• No results found

te Amsterdam van 22 tot en met 24

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "te Amsterdam van 22 tot en met 24 "

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

IJZERWERKEN

Bevordert deugdelijke las

N.V. EERSTE VLAARDINGSE VERFFABRIEK

VLAARDINGEN

Telefoon 3692 MAANDORGAAN

te Amsterdam van 22 tot en met 24

februari

(zie pag. 6)

VAN DE JONGEREN ORGANISATIE VRIJHEID EN DEMOCRATIE

AANPAK IN EIGEN GELEDEREN NOG EENMAAL TER SPRAKE

Het behoeft niet alles politiek te zijn wat de klok slaat

c;I)e vorige maal mochten wij even stil- staan bij enkele problemen onze interne organisatie be:rdkndc:. Het lijkt ons nuttig daarop nog eenmaal wat nader in te gaan.

Men moet het vooral niet zo zien, dat de onvolkomenheden in het organisatiewerk alleen op de J.O.V.D. zouden slaan en dat overal elders de zaak wat men noemt "ge- smeerd" zou lopen. Niets is minder waar dan dat.

Het verenigingsleven in de ruimste zin van het woord, dus ook het organisatie- werk op niet-politiek terrein, heeft in onze tijd met vele moeilijkheden te kampen.

Aan de invloed van radio en televisie zijn op alle mogelijke manieren al heel wat be- schouwingen gewijd. Wij willen daar thans niet diep op ingaan.

Doch één ding is wel zeker, dat de radio en de televisie de mens meer aan de woon- kamer binden. Dlt schijnt vooral het geval te zijn met betrekking tot de televisie, die in ons land steeds meer kijkers in haar ban weet te krijgen.

Het valt werkelijk niet mee om tegen dit moderne verschijnsel op te roeien. Dit neemt echter vanzelfsprekend niet weg, dat wij daarom bij de pakken zouden moe- ten neerzitten.

* * *

;J.eet moet ons prikkelen wegen te vin- den, die het verenigingswerk nieuw leven inblazen, waarbij alom de overtui- ging zal moeten worden bijgebracht, dat de beelden en geluiden, die door de mo- derne techniek in onze huiskamer worden getoverd, tenslotte toch een aftreksel blij- ven van de realiteit en het intens beleven van de werkelijkheid.

Daarom zal ook een eerste vereiste zijn, dat in ons organisatiewerk de vrolijke en luchtige noot niet ontbreekt.

Wij denken hierbij o.m. aan de mogelijk- heden, die b.v. het zelf beoefenen van de kleinkunst in eigen verenigingsverband kan bieden.

Welke mogelijkheden daarbij kunnen worden bereikt, niet alleen voor de uit- voerenden zelf, maar ook voor de toe- schouwers, is reeds vaak bewezen op onze landelijke congressen.

Allereerst zijn wij toch een organisatie van jongeren, die uiteraard nastreeft de belangstelling voor de politiek te wekken, maar die anderzijds tot doel heeft jonge- ren te doen samenzijn in een eigen milieu, waarbij zo veel kan worden beleefd buiten de eigenlijke politieke sfeer om.

M-a.w. het ontspanningselement mag ze- ker niet worden verwaarloosd.

Het b.ohoort bij ons werk als het zout in het brood, dat wij dagelijks eten.

Gelukkig getuigen vele afdelingsactivitei- ten van een dergelijke goede aanpak.

Maar er zijn zeker afdelingen, die aan dit element meer aandacht zullen moeten be- steden.

* *

en

dan nog een enkel woord over de * financiële aspecten, waarop niet ge- noeg de nadruk kan worden gelegd.

Heeft men in e 1 k e afdeling al eens ge- probeerd de ,;actie met de hoed bij de deur" eens toe te passen? En mogen wij dan nog eens de nadruk leggen qp dat voortreffelijke idee, dat destijds is ge- groeid met betrekKing tot het "Kleine Beetjesfonds?"

* * *

er

is trouwens nog een andere vorm om de financiële positie van onze organisatie te versterken door middel van abonnementenwerving voor ons maand- blad.

Het kan bekend zijn, dat voor elk abonne- ment op ons maandblad afgesloten, f L - aan de penningmeester van het Hoofdbe- stuur ten goede komt.

Helaas moeten wij constateren, dat hier- van in de praktijk wel iets, maar nog veel te weinig is terecht gekomen.

Ons maandblad ma.g zich ook vooral in de kring der ouderen verheugen in een popu- lariteit, die nog veel meer is uit te buiten.

Indien elk lid voor twee abonnementen zou kunnen zorgen, die in eigen kennissen- en familiekring toch moeten kunnen wor- den geplaatst, zouden de financiële zorgen van vriend Hoven een stuk lichter wor- den. Of anders gezegd, die zorgen zouden voor het allergootste deel verdwenen zijn.

Hier is een practische mogelijkheid, die niet centraal kan worden aangepakt, maar die door elke afdeling zelf dient te worden georganiseerd en opgebouwd.

Als wij allen de handen eens ineensloegen, zouden wij van de begroting, die in no- vember a-s. weer op ons congres wordt aangeboden, veel plezier kunnen beleven.

Wij zouden aldus in staat zijn ons organi- saitewerk verder uit te bouwen.

