuiten. Daar moet ook voluit over gediscussieerd wor- den - zonder dat de boosdoeners ogen- blikkelijk de tempel uitgeranseld worden.

Er valt zelfs vee I voor te zeggen dat Rabbae in al zijn na"lviteit toch een wat praktischer begrip toont van hoe onze we reid er uitziet dan zijn - vanuit een gesloten universalis- tisch gedachtengoed opererende - tegen- standers. Het lijkt erop dat deze maar niet kunnen verkroppen dat de Rabbae-affaire zonder die tendentieuze aankeiler op de voorpagina van het NRC Handelsblad sim- pelweg niet zou hebben bestaan.

Nee, er zijn momenten dat de nieuwe tempel van het vrije woord mij erg aan het oude Moskou doet denken. T

Jos van der Lans

'I

I

I

II

(10)

Klein-links in Israel

Het is nu of nooit. Het vredesproces m6et deze keer slagen, anders hoeft het niet meer. Dit is de mening van Knesset-lid Naomi Chazan van Meretz, het samenwerkingsverband tussen drie kleine linkse

partijen. Meretz bezet twaalfvan de 120 zetels in het lsraiHische parlement en maakt met vier ministers alweer bijna twee jaar deel uit van het kabinet Rabin. Een kijkje in de keuken van een kleine partij met een historische missie.

10

Begin februari 1994 was er na maanden stagnatie eindelijk weer een doorbraak te melden in de onderhandelingen tussen Jas- ser Arafat en Shimon Peres. Hun conve- nant kwam geen minuut te laat, want na een korte periode van euforie in september 1993 waren aile betrokken partijen weer teruggekropen in hun oude egelstellingen van cynisme en wantrouwen. Dat de on- derhandelingen, die vorig jaar zo onver- wacht in een stroomversnelling raakten, maandenlang vastliepen op detailgeschillen over de terugtrekking van lsraelische tree- pen, was vooral voor Meretz een grote teleurstelling.

Meretz bestaat uit drie partijen die in naam nog onafhankelijk zijn: Mapam, Ratz en Shinu'i. Vroeger waren zeals onafhankelijke partijen goed voor tien van de 120 zetels in de Knesset. Bij de laatste verkiezingen, van juni 1992, gingen de drie samen onder een nieuwe banier: Meretz. Het is een samen- voeging van letters van de drie partijnamen, die, als een woord gelezen, zelf het woord 'enthousiasme' vormt. Meretz behaalde twaalf zetels, iets minder dan de voorspel- lingen hadden beloofd, maar genoeg om met de Arbeiderspartij en een religieuze partij een kabinet te kunnen vormen.

De drie partijen ontstonden ooit door ruzies binnen de lsraelische Arbeiderspar- tij. Mapam is de oudste rebel. Het kader van de partij komt voort uit de linkse kibboets-beweging Artzi en vertegen- woordigt het klassiek links-socialistische denken. De huidige leiders van Ratz, de tweede loot aan de Meretz-stam, kozen er aan het begin van de jaren zeventig voor uit

de Arbeiderspartij te stappen. Zij wilden een partij stichten die het nieuwe elan vertegenwoordigde en feministisch, niet- religieus en anti-racistisch was. Elke Israeli die in die tijd lid was van een buitenparle- mentaire beweging vond zijn politieke thuis bij Ratz.

Van de drie partijen in Meretz is Ratz de meest uitgesproken vredespartij. De partij was sinds de oprichting van Vrede Nu in de jaren zeventig gelieerd aan de vredesbewe- ging. Later vonden ook vredesactivisten die Vrede Nu te voorzichtig vonden poli- tiek onderdak bij Ratz. De Libanon-oorlog was een keerpunt. Sindsdien ijvert Ratz voor onderhandelingen met wie dan ook, inclusief de PLO, als het eindresultaat van de onderhandelingen maar een duurzame vrede in het Midden-Oosten is.

