• No results found

In het oorspronkelijke methodebesluit heeft de Raad besloten om de kosten voor decentrale invoeding mee te nemen in de waardering van de afzet van de netbeheerders

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "In het oorspronkelijke methodebesluit heeft de Raad besloten om de kosten voor decentrale invoeding mee te nemen in de waardering van de afzet van de netbeheerders"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Hét kenniscentrum en dé belangenbehartiger voor zakelijke energie- en watergebruikers Houttuinlaan 8

3447 GM WOERDEN

Telefoon Telefax E-mail Internet

0348 48 43 50 0348 48 43 90 desk@vemw.nl www.vemw.nl

ING

ABN-AMRO Bank KvK Utrecht

49 24 24 55 14 08 340 30 14 70 22 Nederlandse Mededingingsautoriteit

Raad van Bestuur Postbus 16326 2500 BH DEN HAAG

Woerden : 19 april 2012

onze ref. : 12201b8/ HG-fvdv doorkiesnr. : 0348 48 43 55 e-mail : fvdv@vemw.nl uw ref. : Zaaknummer: 103899

onderwerp : Zienswijze wijziging methodebesluit regionale netbeheerders elektriciteit vijfde reguleringsperiode

Geachte leden van de Raad van Bestuur,

In de Staatscourant van 9 maart 2012 nummer 4700 stelt de Raad van Bestuur van de NMa (hierna: de Raad) belanghebbenden in de gelegenheid te reageren op de wijziging van het methodebesluit regionale netbeheerders elektriciteit vijfde reguleringsperiode,alvorens de Raad een definitief besluit zal nemen. Van de geboden gelegenheid tot het geven van een reactie maakt VEMW graag gebruik.

VEMW is van mening dat het voorgenomen besluit tot wijziging van het methodebesluit voor regionale netbeheerders in strijd is met de Elektriciteitswet 1998 (hierna: de Wet). Hieronder zal VEMW deze strijdigheid met de Wet in stappen uiteenzetten.

In het oorspronkelijke methodebesluit heeft de Raad besloten om de kosten voor decentrale invoeding mee te nemen in de waardering van de afzet van de netbeheerders; de samengestelde output (SO). Het College van het Beroep voor het Bedrijfsleven (hierna CBb) heeft in haar tussenuitspraak van 16 december 2011 aangegeven dat het meenemen van de kosten voor decentrale invoeding via de SO in strijd is met de Wet. Het CBb heeft de Raad dan ook verzocht om de SO opnieuw vast te stellen. Daarnaast heeft het CBb de Raad verzocht om na te gaan of de kosten voor decentrale invoeding als objectiveerbaar regionaal verschil (ORV) zouden kunnen worden aangemerkt.

Uit het ontwerpmethodebesluit blijkt dat de Raad concludeert dat de kosten voor decentrale invoeding niet kunnen worden beschouwd als ORV. VEMW deelt de mening van de Raad.

Vervolgens blijkt uit het ontwerpmethodebesluit dat de Raad voornemens is om de kosten die worden veroorzaakt door decentrale invoeding te beschouwen als reguliere economische kosten.

(2)

12201b08 19 april 2012 Blad 2 van 2 VEMW is van mening dat de Wet evenmin ruimte biedt om de specifieke extra kosten als gevolg van invoeding mee te nemen als reguliere economische kosten. Op basis van artikel 41b lid 1 onder a van de Elektriciteitswet 1998 moeten kosten namelijk worden toegerekend aan de tariefdragers betreffende de diensten die de kosten veroorzaken. Het CBb concludeert in de tussenuitspraak dat invoeding gezien moet worden als een aparte dienst waar een afnemer gebruikt van maakt. Het opvoeren van kosten die direct zijn toe te rekenen aan decentrale invoeding van elektriciteit is volgens het CBb niet toegestaan bij de berekening van tariefdragers die betrekking hebben of de ontvangst van elektriciteit.

Naar de mening van VEMW is de tussenuitspraak van het CBb daarmee duidelijk; de huidige Wet biedt geen ruimte om de kosten voor decentrale invoeding mee te nemen in de berekening van de SO of in de berekening van de reguliere economische kosten. De raad concludeert zelf dat decentrale invoeding niet gezien kan worden als ORV. Bovenstaande leidt tot de conclusie dat het niet mogelijk is om de kosten van decentrale invoeding mee te nemen bij de berekening van de tarieven die de regionale netbeheerders mogen innen bij afnemers van elektriciteit.

Afsluitend wil VEMW opmerken dat de huidige situatie waarbij de kosten voor het elektriciteitsnet enkel worden betaald door de gebruikers van elektriciteit onhoudbaar is geworden. Het moge duidelijk zijn dat vanuit het principe van kostenveroorzaking producenten moeten betalen voor transportkosten. De tussenuitspraak van het CBb op 16 december 2011 bevestigt deze visie. Op basis van artikel 41b lid 1 onder a van de Elektriciteitswet 1998 moeten kosten worden toegerekend aan de tariefdragers betreffende de diensten die de kosten veroorzaken. Een tariefdrager voor invoeding op alle netvlakken is daarom de oplossing voor het eerlijker verdelen van de netkosten én de enige mogelijkheid om netbeheerders te vergoeden voor de kosten van invoeding.

Wij vertrouwen erop u met onze zienswijze voldoende te hebben geïnformeerd en gaan ervan uit dat u deze nadrukkelijk onderdeel laat zijn van de besluitvorming van de Raad.

Vanzelfsprekend zijn wij desgewenst beschikbaar voor het verschaffen van een nadere (mondelinge) toelichting.

Hoogachtend, w.g.

dr. H. Grünfeld Algemeen directeur

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

Op donderdag 19 en vrijdag 20 september organiseren de leerlingen van 6 Toerisme een tweedaagse uitstap naar Zichem.. We spreken om 8.10 u af bij de Panos aan het station

De inhoud van de enquête dient in nauw overleg met het onderwijsveld tot stand te komen, zodoende deze zowel voor de voorlichting richting aankomend studenten als de

Voor sommige instrumenten zijn voldoende alternatieven – zo hoeft een beperkt aantal mondelinge vragen in de meeste gevallen niet te betekenen dat raadsleden niet aan hun

Deze middelen worden ingezet voor het integreren van de sociale pijler (onder andere wonen – welzijn – zorg) in het beleid voor stedelijke vernieuwing en voor

Uit het onderhavige onderzoek blijkt dat veel organisaties in de quartaire sector brieven registreren (van 51% in het onderwijs tot 100% of bijna 100% in iedere sector in het

2) Enkele grondwetsbepalingen staan delegatie niet toe; dan is dus experimenteren bij lager voorschrift niet toegestaan. 3) Is delegatie in concreto mogelijk, dan is, als niet aan

[r]