• No results found

BEDRIJFSBEZOEK I: BERGER RECYCLING BV... 9

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "BEDRIJFSBEZOEK I: BERGER RECYCLING BV... 9 "

Copied!
59
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bijlagen

INTERVIEWSCHEMA ... 3

BEGRIPSDEFINITIES ... 5

BEDRIJFSBEZOEK I: BERGER RECYCLING BV... 9

BEDRIJFSBEZOEK II: DE VERZINKERIJ NOORD NEDERLAND BV ...17

BEDRIJFSBEZOEK III: KBM MASTER ALLOYS BV ...27

BEDRIJFSBEZOEK IV: FRIESLAND COBERCO DAIRY FOODS ...37

BEDRIJF V: TIKTAK/SEGAFREDO ZANETTI NEDERLAND BV ...47

EXPERT INTERVIEW I ...49

EXPERTINTERVIEW II...53

EXPERTINTERVIEW III...55

WORKSHOP OVERHEID ...57

(2)
(3)

Interviewschema

Introductie (10 minuten):

Introductie van het onderzoek; zoeken naar kansen en belemmeringen bij het uitvoeren EKB in het strategisch beleid.

- MJA 2 bedrijven interviewen

- Vertrouwelijk met de gegevens omspringen, contact over inhoud voor de definitieve plaatsing van verzamelde gegevens

- Gebruik van bedrijfsnaam/ naam geïnterviewde, of anoniem - Gebruik van de recorder gewenst

Bedrijfsactiviteiten kort samenvatten

Positie/functie en achtergrond (verantwoordelijkheid) geïnterviewde Aanbod van producten van het bedrijf op dit moment

Keten vragen, omgevingsanalyse (10 minuten):

Hoe kan de keten en de omgeving worden omschreven?

- Klanten - Leveranciers - Concurrenten - Substituten

- Nieuwe toetreders

Initiatieven voor ketenprojecten (30 minuten):

Waarom zijn de MJA 2 afspraken ondertekend? Welke intentie heeft het bedrijf?

(verantwoordelijkheid/rekenschap/missie/passie)

Welke initiatieven worden er op dit moment ondernomen?

(uitvoering/strategie)

Welke initiatieven worden op dit moment onderzocht, gepland?

(innovatie/strategie/organisatie vernieuwing)

Hoe verloopt het proces van ketensamenwerking? (aan de hand van De Ketenwijzer (Novem 2003-d))

- Voorbereiding: worden potentiële deelnemers gevonden/ zijn ze al

gevonden? Wanneer is het financieel een succes? Wat zijn de voorwaarden voor succes? (best practice/innovatie)

- Plaats in de keten: structuur van de keten? Macht van ketenpartners t.a.v bedrijf?

- Kansen: waar liggen besparingskansen? Hoe worden ideeën gegenereerd met partners? (per fase zijn er andere kansen te onderscheiden, hiermee bij de bedrijven rekening mee houden). (strategie/innovatie)

- Risico’s: wat zijn de belemmeringen voor het uitvoeren van de initiatieven?

Organisatorische, technische en financiële risico’s. (best practice) - Plan van aanpak: helder uitvoeringsplan? Communicatie, openheid,

juridische aspecten, financiële aspecten, commitment zijn steekwoorden.

(strategie/uitvoering)

- Uitvoeren, beheersen en evalueren: monitoring van projecten? (uitvoering)

(4)

Wat zijn de ervaringen met overheidssturing?

- Opstellen EBP

- Vergunningverlening; Wm, Wvo, VR in de vergunningverlening Wat zijn de ervaringen met sturing vanuit de branche organisatie?

Afsluiting (10 minuten)

Ruimte voor opmerkingen, ervaringen, aanvullende informatie vanuit de geïnterviewde.

Mogelijkheid voor het benaderen van (keten)partners

Vragen naar informatie brochures, ander schriftelijk informatie materiaal.

Bedanken voor gesprek

Afspraken maken voor vervolg communicatie m.b.t uitwerking interview

(5)

Begripsdefinities

Product levensketen (§1.2)

De product levensketen is wat anders dan de in de bedrijfskunde literatuur bekende product life cycle (PLC). De PLC zich richt op het ‘organisch’ verloop van productverkopen, gebaseerd op een biologische product life cycle (introduction, growth, maturity, decline en withdrawel).

De product levensketen betreft het ‘systematische’ verloop van een product van wieg tot graf.

In hoofdstuk 1 zijn in de figuren 1.1 en 1.2 de fasen en de verschillende stofstromen gemodelleerd. Hiervoor is gebruik gemaakt van diverse literatuurbronnen. De Handreiking Verbredingsthema’s (Novem 2002) is gebruikt als basisdocument. Verder is er gebruik gemaakt van In ‘t Veld

1

en Lulofs e.a.

2

voor een verdere verdieping in ketensystemen en het modelleren van de verschillende fasen en stromen.

Verbredingsthema’s3 (§1.2)

De verbredingsthema’s omvatten het aandachtsgebied gericht op product en keten.

De verbredingsthema’s zijn in twee hoofdcategorieën op te splitsen: EZP en DE.

Maatregelen3 (§1.2)

Proces efficiency maatregelen: maatregelen gekoppeld aan de wettelijke verplichtingen conform de Wet milieubeheer. Deze zijn gericht op de verbetering van de energie-efficiency van het proces binnen de inrichting van de onderneming.

Verbredingsthema maatregelen: maatregelen zowel binnen als buiten de inrichting, die niet gekoppeld zijn aan wettelijke verplichtingen conform de Wet milieubeheer en die vallen onder de definities van de verbredingsthema’s.

Energiezuinige productontwikkeling3 (§1.2)

EZP is het zodanig ontwikkelen van een product dat het energiegebruik over de gehele levensketen van het product afneemt.

Duurzame energie3 (§1.2)

Elektriciteit, warmte of brandstof uit hernieuwbare bronnen. (In totaal zijn er negen energiebronnen die kunnen worden aangemerkt als duurzame energie:

waterkracht, windenergie, thermische zonne-energie, fotovoltaïsche zonne- energie, passieve zonne-energie, warmte/koudeopslag, aardwarmte, warmtepompen die gebruik maken van omgevingswarmte en energie uit afval en biomassa.)

1 Veld, In ‘t, J., Analyse van organisatieproblemen, een toepassing van denken in systemen, 1998, Educatieve partners Nederland BV, Houten

2 Lulofs, K., en G. Schrama (red.), CSTM Jaarboek 1998, Ketenbeheer, 1997, Twente University Press

3 Novem, Handreiking Verbredingsthema’s, 2002, Delft

(6)

Strategie voor innovatie (§3.3.1)

Als er in de scriptie wordt gesproken over de strategie voor innovatie (het managen van innovatie) wordt er uitgegaan van Tidd (2001:59)

4

:

…succesful innovation management involves:

- Taking a strategic apporach to innovation and the problems of its management,

- Developing and using effective implementing mechanisms and structures, - Developing and extending a supporting organizational context for innovation

and

- Building and maintaining effective external linkages.

Gebaseerd op negen ‘core abilities’ in het managen van innovatie: recognizing, aligning, acquiring, generating, choosing, executing, implementing, learning en developing; (Tidd 2001:49).

Management van samenwerkingsverbanden (§3.3.1)

Bij vraagstukken rond het managen van samenwerkingsverbanden voor het uitvoeren van EKB-maatregelen is gebruik gemaakt van literatuur over SCM. De definitie van SCM, volgens Van Der Veen en Robben (2000:13)

5

:

“Het management van de keten die onafhankelijke klanten en leveranciers verbindt als ware het een enkele entiteit met het doel waarde te creëren en verspilling te reduceren door de vrijwillige coördinatie van doelen en activiteiten van alle organisaties in de keten.”

Team management4

(§3.3.1)

Effectief team management bestaat uit de volgende elementen:

- Clearly defined tasks and objectives - Effective team leadership

- Good balance of team roles and match to individual behavioural style - Effective conflict resolution mechanisms within the group

- Continuing liaison with external organization

Innovatieproces4

(§3.3.2)

Als er in de scriptie wordt gesproken over het innovatieproces ten behoeve van EKB-initiatieven wordt het proces en de onderliggende routines bedoeld, beschreven in Tidd (2001:53):

Routines underlying the process of innovation management:

4 Tidd, J., J. Bessant, K. Pavitt, Managing innovation, integrating technological, market and organizational change, 2001, 2nd edition, John Wiley & Sons Ltd, Chichester

5Veen, Van Der, J.A.A. en H.S.J. Robben, Demand & supply chain management, 2000, Samson, Deventer

(7)

- Scanning phase (scanning environment for technological, market, regulatory and other signals)

- Strategy phase (analysis, choice, plan)

- Resourcing (procure solution(s) which realize strategic decision) - Implementation (develop to maturity)

- Learning and reinnovation

(8)
(9)

Bedrijfsbezoek I: Berger Recycling BV

Inleiding

Berger Recycling heeft in januari 2004 de goedkeuring ontvangen voor het toetreden tot de MJA 2. In de volgende beschrijving komen algemene zaken van het bedrijf aan bod en zal dieper worden ingegaan op de plaats die het bedrijf inneemt in haar keten. Aan de hand hiervan worden aspecten met betrekking tot het uitvoeren van MJA 2 initiatieven besproken. Opgemerkt dient te worden dat het bedrijf pas sinds kort is toegetreden tot de MJA 2.