GEHAAT

Shinu'i ontstond in de jaren tachtig. Het is een partij van juristen en intellectuelen. De oprichters, Mordechai Vishnubirski en Am- non Rubinstein, zijn eveneens afkomstig uit kringen rond de Arbeiderspartij. Zij knap- ten af op de politieke cultuur van Israel, die steeds meer verloederde door corruptie- zaken en vriendjespolitiek. Hun partij noemden zij Shinu'i, 'verandering'. Shinu'i bezette sindsdien altijd twee zetels in de Knesset. Een van de belangrijke program- mapunten voor Shinu'i luidt dat Israel een grondwet moet krijgen waarin de rechten van aile burgers vastgelegd zijn. Shinu'i, Mapam en Ratz vonden elkaar op dit stand- punt over gelijkwaardige burgerrechten.

De huidige Ieiding van Meretz be rust bij de

de Helling- jaargang 7-nummer I - voorjaar /994

ministers Shulamith Aloni en Jossi Sa rid. Al- oni was vroeger advocate. AI in de jaren zestig pleitte zij voor de afschaffing van de religieuze wetgeving, die diep ingrijpt in de Ievens van de gewone burgers. Aloni sticht- te het eerste blijf-van-mijn-lijf-huis in Israel, betoonde zich voorstander van zwaardere straffen voor verkrachters en eiste afschaf- fing van het wetsartikel dat homoseksuele handelingen tussen mannen strafbaar stel- de. Men moet zich realiseren dat zij dit deed in de jaren zeventig, toen Israel nog geloofde dat vrouwenmishandeling, ver- krachting en homoseksualiteit bij joden niet voorkomt. Bij rechts is zij zeer gehaat:

door de rechtse kolonisten fascisten te noemen, door terugtrekking uit de bezette gebieden voor te stellen en door te streven naar autonomie voor de Palestijnen.

Oud geworden in de strijd zijn de leiders ondertussen wei. Neem de vier Meretz- ministers in het huidige kabinet. Shulamith Aloni, minister van cultuur en telecommu- nicatie, is 65 jaar. Zij zat sinds 1972 in de Knesset voor Ratz. Zij was vorig jaar enke- le maanden minister van onderwijs, maar na druk van de religieuze partijen in de coalitie gaf premier Rabin haar een andere portefeuille. Haar collega-minister }air Tsa- ban (Mapam) is 64. Hij is minister van immigratie en ook een oudgediende in het parlement. Minister Am non Rubinstein van technologie is eveneens 64.

De enige jonge held in dit gezelschap Me-

retz-ministers is Jossi Sa rid, die milieuzaken

en ruimtelijke ordening in zijn portefeuille

heeft. Sarid maakt een jonge indruk, maar is

inmiddels ook 50. Sarids carriere is symp-

(11)

tomatisch voor de linkse politiek in Israel.

In de jaren zeventig was hij een jonge held in de Arbeiderspartij. In de jaren tachtig kregen Sarid en partijleider Jitschak Rabin het echter met elkaar aan de stok. Sarid meende dat Rabin veel krachtiger moest vechten voor erkenning van het recht van de Palestijnen op onafhankelijkheid. Sarid vertrok vervolgens naar Ratz, waar hij al snel second-in-command werd.

WOE DE

Meretz heeft zich ondertussen als coalitie- partner verbonden aan een aantal pijnlijke kabinetsbeslissingen, die bij de achterban slecht gevallen zijn. Het kabinet viel bijna over de begroting voor 1994, waarin voor de zoveelste keer aan het religieuze deel van de bevolking extra subsidies werden toegezegd. Meretz had graag extra geld naar de ministeries van onderwijs en volks- gezondheid gesluisd maar verloor het ge- vecht in het kabinet.

Daarnaast speelden er triviale kwesties, waarover de emoties hoog opliepen, zoals een wetsvoorstel om het verbod op de import van niet-kosjer vlees op te heffen.

