• No results found

Cyrus de Grote Gods instrument

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Cyrus de Grote Gods instrument"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

Cyrus de Grote

Gods instrument

Bron: http://www.middletownbiblechurch.org/bulletin%20inserts/Isa45Cyrus.pdf

Alle Schriftaanhalingen komen uit de Statenvertaling (HSV) Vertaling, inleiding en voetnoot door M.V.

Jesaja 44:28-45:13 Inleiding:

Wij hebben het hier over de Perzische heerser Cyrus (KJV) of Kores (SV, HSV, NBG). In het Oude Testament staat “kowresh” (Strong 3566). In 539 vC. Werd Babel onder de voet gelopen door de Meden en Perzen (Daniël 5). In 537 vC. Gaf Cyrus het bevel voor de terugkeer van de Joden om hun tempel te herstellen (Ezra 1; Jesaja 44:28 – 45:1).

Plaatje: Cyrus, Wikipedia).

De Perzische heerser Cyrus de Grote speelde een sleutelrol in de geschie- denis van Israël. Volgend op de Babylonische ballingschap beroerde God het hart van deze heidense heerser zodat hij gewillig een overblijfsel van

de Israëlieten toestond om terug te keren naar hun land om de Tweede Tempel te bouwen (Ezra hoofdstuk 1).

God had beloofd dat nadat zeventig jaar waren voorbij gegaan, Hij er voor zou zorgen dat Zijn volk naar hun land zou terugkeren. “Want zo zegt de HEERE: Voorzeker, pas wanneer zeventig jaren in Babel voorbij zijn, zal Ik naar u omzien en over u Mijn goede woord gestand doen, door u terug te brengen naar deze plaats” (Jeremia 29:10). Cyrus was Zijn instrument om dit alles te laten gebeu- ren. De profeet Jesaja noemde Cyrus (= Kores) bij naam in Jesaja: “Die over Kores zegt: Hij is Mijn herder, en hij zal al Mijn welbehagen volbrengen, door tegen Jeruzalem te zeggen: Word gebouwd, en tegen de tempel: Word gegrondvest” en “Zo zegt de HEERE tegen Zijn gezalfde, tegen Kores1

…” (Jesaja 44:28 en 45:1).

Waarom is dit significant? In de tijd dat Jesaja deze profetie schreef, bestond Cyrus niet eens op aarde. In feite kon Cyrus niet eerder geboren worden dan honderd jaar nadat Jesaja deze profetie gaf. God riep hem bij naam meer dan een eeuw voordat hij zelfs zijn naam kreeg! Dit is een hoofd- reden waarom ongelovige geleerden erop staan dat Jesaja dit gedeelte van het boek niet kon ge- schreven hebben. Hoe kon Jesaja over een Perzische koning geschreven hebben die niet eerder zou geboren worden dan lang na Jesaja’s dood?

Het is waar dat Jesaja dit niet kon geweten hebben, maar de alwetende God wist zeker alles over Cyrus lang voordat hij geboren werd. God wist wat zijn naam zou zijn, evenals Hij ieder van ons lang voor de geboorte kent, en Hij stierf voor ons voordat wij bestonden. Het was niet Jesaja die over Cyrus sprak maar God: “Zo zegt JaHWeH …” (Jesaja 45:1) Jesaja was louter de schrijver, de profeet, Gods mondstuk. In het volgende hoofdstuk verklaart God hoe Hij in staat is dit te doen:

“Denk aan de dingen van vroeger, van oude tijden af, dat Ik God ben en niemand anders. Ik ben God, en er is er geen als Ik, Die vanaf het begin verkondigt wat het einde zal zijn, van oudsher de dingen die nog niet plaatsgevonden hebben” (Jesaja 46:9-10).

Het voorzeggen van mensen en gebeurtenissen is geen probleem voor onze grote God!

verhoevenmarc@skynet.be - www.verhoevenmarc.be - www.verhoevenmarc.be/NieuwsteArtikelen.htm

1 De naam Cyrus / Kores wordt op nog meer plaatsen gevonden in het Oude Testament: 2 Kronieken 36:22-23; Ezra 1:1-2; 7-8; 3:7; 4:3, 5; 5:13-14, 17; 6:3; 6:14; Jesaja 44:28; 45:1, 13; 48:14; Daniël 6:29; 10:1.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Daar komt nog iets bij: Hoe het staat met de verhouding van Israel tot God in de tijd van de ballingschap is niet onbekend – de verhouding is niet goed – maar aan Gods gevoelens

(22) Daarom, zo zegt Jahweh tegen het huis van Jakob, Hij Die Abraham heeft verlost: Nu zal Jakob niet beschaamd hoeven te worden, en nu zal zijn gezicht niet wit wegtrekken,

Niet alleen omdat wij volwassenen zo begrepen dat ‘scheuren ’voor onze kinderen meer te maken heeft met vol gas en hard door de bocht gaan dan met openscheuren, maar toch ook

„In die dagen en te dien tijd, spreekt de Heere, zal Israëls ongerechtigheid gezocht worden, maar zij zal er niet zijn, en de zonden van Juda, maar zullen niet

Doch helaas, Nu op deze tijd had dit boze volk door hun gehele afval van God, en de verlating van Zijn verbond die schrikkelijke vloek over zich gehaald en over hun land, staat,

Want de Geest van de Heere gebruikt dat woord hier figuurlijk en zinnebeeldig, om uit te drukken een zeer diepe, zware geestelijke zorgeloosheid van 't Joodse volk, waarin zij te

En wij hebben dat tegenwoordig wel noodig, want (geliJk wiJ aI hebben aangeroerd), wij zien de grootsten van deze wereld en hen die tot de allerwijsten gerekend

Want God heeft er zich niet mee tevreden gesteld, Zijn Zoon voor een keer te hebben gezonden en Hem te hebben overgegeven aan den dood, IIem te hebben geslagen in