Contactpersoon

Er is gesproken met de heer Perdok. Binnen het bedrijf is de heer Perdok belast met de dagelijkse leiding. Hoofdzakelijk bestaat dit werk uit het administratieve gedeelte binnen het bedrijf. De leiding van het bedrijf gaat in overleg met een collega die de commerciële zaken voor het bedrijf regelt. Deze persoon is tevens de bedrijfsleider, echter bij afwezigheid neemt de heer Perdok zijn zaken waar.

Het kleinschalige karakter van het bedrijf laat dit toe. De meeste informatie in deze beschrijving komt uit dit gesprek. Verder is er op internet, en uit brochures, naar verdere achtergrondinformatie gezocht.

Bedrijfsomschrijving Algemene gegevens

Bij Berger Recycling zijn 10 mensen werkzaam. Het bedrijf is gevestigd in Hoogezand. Het bedrijf houdt zich bezig met het verzamelen en verwerken van alle metaalafval

6

. Ze verwerken de verzamelde materialen tot hoogwaardige nieuwe grondstoffen, of verhandelen de partijen aan andere verwerkers. Door uitgekiende en innovatieve verwerkingsmethoden worden waardevolle componenten zoals koper, aluminium, edelmetalen en ijzer teruggewonnen.

Verwerkingsprocessen

De hoofdcategorieën afval die Berger Recycling verwerkt zijn:

- Kabelafval; afval dat vrijkomt bij productie, reparatie en vervanging.

- Elektronicaschroot; computers, telefoons, bruingoed, printplaten.

- Transformatoren;

- Overige materialen; meters, elektromotoren, koper, brons, messing, aluminium, ijzer, roestvrijstaal, zink.

Het verwerken van de materialen gebeurt op twee verwerkingslijnen. Er is één lijn voor het verwerken van kunststof kabels en een (grotere) lijn voor het verwerken van diverse materialen. Het proces gaat als volgt:

6 Aardige discussie is het gebruik van het woord ‘afval’. Voor de één is het afval, maar voor de ander een grondstof van hoogwaardige kwaliteit. De negatieve klank die het woord ‘afval’ heeft is dan ook niet terecht. Daarom wordt ook wel gesproken van reststromen.

(10)

Kunststof kabels:

Bij binnenkomst van een partij kabelafval wordt een voorselectie gemaakt van de soorten kabels (kunststof- of grondkabels). Kunststofkabels zijn aantrekkelijker om te verwerken en hebben voorrang boven grondkabels. Het shedderen is een proces van het scheiden van de verschillende bestanddelen. In het proces van granuleren worden de bestanddelen verwerkt tot kleine korrels. Een kabel bestaat voor 62%

uit kunststofafval. Na het verwerkingsproces blijft hiervan bijna 100% zuiver materiaal over wat geschikt is voor hergebruik. Ook van de 38% metalen (voornamelijk koper) is 96 tot 99% geschikt voor hergebruik. Zo wordt de kabel (bijna) in zijn geheel herverwerkt.

Andere materialen:

Op deze lijn wordt voornamelijk computerschroot verwerkt. Ook bij dit proces blijft weinig afval ‘achter’ op het terrein. Op jaarbasis voert Berger Recycling een te verwaarlozen percentage van de totale afvalstromen op het terrein af als ‘niet bruikbaar’.

Naast het verwerken van de partijen afval verhandelt Berger Recycling de partijen ook aan andere verwerkingsbedrijven.

Toeleveranciers en afnemers

Berger Recycling betrekt zijn afvalstromen van twee soorten partijen. De eerste (kleine) stroom zijn kabels die rechtstreeks van organisaties worden ontvangen. De tweede grote stroom ontvangt zij via handelaren. Met deze handelaren heeft Berger Recycling verschillende contacten. Deze kunnen verschillen van persoonlijke contacten tot hele formele.

De materialen die vrijkomen bij de verwerking zijn input voor de ijzerindustrie. De kunststof wordt ook in productiebedrijven hergebruikt. Hierbij wordt gestreefd naar het onderhouden van een sterke relatie met een enkele afnemer.

Sorteren kabel- afval bij binnenkomst

Shedderen van kabelafval

Granuleren Eindproducten:

- Kunststof - Koper - IJzer Figuur I.1 Verwerkingslijn kunststof kabels

Granuleren; kleine fracties maken

Restmateriaal gaat naar raffinagebedrijf voor verdere verwerking:

edelmetalen Ontijzeren op een magneetband

Eindproducten:

Diverse metalen: ijzer, koper, aluminium, e.d.

Figuur I.2 Verwerkingslijn overige materialen

(11)

Concurrentie

Met sommige andere verwerkingsbedrijven heeft Berger Recycling een sterke band opgebouwd. Er is geen sprake van concurrentie, men helpt elkaar eerder helpen aan partijen afval voor verwerking.

Branche informatie

Afvalinzamelings- en afvalverwerkingsbedrijven vormen een onderdeel van de bedrijfstak milieudienstverlening. De overige milieudienstverlenende bedrijven houden zich bezig met bodemsanering, asbestverwijdering en rioolreiniging. De omzet van de bedrijfstak milieudienstverlening als totaal is in 2001 3,9 miljard euro (bron:

www.cbs.nl

). Binnen de meerjarenafspraken energie-efficiency valt Berger Recycling onder de sector overige industrie. De MJA voor de overige industrie richt zich op individuele ondernemingen die niet zijn aangesloten bij een branche organisatie of productschap en die geen aansluiting kunnen vinden bij andere MJA’s

7

. Deelnemende bedrijven zijn zeer divers. De ontwikkelingen in deze branche hebben daarom ook diverse achtergronden. Hier valt voor Berger Recycling dan ook weinig over te zeggen. Feit is dat ondanks een scala aan energiebesparingsmaatregelen de totale energie-efficiency in de branche verslechterd (bron: zie voetnoot 1). Omdat het bedrijf pas dit jaar is toegetreden heeft zij nog niet kunnen profiteren van ontwikkelingen in deze sector.

Trendontwikkeling

In de branche is er een afname in het aanbod van materialen. Een andere ontwikkeling is dat er voor steeds meer ‘afval’ nieuwe bestemmingen gevonden worden. Zo kan een kostenpost (kosten voor afvoeren) in een winstpost worden veranderd. Een voorbeeld is de ontwikkeling voor de verwerking van kunststof.

Moest er eerst betaald worden voor de vracht en storttarief, zijn er nu afnemers die een prijs betalen om de kunststof op te mogen halen. Redenen hiervoor zijn de verboden die gesteld worden op de stort van afval door overheden. Als gevolg daarvan moet er een andere oplossing worden bedacht om het materiaal wel

‘kwijt’ te kunnen raken.

Voor Berger Recycling heeft deze ontwikkeling twee kanten. Aan de ene kant wordt er verdient op materialen waar voorheen niet aan te verdienen viel, aan de andere kant is het wel moeilijker om genoeg materialen te blijven vinden voor het

‘voeden’ van de fabriek.

Plaats in de keten

Berger recycling heeft een aparte plaats in de voortbrengingsketen van goederen en diensten. Aan de ene kant is het een ‘eindstation’ voor gebruikte materialen en producten in een keten, aan de andere kant is het ook leverancier van grondstoffen aan weer nieuwe ketens. In het ‘ketenschema’ (figuur I.3) is de plaats aangegeven met een rode ster.

Naast het toepassen van duurzame energie word in de handreiking verbredingsthema’s (2002) twee verbetermogelijkheden voor energiezuinige productontwikkeling gegeven. Het betreft optimalisatie van productafdanking en

7 Bron: Meerjarenafspraken energie-efficiency, resultaten 2002, Novem, september 2003

(12)

optimalisatie van productherverwerking. Zie ook hoofdstuk 1 en hoofdstuk 4.

Binnen Berger Recycling wordt zoals gezegd gestreefd naar een 100% herverwerking van de materiaalstromen die het bedrijf binnen komen. Dit betekent hergebruik als een nieuw materiaal in een product, of verdere verwerking door een ander verwerkingsbedrijf.

Informatiestroom

Individuele partijen in

de keten

Materiestroom Lekverliezen uit de

keten

Energiestroom Plaats van

betreffende actor Legenda bij figuur I.3

Keteninitiatieven

Tijdens het interview is duidelijk gestuurd op het achterhalen van een keteninitiatief. Berger Recycling is pas sinds kort toegetreden tot de MJA 2 en heeft voor de uitvoering van maatregelen, zoals het opstellen van het energie besparingsplan, nog geen concrete acties ondernomen.