Het is een kwestie waar vooral de linkse kiezers van Meretz voor warmlopen: de vrijheid om zelf te bepalen of je varkens- vlees wilt eten, zonder dat het orthodoxe establishment zich daarmee kan bemoeien.

De wetswijziging was er bijna door toen de religieuze partijen in de Knesset, die de coalitie steunen, dreigden hun steun in te trekken. Oat risico kon premier Rabin zich niet veroorloven. Hij trok de wetswijziging in, tot woede van Meretz, dat er echter niets aan kon veranderen. Het voorval is typerend voor de lsraelische politieke cul- tuur, waarin de religieuze partijen in feite elke hen onwelgevallige beslissing kunnen torpederen door te dreigen uit de coalitie te stappen.

Desondanks is de tegenstand van de ach- terban tegen verdergaande deelname van Meretz aan dit kabinet verdwenen. De achtergrond vormen de succesvolle on- derhandelingen tussen de regering en de PLO in Oslo. In een periode van een jaar, anderhalf jaar sloeg het partijklimaat radi- caal om. In december 1992 nog eiste een deel van de kiezers dat de Meretz-minis- ters zouden aftreden. Tot grote woede van de jongerenorganisaties van de drie par- tijen stem de Meretz in die maand in met de verbanning van 400 Palestijnse leiders van de Hamas-beweging naar Zuid-Libanon.

Heel links Israel sprak afschuw uit over het verraad aan de principes van de menselijk- heid en de rechtsstaat. De partijleiding werd gevraagd uit de coalitie te stappen.

Driekwart jaar later bleek dat de partijlei- ding premier Rabin toen niet wilde Iaten

(oto: /man Heystek Naomi Chazan

vallen, opdat hij het compromis met de PLO kon voorbereiden.

Meestemmen, mond houden en verder niet zeuren, lijkt op dit moment de positie van Meretz te zijn. De praktijk van de vredesonderhandelingen is sinds de onder- tekening van het eerste akkoord in Was- hington overgegaan in handen van Shimon Peres, de minister van buitenlandse zaken.

Jossi Sarid is van de Meretz-ministers als enige daadwerkelijk betrokken bij de nitty- gritty van de onderhandelingen. In de afge- lopen maanden vloog hij een paar maal naar het buitenland om met Palestijnse onder- handelaars van gedachten te wisselen en met zijn oude vrienden in het Palestijnse kamp tot overeenstemming te komen. Op het moment van ondertekening van het tweede verdrag was het echter wederom Shimon Peres die de eerbewijzen in ont- vangst nam.

Jarenlang ijveren de leiders van Meretz al voor een vredesregeling. Zij gingen keer op keer de discussie aan met de tot voor kort onverzoenlijke partners in het conflict.

Contact met de PLO, vanaf 1986 tot voor kort officieel verboden op straffe van de-

de Helling - jaargang 7 - nummer I - voorjaar 1994

tentie, vond plaats via de zogenaamde we- tenschappelijke conferenties, waar lsraeli- sche en Palestijnse academici in een inter- nationale setting meningen uitwisselden.

Als waakhond van de Arbeiderspartij zwengelden de drie partijen van Meretz keer op keer de discussie aan en als kader- leden van de verschillende vredesgroepen stonden zij vooraan bij demonstraties voor de Knesset.

Aile I eden van de huidige fractie zijn gepokt en gemazeld in de vredesbeweging en in het internationale circuit van solidariteitsgroe- pen daaromheen. Het lijken bijna popster- ren, die voortdurend op toernee zijn, voortdurend achter microfoons te vinden zijn, voortdurend applaus in ontvangst ne- men en voortdurend worden ge·inter- viewd. Ook in Nederland genieten zij in- middels enige bekendheid. Door de jaren heen hebben vrijwel aile leden van de huidige Meretz-fractie wei eens hun op- wachting gemaakt op discussiebijeenkom- sten van velerlei snit (linkse joden, Pax Christi, Vrouwen voor Vrede of het IKV).

