• No results found

Geachte leden van de Commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Geachte leden van de Commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, "

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Koningin Wilhelminalaan 5 | 3527 LA Utrecht Postbus 2758 | 3500 GT Utrecht

T 030 - 233 23 37 | info@divosa.nl

NL75 INGB 0000 194416 | KvK 40532318 Midden Nederland

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vaste Kamercommissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid T.a.v. de heer M. Esmeijer (griffier)

Postbus 20018 2500 EA Den Haag

per mail verstuurd aan: cie.szw@tweedekamer.nl

Onze referentie: 170016

Datum:

26 januari 2017

Onderwerp: Algemeen Overleg over inburgering en integratie

Van: Lucienne Middelhof | T 06-20367128 | E lmiddelhof@divosa.nl

Geachte leden van de Commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Donderdag 2 februari aanstaande debatteert u met minister Asscher over inburgering en integratie.

Als vereniging voor gemeentelijk leidinggevenden in het sociaal domein heeft Divosa zicht op de uitvoeringspraktijk. Vanuit deze praktijk willen we u laten weten dat onze leden zich zorgen maken over de inburgering en integratie van statushouders in hun gemeenten. Zorgen die worden

onderschreven door het Algemene Rekenkamerrapport ‘De eerste resultaten van de wet Inburgering 2013’ dat afgelopen dinsdag naar de Tweede Kamer is gestuurd. Om de inburgering en participatie van vluchtelingen te verbeteren willen we u namens onze leden vragen om de regie rond inburgering en integratie weer bij gemeenten neer te leggen. Dit verzoek strookt met het standpunt van de VNG.

Hoe?

Gemeenten voelen zich verantwoordelijk voor het welzijn en de participatie van al hun burgers. Als een statushouder zich als nieuwe inwoner bij een gemeente meldt, heeft deze ondersteuning nodig op diverse levensterreinen zoals wonen, onderwijs, welzijn en werk. Hoe eerder een gemeente deze verschillende terreinen in beeld heeft, hoe beter een gemeente een samenhangend aanbod kan bieden. Pas met zo’n samenhangend aanbod kan een statushouder zich maatschappelijk echt wortelen. Immers, als je ergens nieuw komt wonen, wil je je zo snel mogelijk gekend en erkend weten. Dit kan het beste met een integrale aanpak en niet, zoals in het verleden, een parallelle aanpak. Een voordeel van een integrale aanpak is bovendien dat eventuele problemen sneller herkend en aangepakt kunnen worden.

Omdat de meeste statushouders in eerste instantie onder de Participatiewet vallen, heeft de gemeente de regierol op het gebied van werk en inkomen. Om een integrale aanpak rond inburgering en

integratie te kunnen bieden hebben gemeenten het volgende nodig:

 Zicht op de start en voortgang van het inburgeringstraject van de nieuwkomer om hier een adviserende rol in te kunnen spelen.

 Inzicht in de kwaliteit van taal- en onderwijsaanbieders in de regio.

 Een sturende rol bij een passend aanbod voor inburgeraars, gericht op echte participatie in de lokale samenleving en niet enkel om een inburgeringsexamen te halen.

 Een verantwoordelijkheidsverdeling tussen Rijk, gemeenten en statushouders die ten dienste staat van het bereiken van het gezamenlijke einddoel van integratie en participatie.

Huidige realiteit

In de brief van minister Asscher aan de Tweede Kamer d.d. 11 oktober j.l. over inburgering (kenmerk 32824-161) staat een analyse van de knelpunten rondom inburgering naar aanleiding van de

tegenvallende resultaten; in oktober 2016 was slechts 49 procent van de statushouders binnen de

(2)

gestelde termijn geslaagd voor het inburgeringsexamen. Het ministerie van Sociale Zaken en

Werkgelegenheid (SZW) stelt dat de ingezette maatregelen zoals het toevoegen van maatschappelijke begeleiding en de participatieverklaring aan de Wet Inburgering en de Taaleis in de Participatiewet voldoende zijn. Gezien de praktijkervaringen van gemeenten, ziet Divosa dit anders.

Voorbeelden van geslaagde integratie en participatie, zoals de aanpak in Leiden en die in Amsterdam laten een aantal succesfactoren zien die ook door wetenschappelijk onderzoek worden onderschreven (WRR policy brief 4).

