• No results found

Weergave van Van Amsterdam naar Berbice; Koloniale bestuursgebouwen als nieuwe ontwerpopdracht voor Abraham van der Hart

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Weergave van Van Amsterdam naar Berbice; Koloniale bestuursgebouwen als nieuwe ontwerpopdracht voor Abraham van der Hart"

Copied!
12
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Van Amsterdam naar Berbice.

Koloniale b e s t u u r s g e b o u w e n als nieuwe o n t w e r p o p d r a c h t voor A b r a h a m v a n d e r H a r t

Lex Bosman

De eerste jaren van de lange loopbaan van A b r a h a m van der Hart als architect in dienst van de stad A m s t e r d a m laten al direct een opmerkelijke activiteit zien in zijn positie als archi­

tect van grote g e b o u w e n en g e b o u w e n c o m p l e x e n . Nog in het­

zelfde j a a r van zijn aanstelling, in 1777, inspecteerde hij het N i e u w e W e r k h u i s , dat aan de IJgracht (de t e g e n w o o r d i g e P r i n s H e n d r i k k a d e ) g e v e s t i g d w a s . D o o r de o n t z e t t e n d beroerde situatie waarin hij het g e b o u w van deze instelling aantrof en w a a r o v e r hij terstond aan de stedelijke overheid rapporteerde, k w a m er een procedure op gang die zou leiden tot de b o u w van een nieuw en meer geschikt g e b o u w voor het N i e u w e Werkhuis. In januari 1779 werd door de vroedschap het besluit tot n i e u w b o u w g e n o m e n en eind 1782 w a s het g e b o u w in de t e g e n w o o r d i g e Roetersstraat gereed.

1

In deze periode van ongeveer vijf j a a r sinds het eerste idee uit 1777 is Van der Hart bezig geweest met alle onderdelen van het ont­

w e r p , zowel wat betreft de architectuur van het grote, recht­

h o e k i g e g e b o u w e n c o m p l e x , als wat betreft de t a m e l i j k g e c o m p l i c e e r d e infrastructuur ervan. De keuze van de locatie waar het g e b o u w zou moeten k o m e n w a s voor Van der Hart een belangrijke kwestie, waarbij zijn opvattingen en die van het stadsbestuur niet steeds met elkaar overeen k w a m e n . In vrijwel dezelfde periode werkte hij ook aan de verschillende ontwerpen voor het M a a g d e n h u i s o p het Spui, dat geen stede­

lijke opdracht was maar waarbij Van der Hart naast zijn func­

tie als stadsarchitect b e t r o k k e n w a s . Het is van b e l a n g dit onderscheid te m a k e n , o m d a t het onderstreept hoe actief de b o u w m e e s t e r was. Aangezien er uit 1780 een blad bewaard is w a a r o p Van der Hart het interieur van de kerk tekende die in het complex van het rooms-katholieke m e i s j e s w e e s h u i s , het M a a g d e n h u i s , zou worden gebouwd, is het waarschijnlijk dat hij in 1779 met de eerste ontwerpen voor het nieuwe g e b o u w is begonnen, hetzelfde j a a r dat o p verschillende van de teke­

ningen voor het N i e u w e Werkhuis staat. O n d e r andere door­

dat er n o g panden moesten worden aangekocht om het b o u w ­ terrein voor het M a a g d e n h u i s bij het Spui voldoende omvang te geven nadat besloten was een groot, L-vormig g e b o u w e n ­ complex te gaan realiseren, verliep het o n t w e r p - en b o u w p r o ­ ces met horten en stoten. Na een eerste fase waarin de hoofd­

vleugel aan het Spui en de vleugel in de Voetboogstraat waren ontworpen, werd in 1783 tot een uitbreiding van het gehele g e b o u w besloten d o o r t o e v o e g i n g van een zijvleugel in de

Handboogstraat en de achtervleugel, zodat een onregelmatige r e c h t h o e k zou o n t s t a a n . U i t e i n d e l i j k werd het g e b o u w in

1787 voltooid. Het M a a g d e n h u i s w a s met een i n h o u d van 2 6 . 0 0 0 m

3

w e l i s w a a r kleiner dan het N i e u w e W e r k h u i s dat een inhoud van 50.000 m

3

bezat, m a a r aan het water van het Spui toonde dit niet geringe g e b o u w toch zeer fors (afb. I ) .

2

Architectonisch waren beide projecten veeleisende en uitda­

gende opdrachten, bovendien van zeer forse o m v a n g , voor de j o n g e s t a d s a r c h i t e c t , w a a r b i j het o n d e r b r e n g e n van g r o t e groepen mensen een gemeenschappelijk uitgangspunt vorm­

de. Daarnaast was de scheiding van mannen en vrouwen, en van onvrijwillig en vrijwillig in het N i e u w e Werkhuis onder­

gebrachte m e n s e n een c o m p l e x e opgave die bij het M a a g d e n ­ huis geheel anders was. Daar waren de logistieke voorzienin­

gen van slaap- en eetruimtes wel vergelijkbaar met die van het Werkhuis, m a a r bovendien moest er ook onder m e e r een katholieke kerk in het g e b o u w worden ondergebracht. Vanaf 1779 zal Van der Hart aan b e i d e projecten tegelijk h e b b e n gewerkt, naast ander werk w a a r m e e hij als stadsarchitect te maken kreeg. Dat betrof o n d e r m e e r de n i e u w b o u w van de k o s t e r s w o n i n g van de W e s t e r k e r k , de v e r b o u w i n g van de

m

Afb. I Amsterdam. Abraham van der Hart, Maagdenhuis op hel Spui (foto L. Bosman).

P A G I N A ' S

212-223

(2)

w o n i n g van de rector van de Latijnse School aan het Singel en een aanbouw aan de vleeshal aan de Oude/.ijds Voorburg- wal.

B e r b i c e

Vanaf het najaar 1779 was A b r a h a m van der Hart echter ook n o g bij een ander groot project betrokken, dat niet in Amster- d a m gerealiseerd zou moeten worden maar in de toenmalige N e d e r l a n d s e kolonie Berbice, in het t e g e n w o o r d i g e G u y a n a in Z u i d - A m e r i k a .

3

Het betrof de n i e u w b o u w van een gouver- n e m e n t s g e b o u w waarin verschillende personen en ook uiteen- l o p e n d e functies z o u d e n w o r d e n g e h u i s v e s t . K a n t o r e n en werkruimtes voor b e a m b t e n , m a a r ook opslagruimtes en pri- vé-verblijven en - w o n i n g e n zouden in dit g e b o u w e n c o m p l e x o n d e r d a k m o e t e n v i n d e n . Het b e h e e r en b e s t u u r van d e z e kolonie was opgedragen aan de in 1720 opgerichte Sociëteit van Berbice, w a a r v a n de directie in A m s t e r d a m gevestigd was. In de kringen van de A m s t e r d a m s e patriciërs en kooplie- den werden de directeuren geworven, zodat behalve de wereld van de handel ook de bestuurlijke connecties aanwezig waren, bijvoorbeeld doordat in 1722 besloten werd de A m s t e r d a m s e pensionaris Willem Buys als directeur uit te nodigen. Daar- mee bezat de directie dan een toegang tot de Staten-Generaal, hetgeen voor een koloniale organisatie natuurlijk van groot b e l a n g kon zijn voor de politieke a f s t e m m i n g en militaire o n d e r s t e u n i n g . Sindsdien v o l g d e n a n d e r e p e n s i o n a r i s s e n in de directie: J a c o b de la B a s s e c o u r . A b r a h a m B u y s , Ernst Graafland. Carel Wouter Visscher en Daniël Adriaan Meer- man van der G o e s . De directie moest het beleid bepalen en de voornaamste beslissingen n e m e n , die ter plaatse in de eerste plaats g e d r a g e n dienden te w o r d e n d o o r de g o u v e r n e u r als h o o g s t e N e d e r l a n d s e g e z a g s d r a g e r , en d a a r n a a s t uiteraard door het overige personeel dat in dienst van de sociëteit in de kolonie werkzaam was.