* * *

CJrlisschien is dit alles wat wij hier nu neerschrijven nu niet bepaald ge- schikt voor een "hoofdartikel", waarvan

men in de regel een beschouwend karakter verwacht op het gebied van de politieke oriëntatiP.

Het mag waar zijn. Daar staat evenwel tegenover, dat het thans aangeroerde on- derwerp nu eenmaal ter sprake moest worden gebracht, omdat een organisatie, van welke aard dan ook, niet kan werken en tot bloei kan komen als de nodige financiële middelen daartoe ontbreken.

Reeds is er een serieus begin gemaakt met die abonnementswerving, waarbij wij als

"trekpaard" toch even onze secretaris Onno Tammens willen noemen, die door zijn activiteit op dit terrein reeds een aan- tal abonnementen op De Driemaster wist uit te zetten.

* * *

c;I)it zijn zo enkele losse gedachten, die wij aan het papier hebben toever- trouwd, waarvan wij in elk geval deze verwachting koesteren, dat zij in de afde- lingen zullen worden besproken en dat er in allerlei variaties op wordt voortgebor- duurd.

Als dit gebeurt en met vrucht gebeurt, dan heeft de voorpagina van ons blad tenslotte zijn nut afgeworpen.

Wij vleien ons met de hoop, dat dit ook het geval mag zijn. En die hoop, lijkt ons zeker gerechtvaardigd. Immers, wat wij b.v. de vorige maal schreven over onze rubriek "afdelingsnieuws" was niet aan dovemansoren gericht, getuige het feit, dat wij ditmaal over de activiteiten van diverse afdelingen meer berichten moch- ten ontvangen dan anders.

Nogmaals, een brede discussie hierover is uiteraard van harte welkom- Laat er eens flink leven in de brouwerij komen. Laat het ideeën, suggesties en ingezonden stuk- ken regenen. Ons J.O.V.D.'werk zal er wel bij varen en daar is het tenslotte om be- gonnen.

Wij schreven het reeds eerder: militant liberalisme is een mooi begrip, maar laat het een begrip worden met een wezenlijke

inhoud. G. St.

APOLLO PAVILJOEN

APOLLOLAAN 2 - AMSTERDAM - TELEF. 712410

Restaurant: iets aparts

"Franse Zaal" voor partijen uniek Terras: een dorado aan het water

(2)

Ook jongeren hebben wel degelijk iets met "verzekering!! te maken

Interview met dr.

M.

Niemeijer

Bij het begrip sparen moet men niet alleen denken aan het spaarvarken en de spaarbank. Men kan op velerlei manieren sparen en één van de vormen, die vooral de laatste tientallen jaren steeds meer de aandacht is gaan vragen,

i~;. de verzekering.

Hoewel deze vorm van sparen niet zo dicht bij de jeugd staat en minder tot de jongeren spreekt, kan het nuttig zijn, dat de jeugd over deze belangrijke spaarvorm wordt voorgelicht.

De heer dr M. Niemeijer, lid van het bestuur van de Nederlandse Vereni ging ter Bevordering van het Levensverzekeringwezen en directeur van de Nationale Levensverzekering Bank N.V., was zo vriendelijk ons een onder- houd toe te staan en daarbij enkele vragen te beantwoorden.

De heer Niemeijer begon het onder- houd met er ·op te wijzen, dat het sparen in de vorm van een levens- verzekering een geheel andere is, dan die van het spaarpotje.

Voor de nog zeer jeugdigen is de spaarpot een tastbaar iets. Wanneer een bepaald bedrag wordt opge- spaard, kan men er direct iets mee doen.

Het gewone sparen is visueel, doch wanneer men gaat sparen in de vorm van een verzekering, dan wil dit zeggen, dat men per periode een bepaald bedrag stort en dat men na vele jaren pas weer een zeker be- drag ontvangt. Tussen het betalen en het ontvangen kan een zeer lange periode liggen.

Bij dit alles moeten wij voorts in aanmerking nemen, dat de jongeren tot omstreeks hun 20e jaar niet over verzekeringen zullen denken. Wan- neer zij dat wel zouden doen, dan zou dit bepaald een ongezond ver- schijnsel zijn!

Iets anders is, dat de jeugd tegen- woordig op de middelbare scholen reeds met het begrip verzekering vertrouwd wordt gemaakt.

In zeer veel gevallen worden er niettemin verzekeringen afgesloten op het leven van jeugdige kinderen, doch deze verzekeringen worden afgesloten door de ouders. De rol van de jeugd is hier dus passief.

J7 olksver~ekering In minder goed gesitueerde kringen wordt als regel bij de geboorte van een kind een verzekering voor de nieuwe wereldburger afgesloten, be- stemd ter dekking van eventuele begrafeniskosten.

Deze vorm van verzekering voorziet in een bepaalde behoefte. In kringen met wat grotere draagkracht op fi- nancieel gebied wordt veelal, als het kind enkele jaren oud is, overgegaan tot het sluiten van een zgn. toe- komstpolis, een verzekering tot een hoger bedrag dan bij de volksver- zekering.

Het voordeel van een vroegtijdig afgesloten verzekering is, dat de per jaar te betalen premie geringer is dan later. Het kind kan op latere leeftijd de verzekering op dezelfde voordelige voorwaarden zelf voort- zetten.