Reden voor ondertekening MJA 2

De reden om de MJA 2 te ondertekenen heeft een economische achtergrond. Voor Berger Recycling betekent het opstellen van een milieurapportage een investering in tijd. Voor de heer Perdok en zijn collega die belast zijn met de dagelijkse gang van zaken is het een activiteit die minder prioriteit heeft naast de dagelijkse

Transformatiefunctie (proces) van ‘de keten’

Fase 1

Grondstof Fase 2

Productie Fase 3

Distributie Fase 4

Gebruik Fase 5

Afval/her- gebruik Regel/stuurfunctie

ingreep

Figuur I.3 Plaats Berger Recycling in het ketensysteem

(13)

activiteiten. Tijdens het overleg traject met de provincie Groningen rond het verlenen van een nieuwe vergunning aan het bedrijf, heeft de provincie geadviseerd toe te treden tot de MJA 2. Voor Berger Recycling betekende dit de keuze tussen een (dure) milieurapportage maken ten behoeve van de nieuwe vergunning of een uitstel van 10 maanden, om pas in oktober een energie besparingsplan in te leveren. Dit was een belangrijke motivatie voor Berger Recycling om toe getreden tot de MJA 2.

Inhoudelijk is de MJA 2 erg nieuw voor het bedrijf. Het advies van de provincie Groningen om toe te treden tot MJA 2 was verder niet onderbouwd. Daarom is het invullen van een energie besparingsplan nog omgeven door onduidelijkheden.

Ideeën voor uitvoering

Op dit moment zijn er binnen Berger Recycling nog geen ideeën voor keteninitiatieven. Op het strategisch en economisch gebied lijken keteninitiatieven volgens de heer Perdok moeilijk inpasbaar.

Strategische afwegingen

Berger Recycling is een relatief klein bedrijf en afstappen van de ‘core business’ is daarom minder wenselijk. Het bedrijf is behoorlijk compact en men weet goed wat wel en niet kan. Het halen van een grotere marge moet wel uit vernieuwende projecten komen, binnen de bestaande afvalstromen is er niet veel mogelijk om extra rendement te behalen. In dit spanningsveld moet worden gezocht naar ideeën voor het uitvoeren van keteninitiatieven. Zoals eerder opgemerkt, innovativiteit wordt gestimuleerd door (overheids)verboden. Als een bepaald soort materiaal niet meer gestort mag worden moet een andere oplossing worden verzonnen voor verwerking. Hier komen in bepaalde gevallen innovatieve initiatieven uit (zie ook het voorbeeld: ‘bermpaaltjes’).

Economische afwegingen

Door het kleinschalige karakter van Berger Recycling heeft het bedrijf minder mogelijkheden voor investeringen in projecten. Op dit moment wordt de relatie met leveranciers en afnemers in de keten bepaald door economische afwegingen.

De afnemende stroom aan materialen zorgt voor een concurrentie op prijs. Zowel aan de inkoopkant als aan de verkoopkant moet steeds scherp over de prijs worden onderhandeld. Hierin zijn de opgebouwde relaties met bepaalde leveranciers en afnemers tot op een bepaalde hoogte bepalend (zie ook het voorbeeld:

‘bermpaaltjes’).

De positie aan het eind van verschillende ketens, maar ook aan het begin van

andere ketens is voor Berger Recycling een moeilijk plaats om een stempel te

drukken op veranderingen in die ketens. Er zijn door het bedrijf nog geen

initiatieven ontwikkelt voor het uitvoeren van veranderingen. Er is echter wel een

aansprekend voorbeeld waarin wordt aangegeven dat Berger Recycling een speler is

binnen een (soort van) keteninitiatief. In het tekstvak wordt een case beschreven

over het effectief inzetten van de door Berger Recycling verwerkte materialen. Het

voorbeeld is echter niet ontstaan vanuit de MJA 2 gedachte.

(14)

Conclusies

Het voorbeeld van de bermpaaltjes is een aardige case ter illustratie van een keteninitiatief. Eerder werd al genoemd dat verboden van overheden innovatie in de hand kunnen werken. Uit de case bleek het inzicht van één initiatiefnemer in mogelijke nieuwe toepassingen voldoende te zijn voor het ontwikkelen van een waardevol idee. Dit betekent dat er zeker mogelijkheden zijn voor een bedrijf die dezelfde plaats in de keten heeft als Berger Recycling. Wel zijn er verschillende belemmeringen die een initiatief in de weg kunnen staan. Door het bespreken van de verschillende theoretische concepten die in hoofdstuk 4 van het hoofdwerk

Bermpaaltjes

Richtinggevend initiatief voor energie besparingsmogelijkheden

In vijf jaar tijd heeft er zich een ontwikkeling voorgedaan in de verwerking van de kunststof die vrijkomt bij het verwerken van diverse kabels. Vijf jaar geleden werd het vrijkomende kuststof gestort. Op de stortplaats werd het gebruikt als een handige deklaag voor het scheiden van verschillende lagen afval. Berger Recycling hoefde daarom ook niet het volle storttarief te betalen voor het storten van het kunststofafval. Wel moest er betaald worden voor het vervoeren van de kunststof naar de stortplaats. Op een gegeven moment is er een initiatief ontwikkelt, waarin andere toepassingen dan het storten van het kunststof werden onderzocht. Berger Recycling is een grote speler wat betreft de handel in kunststofafval. Daarom werd het bedrijf eerst om kleine hoeveelheden kunststof gevraagd, maar die partijen werden steeds groter. Berger Recycling werkte hier graag aan mee (geen vervoers- en stortkosten meer) nadat wel eerst gevraagd was waarvoor de kunststof nodig was. De afnemer heeft een proces bedacht en daarbij machines ontwikkeld om de kunststof te transformeren in bermpaaltjes. Hier is één initiatiefnemer mee begonnen. Anderen zagen het succes waardoor meerdere partijen een soortgelijke oplossing bedachten voor het herverwerken van de kunststof. Deze ontwikkeling zette zich zo goed door dat de kunststof reststroom een ‘gewild’ materiaal werd.

Daarom besloot Berger Recycling daar begin 2003 geld voor te vragen. Dit ging eerst om kleine bedragen, maar door de bereidheid om te betalen voor het materiaal is er gezocht naar een soort maximum van wat men over heeft voor de kunststof.

Het herverwerken van kunststof in plaats van storten van het materiaal is een vorm van het besparen van energie ‘buiten de eigen bedrijfspoort’. In dit geval betreft het materiaalbesparing. Voor de kunststof bermpaaltjes hoeft geen ‘maagdelijk’

materiaal meer gebruikt te worden maar kan gebruik gemaakt worden van

gerecycled materiaal. Hiervoor is er geen energie meer nodig voor het produceren van kunststof. De procesboom van de ‘bermpaalketen’ wordt hierdoor verkort.

Berger Recycling is wel een deelnemer in dit initiatief (leverancier van het gerecyclede materiaal) maar heeft geen invloed gehad op het proces. Voor het opstarten van dit initiatief was er een duidelijke rol weggelegd voor de bedenker van de nieuwe toepassing voor het kunststof materiaal. Hierbij heeft hij de zes

‘ketenrollen’ (zie hoofdstuk 1) allemaal zelf vervuld, waarvan de innovater-rol de

duidelijkste is.

(15)

uitgebreid voorbij zijn gekomen zal nu voor Berger Recycling een specifieke kansen en bedreigingen analyse worden opgesteld.

People, planet, profit

In hoofdstuk 4 is aan de hand van het H.O.P.E. model

8

(Human Oriented Perspectives on Environment) gekeken hoe een bedrijf een balans kan aanbrengen in People, Planet en Profit (vanuit een energetisch perspectief). Werken met het H.O.P.E. model in de praktijk biedt ondersteuning op vijf verschillende gebieden.

1. Toetsingskader: samenhang zes krachten

Door het expliciet formuleren van missie, passie, verantwoordelijkheid, strategie, innovatie en uitvoering kan een praktisch overzicht verkregen worden van de samenhang, of het gebrek hieraan. Berger Recycling heeft in de korte periode tussen toetreding en nu nog niet de mogelijkheid gehad haar bedrijfsvoering in te richten volgens deze principes. Ook voor de toetreding is het bedrijf, met weinig middelen (mankracht en geld) niet diep ingegaan op met name de strategie, innovatie en uitvoering van de zes krachten, in het licht van energetisch ketenbeheer.

2. Strategische inbedding verankeren

Maatschappelijk verantwoord ondernemen is een strategische keuze om bij het stellen van prioriteiten en uitvoeren van activiteiten rekening te houden met al je stakeholders. Door Berger Recycling wordt niet een strategie gevolgd die gericht is op energetisch ketenbeheer.

3. Top-middenkader commitment

Belangstelling voor maatschappelijk verantwoord ondernemen kan starten in zowel de top als het middenkader van de onderneming. Binnen Berger Recycling is geen sprake van verschillende kaders. De commitment die nodig is voor het opstellen en uitvoeren van keteninitiatieven zal ten eerste door de dagelijkse leiding, en ten tweede door elke medewerker getoond moeten worden.

4. Voorbereiding stakeholders dialoog

Stakeholders (re)ageren op de activiteiten van de onderneming. Dit besef is er binnen Berger Recycling. Ze is zich goed bewust van haar plaats in haar omgeving.