Bij het langdurige proces voor de b o u w van een g o u v e r n e - ment waren er behalve de directie in Nederland uiteraard ook v e r s c h i l l e n d e a n d e r e n partijen ter plaatse b e t r o k k e n , z o a l s landmeters, militaire ingenieurs, werklieden, steenbakkers en particulieren. O m d a t de post traag heen en weer ging. konden er al gauw maanden of zelfs een half j a a r verstrijken tussen een besluit van de directie en een mogelijk b e z w a a r van de gouverneur bijvoorbeeld, en in de tussentijd gebeurde er dan weinig of niets. O v e r de o m s t a n d i g h e d e n in Berbice zelf was de directie hoofdzakelijk aangewezen op informatie van der- den: de vaak tegenstrijdige berichten die door verschillende w e r k n e m e r s van de Sociëteit vanuit Berbice werden gezonden en incidentele rapportages van zakelijke connecties die van- wege interesse in het wel en wee van hun investeringen s o m s een reis naar de kolonie o n d e r n a m e n . De gebrekkige kennis van de situatie ter plaatse speelde bij de vorming van de plan- nen een grote rol, ook bij de betrokkenheid van Van der Hart moet dit van invloed zijn geweest. O p 18 november 1779 was A b r a h a m van der Hart voor het eerst a a n w e z i g in de directie- vergadering van de Sociëteit van Berbice om advies te geven over de bouw van het nieuwe g o u v e r n e m e n t in de k o l o n i e .

4

Zijn aanwezigheid bij de vergadering w a s een gevolg van een besluitvormingsproces dat toen al ongeveer vijftien j a a r duur- de en dat in 1764 was begonnen.

In Berbice was in februari 1763 een slavenopstand ontstaan, die tamelijk snel en zeer heftig om zich heen greep. Nadat al g a u w s t e e d s m e e r slaven zich bij de g r o e p o p s t a n d e l i n g e n onder leiding van Cuffy hadden aangesloten werden planta- ges o n d e r de voet gelopen en in brand gestoken en verschil- l e n d e b l a n k e b e h e e r d e r s en hun families w e r d e n g e d o o d . O m d a t het Fort Nassau bij de plaats waar het koloniale gezag z e t e l d e . N i e u w A m s t e r d a m o p o n g e v e e r 9 0 km s t r o o m o p - waarts aan de rivier de Berbice gelegen, al snel niet meer te verdedigen viel d o o r de zeer gebrekkige staat waarin het fort verkeerde, werden de blanken geleidelijk steeds verder naar de kust gedreven. Het scheelde niet veel of het blanke gezag had het onderspit moeten delven, w a a r m e e de opstandelingen dicht bij de stichting van e e n e e r s t e o n a f h a n k e l i j k e staat waren, m a a r dat zou later toch Haïti worden. Al geruime tijd w e r d er g e w a a r s c h u w d voor de wel zeer brutale en o n m e n s e - lijke m a n i e r waarop verschillende blanke plantagebeheerders hun gezag wilden handhaven, zodat de opstand niet als een donderslag bij heldere hemel had hoeven komen. Met troepen die uit S u r i n a m e en St. Eustatius te hulp waren g e k o m e n kon het tij van de opstand nog net worden gekeerd. Ondertussen w a s in het vaderland in reactie op de alarmerende berichten vanuit B e r b i c e een leger g e f o r m e e r d dat de onfortuinlijke planters en andere blanke inwoners van Berbice moest ontzet- ten. Veel strijd hoefde men echter niet meer te voeren, want toen het e x p e d i t i e l e g e r eind d e c e m b e r 1763 uit N e d e r l a n d arriveerde was de opstand al zo goed als b e d w o n g e n . Nadat de rust uiteindelijk werkelijk w a s t e r u g g e k e e r d , w e r d e n er plannen gemaakt voor de w e d e r o p b o u w van de verdedigings- werken van Berbice en van de g e b o u w e n voor het g o u v e r n e - m e n t . D e snelheid w a a r m e e de o p s t a n d om zich heen had kunnen grijpen en het haast te verwaarlozen nut van het ver- vallen Fort Nassau bij het plaatsje N i e u w A m s t e r d a m hadden pijnlijk duidelijk gemaakt dat de kolonie vrijwel niet te ver- dedigen was tegen aanvallen, van w e l k e kant die aanvallen ook zouden komen. Als er al aan verdediging van het gebied w e r d g e d a c h t richtte de a a n d a c h t zich op aanvallen vanuit zee, door andere m o g e n d h e d e n . Met een opstand van de sla- ven in de kolonie zelf had men echter nooit serieus rekening g e h o u d e n en hieruit o n t s t o n d een e x t r a d i l e m m a dat de besluitvorming niet verder hielp.

M e t de terugkeer van de relatieve rust in Berbice ving een

langdurig proces van plannen en ontwerpen aan, van aanpas-

sing en herzien van voorstellen, dat m o e i z a a m en traag ver-

liep door verschillende oorzaken. D e directie moest een keuze

maken uit verschillende mogelijkheden en werd daarbij t a m e -

lijk consequent d o o r zuinigheid gestuurd. Aanvankelijk werd

een g r o n d i g advies u i t g e b r a c h t d o o r militair i n g e n i e u r De

Veye, die met het expeditieleger in 1763 was a a n g e k o m e n in

Berbice. Hij stelde voor om het g o u v e r n e m e n t onder te bren-

gen in een groot hoofdfort dat niet ver van de m o n d i n g van de

rivier de Berbice moest k o m e n te liggen, zodat aanvallers die

vanuit zee k w a m e n geen kans zouden kunnen krijgen de kolo-

(3)

2 1 4 B U L L E T I N K N O B

2OO8-5/6

nie binnen te dringen. Tegelijk zou z o ' n fort sterk genoeg en voldoende bewapend zijn o m een opstand van slaven te kun- nen w e e r s t a a n . Volgens De Veye moest het fort o o k groot g e n o e g zijn o m het g o u v e r n e m e n t en a n d e r e b e s t u u r l i j k e diensten in onder te kunnen brengen. De directie hield echter vast aan de o u d e v e s t i g i n g s p l a a t s , o n g e v e e r 9 0 k i l o m e t e r s t r o o m o p w a a r t s g e s i t u e e r d , m a a r kon er toch ook niet toe k o m e n een krachtig beleid te o n t w i k k e l e n o m de k o l o n i e o p n i e u w tot leven te w e k k e n en in werkelijk v e r d e d i g b a r e staat te brengen. Hoe degelijk de ontwerpen van D e Veye ook waren, uiteindelijk k w a m er niets van terecht.

5

Aanvankelijk lag de nadruk bij de plannenmakerij op het h e r b o u w e n van het fort, dat dan v o l d o e n d e r u i m t e zou bieden o m ook het g o u v e r n e m e n t en de secretarie in o n d e r te brengen. Geleide- lijk verschoof de aandacht in de richting van een g o u v e r n e - mentsgebouw, aanvankelijk tot ergernis van de in 1769 gecon- tracteerde militaire ingenieur Jean G u i l l a u m e d ' A r n a u d . Jaren later werd na veel moeite een begin g e m a a k t met de uitvoe- ring van een project dat door h e m w a s o n t w o r p e n en dat bestond uit een rechthoekig g e b o u w e n c o m p l e x ten behoeve van het g o u v e r n e m e n t . In 1773 liet de directie van de Socië- teit van B e r b i c e dit plan in N e d e r l a n d a a n p a s s e n , waarbij o n d e r m e e r werd bepaald dat de voorzijde van dit gebouw t w e e verdiepingen zou moeten krijgen.

6

Na veel p r o b l e m e n tussen de verschillende partijen w e r d de uitvoering toever- trouwd aan een andere militaire ingenieur, de j o n g e Jan Carel Willem Herlin, nadat d ' A r n a u d op eigen verzoek ontslag had gekregen.

