Werkproces 1.5 Handelen in onvoorziene situaties Fase 1 Opdracht 73 Mijn eerste reactie
Wat is de opdracht?
In verschillende onvoorziene situaties reageren .
Wat leer je door de opdracht?
Wat onvoorziene situaties zijn.
Inzicht krijgen in je eigen reactie tijdens onvoorziene situaties.
Waar voer je de opdracht uit?
Op school.
Voorbereiden:
•
Overleg met je docent hoe de opdracht wordt uitgevoerd en hoe de groepjes worden samengesteld.Uitvoeren:
•
Hieronder staan vijf verschillende situaties die dagelijks in je werk voor kunnen komen. Dit zijn onvoorziene situaties, omdat je niet op deze situaties bent voorbereid. Ze gebeuren onverwacht.Situatie 1
Je bent samen met je collega en twee bewoners een heerlijke appeltaart aan het bakken. Net wanneer je collega naar het toilet is tijdens deze bakactiviteit, gaat de rookmelder in de keuken af.
Situatie 2
Het is mooi weer en mevrouw Pietersma van 80 jaar houdt van wandelen.
Samen met haar wil je een stukje gaan lopen in de instellingstuin. Op weg naar buiten struikelt mevrouw Pietersma over een drempel en valt. Net op een moment dat er niemand in de buurt is.
Situatie 3
Bij jou op de peuterspeelzaal is het tijd voor vrij spel. Tom en Gijs spelen allebei graag met de rode brandweerauto. Tom heeft hem al in zijn handen als Gijs eraan komt. Gijs weet dat hij dan moet wachten totdat Tom de auto loslaat om ermee te mogen spelen. Wanneer Tom even niet oplet, pakt Gijs snel de auto en rent weg. Huilend blijft Tom achter.
Situatie 4
In de huiskamer van gezinsvervangend tehuis ‘De Bloesem’ glijdt Piet plotseling uit z’n stoel en valt schokkend op de grond. Hij heeft een epileptische aanval.
Situatie 5
In zorgcentrum De Parel is het tijd om de bewoners te begeleiden bij het opstaan. Mijnheer Fransen is altijd erg vroeg wakker en zit dan bij het raam zijn krantje te lezen. Vriendelijk zegt hij je goedemorgen en maakt een praatje met je als je hem helpt bij het aankleden. Vandaag is zijn kamer nog erg donker wanneer je binnenkomt en het valt je direct op dat mijnheer Fransen erg stilletjes is.
© KCM Training & Opleiding – Koningstraat 64-3 – 6811 DJ Arnhem trainingsgids.nl – info@trainingsgids.nl – (026) 38 12 706
&
© Uitgeverij Angerenstein B.V. Velp 2011
a. Wat in de situatie zorgt ervoor dat de situatie anders is dan anders?
Noteer je antwoorden in het onderstaande schema.
De situatie is onvoorzien doordat:
Situatie 1 Situatie 2 Situatie 3 Situatie 4 Situatie 5
b. Wat zou je doen?
Noteer bij elke situatie hoe je zou reageren als je dit zou overkomen.
Mijn reactie zou zijn:
Situatie 1 Situatie 2 Situatie 3 Situatie 4 Situatie 5
•
In een groepje van vier personen lezen jullie van elkaar de reacties bij 2b. Bespreek per situatie welke reactie jullie het beste vinden en waarom. Stel samen een reactie top 5 samen.Situatie Beste reactie is Omdat
1. Brandalarm gaat af
2. Cliënt gevallen 3. Ruzie
4. Epileptische aanval
5. Ander gedrag
dan normaal
Verwerken
•
Individueel verslag:-
per situatie noteren waarom de situatie onvoorzien is.-
per situatie noteer je wat je doet en zegt.•
Groepsverslag:Maak een groepsverslag van de vijf beste reacties en geef daarbij aan waarom jullie dit goede reacties vinden. (Vul schema in)
Bewaren:
•
Individueel verslag.•
Groepsverslag.Waar word je op
beoordeeld?
Zie beoordelingsprotocol.
Waar kan ik informatie vinden?
Boek HZW thema 20
Wie kan je helpen bij de opdracht?
De docent.
Gewenst Resultaat
Je kunt vertellen wat onvoorziene situaties zijn.
Je weet hoe je zelf in verschillende situaties zou reageren.
Je weet hoe anderen in deze situaties zouden reageren.
© KCM Training & Opleiding – Koningstraat 64-3 – 6811 DJ Arnhem trainingsgids.nl – info@trainingsgids.nl – (026) 38 12 706
&
© Uitgeverij Angerenstein B.V. Velp 2011
BEOORDELINGSPROTOCOL opdracht 73
Werkproces 1.5 Handelen in onvoorziene situaties
Competentie
J. Formuleren en rapporteren K. Vakdeskundigheid toepassen T. Instructies en procedures opvolgen
Componenten J. Nauwkeurig en volledig rapporteren, vlot en bondig rapporteren K. Vakspecifieke mentale vermogens aanwenden
T. Werken volgens voorgeschreven procedures en wettelijke richtlijnen
Prestatie-indicatoren O V G
1 Je hebt bij elke situatie genoteerd wat de situatie onvoorzien maakt.
2 Je hebt concreet genoteerd hoe je handelt in elke situatie.
3 Je hebt samen met andere klasgenoten het schema volledig ingevuld.
4 Je hebt duidelijke nauwkeurig gerapporteerd.