Wie

zijn

deze nieuwe Meretz-mensen en waar staan zij voor?

I

I

I I

(12)

12

~Het zionistische karakter

Op zoel< naar de toel<omst van Meretz breng ik een bezoek aan Naomi Chazan, vorig jaar de tiende kandidaat op de lijst voor de Knesset. Zij is hoogleraar interna- tionale betrekkingen aan de universiteit van Tel Aviv en een van de nieuwe smoelen in de partij. Zij maakt deel uit van de Meretz-fractie en zit in de commissies buitenlands beleid, defensie en vrouwene- mancipatie.

Chazan is 47 jaar oud en komt uit een rood nest. Haar moeder was vroeger voor de Arbeiderspartij lid van de Knesset. Haar vader was een tijdlang ambassadeur in Washington. Zelf koos zij echter voor klein-links. Naomi Chazan is een oude bekende in de lsraelische vredesbeweging.

Zij begon in Vrede Nu en werd bekend als een van de deelnemers aan het internatio- nale circuit van rondreizende lsraelische wetenschappers, die confereerden in bui- tenlandse hoofdsteden met hun Palestijnse collega's. Zij kent aile Palestijnse onderhan- delaars die uit Jeruzalem afkomstig zijn en stelt ronduit dat zij al jarenlang met hen bevriend is.

Tijdens mijn interview met haar is er ook een delegatie van de Duitse Grunen op bezoek. Tien parlementariers en twee deelstaat-ministers uit Hessen brengen een bezoek van een week aan Israel. Ze praten met linkse parlementariers en Pa- lestijnse leiders en bezoeken projecten van de landbouwuniversiteit.

NIET GROEN

De delegatie van de Grunen wil met Chazan verrassend genoeg niet onmiddellijk los- barsten over de Palestijnen en het gesloten akkoord, maar het met haar hebben over de vertegenwoordiging van vrouwen in de politiek. Vrouwen hebben weinig deel aan de macht. Van de 120 zetels in de Knesset worden er elf bezet door vrouwen, van wie negen lid zijn van de linkse fracties. Chazan legt uit: 'In Israel zijn vrouwen onderverte- genwoordigd in hogere functies. Dit geldt niet aileen voor de politiek, maar ook voor het bedrijfsleven.' Zij wijt dit aan de invloed die het Ieger heeft op de maatschappij.

Het is enigszins ironisch dat het uitgere- kend de Grunen zijn die ik bij Chazan tref.

Uitgesproken 'groen' is Meretz namelijk niet. Het milieu is geen onderwerp dat in Israel het bloed harder doet stromen. Het kan niemand een barst schelen. Er zijn belangrijker zaken, zoals de half miljoen immigranten die sinds 1990 zijn gearri- veerd, die op de een of andere manier aan het werk moeten - en dan kijk je niet op een vestigingsvergunning meer of minder.

De lsraelische milieuwetgeving loopt dan ook jaren achter. De enige 'milieu-nil<' is minister Jossi Sarid. Samen met een back-

van de lsraiHische stoat is voor ons geen punt van discussie'

bencher van de Likoed-fractie deed hij het milieubeleid in de Knesset. Om een voor- beeld te geven: de twee dienden al jaren geleden een wet in om plastic gescheiden van de rest van het huisvuil op te halen.

lnmiddels is Sarid minister van milieuzaken geworden. Zijn wetsontwerp schijnt nu binnenkort aangenomen te worden.

Ondanks aile aandacht uit het buitenland voelen de activisten van Meretz zich in het buitenland toch vaak onbegrepen. Links en wei, blijft Meretz vasthouden aan het zio- nistische principe dat Israel de thuishaven moet kunnen zijn voor elke jood, in elk geval elke jood die ergens anders op de wereld wordt bedreigd in het bestaan. Dit is het granieten fundament van de lsraeli- sche identiteit. Daarover onderhandelen, is uitgesloten.