Herlin w a s in mei 1779 in dienst getreden van de Sociëteit van Berbice en arriveerde begin 1780 in de kolonie. De situa- tie met betrekking tot de bouw van een fort of een gouverne- ment was op dat moment eigenlijk volkomen onduidelijk: met de uitvoering van het gewijzigde ontwerp van d ' A r n a u d was een begin gemaakt, maar over dit project werd aan Van der Hart advies gevraagd, terwijl o n d e r t u s s e n Herlin o n d e r w e g was naar de kolonie, voorzien van de opdracht de b o u w van het n i e u w e g o u v e r n e m e n t te leiden en de militaire versterkin- gen te o n d e r h o u d e n . Van der Hart w a s de eerste civiele archi- tect die zich met de plannen bezig hield en hij vatte zijn taak als adviseur heel serieus op. In de vergadering in n o v e m b e r 1779 zette hij uiteen dat er een en ander gewijzigd diende te worden, w a a r o p de directie hem verzocht de tekeningen zoda- nig "te c o r r i g e r e n als hij zal v e r m e e n e n . ten m e e s t e nutte nodig te zijn en voorts sodanige n i e u w e teekeningen te ver- vaardigen, dat, daar na, o p de colonie het g e b o u w in ordre volbragt kan w e r d e n , het g e e n e d e z e l v e heeft a a n g e n o m e n alzoo te v e r r i g t e n " .

7

D a a r m e e begon een betrokkenheid van A b r a h a m van der Hart die al spoedig veel verder ging dan de adviseursrol waartoe hij aanvankelijk was uitgenodigd. Ken- nelijk heeft hij in de m a a n d e n na de v e r g a d e r i n g van 18 n o v e m b e r 1779 gewerkt aan het m a k e n van de t e k e n i n g e n , want o p 21 februari 1780 w a s hij opnieuw aanwezig bij een directievergadering. Aan de directeuren Van Tarelink en Vis- scher was eerder al o p g e d r a g e n met Van der Hart te overleg- gen over de v e r a n d e r i n g e n en t w e e m a a l h a d d e n ze met de s t a d s a r c h i t e c t g e s p r o k e n . E e r s t w e r d in de v e r g a d e r i n g

g e s p r o k e n over de " n i e u w o n t w o r p e n p l a n s " , waarbij de g e n o e m d e directeuren toelichting gaven, en vervolgens werd Van der Hart binnen gelaten. De formuleringen in de notulen van de directie maken echter niet duidelijk o m hoeveel bladen met tekeningen het gaat. Er wordt gerept over de " p l a n s " en daarna wordt aan de architect gevraagd om t w e e tekeningen te m a k e n , één voor verzending naar Berbice en een t w e e d e o m te bewaren in A m s t e r d a m . Deze formulering moet zeker w o r d e n g e ï n t e r p r e t e e r d als " g r o e p t e k e n i n g e n " , o n t w e r p e n d u s die op m e e r d e r e bladen waren g e t e k e n d , in plaats van twee bladen met tekeningen.

De tekeningen van Van d e r Hart

De informatie over de betrokkenheid van Van der Hart bij het project voor zover die spreekt uit de notulen van de directie- v e r g a d e r i n g e n is zeer s u m m i e r . M a a r dat a a n h e m a d v i e s w e r d g e v r a a g d in 1779 is niet zo v e r w o n d e r l i j k . Voor d e directie van de Sociëteit van Berbice werd vanaf 1764 steeds opnieuw pijnlijk duidelijk dat men niet kon afgaan op a a n b e - velingen of o p l e i d i n g s n i v e a u w a n n e e r e e n p e r s o n e e l s l i d - voor welke functie dan ook - in dienst werd g e n o m e n . Ook als de betreffende ingenieur bijvoorbeeld in N e d e r l a n d een goede indruk maakte, dan nog kon een langer durend verblijf in de tropisch vochtige en afmattend hete kolonie gaan zorgen v o o r o n n e e m b a r e p r o b l e m e n . S o m m i g e p e r s o n e e l s l e d e n w a r e n o v e r g e v o e l i g v o o r v e r m e e n d e afwijkingen van hun taakstelling, zodat ze bij de geringste verandering een bokki- ge h o u d i n g t e g e n o v e r h u n o m g e v i n g a a n n a m e n , v o o r a l natuurlijk ten opzichte van superieuren. A n d e r e n deden aan- vankelijk hun werk naar behoren, m a a r konden met n i e m a n d in hun o m g e v i n g o v e r w e g , zodat ruzies aan de orde van de d a g waren. O m d a t de b l a n k e g e m e e n s c h a p klein w a s en de b e a m b t e n - a n d e r s dan de m e e r verspreid en gerieflijker w o n e n d e planters en plantageadministrateurs - elkaar bij het werk nauwelijks konden vermijden, terwijl ze ook als particu- lieren als kleine groep dichtbij elkaar w o o n d e n , konden privé- p r o b l e m e n g e m a k k e l i j k uitlopen o p b i t t e r e r u z i e s o p het werk. Had dus de directie zijn h o o p o p zo iemand gevestigd, dan werd na korte of langere tijd dit e n t h o u s i a s m e de b o d e m ingeslagen door onvoorziene problemen die zonder uitzonde- ring tot uitstel van de g e w e n s t e w e r k z a a m h e d e n l e i d d e n . Daarnaast w a s er in A m s t e r d a m te weinig n a u w k e u r i g e , spe- cifieke kennis en informatie v o o r h a n d e n o m t r e n t de plaats waar g e b o u w d zou worden, zodat de plannen in de praktijk ter plaatse vaak te optimistisch bleken te zijn. De b o d e m g e - steldheid speelde hierbij een rol, net als het hete en vochtige klimaat en de weelderige vegetatie, cruciale factoren die het b o u w r i j p m a k e n en h o u d e n van een b e p a a l d e locatie geza- menlijk nogal k o n d e n frustreren. Dat de d i r e c t i e zelf uit o n k u n d e en uit vrees o m teveel geld te m o e t e n uitgeven er decennia lang niet toe k w a m te pogen een enigszins samen- hangend beleid te formuleren zorgde evenmin voor het nodige draagvlak om de n i e u w b o u w van een fort en een g o u v e r n e - ment werkelijkheid te laten worden.

Het moet dus het in 1773 herziene plan van Jean G u i l l a u m e

(4)

Afb. 2 Anoniem naarJ.G. d'Arnaud: gewijzigd ontwerp plattegrond voor het gouvernementsgebouw in Berbice. 1773 (NA. VEL 1662-38).

d ' A r n a u d geweest zijn waarover de directie advies inwon bij Van der Hart (afb. 2). D e militaire ingenieur d ' A r n a u d had o p eigen verzoek in 1774 ontslag gekregen, zodat er sindsdien n a u w e l i j k s v o o r t g a n g was g e b o e k t . Van der Hart heeft dit plan bestudeerd en op basis daarvan zijn advies aan de direc­

tie opgesteld, waarvoor hij maar meteen een aantal tekenin­

gen had gemaakt. Over deze tekeningen en de datering ervan is ook een en ander af te leiden uit de uitvoerige schriftelijke uitleg die hij erbij schreef.

8

Het g e h e l e pakket t e k e n i n g e n voor het g o u v e r n e m e n t bestaat uit maar liefst 25 bladen met tekeningen, die in opeenvolgende j a r e n zijn vervaardigd. Op zeven bladen is o n d e r de naam van Van der Hart het jaartal 1780 geschreven, vijf bevatten het jaartal 1781 en de overige 13 zijn niet g e d a t e e r d .

9

De plaats van deze laatste g r o e p in het geheel blijkt echter uit de tekst die Van der Hart schreef.

Van der Hart o n t w i e r p een g e b o u w e n c o m p l e x met zes afzon­

derlijke g e b o u w e n , waarvan één groot en langgerekt b o u w ­ werk het front zou v o r m e n (afb. 3). Achter dit g e b o u w strek­

ten zich aan weerszijden twee maal twee langgerekte gebou­

wen uit, waartussen nog een kleiner g e b o u w ontworpen was.