Ze geeft de voorkeur van het oplossen van twistpunten aan goede vergunningverlening. Klachten van omwonenden, kunnen bijvoorbeeld via de provincie in de vergunning worden verwerkt. Zijn de grenzen eenmaal vastgesteld, dan voelt Berger Recycling zich ook vrij om daarbinnen te werken. De dialoog kan wel worden aangegaan en als het mogelijk is kan er altijd rekening worden gehouden met klachten uit de omgeving.

5. Culturele transformatie stimuleren

Het (gaan) toepassen van principes van EKB en het bredere maatschappelijk verantwoord ondernemen is een leerproces. Resultaten kunnen worden teruggekoppeld naar acties (single loop), naar strategieën (double loop) of naar missie (triple loop). Binnen Berger Recycling liggen er mogelijkheden voor single

8 Het H.O.P.E. model is ontleend aan: Balans in People, Planet en Profit, van Fred Bergmans. De handleiding aangetroffen op www.naarduurzaamrendement.nl, een programma van het NIDO, heeft als input gediend.

(16)

loop leren. Het betreft een stuk opleiding van de medewerkers van Berger Recycling. Over double en triple loop leren met betrekking tot EKB is op dit moment weinig te zeggen. De inhoud van MJA 2 is daarvoor nog te nieuw en het bedrijf heeft zich daarvoor nog te weinig verdiept in het onderwerp.

Supply Chain Management (SCM)

In het boek van Van Der Veen en Robben

9

wordt de retourlogistiek nader bekeken.

Reden hiervoor is dat de consument en overheid de laatste decennia steeds meer aandacht gaan besteden aan de milieuaspecten van het voortbrengingsproces. Dit heeft belangrijke implicaties voor de keten en dus voor SCM. Bij retourlogistiek heeft deze verscherpte aandacht voor het milieu bijzonder grote gevolgen. Naast de algemene SCM-issues als het reduceren van verspilling en het creëren van waarde, wordt hier ingegaan op bijzonderheden in deze branches (Van Der Veen e.a. 2000:26). In dit boek wordt de ‘aparte’ ketensituatie besproken. Het wordt ook wel eens omschreven als een omgekeerde keten: van eindproduct tot grondstof, maar feitelijk vormen de voorwaartse keten en de retourketen samen een integrale (of zelfgesloten) supply chain. Synergie kan bereikt worden op verschillende manieren en punten in de keten. Het rekening houden met de retourlogistiek in de ontwerpfase van producten speelt hier een belangrijke rol. Op dit moment is er bij Berger Recycling geen invloed op de eerdere schakels in de keten (bijvoorbeeld de productie keten van grondstofkabels). Een mogelijke reden hiervoor is dat de overheid de regel heeft: ‘de vervuiler betaald’. Producenten van de kabels moeten zelf oplossingen bedenken voor de inname en (her)verwerking van hun eigen producten en bijbehorend afval. In zo’n situatie heeft Berger Recycling geen invloed op de kwaliteit en het aanbod van kabelafval. Een aspect waar Berger Recycling wel meer invloed op kan hebben is de afstemming tussen vraag en aanbod. Het aanbod van afvalproducten is doorgaans autonoom bepaald (push) terwijl de vraag naar afvalproducten wordt bepaald door de vraag naar de daaruit geproduceerde eindproducten (pull). De ontwikkelingen zijn op dit moment dat de afvalstroom kleiner wordt, terwijl door het succes van enkele kunststof afnemers de vraag als maar groter wordt. Berger Recycling heeft weinig middelen (tijd + geld) om invloed uit te oefenen op vraag en aanbod. Deze is voornamelijk markt gestuurd. Gezien de SCM literatuur liggen hier wel mogelijkheden.

Research and Development

Het bedrijf is zelf niet actief bezig met ontwikkelingen. (zie ook voorgaande beschrijvingen).

Relatie met overheid, sturing van netwerken

De relatie met de overheid is op dit moment intensiever vanwege het opstellen van een nieuwe vergunning en toetreding tot de MJA 2. Berger Recycling is op advies van de provincie Groningen tijdens het traject voor het opstellen van een nieuwe vergunning toegetreden tot de MJA 2. Het bedrijf verwacht dan ook hulp bij het uitvoeren van de MJA 2 van de provincie Groningen. De ingangen zijn er bij de vergunning handhaver en vergunning verlener. De intentie is er ook om die personen te benaderen voor meer informatie omtrent het uitvoeren van de MJA 2 en de reden voor het advies aan het bedrijf om toe te treden.

9 Veen, van der, J.A.A en H.S.J. Robben, Demand and supply chain management, 2000, Samson, Deventer

(17)

Bedrijfsbezoek II: De Verzinkerij Noord Nederland BV

Inleiding

De Verzinkerij Noord Nederland BV (De Verzinkerij) is via de branche organisatie SDV (Stichting Doelmatig Verzinken) automatisch toegetreden tot de MJA 2. In de volgende beschrijving komen algemene zaken van het bedrijf aan bod en zal dieper worden ingegaan op de plaats die het bedrijf inneemt in haar keten. Aan de hand hiervan worden aspecten met betrekking tot het uitvoeren van MJA 2 initiatieven besproken.

Contactpersoon

Bij het bedrijfsbezoek is gesproken met de heer Kuiken. De heer Kuiken is hoofd technische dienst van De Verzinkerij. Samen met een centrale KAM-coördinator (KAM = Kwaliteit, arbo en milieu) van de NedCoat Group draagt de heer Kuiken verantwoordelijkheid voor milieuaspecten binnen de Verzinkerij. Deze constructie komt later uitgebreider aan bod. De informatie in deze bijlage komt hoofdzakelijk uit het gesprek met de heer Kuiken. Verder is er in brochures van de NedCoat Group en de branche organisatie SDV, alsook op internet naar aanvullende informatie gezocht. Per mail is een korte reactie gevraagd van de KAM-coördinator van de NedCoat Group en de contactpersoon bij het ingenieursbureau Van Beek, die een ondersteunende rol bieden aan De Verzinkerij bij het bedenken en uitvoeren van MJA 2 initiatieven.

Bedrijfsomschrijving

Algemene gegevens

Bij De Verzinkerij werken ongeveer 50 mensen. Het bedrijf, opgericht in 1953 door noordelijke scheepsbouwers, heeft zich verenigd in de NedCoat Group. Deze groep bestaat uit een tiental bedrijven waarvan er twee in België zijn gevestigd. De NedCoat Group is op haar beurt onderdeel geweest van de Bammensgroep, de TBI- holding en is nu overgenomen door een drietal partijen. NedCoat is een totaalaanbieder in oppervlaktebehandeling: beschermt en decoreert metaal door middel van verzinken, poedercoaten, natlakken, duplex, dacromet en anodiseren

10

. De Verzinkerij heeft als hoofdproduct het thermisch verzinken. Daarnaast kan het ook poedercoat en natlakwerk verzorgen. Klanten kunnen voor de andere bewerkingsprocessen ook bij De Verzinkerij terecht, deze zal op haar beurt een geschikte zusterorganisatie inschakelen. Binnen de NedCoat Group worden bepaalde activiteiten centraal uitgevoerd. Daarmee profiteert het bedrijf van schaalvoordelen die te behalen zijn. Een voorbeeld hiervan is een centrale KAM- coördinator. De voordelen van deze centrale aansturing is dat een KAM-coördinator uit verschillende richtingen informatie binnen krijgt. Zo kunnen makkelijker ervaringen en oplossingen worden gedeeld over de verschillende organisaties binnen de NedCoat Group. Ook heeft de centrale coördinator meer kennis in huis.

10 Uit: Verduurzamen van staal, brochure van NedCoat.

(18)

Processen

Het proces van ‘verzinken’ heeft een duurzame werking op staal (zie ook het tekstvak op pagina 7). Door onderdompeling in een zinkbad, legeren staal en zink tot een hechte laag, afgedekt met vrijwel onoplosbaar zinkpatina. Zuurstof, zouten en water krijgen geen kans. Door de gehele product-life-cycle blijft verzinken een milieuvriendelijke vorm van conserveren (alle facetten in beschouwing genomen).

Het proces kan kort worden samengevat: staal wordt beschermd met een laagje zink; en bestaat uit de volgende stappen:

- Schoonmaken, ontvetten van het staal;

- Beitsen met zoutzuur, waardoor de walshuid en roest eraf wordt gehaald;

- Fluxbad, voor een betere hechting van het zink aan het staal/ijzer;

- Zinkbad, onderdompeling van het product in een zinkbad van 450

o

c;

- (eventueel) koelen;

- Nabewerken;

- Bundelen;

- Afvoeren.

Een vereenvoudigde weergave ziet er als volgt uit:

Figuur II.1 Het verzinkproces, bron: brochure thermisch verzinkt staal, SDV

De metaalproducten die dit proces ondergaan zijn (half)fabrikaten zoals aanhangers, rolcontainers, vangrails, constructiewerken, balken, goten, gereedschappen en andere producten. In het proces blijven de leveranciers eigenaar van het (half)product. De Verzinkerij is een loonbedrijf dat voor een vergoeding de producten voorziet van een zinklaag.