Het zionistische karakter van de lsraeli- sche staat is uberhaupt geen punt van discussie binnen Meretz. Naomi Chazan formuleert heel duidelijk het partijstand- punt als zij zegt: 'Wij willen zelf kunnen uitmaken hoe wij ons Ieven inrichten, net als andere volkeren. Daarom willen wij dat Israel een land blijft met een joodse meer- derheid. Wij won en hier, wij gaan niet meer weg. Wij will en in vrede met onze buren en de Palestijnse bevolking binnen onze gren- zen Ieven. Dat is de premisse.'

De partijen ter linkerzijde van Meretz ver- schillen hierover niet wezenlijk van mening met Meretz. Ook zij willen in vrede Ieven met de Palestijnse buren. De kans is echter erg klein dat de Arabische Democraten, de Progressieve Lijst en de Communistische partij zich bij Meretz zullen aansluiten, hoewel zij de huidige coalitie ruimhartig steunen. Hiervoor is hun toekomstvisie op de ontwikkeling van Israel te verschillend.

De onafhankelijken trekken de consequen- tie uit hun grondslagen, die niet zionistisch zijn. Zij verwerpen het denkbeeld dat Israel een thuisland voor aile joden ter wereld zou moeten zijn en pleiten daarentegen voor een immigratiebeleid waarbij geen enkele bevolkingsgroep preferentie heeft ten koste van de anderen.

In het verlengde hiervan ligt de kern van het dispuut met Meretz: de kleine partijen men en dat de huidige ideologie van de staat Israel fascistisch is, omdat hij gebaseerd is op segregatie van bevolkingsgroepen langs etnisch-religieuze lijnen, waarbij de oor- spronkelijke bevolking van het gebied wordt onderdrukt door nieuwkomers.

de Helling- jaargang 7 - nummer I - voorjaar 1994

Meerderheid en minderheid lijken de kern- begrippen te zijn, waar elke discussie uit- eindelijk op uitkomt en waarlangs de scheidslijnen lopen. Veel aanhangers van Meretz zijn de eersten om toe te geven dat de huidige onderdrukking van de Palestijn- se minderheid, zowel van degenen die in Israel als van degenen die in de bezette gebieden wonen, fascisto"ide trekken kent en onmiddellijk moet worden beeindigd.

VRIJPLAATS

De drie partijen van Meretz kennen ieder een lange geschiedenis van verzet tegen de vanzelfsprekende macht van de religieuze partijen. Scheiding van synagoge en staat, en wei onmiddellijk - het is een van de belangrijkste programmapunten van Me- retz. De partij ontkoppelt de joodse natio- nale identiteit heel nadrukkelijk van de persoonlijke geloofsbeleving van de Israeli in diens prive-bestaan. Hier wringt de schoen, want wat is dan een joodse natio- nale identiteit en welke plek kent die iden- titeit toe aan niet-joodse Israeli's?

De oplossing van het dilemma tussen het zionistische karakter van de staat en de ondeelbaarheid van algemene burgerrech- ten heeft Meretz tot dusverre altijd voor zich uitgeschoven. Eerst moeten de grote problemen van oorlog en vrede opgelost worden. Hoe dan ook, het vooruitzicht dat Israel onder invloed van een grote Pales- tijnse bevolking binnen de grenzen een seculiere staat zal worden die niet Ianger joods georienteerd is, jaagt vel en angst aan.

Die angst is geworteld in de ontstaansge- schiedenis van Israel, in meer dan een halve eeuw anti-joodse propaganda van Arabi- sche kant, in het anti-joods en anti-lsrae- lisch islamitisch fundamentalisme en in de ervaringen opgedaan in de oorlogen met de omliggende Arabische Ianden.

