• No results found

Verkennend bodemonderzoek

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Verkennend bodemonderzoek"

Copied!
55
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en / of openbaar gemaakt zonder schriftelijke toestemming van Archimil BV. Op al onze werkzaamheden zijn de algemene leveringsvoorwaarden van toepassing, zoals gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Eindhoven, onder nummer 17159750.

Verkennend Bodemonderzoek

Industrielaan Asten

rapport 3276R001-3 - concept

datum: 18 april 2017

opdrachtgever:

Bodem en Bouwstoffen

Pouderoyen,

St. Stevenskerkhof 2, 6511 VZ Nijmegen.

(2)

Archimil BV Afdeling Bodem en Bouwstoffen VERANTWOORDING

P. Heesakkers Adviseur

Ing. B. van den Bosch Teamleider

Archimil B.V. Koningsplein 18, 5721 GJ Asten, Tel.nr. 0493-671818 – Faxnr. 0493-671800, Email: info@archimil.nl Archimil BV, Laagheidehof 5, 5804 XB Venray, telnr. 0478-515736

Rabobank Iban NL70RABO01636.28.580, Kvk nr. 17159750

(3)

Archimil BV Afdeling Bodem en Bouwstoffen SAMENVATTING

Voor een verklaring van de gebruikte terminologie met betrekking tot eventuele verontreinigingen

verwijzen wij naar de ‘circulaire bodemsanering 2013’ en het ‘besluit bodemkwaliteit’. Op een terrein aan de Industrielaan te Asten is een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd zoals voorgeschreven in de Nederlandse norm NEN 5740. Aanvullend is op de locatie een infiltratie-onderzoek uitgevoerd.

De geografische gegevens van de onderzoekslocatie staan weergegeven in het volgende overzicht:

Gemeente Asten

Adres Industrielaan te Asten

Kadastraal Sectie: G Nr: 2940, 4506, 4508, 4632

(allen gedeeltelijk) & 3828

Coördinaten X: 179.949 Y: 379.943

Oppervlakte onderzoekslocatie circa 11.500 m2

Het onderzoek is uitgevoerd op basis van de resultaten van het vooronderzoek van de onderzoekslocatie en de directe omgeving. Op basis van de in het vooronderzoek verzamelde gegevens is de locatie grotendeels als niet-verdacht beschouwd. Ter plaatse van Industrielaan 17A is de bodem verdacht voor een verontreiniging met zware metalen en PCB’s. Veld- en laboratoriumwerkzaamheden zijn derhalve uitgevoerd conform de strategieën heterogeen verdacht (VED-HE) en onverdacht uit de NEN 5740.

Uit het onderzoek volgt dat de grond uit de bovenlaag (0-0,7 m-mv) rondom Industrielaan 17A licht verontreinigd is met cadmium, lood, zink en PAK’s. De grond uit de onderlaag (0,6-1,4 m-mv) is niet verontreinigd met één van de componenten waarop is onderzocht. De resultaten van het grondwater zijn nog niet bekend.

De zwak tot matig puinhoudende grond uit de bovenlaag (0-0,5 m-mv) van het resterend terrein is licht verontreinigd met cadmium, koper, kwik, lood, zink, minerale olie, PCB’s en PAK’s. De grond uit de onderlaag (0,65-1,4 m-mv) is niet verontreinigd met één van de componenten waarop is onderzocht. De resultaten van het grondwater zijn nog niet bekend.

De hypothese verdachte locatie dient, voor de bodem rondom Industrielaan 17A, te worden verworpen op basis van de onderzoeksresultaten.

De hypothese niet-verdachte locatie kan, voor de ondergrond worden aangenomen en dient voor de bovengrond te worden verworpen op basis van de onderzoeksresultaten.

Uit het infiltratieonderzoek blijkt dat sprake is van een infiltratiesnelheid van 4,01 m/dag. Van grond/zand met een k-waarde van >1 m/dag wordt in zijn algemeenheid aangehouden dat deze geschikt is voor het toepassen van een boven- en/of ondergrondse infiltratievoorziening.

(4)

Archimil BV Afdeling Bodem en Bouwstoffen Naar aanleiding van bovenstaande conclusies merken wij op dat er ons inziens, op basis van de

onderzoeksresultaten, vooralsnog (de resultaten van het grondwater zijn nog niet bekend) geen restricties gesteld hoeven te worden aan aan- of verkoop van of aan toekomstige bouwactiviteiten op de onderzochte locatie.

De lichte verontreinigingen in de bovengrond en het grondwater vormen geen aanleiding tot het instellen van een nader onderzoek of het treffen van sanerende maatregelen.

Indien, bijvoorbeeld bij bouwactiviteiten, grond vrijkomt die op een andere locatie zal worden hergebruikt dan dient bepaald te worden wat de kwaliteit is in het kader van het besluit bodemkwaliteit.

(5)

Archimil BV Afdeling Bodem en Bouwstoffen INHOUDSOPGAVE

SAMENVATTING

1 INLEIDING EN DOEL VAN HET ONDERZOEK ... 1

2 VOORONDERZOEK ... 3

2.1 GEOGRAFISCHE GEGEVENS ... 3

2.2 HUIDIG EN VOORMALIG BODEMGEBRUIK ... 3

2.2.1 Bodemonderzoeken ... 5

2.2.2 Bodemonderzoeken omgeving ... 5

2.3 TOEKOMSTIG GEBRUIK ... 6

2.4 BODEMOPBOUW EN (GEO-)HYDROLOGIE ... 6

2.4.1 Algehele bodemkwaliteit... 7

2.5 CONCLUSIE VOORONDERZOEK ... 7

3 OPZET EN UITVOERING VAN HET ONDERZOEK ... 9

3.1 OPZET BODEMONDERZOEK ... 9

3.1.1 Analysepakketten ... 9

3.1.2 Uitvoering bodemonderzoek ... 10

3.2 INFILTRATIEONDERZOEK ... 10

3.2.1 Grondwater monitoringsbuizen ... 10

3.2.2 Onderzoeksopzet ... 11

4 WIJZE VAN BEOORDELEN EN INTERPRETATIE ... 12

5 RESULTATEN ... 13

5.1 VELDWERK GROND ... 13

5.2 AANPASSING ONDERZOEKSOPZET ... 13

5.3 VELDWERK GRONDWATER ... 13

5.4 ANALYSERESULTATEN ... 14

5.4.1 Industrielaan 17A ... 14

5.4.2 Resterend terrein ... 14

5.5 INFILTRATIEONDERZOEK ... 15

6 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN ... 17

TABELLEN ... 19

Bijlage 1 ... overzichtstekening Bijlage 2 ... vooronderzoek Bijlage 3 ... locatie en boringen Bijlage 4 ... boorstaten Bijlage 5 ... analyseresultaten Bijlage 6 ... referenties

(6)

Archimil BV Afdeling Bodem en Bouwstoffen 1 INLEIDING EN DOEL VAN HET ONDERZOEK

In verband met de geplande herontwikkeling aan de Industrielaan te Asten is door Pouderoyen schriftelijk opdracht verleend om een verkennend bodemonderzoek en een infiltratie-onderzoek op bovengenoemde locatie uit te voeren.

Het doel van het onderzoek bestaat uit het verkrijgen van inzicht in de kwaliteit van de grond en het freatische grondwater op het te onderzoeken terrein. Voor de milieuhygiënische verklaring kan dit onderzoek dienen als bewijs voor de kwaliteit van de ontvangende bodem (Regeling bodemkwaliteit artikel 4.3.4) in het kader van het Besluit Bodemkwaliteit.