D e zes g e b o u w e n k r e e g ieder een apart n u m m e r , zodat de tekeningen en de tekst goed o p elkaar aansluiten. Het eerste g e b o u w w a s dat v o o r het g o u v e r n e m e n t , w a a r i n o o k de w o n i n g e n v o o r de g o u v e r n e u r en v o o r de fiscaal w a r e n gedacht; g e b o u w nr. 2 was voor de majoor en de kapitein van de troepen; nr. 3 voor de militaire officieren en een vleugel voor het garnizoen; nr. 4 w a s voor de chirurgijn en de apothe­

ker, het hospitaal en het l o g e m e n t voor de chirurgijns, met achteraan nog ruimte voor de subalterne officieren; nr. 5 voor de boekhouders en de klerken en nr. 6 tenslotte zou het m a g a -

Afb. 3 Abraham van der Hart. ontwerp voor gebouwen van het gouvernement in Berbice. 1780 (NA. VEL 1662-42).

zijn en de w o n i n g van de m a g a z i j n m e e s t e r b e v a t t e n . D e g e b o u w e n drie en vier waren de twee achterste, terwijl nr. 5 en nr. 6 tussen deze g e b o u w e n en het h o o f d g e b o u w moesten k o m e n . Waar overeenkomstige elementen zoals lijstwerk bij de diverse g e b o u w e n moest w o r d e n gebruikt werd volstaan met één t e k e n i n g . Z o werd van g e b o u w nr. 3 o o k niet een aparte reeks aanzichten en d o o r s n e d e n g e t e k e n d , o m d a t die vrijwel overeen zouden k o m e n met de betreffende tekeningen van g e b o u w nr. 4. Waar er verschillen optraden werd dit vol­

gens Van der Hart voldoende duidelijk uit de plattegronden.

Uit het geheel van de tekeningen en de schriftelijke toelich­

ting blijkt dat Van der Hart het complex als geheel in één keer

heeft opgezet en over een langere periode (1780 en 1781) aan

de uitwerking ervan heeft gewerkt. Opvallend is nog dat op

slechts twee van de 25 bladen een schaalstok ontbreekt. O p

één blad is een schaal in Rijnlandse voeten getekend, terwijl

op alle overige bladen zowel een s c h a a l s t o k in R i j n l a n d s e

voeten is a a n g e b r a c h t als een schaalstok met A m s t e r d a m s e

voetmaten.

(5)

216

B U L L E T I N K N O B

2008-5/6

Het o n t w e r p

Aan Van der Hart zal in 1779 een o n t w e r p op enkele geteken­

de bladen en een korte toelichting zijn meegegeven, zodat hij de ruimtelijke organisatie en de architectonische vormgeving van het g e h e e l kon b e s t u d e r e n . In dat o n t w e r p sloten vier vleugels o p elkaar aan zodat ze een rechthoekige binnenplaats omsloten. De functies die in dit geheel waren ondergebracht nam Van der Hart over, waarbij hij ze wel in ruimtelijke zin van e l k a a r s c h e i d d e d o o r ze in zes los van e l k a a r s t a a n d e g e b o u w e n te plaatsen. O m d a t inmiddels wel b e g o n n e n w a s met het metselen van de fundering van het voorste gedeelte van dit rechthoekige gebouw, nam Van der Hart dit als uit­

gangspunt. De plattegrond van dit b o u w d e e l bleef hetzelfde m a a r de verdeling van de ruimtes werd aanzienlijk aangepast.

Z o stelde hij voor om de fundering voor de muren van de lan­

ge gangen, die in de lengte van dit bouwdeel waren gemet­

seld, uit te breken en de bakstenen later opnieuw te gebrui­

ken, omdat in zijn o n t w e r p de gangen overbodig waren, zodat in deze vleugel met h a n d h a v i n g van dezelfde afmetingen toch nog ruimte kon worden g e w o n n e n . Het plan dat het uitgangs­

punt m o e s t v o r m e n v o o r Van der Hart w a s als o n t w e r p op zichzelf de uitkomst van een langer proces.

Het voorstel van D e Veye tot n i e u w b o u w van een fort op een positie dichter bij de kust werd al g e n o e m d . Twijfel van de kant van de directie over de forse investering in dit plan ver­

traagde de besluitvorming, en terwijl De Veye na zijn terug­

k e e r uit B e r b i c e m e e r dan e e n s g e v r a a g d werd p l a n n e n te maken en ze o o k w e e r te h e r z i e n , werd ook aan landmeter Cederkreutz gevraagd een plan voor het herstel van het oude Fort Nassau te m a k e n . Uit 1766 dateert een plattegrond ont­

w o r p e n d o o r C e d e r k r e u t z , van e e n fort met vier b a s t i o n s , waarin het g o u v e r n e m e n t , de secretarie en de soldaten een plaats k o n d e n k r i j g e n .

1 0

V i j f j a a r later t e k e n d e de militaire ingenieur Jean G u i l l a u m e d ' A r n a u d hiervan een eenvoudiger v a r i a n t m e t t w e e b a s t i o n s , d i a g o n a a l t e g e n o v e r e l k a a r geplaatst; de kern van dit fort was een groot vierkant. Van de inrichting van dit fort tekende d ' A r n a u d verschillende varian­

ten, waarbij hij op één van de drie bladen o p s o m d e dat behal­

ve het g o u v e r n e m e n t zelf ook een kerk, p a k h u i z e n en een kazerne binnen de o m m u r i n g g e b o u w d moesten w o r d e n . " Dit sterk vereenvoudigde fort is vervolgens w e e r het uitgangspunt geweest voor het plan van een g o u v e r n e m e n t s g e b o u w in de vorm van een carré, dat d ' A r n a u d daarna nog bedacht heeft en dat in 1773 o p verzoek van de directie van de Sociëteit van Berbice door een o n b e k e n d e b o u w m e e s t e r werd herzien. Toen A b r a h a m van der Hart bij het project betrokken raakte w a s het verdedigbare aspect inmiddels geheel uit het plan verdwe­

nen: wat w a s begonnen als een fort dat ook plaats moest bie­

den aan het gouvernement en verschillende diensten, w a s tus­

sen 1766 en 1779 g e ë v o l u e e r d tot e e n zelfstandig g e b o u w waarin de voornaamste functies die aan het gezag in de kolo­

nie v e r b o n d e n w a r e n k o n d e n w o r d e n o n d e r g e b r a c h t . De gedachte om binnen een sterk fort ook de voornaamste belan­

gen van het lokale g e z a g van de kolonie o n d e r te brengen, inclusief de religieuze, was in de zeventiende eeuw overigens

vrij algemeen aanvaard in de verschillende Nederlandse kolo­

nies. Een bekend voorbeeld hiervan is het Fort A m s t e r d a m bij Willemstad op C u r a ç a o . Geleidelijk zouden echter de militai­

re verdedigingswerken en de civiele functies meer en m e e r uit elkaar gaan, waardoor koloniale vestigingsplaatsen een meer stedelijk karakter binnen een stedelijke patroon zouden k u n ­ nen k r i j g e n .

1 2

I n t e r e s s a n t is dat in het geval van B e r b i c e dezelfde ontwikkeling te bespeuren valt, zonder dat daaraan echter erg grondige overwegingen van de directie ten grond­

slag hebben gelegen. Even opmerkelijk is een ander inconse­

quent element in de besluitvorming d o o r de directeuren van de Sociëteit van B e r b i c e . L a n g e tijd h u l d i g d e de directie namelijk de o p v a t t i n g dat é é n g e b o u w voor v e r s c h i l l e n d e functies die met het g o u v e r n e m e n t verbonden waren de voor­

keur verdiende boven verschillende aparte g e b o u w e n , omdat de b o u w en het onderhoud van dat ene g e b o u w voordeliger en efficiënter zouden zijn dan in het geval van verschillende g e b o u w e n . M a a r toen Van der Hart zijn n i e u w e plan opzette op basis van het o n t w e r p voor één rechthoekig g e b o u w met

_ _ 1 _ J _ _ J

I L . J 1

•\ fa- ^— 1 pitfi j

I L . J 1

1 .

• •

Afb. 4 Abraham van der Hart. ontwerp voor hoofdgebouw gouvernement Berbice. 1780 (NA. VEL 1662-44).

(6)

vier vleugels, en hij daarbij de verschillende functies ook in afzonderlijke g e b o u w e n onderbracht, werd dit ontwerp d o o r de directie enthousiast o v e r g e n o m e n . Het v e r m e e n d e voor- deel van één g e b o u w speelde nu kennelijk geen rol meer.