Veel ouders gaan er ook toe over om voor hun kinderen een studieverze- kering af te sluiten. Een opinie- onderzoek, dat onlangs is gehouden onder de ouders met schoolgaande kinderen wees uit, dat twee/derde hun kinderen een verdere opleiding wilde geven na de mulo. Dit vergt veel geld, zodat voor vele kinderen een studieverzekering wordt afge- sloten, die de ouders in staat stelt op het gewenste tijdstip over het be- nodigde geld te kunnen beschikken.

Bij verzekeren moet altijd aan de toekomst worden gedacht. In ver- band hiermee wees de heer Nie- meijer ons er op, dat bijvoorbeeld voor studenten tijdens of tegen het einde van hun studie de vraag op-

doemt naar de dekking van de uit- gaven, die zij na hun studie zullen krijgen.

Een arts bijvoorbeeld zal in som- mige gevallen een praktijk willen overnemen. Dit kost veel geld, het- welk door een verzekeringsmaat- schappij kan worden geleend voor een tijdsduur van meestal tien jaar.

Aan een dergelijke lening wordt dan tot zekerheid van de terugbetaling een levensverzekering gekoppeld.

Wanneer je als jonge man of jonge vrouw de maatschappij instapt dan wordt het tijd, dat je verantwoorde- lijkheid gaat voelen. Dit brengt de noodzaak met zich mee om te gaan sparen in welke vorm dan ook. Hoe abnormaal het ook is om te denken over verzekeringen op zeer jonge leeftijd, de rijpere jeugd kan zich hieraan niet meer onttrekken.

Gemengde ver~ekering Op de vraag welke vorm van sparen in de verzekeringssfeer bij uitstek voor de rijpere jeugd aantrekkelijk zou kunnen zijn, antwoordde dr Nie- meijer, dat daartoe voor jonggehuw- den in de eerste plaats de zgn. ge- mengde verzekering in aanmerking komt. Deze houdt in, dat op een be- paalde leeftijd een zeker bedrag wordt uitbetaald, of dat bij eerder overlijden direct dit bedrag wordt uitgekeerd, in beide gevallen al of niet in termijnen.

VRAAG: Is er bij het sparen door middel van een verzekering, die een vrij lange looptijd heeft een moge- lijkheid de uitkeringen te koppelen aan de waardevastheid van de munt?

Hierop antwoordde de heer Nie- meijer, dat inderdaad sommige ver- zekeringen als zodanig worden aan- gegaan. Normaal is het zo, dat je een levensverzekering sluit met een bepaalde geldswaarde, bijvoorbeeld in ponden, dollars of guldens. De verzekeringsmaatschappij is dan verplicht, wanneer het tijdstip is gekomen, om in de afgesproken munt te betalen.

Intussen kan de waarde van die munt dan gedaald of gestegen zijn.

Wanneer iemand premie betaald had in de jaren omstreeks 1920 en hij ontving zijn uitkering in 1935 dan kon hij meer doen met zijn geld in die tijd. Heeft men echter in hoofd- zaak vóór 1939 betaald en ontvangt men na de oorlog zijn uitkering, dan blijkt, dat men een waardevermin- dering van de gulden heeft moeten incasseren.

Ik wil hier op de voorgrond stellen, dat de levensverzekeringsmaat- schappijen hier niets aan kunnen doen. De schuld ligt ten dele bij de overheid en voorts is er van over- macht sprake.

Ik kan U wel verzekeren, dat de levensverzekeringsmaatschappijen het niet prettig vinden wanneer er waardeschommelingen zijn.

Kan men deze waardefluctuaties dan

niet geheel of gedeeltelijk ontlopen vraagt U mij?

Tegenwoordig hebben enkele maat- schappijen een zgn. koopkrachtpolis geïntroduceerd. Dit houdt in, dat men de premieberekeningen koppelt aan de aandelen koersen op de beurs. De '"' uitkeringen worden eveneens gekoppeld aan de aande- lenkoersen van dat ogenblik (meest- al wordt genomen het gemiddelde van de afgelopen maand).

De koers van de aandelen behoeft echter op een bepaald moment hele- maal niet de koopkracht van het geld uit te drukken. Het kàn wel samengaan, maar het behoeft niet.

Dit betekent, dat er dus een specu- latief element zit in dit soort verze- keringen. Het wordt een gokje hoe de koersen ten tijde van de uitke- ring zullen staan.

Invloed van de overheid

Als laatste vraag stelden wij de kwestie aan de orde of de overheid bepaalde verzekeringsvormen aan- moedigt en hoe.

De overheid moedigt maar één vorm van verzekering aan door fiscale voordelen te geven en dat is de lijf- renteverzekering.

Het sluiten van een lijfrenteovereen- komst houdt in, dat je of door mid- del van een koopsom of door middel van regelmatig terugkerende pre- mie bij een levensverzekerings- maatschappij het recht verkrijgt om bij het bereiken van een bepaalde leeftijd. een lijfrenteuitkering te gaan genieten.

Jaarlijks mag van het belastbare inkomen het bedrag van de te be- steden koopsom of premie worden afgetrokken tot een maximum van

f 3.600. Deze fiscale aftrek betekent in vele gevallen een aanmerkelijke korting op de premie, die men voor de lijfrente (pensioen) betaalt.