Toeleveranciers en afnemers

De toeleveranciers aan de input kant van het bedrijf (onverzinkt staal) zijn dezelfde als de afnemers aan de output kant (verzinkt staal). Het aanbod van klanten is divers. De grote klanten zijn fabrikanten van staalgereedschap, aanhangwagens en constructiewerk (bijvoorbeeld goten voor de glastuinbouw). De directe klanten van De Verzinkerij zitten in een beperkte straal in de regio. Een klein gedeelte aan opdrachten is voor de internationale markt (voornamelijk Duitsland en België).

De relatie met de klant is zeer belangrijk. Met het gros aan klanten heeft De

Verzinkerij een lange termijn relatie. De klanten weten ook wat de kwaliteit is die

De Verzinkerij biedt. Er zijn ook particuliere klanten met kleine orders die langs

(19)

verschillende verzinkerijen ‘shoppen’ voor de laagste prijs. De relatie met deze klanten is minder intensief.

Wat betreft de leveranciers van de ‘ingrediënten’ zijn er verschillende aanbieders.

Het hoofdingrediënt zink wordt aangeleverd door een grote producent uit Nederland. Voor de rest zijn er voor de verschillende ‘baden’ vloeibare ingrediënten nodig zoals ontvettingsmateriaal, loog en zoutzuur. Ingrediënten hiervoor zijn kalium- en natriumhydroxide (loogbaden) zinkchloride, ammoniumchloride en water. Figuur II.2 laat zien welke input en output een verzinkerij heeft.

Figuur II.2 Input en output van een verzinkerij

Concurrentie

Er zijn heel wat spelers in de markt. De concurrentie vindt voornamelijk plaats op prijzen en op levertijd. Voor De Verzinkerij geldt nog dat ze kunnen concurreren op kwaliteit, maar in Europa is de prijs het grootste concurrentie middel. Op dit moment staat de staalprijs erg onder druk hetgeen zijn invloed heeft op de branche van loonverzinkerijen.

Branche informatie

In Europa staan circa 1000 verzinkerijen waar op jaarbasis 5 miljoen ton staal wordt verzinkt. In Nederland gaat het om 220.000 ton staal dat door 18 bedrijven thermisch wordt verzinkt. In de sector werken ongeveer 1000 mensen

11

. Alle achttien bedrijven zijn aangesloten bij SDV (= Stichting Doelmatig Verzinken). De criteria voor thermisch verzinken zijn in Nederland nog vastgelegd in de norm NEN 1275. Binnenkort wordt deze norm vervangen door de Europese NEN-EN-ISO 1461.

De stichting beoogt twee doelen na te streven:

- Het bevorderen van doelmatige toepassing van zink voor de bescherming tegen corrosie van staal en gietijzer.

- Dit doel te bereiken door de bevordering van wetenschappelijk onderzoek, door het geven van adviezen en voorlichting, door het uitgeven van geschriften en door alle geoorloofde middelen.

(zie voetnoot 10)

11 Bron: brochure thermisch verzinken, brancheprofiel loonverzinkerijen, SDV

(20)

Als vertegenwoordiger van de bedrijfstak ziet SDV de noodzaak voor de zorg voor een leefbaar milieu. Door het stimuleren van aanpassingen in het productieproces en toenemend hergebruik in dezelfde of nieuwe toepassingen tracht de SDV de uitstoot van schadelijke stoffen te beperken.

Trendontwikkeling

Momenteel staat de markt onder druk. Eén derde van het geproduceerde staal wordt door China opgekocht. Dit heeft zijn weerslag op de prijs van staal. Door de prijsverhoging is het verzinken van staal (een relatief een duur proces) ook minder in trek. De Verzinkerij merkt hier minder van doordat er in de regio een goed aanbod is van producten, maar zusterondernemingen binnen de NedCoat Group merken wel een teruggang in tonnages te verwerken staal. Verdere specifieke oorzaken zijn moeilijk aan te wijzen. Er spelen meerdere factoren mee bij deze ontwikkeling. Een bepalende factor is de klantenkring die je hebt, en wat er zich bij de klanten afspeelt. Zo heeft de MKZ crisis ook zijn invloed gehad op De Verzinkerij. Landbouwproducten worden verzinkt omdat ze tegen een stootje moeten kunnen. Door de MKZ-crisis en BSE in Duitsland zijn de leveringen van producten voor stallen en aanverwante artikelen sterk teruggelopen

12

.

Plaats in de keten

Verzinken is één van de laatste bewerkingen, nog voor assemblage, distributie en gebruik. De ‘verzink’ stap kan je zien als een soort uitstap uit het hoofdtraject van metaalbewerking, voor het toevoegen van zink aan het metalen product, en het weer wordt teruggegeven voor verdere verwerking. In figuur II.3 is de plaats van de verzinkerij weergegeven.

12 Bron: NedCoat News 01/03

Transformatiefunctie (proces) van ‘de keten’

Fase 1

Grondstof Fase 2

Productie Fase 3

Distributie Fase 4

Gebruik Fase 5

Afval/her- gebruik Regel/stuurfunctie

ingreep

Figuur II.3 Plaats De Verzinkerij in het ketensysteem

(21)

Informatiestroom

Individuele partijen in

de keten

Materiestroom Lekverliezen uit de

keten

Energiestroom Plaats van

betreffende actor Legenda bij figuur II.3

De verzink stap vormt niet altijd een onderdeel van de staalbewerkingsketen. Voor het verduurzamen van staal lijkt het een logische stap. Echter is het vaak ook een kwestie van prijs en geld. Verzinken is op de korte termijn relatief duur. De winst die je behaalt in de langere levensloop van het product zijn overduidelijk, dit is echter een lange termijn perspectief. Klanten kijken toch vaak naar het korte termijn belang.

Keteninitiatieven

Reden ondertekening MJA 2

Als lid van de SDV is De Verzinkerij automatisch ook toegetreden tot de MJA 2. Er moet wel een eigen Energie Besparing Plan (EBP) worden ingediend. Deze moet door Novem worden goedgekeurd. De Verzinkerij (en de SDV) hebben bij het bedenken en opstellen van keteninitiatieven de hulp van Van Beek en Vision. Dit zijn twee zelfstandige ingenieur- en adviesbureaus die contacten hebben met de Novem, SDV en de afzonderlijke bedrijven. Zij kijken samen met de SDV naar de ontwikkeling en uitvoering van ideeën. Hierbij treedt Vision op bij het opstellen van het EBP en is Van Beek belast met de monitoring. Het concept voor een EBP wordt opgesteld aan de hand van de energiecijfers en voorgelegd aan het bedrijf ter goedkeuring. Hierna zal het naar Novem worden opgestuurd. Dit plan zal ook de input zijn richting de vergunningverlening. Het monitoren van het plan, het bekijken of de acties die in het plan staan ook uitgevoerd worden, gebeurt ook door deze bureaus. Dit hele proces vindt plaats onder regie van de SDV en geldt voor alle leden van de SDV. De Verzinkerij hoeft niet zelf de relaties te leggen.

Over de organisatorische aspecten hoeven ze zich niet druk te maken. In het contact met de medewerkers van de beide bureaus zijn er mogelijkheden voor het uitwisselen van gegevens en ervaringen die ze opdoen bij het adviseren van andere verzinkerijen.

De Verzinkerij is al sinds de eerste MJA ronde toegetreden. Ook dit kwam door de toetreding van de SDV en niet zozeer door een eigen visie vanuit het bedrijf.

Opgemerkt moet worden dat zonder de MJA convenanten en andere ‘overheid regelarij’ het bedrijf allang bezig was met energiebesparing. Een voorbeeld hiervan is dat al voor de toetreding tot MJA 1 de warmte die vrijkwam bij een gasgestookte oven gebruikt werd om de vloer van de hal te verwarmen.

Het kritisch kijken naar energie besparingsmogelijkheden kan zeker wat opleveren.

Het bedrijf verbruikt behoorlijk wat energie. Op jaarbasis wordt 800.000 m

3

gas en

900.000 KWh elektriciteit verbruikt. Dit maakt energie een duidelijke kostenpost

voor De Verzinkerij. Het is daarom ook een logische gedachte om inspanningen te

verrichten voor het verminderen van dit energiegebruik. Een moeilijkheid hierbij is

dat er veel energie wordt verbruikt om het bad met zink zes jaar lang op een

constante 450

o

c te houden. Dit is nodig omdat het laten afkoelen en opnieuw

smelten van zink veel energie intensiever is.

(22)

Ideeën voor uitvoering

Binnen de NedCoat Group wordt gewerkt aan ideeën waarbij één bedrijf een ‘pilot’

project uitvoert, waarna de resultaten worden gedeeld in de groep. Een voorbeeld is het afdekken van een zinkbad, of een onderzoek naar energiezuinige lampen.

Echte keteninitiatieven zitten hier niet bij.

Strategische afwegingen

Op strategisch niveau wordt binnen de NedCoat Group en een consortium van andere verzinkerijen wel nagedacht over ideeën en oplossingen voor energiebesparing. Dit zijn behoorlijk grote overleggroepen (er zitten dan ongeveer dertig man om tafel). Deze grote groep heeft dan ook meer middelen omhanden voor het uitvoeren van onderzoek. Is er een concreet idee dan wordt door de deelnemers (een deel) betaald om binnen de branche een onderzoek uit te voeren.