In de 3 8 p a g i n a ' s tellende uitleg die A b r a h a m van der Hart bij zijn ontwerpen van het complex g e b o u w e n voor het gouver- n e m e n t van Berbice schreef valt o p , dat hij over de afzonder- lijke g e b o u w e n en hun materialen, afmetingen en vensters en andere onderdelen uitvoerig schreef, m a a r dat een toelichting op de plaatsing van de g e b o u w e n ten opzichte van elkaar ont- breekt. Het is daarom interessant o m zijn project te vergelij- ken met het ontwerp uit 1773. In het hoofdgebouw zouden bij dat ontwerp het g o u v e r n e m e n t en de secretarie over ruimtes b e s c h i k k e n , terwijl ook de w o n i n g van de g o u v e r n e u r hier zou w o r d e n o n d e r g e b r a c h t . Een b r e d e g a n g v e r b o n d d e ingang aan de voorzijde met die in de achtergevel; op deze g a n g sloten links en rechts smalle, lange gangen in de lengte van het g e b o u w a a n . D e d w a r s m u r e n die in het linker- en rechterdeel de kerkruimte resp. de raadzaal afscheidden van de rest van het g e b o u w werden d o o r Van der Hart overgeno- men (afb. 4). De functie van de raadzaal werd in zijn o n t w e r p verschoven naar een grote ruimte direct rechts van de ingang en op de plaats waar zich in het ontwerp van 1773 de raadzaal bevond, plaatste hij de zaal voor het gouvernement.

1

-' In het

m m

I I

- I T — F3"

u s i n

• - I - L _ _ J_ J

1 1 1 I I I I • •

1

• I I I I I I I

I t U U j f f l l l l l i J l !

L X 1 - 1 - T L _ L T 1 1 - J . - L . _ J

B B I I I I I 1 1 1 I I I

¡ 1 M M M ! I M M ! M l Y j . " - V i V j L ±~SLS±SJ

linkerdeel bevinden zich de kerk en het appartement van de gouverneur, die een eigen toegang tot de kerk had vanuit zijn salon. De r e c h t e r v l e u g e l wordt g r o t e n d e e l s in beslag g e n o - men d o o r ruimtes voor het g o u v e r n e m e n t , met aan de achter- zijde ook enkele ruimtes van het appartement van de fiscaal.

De twee w o n i n g e n w e r d e n voortgezet op de tweede verdie- ping, die door gesloten m u r e n gescheiden is in de twee ver- diepingen h o g e kerkruimte links, de woning van de gouver- neur, en de woning van de fiscaal. Beide woningen bezitten eigen trappen, w a a r d o o r het p r i v é k a r a k t e r b e n a d r u k t w e r d . De middenas van het g e b o u w krijgt een accent d o o r de risa- liet van één vensteras, de beide uiteinden met ieder twee ven- sterassen zijn eveneens risalerend (afb. 5). Tussen deze delen en de middenrisaliet met de hoofdingang bevinden zich aan weerszijden vijf vensterassen.

Interessant is ook hoe de verschillende delen van deze lange vleugel w e r d e n o n t s l o t e n . A a n de voorzijde geeft één d e u r toegang tot de vestibule, die rechts leidt naar de raadzaal en links tot de antichambre in de woning van de gouverneur. Z o zouden bezoekers de hoofdingang kunnen gebruiken o m in de g o u v e r n e m e n t s r u i m t e s te k o m e n , m a a r ook zouden v o o r n a m e

M

y

.2

• I

I

. 1

1 1 h i j 1

. • •

Afb. 5 Abraham van der Hart, ontwerp voor hoofdgebouw gouvernement Berbice, aanzichten en doorsneden, 1780 (NA, VEL, ¡662-47).

Afb. 6 Abraham van der Hart, ontwerp gebouw 2 gouvernement Berbice, aanzicht en doorsneden. 1781 (NA, VEL ¡662-22).

(7)

2 L 8 B U L L E T I N K N O B 2 O O 8- 5 / 6

N " J

. !

N" 3 .

, Si..

4/&- 7 Abraham van der Hart, ontwerp gebouw 2 gouvernement Berbice, plattegronden. 1781 (NA, VEL 1662-45).

gasten van de g o u v e r n e u r desgewenst via de hoofdingang zijn a m b t s w o n i n g k u n n e n b e r e i k e n . De a c h t e r z i j d e heeft in het m i d d e n een b o r d e s dat balkon van de g o u v e r n e u r g e n o e m d wordt, en dat o p het o n t w e r p uit 1773 e v e n e e n s v o o r k o m t . Een achterportaal voert vandaar dan naar de woning van de g o u v e r n e u r aan de e n e k a n t e n het g o u v e r n e m e n t en de w o n i n g van de fiscaal aan de andere kant. D e kerk heeft een eigen t o e g a n g , net als de g o u v e r n e m e n t s z a a l , zodat de achter­

gevel s y m m e t r i s c h van o p z e t is. De k e l d e r v e r d i e p i n g k a n d o o r i n g a n g e n in de b e i d e k o r t e zijden b e r e i k t w o r d e n en bevat dienstruimtes voor de beide bewoners van het gebouw, zoals k e u k e n s en o p s l a g r u i m t e s .

Vanaf het balkon had de g o u v e r n e u r uitzicht op de recht ach­

ter het h o o f d g e b o u w gelegen g e b o u w met de woningen voor de t w e e v o o r n a a m s t e m i l i t a i r e officieren, en naar links e n rechts blikkend overzag hij de vier overige g e b o u w e n . Waar in het oude o n t w e r p geen onderscheid g e m a a k t werd tussen r u i m t e s v o o r officieren van v e r s c h i l l e n d e r a n g e n , o n t w i e r p Van der H a r t het t w e e d e g e b o u w m e t w o n i n g e n v o o r d e majoor en de kapitein (afb. 6, 7 ) . Voor de majoor is de w o n i n g o p de eerste verdieping bedoeld en de kapitein woont een ver-

Ajb. 8 Abraham van der Hart, ontwerp gebouw 3 gouvernement Berbice (NA, VEL 1662-23).

d i e p i n g hoger, terwijl de k e u k e n s voor beide h u i s h o u d e n s in de kelderverdieping zijn gelegen. D e positie van het g e b o u w met het magazijn en de w o n i n g van de magazijnmeester n a m Van der Hart globaal over van het o n t w e r p uit 1773, waar het m a g a z i j n e v e n e e n s in de v l e u g e l links achter het h o o f d g e ­ b o u w was gedacht. In het t e g e n o v e r l i g g e n d e g e b o u w kregen de o n t v a n g e r van de hoofdgelden, de opzichter van de k o l o ­ niewinkels (dat wil zeggen de a m b a c h t e n ) en de b o e k h o u d e r en opzichter generaal ieder een woning van t w e e k a m e r s , een c o m p t o i r e n een k e u k e n . D e t w e e d e v e r d i e p i n g voorziet in tien t w e e k a m e r w o n i n g e n voor de klerken van het g o u v e r n e ­ ment.

In het o n t w e r p van 1773 w a r e n de militairen in de rechter­

v l e u g e l van het r e c h t h o e k i g e c o m p l e x o n d e r g e b r a c h t , m a a r Van der Hart ontwierp een apart g e b o u w dat rechts achteraan g e p l a a t s t w e r d . H i e r i n w a r e n b e n e d e n d e k e u k e n s v o o r gebruik door de militairen en over de twee erboven gelegen v e r d i e p i n g e n w a r e n 16 k a m e r s verdeeld w a a r v a n m e n naar believen w o n i n g e n van verschillende k a m e r s kon samenstel­

len (afb. 8 ) . Een langer gedeelte sloot op dit e i n d g e b o u w aan, waarin zich s l a a p p l a a t s e n voor 2 0 0 m a n s c h a p p e n bevinden, verdeeld over "legplaatsen en h a n g m a t t e n " . A a n de buitenzij-

(8)

Afb. 9 Abraham van der Hart, ontwerp voor venster met houten Afb. 10 Abraham van der Hart, ontwerp voor gebouw 4 gouvernement jaloezieën voor gebouw 4 van gouvernement Berbice (NA. VEL 1662-4). Berbice, aanzichten en doorsneden (NA, VEL 1662-5).

de is een overdekte galerij geplaatst, waarvan Van der Hart opmerkt dat die b e s c h e r m i n g tegen regen kan bieden, m a a r tegelijk ook voor de nodige frisse lucht kan zorgen. O o k hield hij rekening met "de oproerige slaven, die zomtijds het G o u - vernement k u n n e n overvallen" en waartegen men zich bij uit- stek vanaf deze galerij kan v e r d e d i g e n .