Toch kan naar de mening van de heer Niemeijer de overheid het sparen nog veel meer aanmoedigen.

Door het kopen van een lijfrente spaart men namelijk niet. Bij vroeg- tijdig overlijden is de gestorte som meestal geheel verloren. Het aan- moedigen van het kopen van lijf- renten b: ·verdert dan ook bepaald niet de bezitsvorming. Integendeel.

In vele andere Europese landen be- vordert de overheid juist door be- paalde belastingfaciliteiten op het gebied van de kapitaalverzekering de bezitsvorming. Een dergelijke po- litiek zou ook in ons land van harte welkom zijn.

VRAAG: Is het levensverzekerings- wezen in ons land al oud?

Johan de Witt eri. Christiaan Huy- gens begonnen er reeds mee door het opstellen van sterftetafels, aldus de heer Niemeyer.

Het karakter van het levensverzeke- ringsbedrijf is echter in de loop der jaren veranderd.

Vroeger zag men de levensverzeke- ring alleen als een dekking door een bepaald bedrag voor de nabestaan- den bij overlijden. Dus alleen het risico-element. Hiernaast is het spaar-element steeds meer op de voorgrond gekomen, d.w.z. dat men bij leven ook een uitkering kan krij- gen.

Hierbij is belangrijk, dat het sparen door middel van een levensverzeke- ring de spaarder verplicht tot het regelmatig betalen van zijn premie.

Deze vrijwillig aanvaarde spaar- dwang kan voor velen nuttig zijn.

De oudste nederlandse levensverze- keringsmaatschappij werd opgericht in het begin van de 19e eeuw. In de twintigste eeuw heeft het verzeke- ringsbedrijf een grote vlucht geno- men. Op het ogenblik zijn er bijna 60 maatschappijen in ons land, die zich met de levensverzekeringen bezig houden.

Deze grote groei heeft ons tevens een belangrijke taak er bij gegeven.

De grote kapitalen die wij door de verzekeringen in handen krijgen moeten op deskundige manier wor- den belegd.

Het geld wordt gebruikt voor het algemeen nut, zodat de levensver- zekeringsmaatschappijen een be- langrijke economische taak zijn gaan vervullen als institutionele beleg- gers.

De beleggingspolitiek van de ver- schillende maatschappijen is vooral na de oorlog sterk veranderd. Vroe- ger werden de verkregen kapitalen voornamelijk belegd in onderhandse obligaties en hypotheken. Dit is nu geheel anders geworden. Er worden leningen verstrekt aan de industrie, de handel, aan overheidsorganen, enz.

Er worden woningen van gezet, kortom er kan geen grote lening aan de markt komen of de levensverze- keringsmaatschappijen nemen een groot deel voor hun rekening.

Uit het gesprek met dr Niemeijer blijkt wel, dat sparen door het slui- ten van verzekeringen voor de jeugd problemen opwerpt, die niet zo een- voudig zijn en waarmee de jeugd zich nog weinig bezighoudt.

De heer Niemeijer heeft ons echter ook duidelijk gemaakt, dat wanneer je als jongere de maatschappij in- stapt, je wel degelijk ook met der- gelijke problemen geconfronteerd wordt.

Wij zijn de heer Niemeijer dan ook dankbaar, dat hij de jeugd enige voorlichting heeft willen geven over de verzekeringsvormen, waarin het spaarelement tot uitdrukking komt.

FERRY HOOGENDIJK

Afdelingsnieuws

NOORD-OOST POLDER

Afdeling in wording Enige tijd geleden kwamen op initia- tief van de V.V.D. een tiental jon- geren bijeen om de kansen voor 'nop te richten J.O.V.D. afdeling te be- spreken.

Door de heer Stapel werden doel en activiteiten kort toegelicht. Daarna werden een flink aantal adressen van eventuele belangstellenden ver- zameld.

Het resultaat was, dat op 4 januari j.l., de tweede avond, 21 jongeren kwamen luisteren naar een inleiding van de heer Buddingh over: "De huidige bestuursvorm en de toe- komstige gemeentelijke indeling van de N.-O. Polder.

Na de inleiding en de discussie werd een voorlopig bestuur gekozen, waarvan mej. E. de Hart, Koningin Julianastraat 9, Emmeloord secreta- resse is.

De afdeling is nog "in oprichting", maar hoewel de bevolkingssfeer juist voor de groep der 20-30 jarigen voor de N.-O. Polder een nogal aan- getast karakter heeft, is men vol goede moed en hoopt men in fe- bruari de afdeling definitief op te richten.

(3)

OVERHEID LEEFT OP TE GROTE VOET

Produktiviteit komt er door in gevaar tie van het Ambonezenoord "Lunet- ten" is tewerkgesteld. De man maak- te zich schuldig aan verduistering en bij nader onderzoek bleek dat hij reeds enkele malen tevoren voor on- eerlijkheid tot gevangenisstraf was veroordeeld. De overheid had dus niet de moeite genomen naar de an- tecedenten van de man te informe- ren.