Het onderzoek is uitgevoerd op basis van NEN 5740 [2] conform de BRL2000 met bijhorende protocollen van de Stichting Infrastructuur Kwaliteitsboring Bodemonderzoek [3]. De grondmengmonsters en het grondwatermonster zijn geanalyseerd op de parameters welke opgenomen zijn in het NEN-pakket of op eventueel verdachte componenten. De analyseresultaten zijn getoetst aan de achtergrond-, streef- en interventiewaarden, zoals vermeld in de Circulaire bodemsanering 2013 [8].

Het rapport is als volgt opgebouwd:

Hoofdstuk 2 geeft een beschrijving van de verzamelde gegevens van de onderzoekslocatie en/ of de daaromheen liggende percelen, welke tijdens het vooronderzoek naar voren zijn gekomen. De opzet en uitvoering van het onderzoek worden besproken in hoofdstuk 3. In hoofdstuk 4 wordt het toetsingskader van de resultaten gepresenteerd waarna in hoofdstuk 5 de gevonden resultaten besproken zullen

worden. Tot slot worden in hoofdstuk 6 de conclusies besproken en worden enkele aanbevelingen gedaan. De in de tekst aangehaalde literatuurbronnen zijn opgenomen in bijlage 6.

Contactpersoon voor de opdrachtgever was de heer H. Arts.

(7)

Archimil BV Afdeling Bodem en Bouwstoffen Luchtfoto onderzoekslocatie en omgeving

(8)

Archimil BV Afdeling Bodem en Bouwstoffen 2 VOORONDERZOEK

Het vooronderzoek met betrekking tot het bodemonderzoek is uitgevoerd op het standaardniveau, conform NEN 5725. Het vooronderzoek heeft zich gericht op de onderzoekslocatie en de direct aanliggende percelen vanaf de grens van het onderzoeksgebied tot aan 25 meter buiten het onderzoeksgebied. Het doel van het vooronderzoek is het verzamelen van relevante informatie over de locatie van het

bodemonderzoek, door het opvragen van informatie bij de opdrachtgever, de eigenaar en de gemeente, houden van interviews, uitvoeren van terreininspectie en archiefonderzoek. De te verzamelen informatie heeft betrekking op het voormalige gebruik, het huidige gebruik, het toekomstige gebruik, de

bodemopbouw, de geohydrologische situatie en financieel-juridische aspecten.

Hiervoor worden de volgende informatiebronnen geraadpleegd: milieuvergunningdossiers, archief bodemonderzoeken, etc. In bijlage 2 is een overzicht weergegeven van deze (geraadpleegde) informatiebronnen en de verkregen informatie.

Op basis van de verzamelde informatie wordt het veld- en chemisch onderzoek goed voorbereid en wordt de onderzoekshypothese voor het verkennend of nader bodemonderzoek opgesteld. Ook worden de resultaten van het vooronderzoek gebruikt bij de interpretatie van de resultaten van het bodemonderzoek.

2.1 Geografische gegevens

De geografische gegevens van de onderzoekslocatie staan weergegeven in het volgende overzicht:

Gemeente Asten

Adres Industrielaan te Asten

Kadastraal Sectie: G Nr: 2940, 4506, 4508, 4632

(allen gedeeltelijk) & 3828

Coördinaten X: 179.949 Y: 379.943

Oppervlakte onderzoekslocatie circa 11.500 m2

Op de onderzoekslocatie is er voor zover bekend geen sprake van een calamiteit of overtreding van voorschriften in het kader van de Wet Milieubeheer en/of Wet Bodembescherming en/of andere milieuregelgeving.

2.2 Huidig en voormalig bodemgebruik

Het onderzoeksterrein aan de Industrielaan te Asten (rode arcering) heeft een totale oppervlakte van circa 1,15 ha. In de noordoosthoek is het bedrijfspand in gebruik door de Formido bouwmarkt. In de westhoek zijn enkele kleine ambachtsbedrijven gevestigd (geweest).

In het zuidelijk deel van de onderzoekslocatie heeft in het verleden

(9)

Archimil BV Afdeling Bodem en Bouwstoffen een jeugdcentrum gezeten. De meest recente activiteiten bestaan uit de verkoop van (antieke) meubelen.

Aan de oostzijde zijn de opritten verhard met asfalt. De aanliggende parkeerplaatsen zijn voorzien van klinkers. Circa 10 jaar geleden is de bestrating aangepast, waarbij onder de bestrating een laag puingranulaat is aangebracht.

Aan de westzijde is het terrein eveneens verhard met klinkers en vind een beperkte opslag plaats van materialen.

Het westelijke onderzoeksterrein is voor zover bekend niet opgehoogd met bodemvreemde materialen zoals puin, sintels of gebroken asfalt. Op de onderzoekslocatie hebben voor zover bekend geen olietanks in of op de bodem gelegen. Er zijn geen gegevens bekend omtrent eventuele activiteiten of calamiteiten op de onderzoekslocatie welke geleid kunnen hebben tot een bodemverontreiniging.

Uit de historische kaarten (bron: http://www.topotijdreis.nl) blijkt dat de locatie tot 1979 grotendeels onbebouwd is geweest. Het pand aan de Langstraat 2 (Prins Bernhardstraat) is in 1936 in gebruik genomen. Uit kaarten van de einde van de 19de eeuw blijkt dat ter plaatse al reeds bebouwing aanwezig was. De direct noordelijk gelegen bebouwing (Trendhopper en voormalige vestiging van Albert Heijn) is in 1979 bebouwd. Het westelijke deel is in 1988 aangebouwd. Het gedeelte dat in gebruik is door de Formido is in 1988 aangebouwd. Later is de bebouwing van de Formido een keer uitgebreid. De kleinschalige bedrijfspanden binnen de onderzoekscontour zijn eveneens in 1979 gebouwd.

1925 1967

1991 2015

(10)

Archimil BV Afdeling Bodem en Bouwstoffen 2.2.1 Bodemonderzoeken

Industrielaan 17

Aan de Industrielaan 17 heeft in 1996 een bodemonderzoek plaatsgevonden door ingenieursbureau van Limborgh Zuid BV. Hierbij zijn in de boven- en ondergrond geen verontreinigingen aangetroffen. Het grondwater was licht verontreinigd met kwik. De aangetroffen verontreinigingen hebben destijds niet geleid tot het instellen van een nader onderzoek.

Voor de locatie is in 2008 een historisch onderzoek uitgevoerd door de MDRE (rapport 461804, augustus 2008), hierbij is vastgesteld dat geen sprake is van een potentieel ernstig geval van bodemverontreiniging als gevolg van lokale activiteiten. Volgens het onderzoek is er geen sprake van opslag in boven- of ondergrondse tanks.

Industrielaan 17A

Voor de locatie is in 2008 een historisch onderzoek uitgevoerd door de MDRE (rapport 461804, augustus 2008). Tijdens het uitvoeren van het historisch onderzoek zijn aanwijzingen gevonden dat binnen het onderzoeksgebied potentieel bodembedreigende activiteiten hebben plaatsgevonden.

- Drukkerij (algemeen);

- Metaalslijp-, metaalpolijst-, metaalstraal-, en metaalgraveerbedrijf.

De onderzoekslocatie wordt als verdacht beschouwd met zware metalen en PCB’s.

Op basis van historisch onderzoek kan worden geconcludeerd dat op de locatie sprake is van een potentiële ernstige bodemverontreiniging. Het betreft geen potentiële spoedlocatie. Geadviseerd is een oriënterend bodemonderzoek op de locatie te laten uitvoeren.