De Meretz-aanhangers zien Israel daarom als een vrijplaats, waar joden werkelijk aile vrijheid genieten om zich vanuit hun positie als meerderheid als joden te manifesteren, met een vast verankerd recht van elke niet- joodse inwoner op aile gelijke kansen, mo- gelijkheden en vrijheden. Dit is het axioma waarlangs de waterscheiding loopt tussen Meretz en de partijen ter linkerzijde. Wie als progressief Israeli bovengeschetst beeld van Israel erkent als het zijne en niet op de Arbeiderspartij wenst te stemmen, tendeert naar Meretz, hoe radicaal zijn of haar denkbeelden over andere kwesties ook zullen zijn. Wie dit beeld van Israel liever vervangt door dat van een seculiere staat, helt automatisch over naar de andere linkse stromingen.

De twee linkse blokken naast de Arbei-

derspartij trekken dan ook andere conclu-

sies over de oplossing van het Palestijnse

(13)

vraagstuk. Voor Meretz is de zaak eenvou- dig: scheiding in twee autonome staten, waarbinnen iedereen zich vervolgens naar eigen smaak manifesteert. De anderen voelen meer voor een seculiere bi-nationa- le staat, waarin joden, moslims en christe- nen, Hebreeuws- en Arabisch-taligen, sa- menleven in het gebied, dat dan niet opge- deeld hoeft te worden. Zij zijn langzamer- hand echter de laatsten die deze optie propageren, omdat ook de PLO - inmid- dels al zes jaar geleden - heeft gekozen voor de twee-staten-oplossing.

Naomi Chazan formuleert het bijna kinder- lijk eenvoudig: 'Wat wij in de aanbieding hebben, is een toekomstvisie waarin twee democratische staten naast elkaar bestaan, die op veel punten samenwerking zoeken en de rechten van elkaars minderheden respecteren.' Tegen de delegatie van de Gri.inen zegt ze: 'Ais jullie geloven in de noodzaak van een rechtvaardige vrede voor aile volkeren in het Midden-Oosten, steun ons dan. Want het gebeurt hier en nu.'

Als de Gri.inen eenmaal vertrokken zijn, neemt Chazan de gelegenheid te baat om zich nog scherper uit te drukken. Ze scha- kelt over van het Engels naar het He- breeuws. Er vindt een boeiende transfor- matie plaats: in het Hebreeuws drukt ze zich een stuk gedecideerder uit dan in het Engels.

Chazan: 'Meretz moet koste wat kost het vredesproces op gang houden. Deze nood- zaak bestaat zowel voor Israel als geheel, als voor onze toekomst als linkse bewe- ging. Israel kan niet anders dan deze onder- handelingen tot een goed einde brengen. lk onderscheid drie redenen, die ik puur prag- matisch en realistisch noem. Ten eerste slagen wij er niet in ons te beschermen tegen de terreur, terwijl wij de grootste militaire macht in de regio zijn. We voelen ons nog steeds - eigenlijk steeds meer - onveilig.'

Chazan redeneert verder: 'Ais wij een visie op Israel hebben, die inhoudt dat het een joodse staat is, met een joods karakter, betekent dat voor ons dat de Palestijnse minderheid dezelfde democratische rech- ten heeft om voor zichzelf een staat in te richten zoals zij dat wenst. Als wij voor onszelf het recht claimen om een joodse staat te zijn - een staat van en voor joden - volgens de principes van het zelfbeschik- kingsrecht van volkeren, moeten wij het onze Palestijnse minderheid niet aanreke- nen dat zij hetzelfde recht claimt om, vel- gens hetzelfde principe van het zelfbeschik- kingsrecht, een Palestijnse staat te stich- ten.'

Het is voor haar van groot be lang dat Israel als een democratie blijft functioneren met

(oto: Kad1r van Lohuizen /HH

een joodse meerderheid. Chazan schetst een demografisch gegeven: 'Binnenkort hebben wij een niet-joodse minderheid binnen onze grenzen die in demografisch opzicht sneller groeit dan de joodse bevel- king. Wij willen niet als minderheid Ieven, maar wij willen de ander ook niet onder- drukken.'