Het mag genoegzaam bekend wor- den geacht dat in de laatste jaren de overheidsuitgaven een zeer aanzien- lijke stijging te zien gaven. Dit niet in de hand houden van het budget had tot gevolg dat de conjunctuur- politiek met behulp van de begro- ting niet aan haar doelstellingen kon beantwoorden. Immers, bij een juiste toepassing van de beginselen der anti-cyclische begratingspolitiek moet de Overheid in de hausse haar uitgaven terugbrengen; het tegen- deel dus van wat in werkelijkheid het geval is geweest.

Het arbeiderstekort, waar onze hui- dige economische toestand door wordt gekenmerkt, is eveneens een gevolg van de gestegen overheids- uitgaven. Deze bleven immers ook stijgen toen het punt van full- employment reeds lang was over- schreden.

Nu is een arbeiderstekort, ook wel aangeduid. als een toestand van over- employment, ongetwijfeld te prefe- reren boven een toestand waarin deze produktiefactor over vloedig is. Toch mogen ook de nadelige in- vloeden op de nationale economie niet uit het oog worden verloren.

Zeer belangrijk is de ongunstige in- vloed op de produktiviteit die van een arbeiderstekort uitgaat. Het ar-

beidsverloop is bij ruime werkge- legenheid altijd groot, zodat de in- werktijd veelvuldig moet worden herhaald. De prikkel tot grotere scholing van de arbeid is gering, omdat er toch genoeg werk voorhan- den is. Ondernemers kopen de beno- digde werkkrachten van elkaar weg, natuurlijk tegen lonen die ver bo- ven de normale liggen. Dit leidt weer tot ontevredenheid bij de ove- rige arbeiders, waardoor hun prestaties ongunstig worden beïn- vloed.

Al dt,ze factoren leiden dus tot een ongunstige beïnvloeding van de pro- dukti\·iteit. Vooral gezien in het licht v<m de huidige situatie, waarin opvoering van de produktiviteit een eerste vereiste is, blijkt de geschetste gang van zaken allesbehalve wel- kom.

Het jaarvcrslag van de Nederland- sche Bank zegt immers dat Neder- land in de laatste paar jaren grotere loonstijgingen heeft meegemaakt dan overeenkomt met de ontwikke- ling van de arbeidsproduktiviteit.

Zwarte lonen

Wat betreft de zwarte lonen zij op- gemerkt dat deze in de bouwvak- ken een algemeen verschijnsel zijn.

Er is geen enkele aannemer die nog arbeidskrachten kan aantrekken tegen het vastgesteld C.A.O.-loon.

Hij is dus wel gedwongen zwarte lonen te betalen, en de rijksaccoun- tants die zijn boekhouding komen controleren, weten dit ook zeer goed.

Niettemin moet de werkgever voor dit "vergrijp" een hoge boete beta- len, terwijl de werknemer vrijuit gaat. Een onrechtvaardige situatie waaraan zo spoedig mogelijk een eind dient te komen!

Tot nu toe heeft de regering echter weinig gedaan om dit onrecht uit te bannen. Wel heeft minister Suurhoff de Tweede Kamer een geheime no- ta over deze materie doen toekomen, maar daar is het dan ook bij geble- ven. Overigens is het onbegrijpelijk waarom deze nota nu juist geheim moest zijn.

De regering gaat er blijkbaar van uit dat het Nederlandse volk er geen belang in stelt te weten wat er in de praktijk van de geleide loonpolitiek is terecht gekomen.

Hoe het ook zijn moge, uit het vo- renstaande mag in elk geval de con- clusie worden getrokken dat ener:- zijds de regering (mede) verant- woordelijk gesteld mag worden voor de arbeidsschaarste, anderzijds dat zij weinig of niets doet om de schadelijke gevolgen van haar han- delwijze ongedaan te maken of al- thans te beperken.

f

Bijgaand publiceren wij een\

beschouwing van ons Goudse J.O.V.D.-lid W. J. v. Branband over een wel zeer actueel on- derwerp.

Dit artikel werd reeds eerder in het jeugdnummer van Elsc- viers Weekblad opgenomen.

Teneinde deze beschouwing een nog ruimere bekendheid te geven, nemen wij deze

\..,_ ga.arne in De Driemaster op.

Toeneming van de overheidsuitga- ven en toeneming van de bureaucra- tie zijn hand in hand gegaan. Oo~

de bureaucratie is geen verschijnsel dat met gejuich kan worden begroet.

Het grootste nadeel ervan is wel het veel te lang uitblijven van be- langrijke beslissingen. Deze stelling wordt treffend geïllustreerd door het zoëven genoemde vraagstuk van de zwarte lonen. Verder is het zon- der meer duidelijk dat vermeerde- ring van het aantal ambtenaren rechtstreeks een toeneming van de overheidsuitgaven ten gevolge heeft.

Van de hand van mr C. A. Baron Bentinck is onlangs een brochure verschenen, getiteld: "Nu of nooit;

afschaffing der bureaucratie."

Daarin stelt hij vast dat er te veel wetten zijn die sterk vereenvoudigd kunen worden, hetgeen tot afneming van de overheidsbemoeienis een be- spraring op de uitgaven zal leiden.

. Welnu dan, waar wachten we eigen- lijk op? Toch. en dat moet worden gezL'gd. heeft enige toeneming van de overheidsuitgaven in de lijn der verwachtingen gelegen.

