• No results found

Wereldoriëntatie. Beginsituatie: Leerlingen hebben verschillende technische beroepen besproken of hebben een bezoek gebracht aan de

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Wereldoriëntatie. Beginsituatie: Leerlingen hebben verschillende technische beroepen besproken of hebben een bezoek gebracht aan de"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

L e sv o o rb e re id in g : V o e d in g si n d u st ri e ( b e ro e p e n : k w a li te it sv e ra n tw o o rd e li jk e , p ro d u c ti e o p e ra to r e n o n d e rh o u d st e c h n ic u s)

Klas: 3de graad basisonderwijs Leervak: WO – technologie – maatschappij Onderwerp: Atelier i.v.m. de beroepssector voedingsindustrie Beginsituatie: Leerlingen hebben verschillende technische beroepen besproken of hebben een bezoek gebracht aan de interactieve tentoonstelling van Het Beroepenhuis over verschillende technische beroepen. Lesdoelstellingen / Eindtermen: Wereldoriëntatie 1. Wereldoriëntatie – natuur 1.12 kunnen gericht waarnemen met al hun zintuigen en kunnen waarnemingen op een systematische wijze noteren. 1.15* beseffen dat het nemen van voorzorgen de kans op besmettelijke ziekten, parasieten of schimmels vermindert of uitsluit. 2. Wereldoriëntatie – technologie 2.6 kunnen aan de hand van een al dan niet zelfgemaakte eenvoudige werktekening of handleiding het geschikte materiaal en gereedschap kiezen en daarmee de constructieactiviteit stap voor stap juist en veilig uitvoeren. 2.8 kunnen eigen werkwijzen vergelijken met andere werkwijzen en een oordeel geven daarover. 2.10* tonen zich bereid nauwkeurig en veilig te werken, geen materiaal te verkwisten en zorg te dragen voor hun gereedschap. 3. Wereldoriëntatie – mens 3.1 drukken in een niet – conflictgeladen situatie, eigen indrukken, gevoelens, verlangens, gedachten en waarderingen spontaan uit 3.3 tonen in concrete situaties voldoende zelfvertrouwen, gebaseerd op kennis van het eigen kunnen. 3.4 kunnen in concrete situaties verschillende manieren van omgaan met elkaar herkennen, erover praten en aangeven

(2)

dat deze op elkaar inspelen. 4. Wereldoriëntatie - maatschappij 4.1 kunnen illustreren dat verschillende vormen van arbeid verschillend toegankelijk zijn voor mannen en vrouwen en verschillend gewaardeerd worden. 5. Wereldoriëntatie - tijd 5.1 kunnen de tijd die ze nodig hebben voor een voor hen bekende bezigheid realistisch schatten. 5.3 kunnen in een kleine groep voor een welomschreven opdracht een taakverdeling en planning in de tijd opmaken. Vakoverschrijdende eindtermen sociale vaardigheden 1: Sociale vaardigheden – domein relatiewijzen De leerlingen 1.2 kunnen in omgang met anderen respect en waardering opbrengen 1.3 zorg opbrengen voor iets of iemands anders 1.4 kunnen hulp vragen en zich laten helpen 1.6 kunnen kritisch zijn en een eigen mening formuleren 1.7 kunnen zich weerbaar opstellen naar leeftijdgenoten en volwassenen toe door signalen te geven die voor andere begrijpelijk en aanvaardbaar zijn. 1.8 kunnen ongelijk of onmacht toegeven, kritiek beluisteren en eruit leren. 2: Sociale vaardigheden – domein gespreksconventies 2 De leerlingen kunnen in functionele situaties een aantal verbale en niet-verbale gespreksconventies naleven 3: Sociale vaardigheden – domein samenwerking 3 De leerlingen kunnen samenwerken met anderen, zonder onderscheid van sociale achtergrond, geslacht of etnische origine. Vakoverschrijdende eindtermen leren leren 1 De leerlingen kunnen losse gegevens verwerven en gebruiken door ze betekenis te geven en te memoriseren 3 De leerlingen kunnen op systematische wijze samenhangende informatie (ook andere dan teksten) verwerven en gebruiken 4 De leerlingen kunnen eenvoudige problemen op systematische en inzichtelijke wijze oplossen 5 De leerlingen kunnen, eventueel onder begeleiding: hun lessen, taken en opdrachten plannen en organiseren en hun eigen leerproces controleren en bijsturen

(3)

6 De leerlingen kunnen op hun niveau leren met: nauwkeurigheid, efficiëntie, wil tot zelfstandigheid, voldoende zelfvertrouwen, houding van openheid, kritische zin

L e sv e rl o o p ( a c ti v it e it l e e rk ra c h t e n l e e rl in g e n ) L e e ri n h o u d e n

1. Inleidende fase - Leerlingen voeren een kringgesprek over verschillende technische beroepen en beroepskeuze. - De leerkracht noteert alle genoemde beroepen op het bord. - De leerlingen krijgen een blad (bijlage 1) met een overzicht van sectoren en de beroepen die daarbij horen. - De leerlingen plaatsen de beroepen op het bord bij de juiste sector. - Leerlingen kunnen vooraf ook zelf op zoek gaan naar beroepssectoren, technische beroepen en opleidingen door de opgegeven websites te raadplegen. (bijlage 2) 2. Klassikale voorbereiding activiteit - Leerlingen kunnen zelf op zoek gaan naar beroepen in de sector voedingsindustrie via de website: http://onderwijs.ipv.be/nuttige_documenten - Hier vinden ze ook wat de taken zijn die bij het beroep horen en welke opleidingen er Bijlage 1 (overzicht sectoren en beroepen) Bijlage 2 (lijst met nuttige websites) Er zijn zodanig veel beroepen dat het handig is om ze in groepen te verdelen. Die groepen noemen we sectoren. Toch zijn er beroepen die in meer dan één sector te vinden zijn. Zo vinden we bijvoorbeeld koks in de sector voedingsindustrie, maar ook in de horecasector. In de sector voedingsindustrie zijn er onderhoudstechnici nodig om de machines te onderhouden, maar ook in niet- voedingsbedrijven uit andere sectoren is er nood aan onderhoudstechnici. Vragen: Welke beroepen ken je uit de sector voedingsindustrie? Welke voedingsmiddelen kennen wij allemaal? Hoe worden die volgens jou gemaakt ? Voorbeelden van beroepen in de sector voedingsindustrie: productieoperator (bewerker, inpakker of lijnmedewerker, menger, bereider),

