VERSLAG Algemene raadscommissie van 23 september 2009
Agendapunt A 1: Opening
Aanwezig Commissieleden:
De heren Groot, Apeldoorn en Zwart (CDA); Kraakman, Maarsse, Hogendoorn, (BOBBes): van der Leij (Pvda); Roem, Meedendorp (VVD); de Jong ( de Jong);
Hietbrink (GL); Bijl, Haring en mevrouw Luttik –Swart (GB);
mevrouw de Ruiter en de heer van Hall (D66).
Voorzitter:
De heer Schiering
Collegeleden:
De heer Mesu
Commissiegriffier:
De heer Kooiman
Agendapunt A 2: Onderwerp Bespreking voortgang proces Bergermeer Gasopslag
Opmerkingen2
Uitgangspunten fracties in eerste instantie:
D66: Op basis huidige stand van zaken, gezien onjuiste keuze voor Bergen, een met zeer veel risico’s, gasopslag in Bergen afwijzen.
BOBbes: Eerst second opinion afwachten om keuze te kunnen maken, voorkeurvariant puttenlocatie Lotereijlanden gezien de méér overlast die het MOBcomplex als locatie met zich meebrengt tijdens de bouw.
VVD: Eerst second opinion afwachten om keuze te kunnen maken.
GL: Eerst second opinion afwachten om keuze te kunnen maken, maar een nee bij de aanwijzing voor de Loterijlanden, als het dan moet keuze voor 3: installatie Boekelermeer, putten op het MOB complex.
GB: MOB en Loterijlanden liggen zo dicht bijelkaar dat overlast / risico’s dezelfde zijn, beiden afwijzen, mede aangezien een landelijk MER niet heeft aangetoond dat Bergen de meest in aanmerking komende locatie is.
CDA: Eerst second opinion afwachten om keuze te kunnen maken
PvdA: Eerst second opinion afwachten om keuze te kunnen maken, slechte onderbouwing keuze voor Bergen.
- 2 -
In zijn algemeenheid wordt het fenomeen ‘gasopslag’ niet afgewezen. De wijze waarop de keuze voor Bergen tot stand is gekomen, de wijze waarop de locaties in Bergen zijn afgewogen, de wijze waarop de risico’s en de mogelijke schade met vergoedingen worden afgedaan, leveren de weerstand op.
Aanvullende vragen:
PvdA: waarom keuze voor deze locatie, is er sprake van nu al achterhaalde technieken.
Minister vragen naar een rapportage over de beschikbare gaslocaties in Nederland voor opslag. Welke rol heeft Tweede Kamer bij het handelen van de minister bij het toepassen van de Rijkscoördinatieregeling.
GL: kan nr. 4: Putten én installatie op het MOB complex zonder (aanvullende) MER en is het technisch en juridisch mogelijk.
GB: kan zonder landelijke MER voor locaties in Nederland, er wel in Bergen voor de
verschillende locatie gekozen worden. Hoe zit het met eerdere vergunningverlening uit 2005, 2006 en 2007, heeft het ministerie het college wel voldoende geïnformeerd en het college de raad.
CDA: zelfde vraag over nr 4 GL; mis scenario 2a of zeg 5: installatie MOBcomplex, putten Loterijlanden
VVD: welke invloed kunnen we nog uitoefenen in de diverse scenario’s.
De Jong: welke opbrengsten voor Bergen, ook leges.
BOBbes en GB twijfelen aan de kwalificatie meest milieuvriendelijke alternatief (MMA) voor scenario 3.
Ook is er gevraagd naar compenserende maatregelen
T: er wordt uitgezocht of de installatie op het MOB complex wettelijk is uitgesloten.
T: er wordt nagegaan wat de rol van de Tweede Kamers is in dit dossier.
Reactie wethouder Mesu.
De minister sluit een landelijk MER uit, er is reeds gevraagd waarom dat is. Het is het college niet duidelijk of en welke invloed de Tweede Kamer op het handelen van de minister in deze heeft.
Over de eerdere vergunningverlening is het college niet anders dan door de openbare
publicaties geïnformeerd, door ingebrachte zienswijzen van derden in 2007 heeft het college ook zienswijzen ingediend en is de raadscommisie erover geïnformeerd. Ten tijde van die toenmalige vergunningverlening is het belang van de zaak nog niet door college en raad onderkend. Legesopbrengsten zijn rond de ton.
MMA is uitkkomst van de MER, niet de keuze van het college of Taqa.
Het proces is nog niet zover dat er al gsproken wordt ( kan worden) over compenserende maatregelen.
Lijn college: uitslag second opinion afwachten of locatiekeuze voor Bergen stand houdt, als minister aanwijst komt scenario 3 : putten MOB complex, installatie Boekelermeer, het meest milieuvriendelijk alternatief, in beeld.
Uitgangspunten fracties:
GL, CDA en VVD kunnen zich in deze lijn vinden, immers besloten is er nog niets.
PvdA houdt zonder een landelijke MER een nee op elke keuze van de minister voor mogelijk.
Voor D66, GB, de Jong, BOBBes komt de puttenlocatie Loterijlanden in beeld, omdat er bij een aanwijzing richting MOBcomplex het risico zeer groot is dat alles (scenario’s 4 en 5) in Bergen komt, BOBbes wil als voorwaarde dat het MOBcomplex gesaneerd wordt opgeleverd en terug gaat naar de natuur. Ook bij deze fracties geldt: het is een denklijn, geen besluit tot.
Conclusie:
De raad spreekt zich vooraf niet uit over locatiekeuze, mogelijke reacties en dergelijk, wel wordt duidelijk dat een aanwijzing waarbij zowel de installatie als putten op de
Bergenselocaties gesitueerd worden het meest onwenselijke aternatief is.
- 3 - Afspraken:
de griffier schrijft namens de fracties in de raad / het presidium, een brief met aanvullende vragen aan de minister, zij juicht dat toe om juist in contact met de locale problematiek te blijven. De fracties dienen hun vragen in bij de griffier.
De fractie benaderen ook hun Tweede Kamerfracties met deze vragen, wellicht kunnen die ook de vragen voor hen stellen.
2. Stemming, toezeggingen en opmerkingen