1 4

O m d a t in dit gebouw veel soldaten zouden verblijven w e e s de architect n a d r u k k e - lijk op de mogelijkheid om de lucht te laten circuleren. Een eerste mogelijkheid zag hij in het van binnen open laten van de n o k k e n , in plaats van het dicht m a k e n z o a l s men door- g a a n s wel deed. A a n de spanten zou bovendien een "roef of lucht c a n a a l " worden aangebracht van houten planken. O m de luchtcirculatie verder gunstig te kunnen beïnvloeden ontwierp Van der Hart een v e n s t e r m e t h o u t e n j a l o e z i e ë n , w a a r d o o r desgewenst m e e r of minder lucht en licht konden worden bin- nengelaten (afb. 9). O p dit terrein was hij niet lang tevoren al o p een i n g e n i e u z e m a n i e r b e z i g g e w e e s t bij de o n t w e r p e n voor het N i e u w e Werkhuis in A m s t e r d a m . O p dezelfde m a n i e r als v o o r de militaire vleugel bedacht Van der Hart voor de grote zalen h o g e ruimtes, maar anders dan in Berbice werden de kapruimtes van de slaap- en ziekenzalen in het werkhuis wel vlak beschoten (afb. 1 0 ) .

1 5

A a n d e h y g i ë n e in het g e b o u w waarin het hospitaal m o e s t k o m e n , besteedde Van der Hart verder nog aandacht door op de hoofdverdieping waar twee grote en een kleinere zieken- zaal zouden k o m e n , ook p o m p e n te plaatsen (afb. 11). Daar- m e e zouden dan de vloeren regelmatig schoongewassen kun- nen w o r d e n , en b o v e n d i e n z o u d e n h i e r m e e d e secreten o p deze verdieping doorgespoeld worden. D e secreten zelf wer- den zo veel mogelijk buiten de ziekenzalen geplaatst. O m de afwatering van de vloeren mogelijk te m a k e n beschreef hij hoe de vloeren niet helemaal waterpas g e m a a k t moesten wor- den, zodat ze in een lichte helling zouden liggen. De aandacht v o o r deze t e c h n i s c h e z a k e n zijn k e n m e r k e n d v o o r Van der Hart en vormt het logische spiegelbeeld van zijn aanpak bij het N i e u w e Werkhuis en het M a a g d e n h u i s .

1 6

H e t v e r v o l g

Uit de notulen van de directie van de Sociëteit van Berbice,

de tekeningen van A b r a h a m van der Hart en zijn schriftelijke

toelichting blijkt dat hij in 1779 begonnen is met het project

voor een nieuwe g o u v e r n e m e n t in Berbice, en dat hij dit werk

in 1780 en 1781 heeft voortgezet. D e laatste bladen met teke-

(9)

2 2 0

B U L L E T I N KNOB 2008-5/6

NM

|i , i M

1

- L J - U

4/7». / / Abraham van der Hart, ontwerp gebouw 4 gouvernement Berbice, plattegronden (NA, VEL ¡662-46).

ningen en de toelichting dateren van 1781. In de directiever- gadering van 20 n o v e m b e r 1780 werd in een brief aan de gou- verneur van B e r b i c e g e f o r m u l e e r d dat het v e r a n d e r d e plan voor het n i e u w e g o u v e r n e m e n t was opgestuurd, w a a r m e e het e e r s t e p a k k e t t e k e n i n g e n van Van der H a r t b e d o e l d w e r d . Dezelfde b o o d s c h a p werd in een brief van 6 d e c e m b e r van dat j a a r aan de pas in Berbice gearriveerde militaire ingenieur Herlin meegedeeld, waaraan bovendien werd toegevoegd dat men h o o p t e dat het n i e u w e g o u v e r n e m e n t de b e w o n e r s zou bevallen en dat het eenvoudig te bouwen zou zijn. Kort daar- na sloeg het noodlot echter andermaal toe in de kolonie, want in maart 1781 k w a m een Brits oorlogsfregat voor de kust bij de m o n d i n g van de rivier de Berbice. D o o r gebrek aan Neder- landse m a n s c h a p p e n w a s het een koud kunstje o m de kolonie in te nemen. Als het t w e e d e pakket tekeningen van Van der Hart en zijn schriftelijke toelichting zijn verstuurd, moeten ze a a n g e k o m e n zijn in periode van de Britse bezetting, die tot februari 1782 zou duren. Toen namen de Fransen de kolonie in en bestuurden die tot de teruggave aan de N e d e r l a n d e r s in 1 7 8 4 .

1 7

D e z e p o l i t i e k e en militaire v e r a n d e r i n g e n g o o i d e n o o k roet in het eten bij de p l a n n e n waarbij Van d e r Hart b e t r o k k e n w a s g e r a a k t . A n d e r m a a l b l e k e n de d e f e n s i e v e

sterkten van de kolonie, met n a m e het dichtbij de kust gele- gen fort St. A n d r i e s . veel te zwak o m m e t enig succes de ver- d e d i g i n g van B e r b i c e te k u n n e n w a a r b o r g e n . De a a n d a c h t werd weer verlegd naar de fortificaties en de directie besloot

"een formidabele S t e r k t e " te b o u w e n dichtbij de kust, o p de plek w a a r v o o r zeventien j a a r tevoren D e Veye al tevergeefs had g e p l e i t .

1 8

Binnen een nieuw te b o u w e n fort zou dan ook het g o u v e r n e m e n t moeten k o m e n . In wezen was d a a r m e e het p r o c e s van planvorming en o n t w e r p e n weer h e l e m a a l terug bij de uitgangspunten van 1764. D e naam van A b r a h a m van der Hart k o m t d a a r n a niet m e e r v o o r in de notulen van d e directievergaderingen. H e m zal wel m o n d e l i n g zijn uitgelegd dat de b o u w van het door hem ontworpen g e b o u w e n c o m p l e x onmogelijk kon w o r d e n uitgevoerd terwijl een buitenlandse macht de kolonie feitelijk in bezit had.

Nadat de Fransen Berbice in 1784 w e e r aan de Nederlanders lieten, werd opnieuw gewerkt aan plannen om de defensie in orde te brengen en om een nieuw g o u v e r n e m e n t te realiseren.

Uiteindelijk zouden deze plannen er enkele jaren later toe lei- den dat er een n i e u w e plaats w e r d g e b o u w d met de n a a m Nieuw A m s t e r d a m . In de aanloop naar de realisatie daarvan o n t w i e r p de militaire ingenieur Herlin o n d e r m e e r een een- voudig g o u v e r n e m e n t s g e b o u w , dat kennelijk ook aan Van der Hart getoond werd met het verzoek er over te adviseren (afb.

12). Het o n t w e r p van Herlin zal van 1785 dateren en Van der Hart tekende in hetzelfde j a a r een nieuw o n t w e r p , dat volgens het opschrift diende ter vergelijking met dat van Herlin (afb.

13). Van der Hart ontwierp een g e b o u w van vijf vensterassen breed, waarvan de middenrisaliet veel lijkt op het middendeel van het veel grotere g o u v e r n e m e n t dat hij enkele jaren tevo- ren had o n t w o r p e n . De A m s t e r d a m s e stadsarchitect m a a k t e zich er niet vanaf door bijvoorbeeld een variant van het ont- w e r p voor het g e b o u w voor de hoogste militaire officieren te leveren, m a a r hij maakte weer een nieuw o n t w e r p .