(4)

naar die beroepen leiden. - Leerlingen en leerkracht voeren een vraaggesprek over beroepen in de sector voedingsindustrie. Leerlingen sommen op welke beroepen ze kennen. De leerkracht vult aan met minder bekende beroepen. 3. Activiteiten: 1. Controleren van de hygiëne met behulp van een hygiënechecklist. 2. Controleren van de kwaliteit 3. Bereiden van een recept 4. Machine herstellen De leerkracht verdeelt de klasgroep in 4 groepen. De leerkracht vertelt dat de leerlingen in een voedingsbedrijf werken en dat elke groep een ander beroep gaat uitoefenen. De eerste groep oefent het beroep van kwaliteitsverantwoordelijke uit. De tweede groep start met het uitvoeren van de opdracht rond hygiëne. De derde groep oefent het beroep productieoperator uit en de vierde groep oefent het beroep onderhoudstechnicus uit. Elke activiteit duurt 10 minuten. De groepen schuiven na 10 minuten door zodat elke groep de vier beroepen kan uitoefenen. 1. Controleren van de hygiëne met behulp van een hygiënechecklist De leerkracht legt uit wat de leerlingen bij deze opdracht kwaliteitsverantwoordelijke, onderhoudstechnicus. Ervaringsgericht leren: De leerlingen verplaatsen zich in de huid van een hygiënisch verantwoordelijke, een kwaliteitsverantwoordelijke, een productieoperator en een onderhoudstechnicus. Bijlage 3: opdrachtfiches voor de 4 beroepen Bijlage 4: hygiëne controlelijst Bijlage 5: kwaliteit controlelijst Bijlage 6: werkblad onderhoudstechnicus Bijlage 7: maken van een voeldoos Bijlage 8: naamborden werkruimtes Bijlage 9: handleiding voor de leerkracht

(5)

moeten doen en geeft aan elke leerling een hygiënechecklist. De leerlingen gaan aan de slag met het materiaal. 2. Controleren van de kwaliteit = kwaliteitsverantwoordelijke De leerkracht demonstreert met een voorbeeld op welke manier de leerlingen als kwaliteitsverantwoordelijke te werk moeten gaan. De leerlingen werken in duo’s en krijgen van de leerkracht een kwaliteitscontrolelijst. 3. Bereiden van een recept = productieoperator De leerkracht geeft hierbij weinig uitleg, maar geeft de aanwijzingen om de activiteit goed uit te voeren. De leerlingen krijgen hier een grote zelfstandigheid. 4. Machine herstellen = onderhoudstechnicus De leerkracht plaatst de voeldoos in het midden. De leerlingen mogen zich in groepjes van 2 verdelen. Ze gaan aan een tafel staan en zullen de nodige werktuigen zoeken in een voeldoos. 1. Evaluatie a. Leerlingen en leerkracht bespreken de vier deelactiviteiten en gaan na welke kwaliteiten een persoon moet hebben om de beroepen uit de sector Kwaliteiten: Beroepen in de sector voedingsindustrie:

(6)

voedingsindustrie uit te voeren. b. Leerlingen gaan bij zichzelf na of ze die kwaliteiten bezitten en of een job uit de sector voedingsindustrie bij hen zou passen. 4. Extra Voor een uitgebreid pakket met lesmateriaal (inclusief filmpjes en online-spelletjes) in verband met de sector voedingsindustrie, neem je best eens een kijkje op www.alimento.be

• Productieoperator - Nauwkeurig werken - Kennis over grondstoffen - Hygiënisch werken - Kwaliteitsbewust zijn - Veilig werken - Technische vaardigheden om met de machines te werken - computervaardigheden om met computergestuurde machines te werken • Iedere werknemer in de voedingsindustrie - Ordelijk zijn - Hygiënisch werken - Kwaliteitsbewust zijn • Kwaliteitsverantwoordelijke - Goede reuk- en smaakontwikkeling - Opmerkzaam zijn - Kwaliteitsbewust zijn • Onderhoudstechnicus - Technische vaardigheden voor het onderhouden en herstellen van machines - Problemen zien en oplossen - Handig zijn - Nauwkeurig werken - Veilig werken

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De onderzoeksresultaten hebben geen verschil tussen de condities in de leerwinst laten zien; wanneer leerlingen met de adaptieve leeromgeving werken leren zij niet significant

Voor de zwakkere lezers (n = 80) blijkt deelname aan de interventie niet te leiden tot hogere scores op de toetsen voor tekstbegrip, brede woordenschat, metacognitieve kennis,

Die Bakker bakt en maakt naar plicht, Zijn Brood geen enkel gram te

De oplossing en zeer veel andere werkbladen om gratis te

De oplossing en zeer veel andere werkbladen om gratis te

De oplossing en zeer veel andere werkbladen om gratis te

De oplossing en zeer veel andere werkbladen om gratis te

Voor de uitvinding en grootschalige toepassing van de koelkast kwam de melkboer in België dagelijks langs de