2.2.2 Bodemonderzoeken omgeving Industrielaan 3

Voor de locatie aan de Industrielaan 3 is in 2008 een historisch onderzoek uitgevoerd waaruit kan worden geconcludeerd dat op deze locatie geen sprake is van een potentiële ernstige

bodemverontreiniging als gevolg van de lokale activiteiten welke in het historisch bodembestand voor onderhavige locatie zijn opgenomen.

Industrielaan 11

Aan de Industrielaan 13 (inmiddels huisnummer 11B en 11C) heeft in 1995 een bodemonderzoek plaatsgevonden door ingenieursbureau van Limborgh Zuid BV. Hierbij zijn in de bovengrond licht verhoogde gehaltes aan PAK’s aangetroffen. Het grondwater was licht verontreinigd met zink, tolueen en xylenen. De aangetroffen verontreinigingen hebben destijds niet geleid tot het instellen van een nader onderzoek.

Voor de locatie is in 2008 een historisch onderzoek uitgevoerd door de MDRE (rapport 461804, augustus 2008), hierbij is vastgesteld dat geen sprake is van een potentieel ernstig geval van bodemverontreiniging. Volgens het onderzoek is er geen sprake van opslag in boven- of ondergrondse tanks.

(11)

Archimil BV Afdeling Bodem en Bouwstoffen In 2015 is door Archimil BV een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd (rapport 3127R001, d.d. 13 november 2015) rondom de bebouwing van Industrielaan 11C. Uit het onderzoek volgt dat de verdachte onderlaag (1,60-2,40 m-mv) ter plaatse van de ondergrondse tank niet verontreinigd was met minerale olie of vluchtige aromaten. Het grondwater ter plaatse bleek licht verontreinigd te zijn met barium en xylenen (som) en niet verontreinigd te zijn met minerale olie.

Geconcludeerd is dat de aanwezigheid van de ondergrondse tank niet geleid heeft tot een bodemverontreiniging. De tank is inmiddels gesaneerd.

De grond uit de bovenlaag (0,08-0,6 m-mv) van de resterende boringen aan de west- en achterzijde van de bebouwing was licht verontreinigd met minerale olie. De grond uit de bovenlaag (0,08-0,55 m-mv) van de boringen aan de voorzijde van de bebouwing was niet verontreinigd met één van de componenten waarop is onderzocht. De grond uit de onderlaag (0,17-1,4 m-mv) bleek niet verontreinigd met één van de componenten waarop is onderzocht.

Lindestraat 28 (zuidwestelijk van de onderzoekslocatie)

Uit het historisch onderzoek blijkt dat op de locatie de volgende potentieel bodembedreigende activiteit heeft plaatsgevonden:

- Grofsmederij, stamp- en persbedrijf.

Dit betekent dat de onderzoekslocatie moet worden beschouwd als verdacht op de aanwezigheid van een bodemverontreiniging in de bovengrond met zware metalen en in de ondergrond met aromaten, VOCl’s en metallische zoutoplossingen. Bodemonderzoek (verdere gegevens onbekend) heeft uitgewezen dat de activiteiten niet hebben geleid tot een ernstige bodemverontreiniging.

Op basis van het voorliggende historisch onderzoek kan worden geconcludeerd dat op deze locatie geen sprake is van een potentiële ernstige bodemverontreiniging als gevolg van de lokale activiteiten welke in het historisch bodembestand voor onderhavige locatie zijn opgenomen.

2.3 Toekomstig gebruik

Ter plaatse van het onderzoeksterrein zal in de nabije toekomst een herontwikkeling plaatsvinden.

Het toekomstig plan voorziet in het realiseren van een centrumfunctie met wonen, werken, waaronder begrepen perifere detailhandel en kleinschalige bedrijvigheid en dienstverlening/zorg.

2.4 Bodemopbouw en (geo-)hydrologie

Het te onderzoeken terrein heeft een hoogteligging gelijk aan ca. 27,3 m + N.A.P. De opbouw van de ondergrond is schematisch weergegeven in figuur A.

(12)

Archimil BV Afdeling Bodem en Bouwstoffen Figuur A: opbouw ondergrond.

De freatische grondwaterspiegel bevindt zich op circa 3,50 m-mv. De stromingsrichting van het freatische grondwater is noordwestelijk. De stromingsrichting van het grondwater in het eerste watervoerende pakket is globaal noordwestelijk gericht. Voorgenoemde geohydrologische gegevens zijn ontleend aan de grondwaterkaart van Nederland [6].

2.4.1 Algehele bodemkwaliteit

De gemeente Asten maakt geen gebruik van een goedgekeurde bodemkwaliteitskaart en

bodembeheerplan waarin diffuus verhoogde achtergrondgehalten aan verontreiniging zijn vastgelegd.

De gemeente Asten maakt wel gebruik van een goedgekeurde bodemfunctieklassenkaart. Hierin heeft de locatie de functie industrie toegekend gekregen.

2.5 Conclusie vooronderzoek

Het vooronderzoek heeft zich gericht zich op de onderzoekslocatie en de direct aanliggende percelen vanaf de grens van het onderzoeksgebied tot aan 25 meter buiten het onderzoeksgebied.

Op basis van bovenstaande gegevens kan de locatie vooralsnog als grotendeels onverdacht worden beschouwd. Ter plaatse van de bebouwing van Industrielaan 17A dient de bodem verdacht te worden beschouwd voor een verontreiniging met zware metalen en PCB’s. Onderzoek ter plaatse dient plaats te vinden conform de strategie plaatselijk verdacht (VED-HE) uit NEN 5740. Onderzoek ter plaatse van het resterend terrein dient plaats te vinden conform de strategie onverdacht niet-lijnvormig (ONV-NL) uit NEN 5740. In bijlage 3 is een tekening van de geografische afbakening van de onderzoekslocatie voor het bodemonderzoek opgenomen.

(13)

Archimil BV Afdeling Bodem en Bouwstoffen Foto’s onderzoekslocatie – 6 april 2017

(14)

Archimil BV Afdeling Bodem en Bouwstoffen 3 OPZET EN UITVOERING VAN HET ONDERZOEK

3.1 Opzet bodemonderzoek

Op de onderzoekslocatie kunnen twee deellocaties worden onderscheiden waarbij een verschillende onderzoeksstrategie wordt toegepast.

Het veldwerk zal onafhankelijk van de opdrachtgever worden uitgevoerd conform de eisen van BRL SIKB 2000 (Veldwerk milieuhygiënisch bodem- en waterbodemonderzoek) en de daarbij horende protocollen.

Van elke 50 cm bodemlaag of van iedere bodemlaag afzonderlijk worden tot de freatische

grondwaterspiegel representatieve monsters genomen. De boringen worden gelijkmatig over de te onderzoeken locatie verdeeld volgens een systematisch patroon. Het grondwater wordt minimaal één week na plaatsing van de peilbuizen bemonsterd. Hierbij worden in het veld de temperatuur, pH en geleidbaarheid gemeten. In bijlage 3 is een situatieschets opgenomen waarin de plaatsen van de boringen en de peilbuizen zijn aangegeven.

Terrein rondom de bedrijfsloods van nummer 17/17A (VED-HE, circa 450 m2)

Op het te onderzoeken terreindeel worden vijf grondboringen geplaatst, waarvan drie stuks tot 0,5 m-mv en één tot 2 m-mv. Tevens wordt één boring geplaatst tot circa 150 cm onder de actuele

grondwaterstand en afgewerkt met een peilbuis om het grondwater te onderzoeken.

Resterend terrein (ONV-NL, circa 1,15 ha)

Op het resterend te onderzoeken terreindeel worden eenentwintig grondboringen geplaatst, waarvan 15 boringen tot 0,5 m-mv en vier boringen tot 2 m-mv. Tevens worden twee boringen geplaatst tot circa 150 cm onder de actuele grondwaterstand en afgewerkt met een peilbuis om het grondwater te onderzoeken.

3.1.1 Analysepakketten

De toegepaste NEN-pakketten bestaan uit:

Grond: standaardpakket grond:

Droge stof, Metalen (Ba,Cd,Co,Cu,Hg,Mo,Ni,Pb,Zn), Minerale Olie (GC) (C10 - C40), PAK (10 VROM), PCB (7)

Grondwater: standaardpakket grondwater:

Metalen (Ba,Cd,Co,Cu,Hg,Mo,Ni,Pb,Zn), Minerale olie (GC), Aromaten (BTEXN), Styreen, VOCl (11), Vinylchloride, 1,1 Dichlooretheen, 1,1-Dichloorpropaan, 1,2-Dichloorpropaan, 1,3-Dichloorpropaan, Bromoform

Ter bepaling van de achtergrond- en interventiewaarden worden tenminste twee representatieve grond(meng)monsters onderzocht op het gehalte aan lutum en organisch stof.

(15)

Archimil BV Afdeling Bodem en Bouwstoffen 3.1.2 Uitvoering bodemonderzoek

De veldwerkzaamheden worden uitgevoerd volgens de NEN-normen en de protocollen van de Stichting Infra Kwaliteitsborging Bodemonderzoek [4]. De activiteiten bestaan uit:

1. het verrichten van de boringen en 2. het plaatsen van de peilbuizen;

3. het bemonsteren van de grond en het grondwater;

4. visueel en organoleptisch onderzoek van de monsters.

De grondboringen worden voor zover mogelijk met handkracht uitgevoerd waarbij gebruik wordt gemaakt van een ongelakte Edelmanboor met een diameters van 6 tot 12 cm. Er wordt voor zover mogelijk geen werkwater gebruikt. Na elke boring wordt het boormateriaal met leidingwater schoongemaakt.

Voor het plaatsen van de peilbuizen wordt geboord tot circa 1,5 meter beneden de freatische grondwaterspiegel. Het materiaal van de buis is slagvast P.V.C.. Het geperforeerde gedeelte wordt omgeven door een gewassen, paraffinevrije filterkous en gegloeid en gezeefd filtergrind. Het niet- geperforeerde gedeelte wordt met de oorspronkelijke grond omstort. Het boorgat wordt afgedicht met een laag zwelklei van ca. 30 cm.

De chemische analyses van de grond- en grondwatermonsters worden uitgevoerd door een AS3000 geaccrediteerd laboratorium. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de voorbehandelings-, opwerkings-, en analysemethoden zoals beschreven in de NEN-normen en de protocollen van de Stichting Infra

Kwaliteitsborging Bodemonderzoek [4].

3.2 Infiltratieonderzoek

3.2.1 Grondwater monitoringsbuizen

In de directe nabijheid van de onderzoekslocatie (<500 m) zijn geen monitoringsbuizen aanwezig.

Noordoostelijk van de locatie zijn twee monitoringsbuizen aanwezig. Gezien de afstand tot de onderzoekslocatie, de verschillende maaiveldhoogten (24 t.o.v. 27 m+NAP) en de grondwaterstand worden de monitoringsbuizen niet als representatief voor de onderzoekslocatie beschouwd.

Ter plaatse van de kruising Ceresstraat / Kosmosstraat is grondwater monitoringsbuis (B52C0309) aanwezig.

Maaiveldhoogte: 24,05 m+NAP

Filtertraject: 23,36 – 21,95 m+NAP (2,10 – 0,69 m-mv)

Uit de gegevens blijkt dat de grondwaterstand (vanaf 2005) fluctueert tussen 24,00 en 22,50 m+NAP (oftewel 0,10-1,5 m-mv). Vanaf 2005 ontbreken er meetgegevens en is sprake van een beperkte fluctuatie.

Vanaf 2005 achten wij de gegevens niet betrouwbaar.

(16)

Archimil BV Afdeling Bodem en Bouwstoffen Ter plaatse van de kruising Saturnusstraat / Marsstraat

is grondwater monitoringsbuis (B52C0492) aanwezig.

Maaiveldhoogte: 24,19 m+NAP

Filtertraject: 22,18 – 21,68 m+NAP (2,51 – 2,01 m-mv)

Uit de gegevens blijkt dat de grondwaterstand (vanaf 2005) fluctueert tussen 23,70 en 22,60 m+NAP (oftewel 0,50-1,6 m-mv).

3.2.2 Onderzoeksopzet

Teneinde vast te stellen of en in hoeverre de ondergrond zich leent voor het laten infiltreren van regenwater zal op drie plaatsen een pochetproef (boven grondwaterstand) worden uitgevoerd op een diepte van circa 200 cm-mv.

Op basis van de meetresultaten zullen de K-waardes (infiltratiesnelheid in m/dag) worden bepaald. In combinatie met de overige boringen kan vastgesteld worden of de bodem zich leent voor infiltratie.

(17)

Archimil BV Afdeling Bodem en Bouwstoffen 4 WIJZE VAN BEOORDELEN EN INTERPRETATIE

Bij de beoordeling en interpretatie van de resultaten is gebruik gemaakt van de circulaire bodemsanering 2013. Deze circulaire definieert streefwaarden, achtergrondwaarden, interventiewaarden en tussenwaarden voor de beoordeling van de concentratieniveaus van diverse verontreinigingen in grond en grondwater.

In onderstaand overzicht worden deze toegelicht:

- de Achtergrondwaarde (grond) of Streefwaarde (grondwater) geeft het niveau aan waarbij, volgens de huidige inzichten, sprake is van een duurzame bodemkwaliteit. In geval er curatief gehandeld moet worden, geeft deze waarde het niveau aan dat bereikt moet worden om de functionele eigenschappen die de bodem voor mens, dier of plant heeft, volledig te herstellen;

- de interventiewaarde (I) geeft het niveau aan waarbij de functionele eigenschappen die de bodem heeft voor mens, dier en plant, ernstig zijn verminderd of dreigen te worden verminderd. Bij gehalten boven deze waarde is normaliter sprake van een ernstige verontreiniging en zal moeten worden bekeken of sanering urgent is;

- de tussenwaarde (T = [S + I] / 2) bevindt zich op de helft tussen de streef- en interventiewaarde.

Boven deze waarde is in ieder geval, en onder deze waarde afhankelijk van bepaalde factoren zoals bodemtype, een nader onderzoek gewenst.

Deze waarden zijn afhankelijk van de grondsoort. Op basis van het lutum en het organische stofgehalte van de onderzochte grond, wordt een correctie uitgevoerd op de waarden zoals die voor een standaardbodem (lutum= 25% en humus= 10%) zijn vastgesteld.

Om de mate van verontreiniging weer te geven wordt in dit rapport de onderstaande terminologie gebruikt:

- niet verontreinigd concentratie lager dan of gelijk aan de achtergrondwaarde;

- licht verontreinigd concentratie hoger dan de achtergrondwaarde, maar lager dan of gelijk aan de tussenwaarde;

- matig verontreinigd concentratie hoger dan de tussenwaarde, maar lager dan of gelijk aan de interventiewaarde;

- sterk verontreinigd concentratie hoger dan de interventiewaarde.

Specifiek voor verontreinigingen met zware metalen ten gevolge van zinkassen in projectgebied de Kempen zijn in de regeling uniforme saneringen terugsaneerwaarden vastgesteld voor wonen met moestuin (ABdK-M) en wonen met siertuin (ABdK-S). Deze normen zijn verruimd ten opzichte van de algemene

terugsaneerwaarden zoals deze eerder in de bodemgebruikswaarden waren vastgelegd en die sinds 1 oktober 2008 zijn vervangen door de achtergrondwaarden (AW), maximale waarden voor wonen (MWW) en maximale waarden voor industrie (MWI) uit het besluit bodemkwaliteit.

Voor asbest is alleen een interventiewaarde vastgesteld, er is geen achtergrondwaarde vastgesteld. De interventiewaarde voor vaste bodem ligt op 100 mg/kgds (concentratie serpentijn plus 10 x concentratie amfibool). De interventiewaarde is gelijk aan de hergebruikswaarde voor asbest in puin.

(18)

Archimil BV Afdeling Bodem en Bouwstoffen 5 RESULTATEN

5.1 Veldwerk grond

De grondmonsters zijn op 5 en 6 april 2017 onafhankelijk van de opdrachtgever genomen door de heer V.

Burgers (erkend monsternemer SIKB 2001), daarbij geassisteerd door de heer G. van der Kant. Voor een beschrijving van de opgeboorde grond ter plaatse wordt verwezen naar de boorstaten (bijlage 4). Bij geen van de monsters is een verdachte en/ of afwijkende geur waargenomen. In de bovengrond rondom het pand van Industrielaan 17A zijn plaatselijk zwakke bijmengingen met puin, baksteen of kolengruis aangetroffen. In de bovengrond van het resterend terrein zijn plaatselijk zwakke bijmengingen met puin en/of baksteen aangetroffen. Ter plaatse van boring 108 (nabij achteringang Prins Bernhardstraat 65) is eveneens een bijmenging met afval aangetroffen. Ter plaatse van het oostelijke terreindeel is onder de asfalt- en klinkerverharding een laag puingranulaat aanwezig. Ter plaatse van boring 110 is een matige bijmenging met puin aangetroffen in de bovenlaag (0-0,5 m-mv) van de groenstrook. Het betreft een vermenging van het nabij toegepaste puingranulaat.

Zintuiglijk zijn geen bijmengingen met asbest aangetroffen in of op de bodem, er is echter geen onderzoek conform NEN5707 uitgevoerd. De aangetroffen sporen tot zwakke bijmengingen met puin behoeven ons inziens niet als asbestverdacht te worden beschouwd. Bekend is dat vanaf 1993 geen asbesthoudende materialen mogen worden toegepast. Het circa 10 jaar geleden toegepaste puin- granulaat behoeft ons inziens dan ook niet als asbestverdacht te worden beschouwd. Een onderzoek conform NEN5707 wordt op basis hiervan dan ook niet noodzakelijk geacht.

5.2 Aanpassing onderzoeksopzet

Op basis van de zintuiglijke waarnemingen is er geen noodzaak tot aanpassing van de geplande onderzoeksopzet gebleken.

5.3 Veldwerk grondwater

De peilbuizen zijn op 5 april 2017 geplaatst en voorgepompt. Peilbuis 101 is in op 28 oktober 2015 geplaatst. Het grondwater is op 13 april 2017 nogmaals voorgepompt en vervolgens bemonsterd door de heer V. Burgers (erkend monsternemer SIKB 2002). De in het veld bepaalde gegevens met betrekking tot het grondwater staan vermeld in het volgende overzicht:

Peilbuis nr.

Filterstelling (m-mv)

Datum Gw-stand

(m-mv)

pH Ec

(µS/cm)

Troebelheid (FTU)

Opmerkingen

101 5.45 – 4.45 13 april 2017 3,90 6.52 234 0.01 geen

101B 5.40 – 4.40 13 april 2017 3,89 6.91 358 358 geen

106 4.45 – 3.45 13 april 2017 3,08 6.16 634 634 belucht

Wanneer een watermonster troebel is (> 10 FTU), dus losgespoelde gronddeeltjes bevat, is er een kans dat er gronddeeltjes worden geanalyseerd in plaats van het grondwater. (An)organische stoffen (die zich hebben gehecht aan de gronddeeltjes) kunnen daardoor de analyseresultaten beïnvloeden.

Het grondwaterniveau van peilbuis 106 is tijdens de bemonstering meer dan 50 cm gezakt. Hierdoor is het grondwater in het filtergedeelte in contact gekomen met lucht waardoor mogelijk de resultaten van vluchtige componenten beïnvloed kunnen zijn.

(19)

Archimil BV Afdeling Bodem en Bouwstoffen 5.4 Analyseresultaten

De resultaten van de analyses van de grondmengmonsters en het grondwatermonster zijn weergegeven in de tabellen. Tevens zijn de analyserapporten opgenomen in bijlage 5.

5.4.1 Industrielaan 17A

Van de grondmonsters zijn op basis van zintuiglijke waarnemingen twee mengmonsters samengesteld welke zijn onderzocht op de componenten uit het standaardpakket voor grond.

Mengmonster Monsters (cm-mv) Analyseresultaat Bodemkwaliteit

17A bg 101B (20-70) 104 (0-50) 105 (8-50) Cadmium, lood, zink, PAK’s >AW Klasse wonen

17A og 101B (70-140) 102 (60-110) <AW Achtergrondwaarden

De meest verdacht bovengrond is licht verontreinigd met diverse zware metalen en PAK’s. De aangetroffen verontreinigingen komen overeen met de resultaten van het resterend terrein en kunnen ons inziens niet worden toegeschreven aan de voormalige activiteiten ter plaatse.

De resultaten van het grondwater zijn vooralsnog niet bekend.

5.4.2 Resterend terrein

Van de grondmonsters zijn op basis van zintuiglijke waarnemingen twee mengmonsters samengesteld welke zijn onderzocht op de componenten uit het standaardpakket voor grond.

Mengmonster Monsters (cm-mv) Analyseresultaat Bodemkwaliteit

bg rest (zwak puin)

107 (14-65) 111 (20-70) 112, 113 (0- 50) 115 (12-60) 117 (15-65) 122 (20- 70) 123 (8-55)

Zink, PAK’s >AW Achtergrondwaarden (gehalte <2xAW) bg

achterterrein (zwak puin)

108 (60-165) 120 (8-60) 121 (15-50) <AW Achtergrondwaarden

bg voorterrein (zwak puin)

106 (50-100) 118 (50-95) 119 (0-50) 125 (45-95)

Cadmium, koper, kwik, lood, zink, minerale olie, PCB’s, PAK’s >AW

Klasse industrie

(gehalte zink, PCB’s en min.

olie >MWW+AW) rest matig

puin

109 (20-30) 110 (0-50) 125 (10-45) Koper, lood, zink, PCB’s, PAK’s >AW

Klasse industrie

(gehalte zink >MWW+AW) rest og 106 (100-120) 107 (65-135) 109 (100-

140)

<AW Achtergrondwaarden

De puinhoudende grond is licht verontreinigd met diverse zware metalen, minerale olie, PCB’s en PAK’s.

De aangetroffen verontreinigingen kunnen worden gerelateerd aan de aangetroffen bijmengingen. Gelet op de beperkte overschrijding van de achtergrondwaarde achten wij een nader onderzoek of het treffen van sanerende maatregelen niet noodzakelijk.

De resultaten van het grondwater zijn vooralsnog niet bekend.

(20)

Archimil BV Afdeling Bodem en Bouwstoffen 5.5 Infiltratieonderzoek

Op 14 april 2017 is door de heer J. Timmermans van ons bureau een infiltratieonderzoek uitgevoerd, door middel van porchetproeven, ter bepaling van de doorlatendheid van de onverzadigde bodem. Uit de boorstaten van het verkennend bodemonderzoek blijkt dat de grondwaterstand varieert tussen de 3 en 3,5 m-mv.

Per infiltratieproef is een boorgat geplaatst tot circa 2,0 m-mv, waarna de bodem is voorverzadigd. Na voorverzadigen is de snelheid van daling van de waterstand bepaald, een overzicht van de metingen is bijgevoegd. In onderstaande tabel zijn de resultaten van beide porchetproeven weergegeven.

De k-waarde bedraagt 4,01 m/dag. Dit is conform het gemiddelde voor fijn zand (zie onderstaande tabel).

Van grond/zand met een k-waarde van >1 m/dag wordt in zijn algemeenheid aangehouden dat deze geschikt is voor het toepassen van een boven- en/of ondergrondse infiltratievoorziening.

Tabel: Infiltratiecapaciteit voor verschillende grondsoorten Grondsoort waarop de

infiltratievoorziening wordt geplaatst

Infiltratiecapaciteit

mm/h (C) m/dag (K)

Grof zand 500 10-50

Fijn zand 20 1-5

Leemachtig fijn zand 11 0,2-0,5

Lichte zwavel 10 0,02-0,2

Veen 2,2 0,01-0,02

Leem 2,1 0,01

(21)

Archimil BV Afdeling Bodem en Bouwstoffen Foto’s onderzoekslocatie – 6 april 2016

(22)

Archimil BV Afdeling Bodem en Bouwstoffen 6 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN

Het onderzoek heeft betrekking op het terrein gelegen aan de Industrielaan te Asten.

Het doel van een verkennend bodemonderzoek is door een relatief geringe inspanning een inzicht te verkrijgen van de bodemgesteldheid. Uit het onderzoek kunnen de volgende conclusies worden getrokken:

1. De grond uit de bovenlaag (0-0,7 m-mv) rondom Industrielaan 17A is licht verontreinigd met cadmium, lood, zink en PAK’s.

2. De grond uit de onderlaag (0,6-1,4 m-mv) rondom Industrielaan 17A is niet verontreinigd met één van de componenten waarop is onderzocht.

3. De zwak tot matig puinhoudende grond uit de bovenlaag (0-0,5 m-mv) van het resterend terrein is licht verontreinigd met cadmium, koper, kwik, lood, zink, minerale olie, PCB’s en PAK’s

4. De grond uit de onderlaag (0,65-1,4 m-mv) is niet verontreinigd met één van de componenten waarop is onderzocht.

5. De analyseresultaten van het grondwater zijn nog niet bekend.

6. De hypothese niet-verdachte locatie kan, voor de ondergrond, worden aangenomen op basis van de onderzoeksresultaten.

7. De hypothese niet-verdachte locatie dient, voor de bovengrond, te worden verworpen op basis van de onderzoeksresultaten.

8. Uit het infiltratieonderzoek blijkt dat sprake is van een infiltratiesnelheid van 4,01 m/dag.

Van grond/zand met een k-waarde van >1 m/dag wordt in zijn algemeenheid aangehouden dat deze geschikt is voor het toepassen van een boven- en/of ondergrondse

infiltratievoorziening.

Naar aanleiding van bovenstaande conclusies merken wij het volgende op:

1. Ons inziens behoeven er, op basis van de onderzoeksresultaten, vooralsnog (de resultaten van het grondwater zijn nog niet bekend) geen restricties gesteld te worden aan aan- of verkoop van of aan toekomstige bouwactiviteiten op de onderzochte locatie.

2. De lichte verontreinigingen in de bovengrond vormen geen aanleiding tot het instellen van een nader onderzoek conform de Circulaire Bodemsanering [8]. De aanwezigheid van

bovengenoemde componenten vormt, gezien de concentraties, vanuit milieuhygiënisch oogpunt, geen bezwaar.

3. Indien, bijvoorbeeld bij bouwactiviteiten, grond vrijkomt die op een andere locatie zal worden hergebruikt dan dient bepaald te worden wat de kwaliteit is in het kader van het besluit bodemkwaliteit.

(23)

Archimil BV Afdeling Bodem en Bouwstoffen

(24)

Archimil BV Afdeling Bodem en Bouwstoffen TABELLEN

Archimil BV voert zijn bodemonderzoeken zorgvuldig en volgens de geldende normen uit. Elk

bodemonderzoek is echter gebaseerd op een beperkt aantal grondboringen: ten opzichte van het totale bodemvolume is slechts een klein deel (chemisch) onderzocht. Het is dus mogelijk dat plaatselijk afwijkingen in de bodem voorkomen, of dat zich verontreinigende stoffen in de bodem bevinden die niet met dit onderzoek naar voren zijn gekomen.

Een bodemonderzoek is een momentopname en heeft een beperkte geldigheid: na monstername kan immers een nieuwe verontreiniging geïntroduceerd zijn, terwijl een mobiele verontreiniging zich misschien verplaatst.

Archimil BV acht zich dan ook niet aansprakelijk voor hieruit voortvloeiende schade of gevolgen van welke aard dan ook.

(25)

05-04-2017

2017045300 07-04-2017 14-04-2017

Eenheid 1 GSSD Oordeel RG AW T I

2,1 2,3 Uitgevoerd

% (m/m) 87,2 87,2

mg/kg ds 54 201,7 20 190 555 920

mg/kg ds 0,46 0,7847 * 0,2 0,6 6,8 13

mg/kg ds <3,0 7,148 - 3 15 103 190

mg/kg ds 19 38,78 - 5 40 115 190

mg/kg ds 0,064 0,0914 - 0,05 0,15 18,1 36

mg/kg ds <1,5 1,05 - 1,5 1,5 95,8 190

mg/kg ds 4,4 12,52 - 4 35 67,5 100

mg/kg ds 37 57,81 * 10 50 290 530

mg/kg ds 93 216,8 * 20 140 430 720

mg/kg ds <3,0 mg/kg ds <5,0 mg/kg ds <5,0

mg/kg ds 14

mg/kg ds 8,7

mg/kg ds <6,0

mg/kg ds <35 116,7 - 35 190 2600 5000

mg/kg ds <0,0010 0,0033 mg/kg ds <0,0010 0,0033 mg/kg ds <0,0010 0,0033 mg/kg ds <0,0010 0,0033 mg/kg ds <0,0010 0,0033 mg/kg ds <0,0010 0,0033 mg/kg ds <0,0010 0,0033

mg/kg ds 0,0049 0,0233 - 0,007 0,02 0,51 1

mg/kg ds <0,050 0,035

mg/kg ds 0,24 0,24

mg/kg ds 0,08 0,08

mg/kg ds 0,49 0,49

mg/kg ds 0,36 0,36

mg/kg ds 0,41 0,41

mg/kg ds 0,21 0,21

mg/kg ds 0,32 0,32

mg/kg ds 0,28 0,28

mg/kg ds 0,28 0,28

mg/kg ds 2,7 2,705 * 0,35 1,5 20,8 40

Nr. Analytico-nr Monster 1 9483882

Overschrijding Achtergrondwaarde

kleiner dan of gelijk aan Achtergrondwaarde groter dan Achtergrondwaarde groter dan Tussenwaarde groter dan Interventiewaarde

Gestandaardiseerd gehalte Vereiste Rapportagegrens Achtergrondwaarde Tussenwaarde Interventiewaarde

Deze toetsing is uitgevoerd met behulp van BoToVa.

Zie voor info: http://www.rwsleefomgeving.nl/onderwerpen/bodem-ondergrond/bbk/instrumenten/botova/

AW T I -

*

**

***

GSSD RG

Indeno(123-cd)pyreen PAK VROM (10) (factor 0,7) Legenda

17A bg: 104 (0-50) 105 (8-50) 101B (20-70)

Eindoordeel:

Gebruikte afkortingen Fluorantheen Benzo(a)anthraceen Chryseen

Benzo(k)fluorantheen Benzo(a)pyreen Benzo(ghi)peryleen PCB 180

PCB (som 7) (factor 0,7)

Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen, PAK Naftaleen

Fenanthreen Anthraceen PCB 28 PCB 52 PCB 101 PCB 118 PCB 138 PCB 153

Minerale olie (C16-C21) Minerale olie (C21-C30) Minerale olie (C30-C35) Minerale olie (C35-C40) Minerale olie totaal (C10-C40) Polychloorbifenylen, PCB Nikkel (Ni)

Lood (Pb) Zink (Zn) Minerale olie Minerale olie (C10-C12) Minerale olie (C12-C16) Barium (Ba) Cadmium (Cd) Kobalt (Co) Koper (Cu) Kwik (Hg) Molybdeen (Mo)

Korrelgrootte < 2 µm (Lutum) Voorbehandeling Cryogeen malen AS3000 Bodemkundige analyses Droge stof

Metalen Certificaatnummer Startdatum Rapportagedatum Analyse

Bodemtype correctie Organische stof Datum monstername Monsternemer

(26)

05-04-2017

2017045300 07-04-2017 14-04-2017

Eenheid 2 GSSD Oordeel RG AW T I

0,9 2 Uitgevoerd

% (m/m) 93 93

% (m/m) ds 0,9 0,9

% (m/m) ds 99

% (m/m) ds 2 2

mg/kg ds <20 54,25 20 190 555 920

mg/kg ds <0,20 0,241 - 0,2 0,6 6,8 13

mg/kg ds <3,0 7,383 - 3 15 103 190

mg/kg ds 5,1 10,55 - 5 40 115 190

mg/kg ds <0,050 0,0502 - 0,05 0,15 18,1 36

mg/kg ds <1,5 1,05 - 1,5 1,5 95,8 190

mg/kg ds <4,0 8,167 - 4 35 67,5 100

mg/kg ds <10 11,02 - 10 50 290 530

mg/kg ds 33 78,31 - 20 140 430 720

mg/kg ds <3,0 mg/kg ds <5,0 mg/kg ds <5,0 mg/kg ds <11 mg/kg ds <5,0 mg/kg ds <6,0

mg/kg ds <35 122,5 - 35 190 2600 5000

mg/kg ds <0,0010 0,0035 mg/kg ds <0,0010 0,0035 mg/kg ds <0,0010 0,0035 mg/kg ds <0,0010 0,0035 mg/kg ds <0,0010 0,0035 mg/kg ds <0,0010 0,0035 mg/kg ds <0,0010 0,0035

mg/kg ds 0,0049 0,0245 - 0,007 0,02 0,51 1

mg/kg ds <0,050 0,035 mg/kg ds <0,050 0,035 mg/kg ds <0,050 0,035 mg/kg ds <0,050 0,035 mg/kg ds <0,050 0,035 mg/kg ds <0,050 0,035 mg/kg ds <0,050 0,035 mg/kg ds <0,050 0,035 mg/kg ds <0,050 0,035 mg/kg ds <0,050 0,035

mg/kg ds 0,35 0,35 - 0,35 1,5 20,8 40

Nr. Analytico-nr Monster 2 9483883

Voldoet aan Achtergrondwaarde

kleiner dan of gelijk aan Achtergrondwaarde groter dan Achtergrondwaarde groter dan Tussenwaarde groter dan Interventiewaarde

Gestandaardiseerd gehalte Vereiste Rapportagegrens Achtergrondwaarde Tussenwaarde Interventiewaarde

Deze toetsing is uitgevoerd met behulp van BoToVa.

Zie voor info: http://www.rwsleefomgeving.nl/onderwerpen/bodem-ondergrond/bbk/instrumenten/botova/

***

GSSD RG AW T I

17A dr bruin: 101B (70-140) 102 (60-110)

Eindoordeel:

Gebruikte afkortingen -

*

**

Benzo(k)fluorantheen Benzo(a)pyreen Benzo(ghi)peryleen Indeno(123-cd)pyreen PAK VROM (10) (factor 0,7) Legenda

Naftaleen Fenanthreen Anthraceen Fluorantheen Benzo(a)anthraceen Chryseen PCB 118 PCB 138 PCB 153 PCB 180

PCB (som 7) (factor 0,7)

Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen, PAK Minerale olie (C35-C40)

Minerale olie totaal (C10-C40) Polychloorbifenylen, PCB PCB 28

PCB 52 PCB 101 Minerale olie Minerale olie (C10-C12) Minerale olie (C12-C16) Minerale olie (C16-C21) Minerale olie (C21-C30) Minerale olie (C30-C35) Koper (Cu)

Kwik (Hg) Molybdeen (Mo) Nikkel (Ni) Lood (Pb) Zink (Zn) Gloeirest

Korrelgrootte < 2 µm (Lutum) Metalen

Barium (Ba) Cadmium (Cd) Kobalt (Co)

Korrelgrootte < 2 µm (Lutum) Voorbehandeling Cryogeen malen AS3000 Bodemkundige analyses Droge stof

Organische stof Certificaatnummer Startdatum Rapportagedatum Analyse

Bodemtype correctie Organische stof Datum monstername Monsternemer

(27)

05-04-2017

2017045300 07-04-2017 14-04-2017

Eenheid 3 GSSD Oordeel RG AW T I

2,1 2,3 Uitgevoerd

% (m/m) 91,7 91,7

% (m/m) ds 2,1 2,1

% (m/m) ds 97,8

% (m/m) ds 2,3 2,3

mg/kg ds 29 108,3 20 190 555 920

mg/kg ds 0,3 0,5117 - 0,2 0,6 6,8 13

mg/kg ds <3,0 7,148 - 3 15 103 190

mg/kg ds 14 28,57 - 5 40 115 190

mg/kg ds <0,050 0,05 - 0,05 0,15 18,1 36

mg/kg ds <1,5 1,05 - 1,5 1,5 95,8 190

mg/kg ds <4,0 7,967 - 4 35 67,5 100

mg/kg ds 29 45,31 - 10 50 290 530

mg/kg ds 71 165,5 * 20 140 430 720

mg/kg ds <3,0 mg/kg ds <5,0 mg/kg ds <5,0 mg/kg ds <11

mg/kg ds 6,2

mg/kg ds <6,0

mg/kg ds <35 116,7 - 35 190 2600 5000

mg/kg ds <0,0010 0,0033 mg/kg ds <0,0010 0,0033 mg/kg ds <0,0010 0,0033 mg/kg ds <0,0010 0,0033 mg/kg ds <0,0010 0,0033 mg/kg ds <0,0010 0,0033 mg/kg ds <0,0010 0,0033

mg/kg ds 0,0049 0,0233 - 0,007 0,02 0,51 1

mg/kg ds <0,050 0,035

mg/kg ds 0,54 0,54

mg/kg ds 0,17 0,17

mg/kg ds 0,73 0,73

mg/kg ds 0,37 0,37

mg/kg ds 0,39 0,39

mg/kg ds 0,14 0,14

mg/kg ds 0,29 0,29

mg/kg ds 0,17 0,17

mg/kg ds 0,15 0,15

mg/kg ds 3 2,985 * 0,35 1,5 20,8 40

Nr. Analytico-nr Monster 3 9483884

Voldoet aan Achtergrondwaarde

kleiner dan of gelijk aan Achtergrondwaarde groter dan Achtergrondwaarde groter dan Tussenwaarde groter dan Interventiewaarde

Gestandaardiseerd gehalte Vereiste Rapportagegrens Achtergrondwaarde Tussenwaarde Interventiewaarde

Deze toetsing is uitgevoerd met behulp van BoToVa.

Zie voor info: http://www.rwsleefomgeving.nl/onderwerpen/bodem-ondergrond/bbk/instrumenten/botova/

***

GSSD RG AW T I

rest bg: 107 (14-65) 111 (20-70) 112, 113 (0-50) 115 (12-60) 117 (15-65) 122 (20-70) 123 (8-55)

Eindoordeel:

Gebruikte afkortingen -

*

**

Benzo(k)fluorantheen Benzo(a)pyreen Benzo(ghi)peryleen Indeno(123-cd)pyreen PAK VROM (10) (factor 0,7) Legenda

Naftaleen Fenanthreen Anthraceen Fluorantheen Benzo(a)anthraceen Chryseen PCB 118 PCB 138 PCB 153 PCB 180

PCB (som 7) (factor 0,7)

Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen, PAK Minerale olie (C35-C40)

Minerale olie totaal (C10-C40) Polychloorbifenylen, PCB PCB 28

PCB 52 PCB 101 Minerale olie Minerale olie (C10-C12) Minerale olie (C12-C16) Minerale olie (C16-C21) Minerale olie (C21-C30) Minerale olie (C30-C35) Koper (Cu)

Kwik (Hg) Molybdeen (Mo) Nikkel (Ni) Lood (Pb) Zink (Zn) Gloeirest

Korrelgrootte < 2 µm (Lutum) Metalen

Barium (Ba) Cadmium (Cd) Kobalt (Co)

Korrelgrootte < 2 µm (Lutum) Voorbehandeling Cryogeen malen AS3000 Bodemkundige analyses Droge stof

Organische stof Certificaatnummer Startdatum Rapportagedatum Analyse

Bodemtype correctie Organische stof Datum monstername Monsternemer

(28)

05-04-2017

2017045300 07-04-2017 14-04-2017

Eenheid 4 GSSD Oordeel RG AW T I

2,1 2,3 Uitgevoerd

% (m/m) 90,7 90,7

mg/kg ds <20 52,29 20 190 555 920

mg/kg ds <0,20 0,2388 - 0,2 0,6 6,8 13

mg/kg ds <3,0 7,148 - 3 15 103 190

mg/kg ds 7,1 14,49 - 5 40 115 190

mg/kg ds <0,050 0,05 - 0,05 0,15 18,1 36

mg/kg ds <1,5 1,05 - 1,5 1,5 95,8 190

mg/kg ds 4,8 13,66 - 4 35 67,5 100

mg/kg ds 11 17,19 - 10 50 290 530

mg/kg ds 24 55,95 - 20 140 430 720

mg/kg ds <3,0 mg/kg ds <5,0 mg/kg ds <5,0

mg/kg ds <11

mg/kg ds 8,3

mg/kg ds <6,0

mg/kg ds <35 116,7 - 35 190 2600 5000

mg/kg ds <0,0010 0,0033 mg/kg ds <0,0010 0,0033 mg/kg ds <0,0010 0,0033 mg/kg ds <0,0010 0,0033 mg/kg ds <0,0010 0,0033 mg/kg ds <0,0010 0,0033 mg/kg ds <0,0010 0,0033

mg/kg ds 0,0049 0,0233 - 0,007 0,02 0,51 1

mg/kg ds <0,050 0,035

mg/kg ds 0,084 0,084

mg/kg ds <0,050 0,035

mg/kg ds 0,19 0,19

mg/kg ds 0,13 0,13

mg/kg ds 0,16 0,16

mg/kg ds 0,08 0,08

mg/kg ds 0,13 0,13

mg/kg ds 0,12 0,12

mg/kg ds 0,14 0,14

mg/kg ds 1,1 1,104 - 0,35 1,5 20,8 40

Nr. Analytico-nr Monster 4 9483885

Voldoet aan Achtergrondwaarde

kleiner dan of gelijk aan Achtergrondwaarde groter dan Achtergrondwaarde groter dan Tussenwaarde groter dan Interventiewaarde

Gestandaardiseerd gehalte Vereiste Rapportagegrens Achtergrondwaarde Tussenwaarde Interventiewaarde

Deze toetsing is uitgevoerd met behulp van BoToVa.

Zie voor info: http://www.rwsleefomgeving.nl/onderwerpen/bodem-ondergrond/bbk/instrumenten/botova/

AW T I -

*

**

***

GSSD RG

Indeno(123-cd)pyreen PAK VROM (10) (factor 0,7) Legenda

rest bg achterterrein: 108 (60-165) 120 (8-60) 121 (15-50)

Eindoordeel:

Gebruikte afkortingen Fluorantheen Benzo(a)anthraceen Chryseen

Benzo(k)fluorantheen Benzo(a)pyreen Benzo(ghi)peryleen PCB 180

PCB (som 7) (factor 0,7)

Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen, PAK Naftaleen

Fenanthreen Anthraceen PCB 28 PCB 52 PCB 101 PCB 118 PCB 138 PCB 153

Minerale olie (C16-C21) Minerale olie (C21-C30) Minerale olie (C30-C35) Minerale olie (C35-C40) Minerale olie totaal (C10-C40) Polychloorbifenylen, PCB Nikkel (Ni)

Lood (Pb) Zink (Zn) Minerale olie Minerale olie (C10-C12) Minerale olie (C12-C16) Barium (Ba) Cadmium (Cd) Kobalt (Co) Koper (Cu) Kwik (Hg) Molybdeen (Mo)

Korrelgrootte < 2 µm (Lutum) Voorbehandeling Cryogeen malen AS3000 Bodemkundige analyses Droge stof

Metalen Certificaatnummer Startdatum Rapportagedatum Analyse

Bodemtype correctie Organische stof Datum monstername Monsternemer

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

001 * De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het &#34;S&#34;

De hergebruiksmogelijkheden voor de bovengrond, die eventueel vrijkomt bij toekomstige bouwactiviteiten, kunnen, indicatief gezien, als geschikt voor

001 * De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het &#34;S&#34;

De resultaten hebben uitsluitend betrekking op de monsters, zoals die door u voor analyse ter beschikking zijn gesteld. Eurofins ACMAA Testing is niet aansprakelijk voor

De resultaten van de chemische en fysische analyse voor de grondmonsters dienen getoetst te worden aan de achtergrondwaarden (AW) volgens het Besluit bodemkwaliteit.. Verder zijn

De resultaten hebben uitsluitend betrekking op de monsters, zoals die door u voor analyse ter beschikking zijn gesteld. Eurofins ACMAA Testing is niet aansprakelijk voor

is ISO 14001: 2015 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. Omgeving), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheid

AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER KVK