Het Nederlandse volk heeft zich nu eenmaal uitgesproken voor een po- litiek waarbij voor ieder van de wieg tot het graf wordt gezorgd. Verder kreeg de regering nog allerlei an- dere taken toegeschoven, zoals b.v.

de exportbevordering, maatregelen ter bevordering van wetenschap en techniek enz. enz.

Maar dat de uitgaven zouden stijgen in de mate waarin dat het geval is geweest, hebben waarschijnlijk wei- nigen kunnen bevroeden.

Vergelijking

Vergelijken wij eens het één of an- dere ministerie en een willekeurige zelfstandige bedrijfshuishouding. In een bedrijfshuishouding lopen er al- tijd mensen rond, economen noemen zij zich meestal, die hun hoogste idealen bereikt zien als ze ergens een kostenverlaging kunnen bewerk- stelligen. Dat ligt voor de hand, om- dat het dikwijls een eerste voor- waarde is voor een continue bloei van het bedrijf.

Ook op een ministerie zijn er econo- men te werk gesteld, maar hun men- taliteit is een totaal andere; Het voortbestaan van de overheidshuis- houding wordt in het geheel niet bedreigd als men er niet in slaagt de uitgaven omlaag te brengen en bovendien: welke functionaris kan er voor deze uitgaven verantwoor- delijk worden gesteld?

Neen déze economen hebben alleen respect voor zichzelf (en voor elkaar) als zij er binnen korte tijd in slagen

een afdeling op te bouwen, waarvan zij zichzelf tot chef kunnen uitroe- pen. Natuurlijk is er ook een aantal economen dat voortreffelijk werk verricht en kunnen dergelijke ge- vallen als uitwassen worden be- schouwd. Maar het feit dàt deze uit- wassen voorkomen is toch wel een veeg teken.

De conclusie die uit het vorenstaan- de kan worden getrokken, luidt voorzichtig geformuleerd als volgt:

in de overheidshuishouding is men er in het algemeen minder actief op uit om de kosten te doen verlagen dan in de particuliere bedrijfshuis- houding.

Blunders

Een tweetal recente blunders van het ministerie van sociale zaken moge dit onderstrepen. Per 1 mei is de zich ingenieur noemende admi- nistrateur N.W. uit B. eervol ont- slagen, nadat deze hoofdambtenaar een half jaar als hoofd van de afde- ling vakontwikkeling van het rijks- bureau op het departement van so- ciale zaken had rondgelopen. Hij voldeed in deze functie waarschijn- lijk vrij behoorlijk, want anders zou hij wel eerder zijn weggestuurd.

Door een toeval kwam men er ach- ter dat de man alleen in het bezit was van een smederijdiploma en dit betekende het einde van zijn ambte- lijke carrière.

Een beetje ironisch zou men er voor zichzelf aan kunnen toevoegen dat het ministerie er blijkbaar toch de voorkeur aan gaf een academicus aan te stellen op een post die ook door een smid-bankwerker kon wor- den ingenomen. Maar dat zal wel niet helemaal juist zijn.

Nog zo'n voorbeeld: onlangs bleek dat door hetzelfde ministerie een

Reorganisatie

Uit dit alles blijkt dat de overheid nogal zorgeloos, om niet te zeggen lichtzinnig, haar organisatie heeft opgebouwd.

En als vanzelf dringt het vermoe- den zich op dat hier een totale re- organisatie zou kunnen leiden tot vermindering van de bureaucratie en het uitgavenpeiL

Momenteel is men er over bezig de salarissen van alle ambtenaren te herzien. De lagere ambtenaren zou- den 6 pct. in hun salaris vooruitgaan en de hogere ambtenaren vanaf de rang van referendaris ongeveer 14 pct. Het is eveneens bekend dat het hogere personeel wordt onder- betaald; het lagere personeel daar- entegen wordt overbetaald. Het lijkt een reden temeer, om met spoed tot bovenbedoelde reorganisatie over te gaan. Een groot aantal (te dure) lagere ambtenaren kan dan worden ontslagen en dezen moeten trachten in het particuliere bedrijf werk te vinden.

Dat is ongetwijfeld een pijnlijk pro- ces waaraan vele problemen van praktische en sociale aard verbon- den zijn. Het lijkt echter de enige

manier om de overheidsuitgaven tot meer normale proporties terug te brengen.

En dan moet het ook zo gauw moge- lijk gebeuren, want als de conjunc- tuur terugloopt is ook het goede mo- ment voorbij.

AFDEI.JINGSNIEUWS

ZlTIDLAREN

Geaccumuleerde activiteit De afdeling kwam bijeen om haar oud-voorzitter E. Hoven te horen spreken over het onderwerp "Hoe komt het nieuwsblad tot stand en welke invloed heeft het op het le- zende publiek".

Op interessante wijze, opgefrist door

·enkele anecdotes, vertelde Evert hoe de krant nu precies in elkaar zit en hoe hij het nieuws ervoor bijeen probeert te zoeken.

Ook werd de jaarvergadering ge- houden. Het bestuur werd gewijzigd doordat enkele leden waren ver- trokken.

Het is thans als volgt samengesteld:

H. Karssens, voorz.; W. Boxen, secr.;

mej. A. Homan, penn.m. en mej. G.