Ten derde, meent Chazan, geldt het argu- ment van de rechtsstaat. 'Ais Israel wil functioneren als democratische rechts- staat volgens de normen die zij aan zichzelf oplegt, moet de onderdrukking van de Palestijnse minderheid tot een einde ko- men.' Zij voorziet een totaal-scenario: 'Op het moment dat de zaak met de omringen- de Arabische Ianden en de Palestijnen op de bezette gebieden geregeld is, zal de onder- drukking van de Palestijnen die binnen de grenzen van 19671even, verdwijnen, omdat we dan niet Ianger als vijanden tegenover elkaar staan. Op dat moment kunnen we elkaar in de ogen kijken en zeggen: 'Okee, hoe nu verder?"

NU OF NOOIT

Ook voor de toekomst van Meretz als politieke beweging is het van levensbelang dat de onderhandelingen met de PLO tot een goed einde worden gebracht. Chazan is zich hier goed van bewust: 'Voor deze onderhandelingen hebben wij als linkse beweging gestreden, in feite sinds de ocr- log van 1973. Dit is onze raison d'etre.

ledereen in de partij realiseert zich dat dit het uur van de waarheid is. Als deze onder- handelingen mislukken, kunnen wij niet

de Helling - jaargang 7 - nummer I - voorjaar 1994

terug naar de kiezer en zeggen: 'sorry hoor, het is nu mislukt, maar mogen we het over een paar jaar nog een keer proberen?' Er zijn geen kiezers meer, als we er nu niet in slagen om onze beloften waar te maken.

Die zijn dan naar het buitenland verdwe- nen, of ze zullen hun stemkaart verscheu- ren.'

Meretz heeft veel geslikt, in deze kabinets- periode, zeg ik. De schaamteloze begro- ting, de chantage van de religieuze par- tijen .... Heeft zij haar principes niet verloo- chend! Boos kijkt Chazan mij aan en zegt:

'Verloochend! Wij hebben ons niet ver- loochend. Dat is typisch een reactie van mensen die liever aan de kant blijven staan dan verantwoordelijkheid te nemen. Wij nemen verantwoordelijkheid voor de be- langrijkste doorbraak die dit land sinds jaren heeft gekend. Aile compromissen die we hebben moeten sluiten om het kabinet te redden, zijn het waard. Dit gaat om ons overleven en het overleven van de Pales- tijnen. De rest is bijzaak.' T

Daphne Meijer

Daphne Meijer is freelance journoliste en auteur von de roman 'Resten von de eeuw'

l l

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het onderzoek van Filip Dewallens naar het statuut van de ziekenhuisarts kon niet op een beter moment komen. Het statuut bestaat nu bijna 30 jaar, maar grondig juridisch onderzoek

Daarbij koppelt de auteur de eigendomsexclusiviteit voor het eerst zeer expli- ciet aan de (actieve) elasticiteit van het eigendomsrecht. Hierdoor komen een aan- tal paradigma’s op

Opvallend is dat de moderne soft law-codifi caties die de bouwstenen kunnen worden van een toe- komstig Europees wetboek de leer van het verbod op rechtsmisbruik niet expliciet

Niet alleen is hier een zeer belangrijkste concentratie aan oude monumentale bomen voor (in casu Beuken), bovendien zijn deze in een bijzonder plantverband

In het bijzonder voor het maatschappelijke leven vraagt dit: opbouw van een orde, op economisch, sociaal en cul- tureel gebied, doortrokken van sociale rechtvaardigheid en

VAN CULTUREELEN OF SOCIAAL- ECONOMISCHEN AARD. STAAT EN GEZIN. Evenzoo behoort aan gemeenschappen, die cultureele irlijke gemeenschap van of sociaal-economische belangen direct,

Omdat artikel 13 lid 4 Zvw niet toestaat dat de vergoeding voor niet-gecontracteerde zorg wordt gedifferentieerd naar de financiële draagkracht van de individuele verzekerde, zal

motie onderwijs november 2016 In te stemmen met raadsinformatiebrief en deze voor te leggen aan