Plaats in het o e u v r e

Dat bij de grote g e b o u w e n , die A b r a h a m van der Hart in de periode 1 7 7 9 - 1 7 8 2 o n t w i e r p en gedeeltelijk ook u i t v o e r d e , sterke overeenkomsten zijn vast te stellen, is niet verwonder- lijk. Bij de gevels van het N i e u w e Werkhuis en voor het g o u - v e r n e m e n t van B e r b i c e w e r d de l e n g t e o p g e d e e l d in vijf delen, die echter niet op dezelfde m a n i e r zijn behandeld. Van de dertien vensterassen van de façade van het Werkhuis is het middendeel van drie vensters het verst naar voren geschoven.

De delen met de twee maal t w e e v o l g e n d e vensters wijken iets terug m a a r de delen met de twee maal drie buitenste ven- sterassen zijn het m e e s t terug g e l e g e n . Bij het g o u v e r n e - m e n t s g e b o u w vereiste de lengte van de gevel vijftien venster- assen, waarvan de middelste als risaliet is gedacht, evenals de t w e e m a a l t w e e v e n s t e r a s s e n aan de b e i d e u i t e i n d e n . D e hoogte van de vensters is in beide gevallen bijna hetzelfde.

De hoofdverdieping krijgt nadruk d o o r hogere vensters, en de

onderste en bovenste verdiepingen waren minder hoog, zoals

blijkt uit de m i n d e r h o g e v e n s t e r s . Bij het M a a g d e n h u i s

bestaat de m i d d e n r i s a l i e t uit vijf assen, waarbij b o v e n d i e n

(10)

VAV uro vtethr ft MA_M rU tomHWEMCNT rN

JW.

12 J.C.W. Herlin, ontwerp voor gouvernementsgebouw Berbice, ca. 1785 (NA, VEL ¡662-8).

bogen zijn toegepast die ontbreken bij de beide andere ont- werpen.

Dat de directie van de Sociëteit van B e r b i c e de directeuren Carel Wouter Visscher en Christiaan Van Tarelink afvaardigde o m in 1779-1780 met Van der Hart te overleggen wijst op de connecties van de drie m a n n e n . Van Tarelink was sinds 1760 directeur en dreef onder eigen naam en s a m e n met zijn o u d e - re broer Jan, die schepen was en in 1774 burgemeester, han- del op verschillende g e b i e d e n .

1 9

Visscher trad in 1769 toe tot de directie van de Sociëteit van Berbice. Hij was sinds januari van dat j a a r d e r d e pensionaris van A m s t e r d a m en bij de Soci- ëteit van Berbice volgde hij eerste pensionaris Graafland op.

Dat zowel Van Tarelink als Visscher tot de A m s t e r d a m s e top b e h o o r d e n is wel duidelijk; dat één van beiden Van der Hart persoonlijk k e n d e lijkt ook niet onwaarschijnlijk. Terzijde zij hier n o g o p g e m e r k t dat Visscher j a r e n later n o g op een heel andere m a n i e r kennis kreeg van de architectuur van Van der Hart. Als fervent patriot moest Visscher in 1787 aftreden als pensionaris van A m s t e r d a m , na de intocht van de pruisische troepen. N a een wat teruggetrokken bestaan te hebben geleid w e r d hij in 1 7 9 4 v e r o o r d e e l d tot z e s j a a r g e v a n g e n s c h a p , w a a r t o e hij w e r d o v e r g e b r a c h t n a a r het N i e u w e W e r k h u i s , waar een ' g e v a n g e n k a a m e r ' voor hem was ingericht. Maar in

j a n u a r i 1795 w o r d t hij bij d e p a t r i o t s e r e v o l u t i e a l w e e r bevrijd.

2 0

T e r u g k o m e n d o p de o n t w e r p e n voor het g o u v e r n e m e n t van

B e r b i c e valt n o g o p te m e r k e n dat in a r c h i t e c t o n i s c h e zin

geen werkelijk n i e u w e elementen in de architectuur van A b r a -

ham van der Hart naar voren treden. Anderzijds wijst het pak-

ket van 2 5 b l a d e n m e t o n t w e r p t e k e n i n g e n o p n i e u w o p d e

interesse van Van der Hart in u i t e e n l o p e n d e o p d r a c h t e n , e n

evenzeer o p zijn e n o r m e werklust. H o e w e l de projecten voor

het N i e u w e Werkhuis en het M a a g d e n h u i s in A m s t e r d a m , en

v o o r het g o u v e r n e m e n t in B e r b i c e , z e k e r e v e r w a n t s c h a p

tonen in de o m v a n g van de g e b o u w e n c o m p l e x e n en v o o r een

deel o o k in de architectonische uitwerking van de specifieke

functies, treed er eigenlijk nauwelijks herhaling op. Van der

Hart moest voor de ontwerpen voor Berbice rekening houden

met e e n al gelegd f u n d a m e n t , dat de afmetingen van het

h o o f d g e b o u w b e p a a l d e , en met functies die in zijn a n d e r e

o p d r a c h t e n niet of n a u w e l i j k s v o o r k w a m e n . Z o m o e s t hij

rekening houden met de aanwezigheid van slaven, die welis-

w a a r e e n o n d e r k o m e n m o e s t e n krijgen, m a a r d i e n a a r de

opvattingen van die tijd bij voorkeur uit het zicht van de blan-

ke heersers g e h o u d e n m o e s t e n w o r d e n . Het o n t w e r p e n van

een kazerne zou hij in A m s t e r d a m pas veel later als opdracht

(11)

222

B U L L E T I N K N O B

2008-5/6

I I I I I

l l U i

FL OLLE ORONDRN -»ott.GCBOU* voor T«L GO U V E R N E M E N T

A

h u l

"ft*»

t , » 1 , , . 15= H HJWIIWL • -Q «

" M .1.1 tnf rl „ *„.,..<* ,. v«ry>l,k.«^ Iwfy -M ... .... la^r mr >r lil

Afl). li Abraham van der Hart. ontwerp voor gouvernement Berbice, 1785, ter vergelijking met het ontwerp van Herlin (NA, VEL 1662-41).

t e g e n k o m e n . Kennelijk w a s hij wel ingelicht over een deel van de o m s t a n d i g h e d e n in B e r b i c e , blijkens zijn o p m e r k i n g o v e r de m o g e l i j k h e i d dat o p s t a n d i g e slaven de g o u v e r n e ­ m e n t s g e b o u w e n z o u d e n k u n n e n a a n v a l l e n . O v e r de m o g e ­ lijkheden en c a p a c i t e i t van het b o u w b e d r i j f in Berbice werd Van d e r Hart niet of n a u w e l i j k s ingelicht, want in de schrif­

telijke t o e l i c h t i n g geeft hij d a a r v a n geen blijk. Met de z e e r b e p e r k t e m i d d e l e n en de w e i n i g e c a p a b e l e t i m m e r l i e d e n en b o u w l i e d e n w a s het ook z e e r de v r a a g of het project uitein­

delijk ooit realiteit h a d k u n n e n w o r d e n . Het lijkt er e n i g s ­ z i n s o p dat de directie van de Sociëteit van B e r b i c e d e o n t ­ w e r p e n van Van der Hart gretig heeft willen g e b r u i k e n , o m niet alleen de m i n i m a a l n o o d z a k e l i j k e r u i m t e s te b o u w e n , m a a r d o o r m i d d e l van d e z e g e b o u w e n een veel p r e s t i g i e u z e r c o m p l e x te r e a l i s e r e n d a n m e n zich ooit had v o o r g e s t e l d . Vier j a a r nadat Van der Hart de rest van de t e k e n i n g e n h a d vervaardigd heeft hij o p n i e u w een o n t w e r p geleverd, dat het o n t w e r p van Herlin v o l k o m e n in de s c h a d u w stelde. O o k dit o n t w e r p w e r d echter nooit uitgevoerd. De laatste b e m o e i e ­ nis van A b r a h a m van der Hart met de West betrof een ont­

w e r p v o o r e e n g o u v e r n e m e n t s g e b o u w v o o r D e m e r a r a , de b u u r k o l o n i e die aan de w e s t z i j d e van B e r b i c e g r e n s d e . M i s ­ schien dat de architect zich van e e n j a a r of twintig e e r d e r h e r i n n e r d e dat de m o g e l i j k h e d e n van het b o u w b e d r i j f in z o ' n k o l o n i e veel b e p e r k t e r w a r e n d a n d i e van de stad A m s t e r d a m , z o d a t hij v o o r dit g e b o u w e e n h o u t e n skelet o n t w i e r p dat in A m s t e r d a m g e m a a k t w e r d . Het w e r d ver­

scheept en in D e m e r a r a in e l k a a r gezet, niet als g o u v e r n e ­ m e n t s g e b o u w o v e r i g e n s , m a a r als w o n i n g van de v o o r m a l i ­ ge g o u v e r n e u r M e e r t e n s , die d o o r de i n n a m e in 1803 d o o r de Britten zijn functie v e r l o o r en zich verder c o n c e n t r e e r d e o p zijn eigen p l a n t a g e s .2 1

