Groningen, 19 september 2019
Schriftelijke vragen ex art. 38 RvO aan het college van B en W Betreffende: Aangifte zedendelict
Geacht college,
In 2015 was Groningen door publicaties van columnist en verslaggever Rosa Timmer uitgebreid in het nieuws. Rosa Timmer uitte haar grote bezwaren tegen de bedenktijd die vrouwen gegeven werd wanneer zij melding willen doen van een zedendelict. Deze procedure van bedenktijd is vervolgens aangepast. Bedenktijd moet nog steeds als optie aangeboden worden maar direct aangifte doen is vanaf 2015 mogelijk. Ditzelfde geldt voor vervolging zonder aangifte mocht de kans op herhaling aanwezig zijn.
Vlak voor de zomer van dit jaar bleek er in Groningen echter weer een slachtoffer naar huis gestuurd te zijn voor bedenktijd terwijl zij aangifte wilde doen van een verkrachting. Advocate Poortman heeft over deze afhandeling de pers gezocht en een podcast gepubliceerd.
https://www.dvhn.nl/groningen/Groningse-advocate-Politie-laat-verdachten-van-brute- verkrachting-lopen-24635060.html
D66 heeft over bovenstaande contact opgenomen met de politie in Groningen. Een samenvatting van de reactie die wij kregen:
• Bedenktijd wordt aangeboden; mede omdat de mogelijke dader een bekende kan zijn (bijvoorbeeld bij incest) en vervolging door het OM zeer ingrijpend kan zijn.
• Als het slachtoffer direct aangifte wil doen dan moet dit theoretisch kunnen maar lukt (soms) niet wegens gebrek aan capaciteit en/of geen ruimte in de planning.
De landelijke website van de politie geeft de volgende informatie als het gaat om het doen van aangifte:
https://www.politie.nl/themas/seksueel-misbruik.html#alinea-title-wat-bespreekt-de-politie-met-u- bij-het-informatieve-gesprek
Onder het onderdeel ‘bedenktijd’ staat het volgende:
Bedenktijd
Als u wilt, krijgt u na het informatieve gesprek bedenktijd. Met de zedenrechercheurs spreekt u dan af wanneer u laat weten wat uw besluit is: aangifte doen of melden. Een zedendelict is heel heftig voor slachtoffers en hun naasten. Helaas zijn er ook mensen die bewust onjuist aangifte doen, waarbij een ander wordt beschuldigd van seksueel misbruik. Dit kan grote gevolgen hebben voor de beschuldigde. Zedenrechercheurs melden daarom in het gesprek ook altijd dat het strafbaar is om een valse aangifte te doen.
D66 vindt dat elk slachtoffer het recht heeft op aangifte en dat capaciteits- en/of
planningsproblemen hierin geen belemmering mogen zijn. Daarnaast is D66 ervan overtuigd dat zedenrechercheurs dusdanig kundig zijn dat ze tijdens het eerste gesprek zouden moeten kunnen inschatten of een aangifte terecht is of niet. Het doen van aangifte van een zedendelict is een enorme stap. Teksten met betrekking tot onjuiste aangiften en strafbaarheid werken ons inziens belemmerend waar het gaat om laagdrempeligheid.
D66 stelt daarom de volgende vragen:
1. Is het college op de hoogte van de procedure met betrekking tot ‘aangifte zedendelict’?
2. Is het college op de hoogte van de zaak die advocate Poortman vlak voor de zomer in het nieuws gebracht heeft?
3. Wat vindt u van de reactie van de politie Groningen op de vragen van D66 m.b.t. afhandeling zedendelict aangiftes?
4. Is het college het met D66 eens dat ieder slachtoffer van een zedendelict aangifte moet kunnen doen?
• Dat capaciteits- en/of planningsproblemen hier bovendien geen belemmering voor mogen zijn?
• Dat dit wellicht een andere prioritering van werkzaamheden zou kunnen betekenen?
Zo nee, waarom niet?
5. Vindt het college ook dat een aangifte als het gaat om zedendelicten laagdrempelig zou moeten zijn?
D66
Wieke Paulusma Berndt Benjamins