De vraag naar een oplossing komt uit meerdere hoeken en zo wordt op een efficiënte manier naar een antwoord gezocht en hoeft niet elk bedrijf de onderzoekskosten helemaal zelf te betalen.

Binnen het bedrijf ontbreekt het aan een strategische aanpak van milieubeleid door de hele organisatie heen. Om succesvol met keteninitiatieven bezig te zijn moet dit, zoals de heer Kuiken het noemt, ‘doorklinken in het hele bedrijf’. Andere afdelingen kijken echter niet naar producten en processen vanuit de MJA 2 gedachte. Het is niet zozeer dat men geen interesse heeft in milieu- en energiebesparingsvraagstukken, maar men is zich niet bewust van de noodzaak voor het ondernemen van gerichte acties. Voor het opzetten van keteninitiatieven is de betrokkenheid van afdelingen als inkoop en verkoop (deze staan toch het dichts bij eerdere en volgende schakels in de keten) van belang. Ruimte om deze bewustheid te kweken, door bijvoorbeeld het doorspreken van ideeën, is er momenteel niet. In management overleg hebben andere zaken, zoals de logistiek in het bedrijf, voorrang boven het ‘minder populaire’ milieubeleid. Een duidelijke sturing (ruimte voor overleg en toekenning van middelen) vanuit het management maakt het opzetten en uitvoeren van plannen voor keteninitiatieven zeker mogelijk in de ogen van de heer Kuiken, echter deze ruimte is er op dit moment niet.

Economische afwegingen

Een economische afweging voor een keteninitiatief is er eigenlijk niet. Doordat het zinkbad in De Verzinkerij zes jaar lang continue verwarmt moet worden, of er nu wel of geen producten worden verzinkt, zijn de kosten ‘vast’. Het meten van energie aan tonnen verzinkt staal is dus een twistpunt. Hoe meer je verzinkt, hoe gunstiger de energie-efficiency wordt, maar of dit een juiste manier is voor het meten van energiedoelstellingen is maar de vraag. Ontwikkelingen met betrekking tot een efficiëntere doorvoer van producten door de verschillende baden (bijvoorbeeld door andere manier van ophanging) zullen daarom vanuit economisch oogpunt genomen worden (efficiënter produceren is een goedkoper product voor de klant) en niet vanuit de energiebesparingsgedachte. Een verbredingsthema dat hier wel op van toepassing is, is transport en logistiek. Door verbeterde manieren van stapelen, verpakken en verwerken, kunnen logistieke voordelen worden behaald.

Maatschappelijke afwegingen

De Verzinkerij is zich bewust van haar rol in de omgeving. In haar communicatie

naar buiten probeert ze de negatieve associaties die er bestaan rond ‘verzinken’ op

(23)

te helderen. Hierin is een (vroegere) directeur erg sterk bezig geweest in de lobby met allerlei verenigingen om over en weer geluiden uit te wisselen. Op dit moment gebeurt dat niet direct door het bedrijf. Feit is dat het proces zelf erg duurzaam is voor producten. Er wordt dan ook met ‘gezond verstand’ omgegaan met de omgeving en van mond tot mond uitgedragen wat er binnen De Verzinkerij gebeurt.

Door de SDV wordt er op hoog niveau ook gelobbyd naar de politiek. Het nut hiervan is dat er een stuk begrip en inzicht wordt verkregen waardoor beslissingen beter gefundeerd kunnen worden genomen.

Conclusie

Wat betekent het voorgaande nu voor de kansen en belemmeringen in het uitvoeren van keteninitiatieven? Aan de hand van de theoretische concepten uit hoofdstuk vier wordt er op een gestructureerde manier invulling gegeven aan de aandachtspunten omtrent het uitvoeren van keteninitiatieven bij De Verzinkerij.

People, planet, profit

In hoofdstuk 4 is aan de hand van het H.O.P.E. model

13

(Human Oriented Perspectives on Environment) gekeken hoe een bedrijf een balans kan aanbrengen in People, Planet en Profit (vanuit een energetisch perspectief). Werken met het H.O.P.E. model in de praktijk biedt ondersteuning op vijf verschillende gebieden.

1. Toetsingskader: samenhang zes krachten

Door het expliciet formuleren van missie, passie, verantwoordelijkheid, strategie, innovatie en uitvoering kan een praktisch overzicht verkregen worden van de samenhang, of het gebrek hieraan. Wat betreft verantwoordelijkheid heeft De Verzinkerij aangetoond (ook al voor de MJA 1) actief bezig te zijn met energie en milieuvraagstukken. Dit komt niet voort uit een duidelijke missie of passie, maar

13 Het H.O.P.E. model is ontleend aan: Balans in People, Planet en Profit, van Fred Bergmans. De handleiding aangetroffen op www.naarduurzaamrendement.nl, een programma van het NIDO, heeft als input gediend.

Bezin(k)t eer gij begint

Zink komt van nature in het milieu voor, maar is in grote hoeveelheden schadelijk. Het werken met zink moet voorzichtig plaatsvinden zodat de emissies naar de natuur tot een minimum beperkt blijven. Het verzinkproces is erg energie-intensief en de productie van die energie levert een milieubelasting op.

Gezien deze factoren is het verzinken van staal een vrij milieubelastende activiteit. Echter hebben de uitkomsten van het proces een zeer duurzame uitwerking. Bewerkt staal heeft een langere levensduur en is nagenoeg onderhoudsvrij. De milieudruk die op deze manier wordt vermeden (staal hoeft veel minder snel worden vervangen) is ook aanzienlijk. Dat maakt dat het verzinken van staal, alle facetten in ogenschouw genomen, een milieuvriendelijk proces is. Verzinken is het verduurzamen van het product (verbredingsthema).

Wil je toch een andere oplossing dan zou je die moeten zoeken en het toepassen

van andere materialen en het zink laten concurreren met andere vormen van

bescherming zoals kunststof coatings, of zelfs het staal helemaal laten vervangen

door een ander materiaal.

(24)

meer door een actieve brancheorganisatie (SDV) die ‘trekker’ is voor de afzonderlijk aangesloten bedrijven wat betreft uitvoering van MJA. Binnen het bedrijf is de strategie voor innovatie en uitvoering van keteninitiatieven niet vormgegeven. Op dit moment wordt er prioriteit gegeven aan het uitvoeren van andere activiteiten en komt energie besparen op een ‘tweede plek’. Wel is aangegeven dat meer inspanningen op dit gebied resultaten kan opleveren. Meer samenhang op de verschillende gebieden is dan wenselijk.

2. Strategische inbedding verankeren

Maatschappelijk verantwoord ondernemen is een strategische keuze om bij het stellen van prioriteiten en uitvoeren van activiteiten rekening te houden met al je stakeholders. De strategische inbedding ligt in de missie en de passie. Alhoewel De Verzinkerij actief haar ogen gericht heeft op haar stakeholders blijkt uit het vorige stuk dat de strategische inbedding van keteninitiatieven (nog) niet is vormgegeven.

Het bedrijf is actief bezig met het zoeken naar oplossingen voor energie besparing (samen met SDV). Het gevaar bestaat dat oplossingen stranden in bestaande structuren waar geen plaats is voor deze initiatieven.

De Verzinkerij is ISO-9002 gecertificeerd. Dit houdt in dat de kwaliteitsaspecten erg belangrijk zijn voor de onderneming. Ook de kwaliteit van de leefomgeving is voor de NedCoat Group van belang. Voldoen aan de wet- en regelgeving is wel de minste bijdrage die een bedrijf kan bieden aan een beter milieu (zie voetnoot 1).

Daarom wordt er door de NedCoat Group nagedacht over efficiënter, veiliger en schoner produceren. Op consortium niveau is de strategische kwaliteit en milieu- inbedding aanwezig en worden, zoals uit de vorige stukken blijkt, de afzonderlijke ondernemingen geholpen bij het vormgeven in hun eigen organisatie.

3. Top-middenkader commitment

Belangstelling voor maatschappelijk verantwoord ondernemen kan starten in zowel de top als het middenkader van de onderneming. Om het proces vorm te geven is op beide niveau’s commitment nodig. Op dit moment is in het middenkader de heer Kuiken actief bezig met een centrale KAM-coördinator (en andere zusterbedrijven binnen de NedCoat Group) voor het zoeken naar oplossingen voor keteninitiatieven. In De Verzinkerij is er echter nog geen commitment van het topkader voor invulling van activiteiten in het management overleg. Als gekeken wordt naar de NedCoat Group, zie je juist wel van bovenaf commitment.

4. Voorbereiding stakeholders dialoog

Stakeholders (re)ageren op de activiteiten van de onderneming. Genoemd is de lobby naar de politiek door de SDV en de opstelling van De Verzinkerij tegenover haar klanten en de omgeving. Duidelijk is dat er het besef is dat men samen met elkaar moet werken aan oplossingen. De insteek voor samenwerking zal voor de verschillende partijen elke keer weer anders zijn. Naar klanten wordt niet gepraat over milieudoelstellingen en innovaties voor het besparen van energie, maar zal worden geprobeerd door economische voordelen duidelijk te maken; efficiënter te gaan werken (met mogelijkheden tot het halen van milieudoelstellingen).

Stakeholders binnen de NedCoat Group en de branche in zijn geheel zijn wel meer

geneigd om de activiteiten van de onderneming(en) in het licht van

energiebesparingen te bekijken.

(25)

5. Culturele transformatie stimuleren

Het (gaan) toepassen van principes van EKB en het bredere maatschappelijk verantwoord ondernemen is een leerproces. Resultaten kunnen worden teruggekoppeld naar acties (single loop), naar strategieën (double loop) of naar missie (triple loop). De vertaling van bijvoorbeeld de ISO-9002 certificering in concrete acties, strategieën en missie gebeurt niet specifiek voor keteninitiatieven.

Supply Chain Management

Alhoewel verzinken een duurzame werking heeft op het staal wordt het als een relatief duur en schadelijk proces voor het milieu gezien. Het uitoefenen van macht op de keten is niet gemakkelijk. Er wordt met klanten overlegd wat de mogelijkheden van de fabriek zijn, hoe het materiaal het beste kan worden aangeleverd. Dit gebeurt met het oog op kwaliteit, prijs en gemak voor de klant en niet onder de noemer van energie besparen. De ‘verzink’ stap wordt ook niet altijd als nodig gezien. Doordat verzinken op de korte termijn een relatief dure bewerking is wordt in economisch moeilijke tijden deze stap wel eens overgeslagen.

Research and Development

Zoals is gezegd wordt er samen met de brancheorganisatie en haar leden actief gezocht naar innovatieve oplossingen voor het verminderen van het energieverbruik. Door samen te werken hoeft niet elk bedrijf zelf ‘het wiel uit te vinden’ en kunnen er meer middelen bijeen worden gebracht (vele handen…).

Relatie met overheid, sturing van netwerken

Er is tussen de MJA 1 en MJA 2 toch wel wat veranderd in de aansturing van de overheid op het bedrijfsleven. In de MJA 2 is de overheid veel verder. De afdeling vergunningverlening heeft veel meer inhoudelijk inzicht en kan een meedenken bij het genereren van oplossingen. Vooral op branche niveau is de relatie tussen de SDV en het bevoegd gezag vruchtbaar.

De relatie met het bevoegd gezag loopt voor De Verzinkerij via de centrale KAM-

coördinator. Er wordt gemerkt dat de overheid gevoelig is voor argumenten en er

wordt samen gezocht naar een oplossing.

(26)
(27)

Bedrijfsbezoek III: KBM Master Alloys BV

Inleiding

KBM Master Alloys (KBM) is al sinds de MJA 1 bezig met het uitvoeren van besparingsmaatregelen wat betreft energie. Het bedrijf is één van de eerste ondernemingen die is toegetreden tot de MJA 2. Op 2 januari 2002 is het convenant goedgekeurd en ondertekend. Naast de inspanningen voor het uitvoeren van de MJA 2 (in nauwe samenwerking met de branche organisatie VNMI) hecht het bedrijf veel belang aan de kwaliteit van haar producten. Dit wordt onderstreept door de ISO- 9001 certificering in 1989, waarmee ze het eerste bedrijf waren in hun branche met dit certificaat. Sinds 2000 heeft het als één van de eerste producenten in de wereld ook de ISO 14001 standaard op het gebied van multi-metal master alloy supplier. In de volgende beschrijving komen algemene zaken van het bedrijf aan bod en zal dieper worden ingegaan op de plaats die het bedrijf inneemt in haar keten. Aan de hand hiervan worden aspecten met betrekking tot het uitvoeren van MJA 2 initiatieven besproken.

Contactpersoon

Bij het bedrijfsbezoek is de heer Olthof geïnterviewd. De heer Olthof is de milieu- en veiligheidskundige binnen KBM voor de vestigingen in Delfzijl en Oss. De heer Olthof is verantwoordelijk voor de communicatie met het bevoegd gezag over het opstellen van vergunningen. Ook is hij verantwoordelijk als energiecoördinator voor het opstellen van de energie besparingsplannen (EBP’s). Deze taak bestaat uit het maandelijks verzamelen van de energiecijfers in de beide vestigingen. De maandelijkse rapportages vormen de input voor het jaarrapport.

De informatie in deze bijlage is grotendeels afkomstig uit het gesprek met de heer Olthof. Verder is er op internet en publicaties naar aanvullende informatie gezocht.

Bedrijfsomschrijving Algemene gegevens

KBM heeft twee vestigingen in Delfzijl en Oss. In Delfzijl werken zo’n 80 mensen, in Oss 25. Deze beide vestigingen zijn de productiemaatschappijen van het bredere KBM Affilips. KBM Affilips is de verkoopmaatschappij voor KBM en Affilips. Affilips is een zelfde soort productiemaatschappij in België. Door de naamsbekendheid van beide ondernemingen is gekozen om in de naam van de verkoopmaatschappij beide productiemaatschappijen te vermelden, die wereldwijd de legeringen (=alloys) verkoopt. Binnen KBM wordt voornamelijk aluminium gesmolten en omgezet in aluminium legeringen (legering = metaalmengsel), bij Affilips is het hoofdbestanddeel koper. De twee productiemaatschappijen zijn dan ook geen concurrenten van elkaar.

Processen

Binnen KBM vindt ruwweg het volgende proces plaats:

Basismateriaal is primair aluminium met een zuiverheidsgraad van 99,7%. Het

aluminium wordt aangevoerd in grote blokken die in twee gasgestookte ovens

(28)

worden gesmolten. Hiervoor is een temperatuur van minimaal 660

o

c nodig. Het gesmolten aluminium wordt in negen inductieovens verder behandeld. In deze ovens gaat het gesmolten aluminium een reactie aan met zout of metaal, al naar gelang de gewenste legering die moet worden gemaakt. Als eindproduct komen hier diverse soorten metaalmengsels in diverse fysieke vormen uit. KBM Delfzijl produceert voornamelijk: draad, blokken (van 7 kilo) en conticast. Dit zijn halffabrikaten metaal die als input dienen voor heel veel verschillende toepassingen. Schematisch ziet het productieproces er zo uit:

Voor dit productieproces is enorm veel energie nodig. Op jaarbasis wordt er 10 miljoen KWh elektriciteit en 2 miljoen m

3

gas verbruikt. Dit maakt dat energie een belangrijk deel van de kostprijs uitmaakt. Het bedrijf verwerkt per jaar 11.000 ton aan aluminium in kleine ovens. In deze kleine ovens (in vergelijking met de ovens van grote smelterijen) kunnen hogere temperaturen worden gehaald en hierdoor kunnen er specialere legeringen worden gemaakt. Hiervan profiteren grotere smelterijen die alleen door toevoeging van heel veel extra energie de temperaturen kunnen halen voor die speciale legeringen. KBM neemt in principe energie voor haar rekening die anders door de grotere smelterijen moet worden ingezet.

Toeleveranciers en afnemers

Zuiver Aluminium betrekt KBM uit de handel. Dit betekent dat het aluminium uit Afrika of Brazilië, maar ook van Aldel, een bedrijf op 200 meter afstand van KBM, kan komen. Voor KBM Affilips wordt er centraal ingekocht voor de verschillende zusterorganisaties.

Aan de outputzijde zijn afnemers afkomstig uit de wereldwijde aluminiumindustrie.

Negentig procent van de halffabrikaten, geproduceerd bij KBM, worden geëxporteerd. Van die negentig procent blijft ongeveer de helft binnen Europa. Het vervoer van en naar KBM Delfzijl gaat voor het merendeel per vrachtwagencontainer naar Veendam, waar het op de trein naar Rotterdam gaat.

Vanuit Rotterdam wordt het over de hele wereld verscheept. Voor het verschepen wordt niet de Eemshaven gebruikt. In Rotterdam komen ook de meeste bestelde ladingen binnen.

Aluminium wordt in heel veel productieprocessen ingezet en er zijn zeer veel en verschillende afnemers van de halffabrikaten.

Concurrentie

Wereldwijd zijn er vier soortgelijke aluminiumverwerkers. Er is grote concurrentie tussen deze verwerkers die voornamelijk op prijs gevoerd wordt. Kwalitatief mag KBM zich de betere marktpartij noemen.

Primair zuiver aluminium:

99,7%

Smelten:

2 gasgestookte ovens

Mengen:

9 inductieovens;

zout, metaal reacties

Halffabrikaten Draad Blokken Conticast Figuur III.1 Primaire proces van KBM

(29)

Er is weinig informatie over concurrenten. Het enige inzicht komt van wat er gepubliceerd moet worden, zoals jaarverslagen. Hierdoor kan er niet van elkaar worden geprofiteerd als het gaat om verbeteringen in productieprocessen die een gunstiger energie-efficiency tot gevolg (kunnen) hebben. Binnen de KBM Affilips Groep vindt er wel uitwisseling van informatie, ideeën en ervaringen plaats.

Branche informatie

KBM is lid van de brancheorganisatie VNMI. VNMI staat voor Vereniging Nederlandse Metallurgische Industrie. Deze branche bestaat uit bedrijven in de productie en verwerking van non-ferro metalen, zoals aluminium, zink, koper, lood en tin en legeringen daarvan

14

. Met de brancheorganisatie onderhoudt KBM een goede relatie. De VNMI houdt haar leden met van alles op de hoogte. Dit geldt voor de relevante regelgeving uit Den Haag en Brussel, tot aan onderzoeken van de VNMI op brancheniveau. KBM hoeft zodoende nergens zelf achter aan te lopen. Bij de brancheonderzoeken is de input van de afzonderlijke leden van belang. Door optimaal te profiteren van ervaringen en ideeën is afgesproken open kaart met elkaar te spelen en alle relevante informatie op tafel te leggen. Een voorbeeld hiervan is het delen van informatie over het gebruik van ovens. Hier kwam een erg gedetailleerde beschrijving uit wie op welke manier het beste met zijn ovens omgaat. KBM heeft hier zeker wat aan gehad. Een ander voorbeeld is een factsheet, opgesteld door de VNMI. Dit is een lijst met mogelijke verbeteringen die de individuele bedrijven kunnen gebruiken in de komende MJA 2 periode (2004- 2008). Aan het opstellen van deze lijst hebben ook weer alle bedrijven meegeholpen. Het is een handige handleiding waarin veel informatie staat over het gebruik van restwarmte tot en met de kosten en terugverdientijd van projecten.

Trendontwikkeling

Een belangrijke ontwikkeling in de branche is dat iedereen het beter gaat doen. De kwaliteit van het product wordt bijvoorbeeld steeds beter. Klanten hoeven steeds minder aluminium van KBM in te zetten in hun eigen productieproces met hetzelfde resultaat. Dit betekent voor KBM dat als ze evenveel produceren ze het eigenlijk beter doen. Een andere ontwikkeling is dat er op de simpele metaallegeringen niet meer geconcurreerd kan worden met de lage-lonen landen. Het productieproces is vrij simpel en kan bij wijze van spreken door een ieder (thuis op het gasfornuis) uitgevoerd worden. In lage-lonen landen komen deze legeringen dan ook steeds vaker op de markt. Het merendeel van de producten dat KBM levert is hightech en hierin zitten ontwikkelkosten die niet zomaar kunnen worden ingehaald.

Plaats in de keten

De plaats van KBM in de keten is vrij ‘vroeg’ in de productiefase. Het halffabrikaat dat KBM levert ondergaat nog verschillende bewerkingsstappen voordat het klaar is voor gebruik. In figuur III.2 is de plaats van KBM aangegeven:

14 Meerjarenafspraken energie-efficiency, resultaten 2002

(30)

Informatiestroom Individuele partijen in de keten

Materiestroom Lekverliezen uit de

keten Energiestroom

Plaats van

betreffende actor Legenda bij figuur III.2

In de handreiking verbredingsthema’s

15

staat beschreven dat besparingen in de fase gehaald kan worden uit materiaalbesparing of de verbetering van de proces energie-efficiency. In het volgende onderdeel van deze bijlage zijn voorbeelden opgenomen hoe KBM invulling heeft gegeven aan het uitvoeren van manieren voor materiaalbesparing en verbetering van de proces energie-efficiency. In het tekstvak op bladzijde 6 tot en met 8 staan enkele initiatieven beschreven, maar eerst worden algemene zaken met betrekking tot het ondertekenen van de MJA 2 beschreven.

Keteninitiatieven

Reden ondertekening MJA 2

KBM doet al sinds de MJA 1 mee aan het besparen van energie. In de eerste periode van 1989 tot en met 1995 werd zowel door KBM als de branche ruimschoots voldaan aan de doelstelling van 8% besparing. De tweede periode van het MJA 1 traject betekende opnieuw het ontwikkelen van initiatieven om per jaar (tot aan 2000) 1,5% energie te gaan besparen. Over de gehele periode (’89-’00) werd door KBM

15 Handreiking verbredingsthema’s, Novem, 2002

Transformatiefunctie (proces) van ‘de keten’

Fase 1

Grondstof Fase 2

Productie Fase 3

Distributie Fase 4

Gebruik Fase 5

Afval/her- gebruik Regel/stuurfunctie

ingreep

Figuur III.2 Plaats KBM in het ketensysteem

(31)

zo’n 15% bespaard (eindresultaat van de branche was 17%, zie voetnoot 1). Gezien de grote verbruikcijfers die eerder zijn genoemd betekent een besparing van 15%

een enorme kostenbesparing voor het bedrijf. Na het indienen van het EBP (30 maart jongstleden) voor de komende periode (’04-’08) van het nieuwe MJA 2 convenant zit KBM op een EEI (=energie efficiency index) van 68%, met als basisjaar 1998. Dit betekent een vermindering van het energieverbruik met 32% vanaf 1998.

De basis voor de inspanningen die hebben geleid tot deze cijfers liggen misschien wel in de milieustrategie en kwaliteitsstrategie van het bedrijf. Het belang van environmental management is vormgegeven in een ecological business policy en de kwaliteitscertificaten.

Het halen van de kwaliteitscertificaten is een streven waar al lang vorm aan wordt gegeven. Ingezet door de visie van Shell, waartoe KBM eerst heeft behoord, en later door het bedrijf zelf. Dit resulteerde onder andere in een intern milieuzorgsysteem midden jaren negentig. Dit zorgsysteem was zelf opgezet omdat normen hiervoor ontbraken. Met het verschijnen van die normen is besloten om de moeite voor het opzetten te belonen met het certificeren van het systeem.

Ook uit de markt komen geluiden van klanten die het belangrijk vinden dat de KBM gecertificeerd is. Bij verkopers wordt regelmatig gevraagd naar kopieën van certificaten. Dit is een vorm van externe druk op het bedrijf, er zijn gevallen waarin de klant KBM er zelfs op wijst als de certificering afloopt.

Een voordeel voor het bedrijf zijn de inspanningen die de branche organisatie levert. Een situatie waarin KBM met betrekking tot het uitvoeren van MJA principes alles zelf moet uitzoeken en ontwikkelen is niet wenselijk. Daar heeft KBM niet voldoende kennis voor in huis en het bevoegd gezag (in dit geval de provincie Groningen) ook niet. De VNMI doet samen met een ingenieursbureau op dit moment heel veel voorwerk waar alle leden van de brancheorganisatie van kunnen profiteren, en is ook een spreekbuis naar het bevoegd gezag. Dit draagt ook bij aan een goede invulling van de environmental strategy.

Ideeën voor uitvoering

Het bedrijf heeft diverse initiatieven uitgevoerd als product- en procesaanpassingen voor het verhogen van de energie-efficiency binnen de inrichting. Een recent voorbeeld is het zuigen van koude lucht langs een warmte installatie om vervolgens (de warme) lucht de grondstoffenloods in te blazen. Dit is een aanpassing, beschreven in het EBP, die qua besparing, maar ook terugverdientijd, niet erg lonend is, maar wel aangeeft dat het bedrijf de intentie heeft om actie te ondernemen.

Strategische afwegingen

Het milieumanagement is op strategisch niveau goed ingebed. Op strategisch niveau is ook met diverse andere ondernemingen overleg gepleegd om te profiteren van elkaars (afval)stromen binnen de fabrieken. (KBM is gevestigd op het metalpark Oosterhorn en is omringd door allerlei andere fabrieken). Het blijft meestal bij strategisch overleg, het uitvoeren van concrete initiatieven loopt vaak vast in de wet- en regelgeving. In het tekstkader is een aantal voorbeelden gegeven van zulke initiatieven.

Strategische afwegingen met betrekking tot besparingen zijn van belang voor een

bedrijf waar de energie een groot deel van de kostprijs uitmaakt. Daarom zijn er

ook besprekingen met de stichting UFO (Utilitaire Faciliteiten Oosterhorn) over de

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Naast werk in projecten (zie voorgaande paragraaf) heeft HKV een actieve deelname aan verschillende initiatieven op gebied van CO2-reductie, een duurzame wereld

Klaver neemt deel aan verschillende initiatieven op gebied van Duurzaam Ondernemen (Social Return), CO2 reductie, Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen en milieuverantwoord zaken

Maximale geluidsniveaus (L Amax ) vanwege het in werking zijn van de inrichting – in alle bedrijfssituaties – mogen op de in figuur 4 van het rapport Akoestisch onderzoek

Mocht een initiatief waaraan wordt deelgenomen op een gegeven moment niet meer relevant zijn voor het bedrijf (wanneer gedurende een half jaar of langer geen voortgang in

Op 9 maart 2015 heeft Caron Recycling BV een aanmeldingsnotitie ingediend in verband met een verandering aan de Mortelstraat 9 te Lelystad.. De verandering betreft een uitbreiding

Om inzicht te krijgen in bestaande initiatieven hebben wij websites van de op niveau 4 en 5 gecertificeerde bedrijven bezocht, door naar hun CO 2 -Prestatieladder pagina te gaan

Om inzicht te krijgen in bestaande initiatieven hebben wij tevens relevante websites van de op niveau 3, 4 en 5 gecertificeerde bedrijven in onze branche bezocht, door naar hun CO

Through the notions of flow and circulation, the concept of urban metabolism links material flows with ecological and social processes, and the potential for change to