Braams en W. Roelfsema, leden.

Voorts werd een bijeenkomst ver- zorgd door sprekers uit onze leden, n.l. A. Bolhuis, die sprak over de P.B.O.", .1. Sants, over "het vraag- stuk van de lonen en prijzen" en H.

Waindrich over "vrije tijdsbeste- ding". Bij de nabesprekingen werd nogal gediscussiëerd. Zoiets verdient wel navolging, omdat het vooral voor de inleiders, wel nuttig kan

zijn, dat ze zich in deze onderwer- pen \'erdiepen.

Op 3 jan. werd traditiegetrouw de .,Nijjoarsverziede" gehouden. Het programma bestond uit voordrach- ten, muziek, toneel en spelletjes, af- gewisseld door een dansje. Het was een avond zoals er maar weinig zul- len volgen in 1957. De rolletjes smaakten goed, de boerenjongens best en de stemming was geweldig.

ALBLASSERDAM EN OMSTREKEN

Nieuw bestuur Zaterdag 2 febr. kwam onze afde- ling bijeen met een tweedelig pro- gramma en wel: een eerste deel dat bestond uit een huishoudelijke ver- gadering, waarbij het moeilijke punt ter tafel kwam: bestuursver- kiezing. Na veel gezoek kwam dan voor dit jaar het volgende bestuur uit de bus: J. den Ouden (voorzitter), mej. A. Kooymans (secretaresse), N.

A. Koert {penningm.), mej. A. Caljé (lid) en N. v. d. Worp (lid).

Het tweede gedeelte bestond uit een lezing door de ons allen welbekende vriend F. A. Hoogendijk uit Gouda, over het onderwerp: "Wat is de J.O.V.D. en wat wil zij".

N.V. v/h

van Driel

&

van Om meren

MACHINEFABRIEK

voor het vervaardigen van hulpwerktuigen en onderdelen voor de scheepvaart, in staal en 'non~ferrometalen. Draaien, fraisen. plaat~ en bankwerk, autogeen, :electrisch en argon are laswerk.

Tel. 75225 - Charloissche Hoofd 37, Rotterdam, Tel. 77150

(4)

N.V. KATOENSPINNERIJ BAMSHOEVE

ENSCHEDE

Spinners en Twijners van katoenen

Weef- en Tricotgarens

m veelzijdige opmaak Kwaliteit 1{. B . . . de beste I

OVERTUIGEND LIBERALISME

Waarin de taak der jonge liberalen in de eerste plaats dient te bestaan

(Ingezonden)

Er zijn lieden, en zelfs binnen onze kring, die menen dat levensbeschou- wing een zaak is, die buiten het po- litieke vlak ligt, of althans behoort te liggen, en dat discussies daarover slechts de sfeer van het politieke leven vertroebelen.

Daartegenover zou ik willen stellen, dat het juist de beschouwelijke zijde van het liberalisme is waarin haar getuigende kracht ligt.

Het liberalisme moet echter om ge- tuigend te zijn, ook overtuigend zijn en dat kan het alleen door een basis, een fundament inhaerent aan zijn beschouwingen te maken.

Ik zie het als een persoonlijke uit- daging, dat velen vragen om een aanvaardbare maatschappijstruc- tuur, die het hoe en waarom bloot legt. Een overtuigend antwoord is naar ik meen, liberale noodzaak.

Een politieke keus sluit in, dat uit- gegaan wordt van een vrije keus.

Dit vooronderstelt kennis van en oordeel over de politieke stromingen.

Niemand zal mij betwisten als ik stel, dat het hiermee in Nederland droe\'ig gesteld is: eerlijke voorlich- ting door middel van pers en radio is een wezenskenmerk van elke democratie. Zolang er nog groepen zijn, die er belang bij hebben eigen (slechte) en anders (goede) eigen- schappen te verduisteren, zolang is de democratie in haar wezen aan- getast.

Is aan deze eerste voorwaarde vol- daan of althans bij benadering vol- daan, dan komt men dus als mensen - al of niet in groepsverband -

tegenover elkaar te staan en wordt samenwerking vereist.

Ook met deze ontmoeting van poli- tieke overtuigingen is het in Neder- land niet zo goed als veelal veron- dersteld wordt: het opdringen en.

wanneer mogelijk, opleggen V2!l

maatstaven door een - veelal holle - meerderheid is onverdraagzaam- heid en heeft met democratie niets te maken. Wil men tot een echte en vruchtbare samenwerking komen, dan zal men het allereerst eens moe- ten zijn over het fundament.

Dit fundament moet, naar mijn vaste overtuiging, zijn een vervlech- ting van en wisselwerking tussen christendom en humanisme.

Men kan de historische grondslag van Nederland als christelijk zien, zon- der nochtans de enorme invloed

van de Renaiscance te miskennen.

Het komt mij als onverdraagzaam voor, elkaar niet te erkennen als van fundamenteel belang.

Is het bedoelde fundament verwe- zenlijkt d.w.z. als humanisme en christendom niet meer in een koude oorlog leven - hetgeen geenszins een zouteloos compromis moet bete- kenen, maar een wederzijds aan- vaarden en respecteren - dan ligt de basis voor een, wat men pleegt te

nn~:~<>n, vrijzinnige democratie.