Gebleken succesfactoren voor integratie en participatie

1) Er is intensieve begeleiding van statushouders nodig in het begin van een traject. Zo kan het niveau van iemand goed worden bepaald wat resulteert in een gericht advies voor een vervolgtraject.

2) Ook na de start is monitoring nodig op de voortgang.

3) Inburgering moet onderdeel zijn van een breder participatietraject. Inburgeren is geen doel op zich, iemand wil uiteindelijk zelfstandig participeren in de samenleving, het liefst via werk.

Het is effectief om dit in te bedden in een integraal traject van begeleiding naar werk en onderwijs.

Een intensiever traject kan hiermee korter worden, waarmee de kosten ervan dalen en het maatschappelijk rendement stijgt.

Integrale aanpak

Als we statushouders goed willen laten integreren, dan is het belangrijk dat zij volledig kunnen participeren en zo economisch zelfstandig kunnen worden. Een integrale aanpak, vergroten van leefbaarheid, terugdringen van de zorgvoorzieningen en uitkeringen staan hierbij voorop. Veel van de instrumenten die hierbij kunnen worden ingezet horen al bij de taken en verantwoordelijkheden van gemeenten. Te denken valt aan de participatieverklaring, aanpak van laaggeletterdheid en de Wet Taaleis. Om een integrale aanpak te kunnen bieden zou het dan ook logisch zijn dat sturing op taal en inburgering bij gemeenten komt te liggen. Nu dit niet het geval is, merken gemeenten dat

bijvoorbeeld de doorstroming van Internationale Schakelklas (ISK) naar MBO-onderwijs moeizaam verloopt omdat er verschillende partijen en dus verschillende belangen mee gemoeid zijn. Gemeenten kunnen hier een intermediaire rol vervullen vanuit het belang van de statushouder.

Divosa is blij dat minister Asscher het Project Screening en Matching mogelijk heeft gemaakt. Met dit project kunnen we stappen zetten richting de integrale aanpak die we hier bepleiten. Door bij

statushouders vroeg informatie op te vragen over onderwijs- en arbeidsverleden, zorgen we samen met COA voor een snelle koppeling en inbedding in de juiste arbeidsregio. We zien dit project dan ook als een eerste stap in de goede richting.

De volgende stap

Nu willen we u vragen de volgende stap te zetten: geef de regie rond inburgering aan gemeenten.

Alleen zo kunnen zij statushouders een kans geven om écht te wortelen en mee te kunnen doen.

Vanzelfsprekend zijn wij graag bereid tot een nadere toelichting.

Met vriendelijke groet, Divosa

Erik Dannenberg Alexandra Bartelds

voorzitter directeur

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Agendapunt: Antwoorden op vragen commissie over de Werkagenda Verdere Integratie op de Arbeidsmarkt (VIA) (Kamerstuk 29544-1085) Zaak: Brief regering - minister van Sociale Zaken

arbeidsmarkt kunnen opvullen; benadrukt dat er ook behoefte is aan gereguleerde arbeidsmigratie, waaronder tijdelijke arbeidsmigratie, waarbij niet alleen wordt gekeken naar

Besluit: De commissie besluit tot het voeren van een breder debat over arbeidsmigratie als het rapport van de Tijdelijke Commissie Lessen uit recente arbeidsmigratie (TC LURA)

verzoekt de Commissie en de lidstaten om in het kader van de strategie de synergie tussen wetenschappelijk en technologisch onderzoek enerzijds, met name ten aanzien van nieuwe

We hebben heldere uitgangspunten en weten waar we voor willen blijven staan: plukjes geluk voor cliënten en hun naasten, voor medewerkers en vrijwilligers.. En dat op een manier

Een centrum waar kennis en expertise wordt samengebracht Een vraagbaak voor het reguliere onderwijs.. Een kans om te vernieuwen en

benadrukt dat de sector van de offshore- olie- en -gasactiviteiten zeer grote risico's met zich meebrengt voor de gezondheid en de veiligheid van werknemers vanwege de soms

Als de ontwikkelaar of aannemer deze extra investeringskosten toch als een risico ziet, dan kan gekozen worden voor een ESCo (Energy Service Company; een bedrijf waaraan