Tot slot blijkt uit het project van A b r a h a m van der Hart voor de g o u v e r n e m e n t s g e b o u w e n in Berbice dat hij ongetwijfeld al jaren voordat hij in 1777 als stadsarchitect van A m s t e r d a m werd aangesteld, met uiteenlopende facetten van het ontwer­

pen te maken heeft g e h a d . Al in de eerste j a r e n van zijn func­

tie als stadsarchitect bleek hij in staat te zijn tegelijkertijd aan verschillende g r o t e , g e c o m p l i c e e r d e projecten te w e r k e n en daarvoor b o v e n d i e n een a d e q u a t e vormgeving te t e k e n e n .2 2

(12)

Noten

1 C A . van Swigchem. Abraham van der Hart 1747-1820. Architect.

Stadsbouwmeester van Amsterdam, A m s t e r d a m 1965, 159-167;

Freek Schmidt. Paleizen voor prinsen en burgers. Architectuur in Nederland in de achttiende eeuw, Zwolle 2006. 146-165. Anders dan vaak aangenomen, werd de instelling niet pas Nieuwe Werkhuis genoemd sinds de nieuwbouw door Van der Hart, maar al veel eer- der. Vgl. bijv. Jan Wagenaar, Amsterdam in zyne opkomst, aanwas, geschiedenissen, voorregten, koophandel, gebouwen, kerkenstaat, schooien, schutterye, gilden en regeeringe. Tweede stuk, Amsterdam 1 7 6 5 , 2 5 9 - 2 6 1 .

- Van Swigchem 1965, 168-173; R. Meischke, Amsterdam. Het R.C.

Maagdenhuis en het St. Elisabeth-gesticht, 's-Gravenhage 1980.

74-99, 104.

3 R M . Netscher, Geschiedenis van de koloniën Essequebo, Demerary en Berbice, van de vestiging der Nederlanders aldaar tot op onzen tijd, "s Gravenhage 1888, 168-261.

4 Nationaal Archief, Archief Sociëteit van Berbice (hierna: NA, SvB) inv.nr. 7 dir. verg. 18 nov. 1779; L. Bosman, Nieuw Amsterdam in Berbice (Guyana). De planning en bouw van een koloniale stad, 1764-1800, Hilversum 1994, 43-45.

5 Bosman 1994. 3 1 - 3 7 ; Lex B o s m a n . ' D e ontwerpen van Francois Samuel de Veye (1726-1797) voor Berbice', Vestingbouw overzee.

Militaire architectuur van Manhattan tot Korea, (red. P.J.J. van Dijk e.a.), Utrecht/Zutphen 1996, 44-62.

6 Bosman 1994, 4 0 - 4 1 .

7 NA. SvB tav. nr. 7, dir. verg. 18 nov. 1779.

8 NA, SvB tav. nr. 225: schriftelijke uitleg Van der Hart

9 NA, VEL 1662-3 tm.5, 12, 16 tm. 24, 32, 34 tm. 37, 42 tm. 48

"> NA, V E L 1630. Vgl. Bosman 1996, 56-58.

" NA, V E L 1632-1633.

1 2 Vgl. de voorbeelden in: Ron van Oers, Dutch Town Planning Over- seas during VOC and WiC Rule (1600-1800), Zutphen 2000; C.L.

Temminck Groll, The Dutch overseas. Architectural survey. Mutual heritage offour Centuries in three Continents, Zwolle 2002. Vgl.

ook: Bernard R. Buddingh', Van Punt en Snoa. Ontstaan en groei van Willemstad, Curaçao vanaf 1634, de Willemstad tussen 1700 en 1732 en de bouwgeschiedenis van de synagoge Mikvé Israël-Ema- nuel 1730-1732, 's-Hertogenbosch 1995; Lex Bosman, 'Stabroek in Demerara, het ontstaan van de stadsplattegrond van Georgetown (Guyana) in de achttiende e e u w ' . Bulletin KNOB 102 (2003), 186- 195.

1 3 NA, SvB inv. nr. 225. 10-11.

1 4 NA. SvB inv. nr. 225, 5.

'5 Van Swigchem 1965, 165-166; Schmidt 2006, 168-173.

1 6 NA, SvB inv. nr. 225, 6-7, 28-30; Schmidt 2006, 168-171. Zie ook Meischke 1980, 122-123.

1 7 Netscher 1888, 266-270; Bosman 1994, 51-52.

1 8 NA, SvB inv. nr. 7. dir. verg. 22 nov. 1781; Bosman 1994, 51-52.

1 9 Joh. E. Elias, De vroedschap van Amsterdam, ¡578-1795. dl. II.

Haarlem 1905, 844-845.

2 0 NA, SvB inv. nr. 5, verg. 24 okt. 1769; H. Wildeboer. 'Carel Wouter Visscher (1734-1802). Portret van een patriots pensionaris', Jaar- boek Amstelodamum 81 (1989), 139-142, 162-164.

2 1 Lex Bosman, 'Een onbekend ontwerp van Abraham van der Hart:

het gouvernementsgebouw in Demerary', Bulletin KNOB 90 (1991).

135-139. Anders dan ik in 1991 meende werd het ontwerp wel uit- gevoerd. Zie: NA, 2e afd., Raad der Amerikaanse Bezittingen 1801- 1806, inv. nr. 87, 223 vv., brief van Van der Hart d.d. 25 febr. 1802;

H. Bolingbroke, A voyage to Demerary, containing a statistica!

account of the settlements there and of those on the Eesequebo, the Berbice, etc, Londen 1807, 283.

2 2 Vgl. de opvatting die ik niet deel, dat Van der Hart niet vanwege zijn architectonische prestaties door Amsterdam kan zijn aangetrok- ken, in: R. Meischke e.a., Huizen in Nederland. Amsterdam. Archi- tectuurhistorische verkenningen aan de hand van het bezit van de Vereniging Hendrick de Keyser, Zwolle/Amsterdam 1995, 99.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Kant – en – klare oplossingen zijn er niet – of toch niet als u op zoek bent naar een oplossing die écht werkt en dit op lange termijn. .. Wat mag u van

Er dient aandacht te zijn voor een voldoende hoog authenticatie-niveau; het moet onomstreden duidelijk zijn dat alleen de burger inzage heeft in zijn eigen gegevens en dat

heden om de eigen toegankelijkheidsstrategie te verantwoorden. Verwacht wordt dat het oplossen van deze knelpunten in combinatie met een meer ontspannen houden betreffende

- Bij bepaling van de BVO wordt niet meegerekend een schalmgat of een vide met een oppervlakte die groter dan of gelijk is aan 4,0 m 2 (inclusief de ruimte voor

Een bestemmingsplan kan voorzien in de bouw van nieuwe woningen voor zover deze woningbouwmogelijkheden naar aard, locatie en aantal in overeenstemming zijn met

De plannen kunnen door de koper gewijzigd worden in samenspraak met de bouwheer, de aannemer en de architect voor zover dit technisch mogelijk is.. Aanpassingen van welke aard

De boerderij aan de Techumerdyk kan op basis van dit plan, naast de op basis van het bestemmingsplan “De Zuidlanden, plandeel Techum” opgenomen mo- gelijkheden, tevens

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning