MEMO
ZAAKNUMMER : AST/2016/016840
AAN : Commissie Algemene Zaken en Control VAN : De heer J. van Bussel
NAMENS DEZE : De heer J. Peeters DATUM : 6 oktober 2016
ONDERWERP : Kennis nemen van informatie over de vennootschapsbelasting en de effecten daarvan voor de gemeente
Samenvatting
Vanaf 1 januari 2016 geldt de vennootschapsbelasting ook voor overheidslichamen, waaronder een gemeente. De heffing kan van toepassing zijn voor activiteiten die als onderneming (ondernemende activiteit) kunnen worden gekwalificeerd. Hiervoor is uitvoerige beoordeling van alle activiteiten nodig en dit is inmiddels uitgevoerd. Binnen de grondexploitatie ontstaat belastingheffing, mits er daadwerkelijke positieve fiscale resultaten ontstaan. Een gedegen aanpak van het beheer van het vraagstuk van de vennootschapsbelasting is vanaf 2016 nodig. Binnen de gemeente Asten is de
voorbereiding tijdig begonnen. Momenteel loopt de verdere uitwerking en implementatie van de vennootschapsbelasting. Uiteindelijk leiden de voorbereidingen tot een aangifte in 2017.
Vennootschapsbelasting
• Van 1 januari 2016 is de Wet op de vennootschapsbelasting (vpb) zodanig gewijzigd, dat deze niet meer alleen commerciële bedrijven treft, maar vanaf deze datum kunnen overheidsondernemingen ook door deze belastingheffing worden getroffen.
• De achtergrond van deze wetswijziging is gelegen in de kritiek die de Europese Commissie had op de Nederlandse systematiek van de vennootschapsbelasting. De Europese Commissie achtte het risico op verstrekking van staatsteun aan bepaalde activiteiten mogelijk. Momenteel loopt er vanuit de Europese Unie een onderzoek naar de Nederlandse vennootschapsbelasting. In verband met dit onderzoek heeft Nederland besloten tot versnelde wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting per 1 januari 2016.
• Binnen de gemeente Asten is in 2014 begonnen met het in kaart brengen van de mogelijke effecten voor de gemeente.
• Voor de vennootschapsbelasting dient voor een gemeentelijke activiteit beoordeeld te worden of die al dan niet als onderneming (ondernemende activiteit) in het kader van de vennootschapsbelasting wordt gekwalificeerd. Hiervoor moet een activiteit aan een aantal voorwaarden voldoen. De wetgeving kent enkele specifieke vrijstellingen, denk hierbij aan specifieke overheidstaken die wel opbrengsten genereren maar
uitdrukkelijk als overheidstaak worden gezien. Door toepassing van de vrijstelling kan die taak niet tot heffing van vennootschapsbelasting leiden.
• Er is een uitvoerige inventarisatie uitgevoerd van alle activiteiten die opbrengsten genereren, aangezien deze activiteiten het eerste als ondernemende activiteiten in aanmerking kunnen komen. Dit is door eigen medewerkers uitgevoerd, waarbij sprake is geweest van externe ondersteuning.
• Deze eerste inventarisatie is verder verdiept, waarbij de geselecteerde activiteiten nader zijn onderzocht en geanalyseerd.
2/2
• Bij de tweede inventarisatie zijn deze activiteiten financieel en in praktische zin onderzocht. Wat gebeurt er daadwerkelijk bij deze activiteit om vast te kunnen stellen of de eerdere kwalificatie binnen of buiten de vennootschapsbelasting terecht is geweest. Dit heeft geleid tot dossiervorming voor de specifieke activiteiten.
• Er is een clustering van activiteiten gemaakt om vanuit deze clusters (een groep van activiteiten die duidelijk samenhangen met elkaar) de beoordeling van mogelijke effecten voor de vennootschapsbelasting te kunnen maken.
• Deze verdiepte inventarisatie heeft tot de conclusie geleid dat de gemeente Asten vooralsnog alleen wat betreft de grondexploitaties in de heffing van de
vennootschapsbelasting terecht komt. Rekening moet worden gehouden met het feit dat de fiscale winstbepaling (momenteel nog) afwijkingen kent ten opzichte van de Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) regelgeving. De financiële effecten zijn vertaald in de begrotingen vanaf 2016.
• Voorts neemt deze conclusie niet weg dat de organisatie nog enkele slagen heeft te maken om op een efficiënte en praktische manier tot de jaarlijkse aangifte
vennootschapsbelasting te komen.
• Inmiddels is gestart met de verdere voorbereiding van de inrichting van het beheer dat nodig is in het kader van de vennootschapsbelasting. De organisatie dient voorbereid te zijn op onderzoek door de belastingdienst. De belastingdienst is voor haar beoordeling van de ingenomen standpunten door ons als gemeente evenzeer geïnteresseerd in de activiteiten die volgens ons niet vennootschapsbelastingplichtig zijn als die dat volgens ons wel zijn. Tevens is de onderbouwing van het ingenomen standpunt van belang.
• Om hierop voorbereid te zijn dient te worden gekomen tot een specifiek beheerplan voor de vennootschapsbelasting, alsmede de jaarlijkse uitvoering van de taken die daartoe horen.
• Tot dit beheerplan moet tevens gaan behoren, dat de gehele gemeentelijke organisatie oog krijgt en houdt voor de mogelijke risico’s op heffing van
vennootschapsbelasting die nieuwe en gewijzigde activiteiten met zich mee kunnen brengen.
• De eerste aangifte vennootschapsbelasting moet uiterlijk 1 juni 2017 worden ingediend. Uitstel van de indiening tot maximaal 1 mei 2018 is onder voorwaarden mogelijk.
j.peeters@asten.nl