Deze ontstaat of bestaat niet van- zelf, maar moet gebouwd en verde- digd worden door er aan te blijven bouwen. Hier ligt een belangrijk verschil met oudere liberale opvat- tingen.

Overigens is de term "vrijzinnige democratie" onjuist, omdat elke democratie in wezen vrijzinnig is.

Vrijzinnig is m.i. nl. de aanduiding van een geestesgesteldheid, die de mens erkent als hoger te staan dan elk dogma en haar daardoor wezen- lijke macht en verantwoordelijkheid toekent. Absoluut godsgezang, abso- luut staatsgezag of absoluut volks- gezag, waarnaar de mens slechts heeft te luisteren zijn haar vreemd.

Vrijzinnigheid sluit in een samen- spraak tussen mens en leiding en dit resulteert op politiek terrein tot demoera tie.

Het behoeft geen betoog, dat voor een dergelijke geestesgesteldheid in- nerlijke vl'ijheid een eerste vereiste is: juist deze innerlijke vrijheid sta- biliseert de verhouding van mens tegenover leiding.

Deze innerlijke vrijheid voorondPt'- stelt uiterlijke staatkundige \Ti.i- heid. Salvador de Madariaga schrijft hierover: "De vrijheid is een voor- waarde, voortkomend uit 's mensen waardigheid; zij is een noodzaak voortkomend uit 's mensen onwaar- digheid. Het vermogen van de mens de gecompliceerdheid van het leven te omvatten is zo gering, dat hij de gelegenheid moet hebben zich te vergissen en daaruit lering te trek- ken". Ieder mens heeft dus in begin- sel een eigen verantwoordelijkheid.

voortkomend uit zijn wezenlijke vrijheid. Wordt deze vrijheid de mens ontnomen, dan maakt men hem afhankelijk en bouwt men een samenleving op een idee en niet meer op de mens. Hierin schuilt de grote d:ei~ing v~~n k;1tholici!::rr1c. so- cialisme en andere staatsideologiën.

In de hierboven gevonden vrijheid en verantwoordelijkheid samen, ligt het sociale element besloten: sociale gerechtigheid vindt zijn kern en oorsprong in de mens zelf. "Is het alleen maar de vraag, wat het volk of de meerderheid wil, dan vervalt de vraag naar hetgeen recht, waar, goed en uitvoerbaar is", schreef Thorbecke reeds honderd jaar ge- leden.

Een maatschappij en een staat op deze beginselen gebouwd is, naar ik meen, de meest wenselijke èn ... . enig mogelijke.

Hiermee staan we tegenover twee andere, ons vijandige groepen: ener- zijds zij, die de staat verheerlijken en anderzijds, als reactie, zij die minachting hebben voor alles wat de staat betreft. Dit zijn de vijanden, die we als liberalen hebben te be- strijden.

De tweede is daarvan de gevaarlijk- ste, omdat ze onzichtbaar is en om- dat zij in onze gelederen kan door-

Rotterd. Werktuigen- en Machinefabriek "WEESIE"

Machinale bewerking - Constructiewerk

Autog.-Eiectr. en Argon-Are lassen Apparatenbouw Leidingwerk

HOOFDWEG 95-99 TEL. 22577 ROTTERDAM

P. KOUTSTAAL

BOLNES ~ Ringdijk 540 - Telefoon K 1896 - 598

Scheepstimmerwerk

Isolatie en betimmering van Koelruimen en Koelhuizen

rH-;U H-;U,

I

I I I I I I I I

I I I I I I

Onze bankserv<ce staat ter beschik·

I

king van de Nederlandse zakenman,

I

die prijs stelt op een vlotte en juiste behandeling van zijn belangen.

I

waar ook ter wereld.

I I

Ook voor U: de

HBU J I I

HOLLANDSCHE BANK-UNIE N.V.

I

L ..:ST::: D::G ::R:. .J

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Een deel van de afvoer die verzameld wordt in Salland stroomt in deze situatie dus niet meer door de Weteringen naar het Zwarte Water maar het achterliggende gebied in.. De hoogte van

Er wordt een lid toegevoegd, luidende: de gemeenteraad kan gevallen van activiteiten aanwijzen waarin participatie van en overleg met derden verplicht is voordat een aanvraag om

Wettelijk verandert er niet heel veel, maar er komt meer ruimte voor initiatieven en lokale afwegingen. Om lokale afwegingen te kunnen maken, moet je de lokale belangen

om zelf mee te kunnen denken, praten en

In Estland bleek voor D66 vooral het contact met de Estse liberaal-democra- ten interessant. De Estse minister van onderwijs en cultuur Rummo is hun voorzitter. Hij is de

Hoe verwarrcnd moet het voor de confessionele kiezcr niet zijn, wanneer hij zijn partij afwisselend met andere partijen van verschiilende signatuur ziet

kan ertoe bijdragen dat een staatkundige, maatschappelijke en culturele structuur ontstaat, die werkelijke garanties biedt, ook voor economische en financiële

Responsible disclosure binnen de ICT-wereld is het op een verantwoorde wijze en in gezamenlijkheid tussen melder en organisatie openbaar maken van ICT-kwetsbaarheden op basis van