• No results found

EEN WOORD VOORAF Lesindeling De spellen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "EEN WOORD VOORAF Lesindeling De spellen"

Copied!
96
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

EEN WOORD VOORAF

Leer bridge met Berry Westra deel 3 en 4 zijn het vervolg op de cursussen Leer bridge met Berry Westra deel 1 en 2. Gezien de hoeveelheid stof die de leerlingen in de beginnerscursus te ver- werken hebben gekregen is het absoluut noodzakelijk dat ze na het eerste cursusjaar de nodige speelervaring opdoen. Het is verstandig de leerlingen te adviseren om naast de cursus te gaan spelen in bijvoorbeeld een passageclub. Men moet niet de illusie koesteren dat de leerlingen de theorie uit de cursussen Leer bridge met Berry Westra deel 1 en 2 volledig beheersen.

Erg is dat overigens niet, want in deze vervolgcursus wordt veel stof herhaald en uitgediept.

Lesindeling

Leer bridge met Berry Westra deel 3 en 4 bestaan elk uit 12 hoofdstukken. De leraar kan dus één hoofdstuk per les behan- delen. Sterker dan in de beginnerscursus geldt dat dit ook aan te bevelen is. In het eerste theoriedeel van de les wordt het on- derwerp dan geïntroduceerd, waarna er in het tweede theorie- deel mede aan de hand van de gespeelde spellen wat dieper op kan worden ingegaan. Het bespreken van complete spellen wordt nuttiger naarmate de leerlingen verder gevorderd zijn en valt in deze cursus aan te raden. Per les heb ik aangegeven wel- ke spellen het meest in aanmerking komen voor een nabespre- king.

Voor de bespreking van de theorie worden in deze handleiding suggesties gedaan en veel extra voorbeelden gegeven. De leraar kan zelf kiezen wat hij daarvan wil gebruiken. Het is absoluut niet noodzakelijk dat alle theorie uitputtend behandeld wordt.

De opnamecapaciteit van toehoorders is en blijft beperkt.

De spellen

Per les zijn er wederom 12 spellen beschikbaar. Omdat de speel- snelheid inmiddels iets hoger moet liggen, zijn er vijf spellen bij elk theorieblok beschikbaar. De spellen 11 en 12 zijn reserve- spellen en kunnen worden ingezet als een tafel lang moet wach- ten. De spellen zijn toegespitst op het behandelde onderwerp.

Als de leraar stof uit een vorige les wil laten terugkomen, kan hij een spel uit het betreffende hoofdstuk invoegen.

(2)
(3)

HANDLEIDING

LEER BRIDGE MET BERRY WESTRA DEEL 3

Inhoud . . . . pag . 3 Les 1 Het spelen van een SA-contract . . . pag . 5 Les 2 De switch . . . pag . 13 Les 3 De zoektocht naar een fit . . . . pag . 19 Les 4 Op weg naar het eindcontract . . . . pag . 27 Les 5 Het speelplan in een troefcontract . . . . pag . 35 Les 6 Uitkomen . . . . pag . 43 Les 7 Controlebiedingen . . . . pag . 51 Les 8 Verder bieden na 2-openingen . . . pag . 57 Les 9 Communicatie . . . pag . 65 Les 10 De derde man . . . . pag . 73 Les 11 Doublet . . . pag . 81 Les 12 Kaartcombinaties . . . . pag . 89

(4)
(5)

LES 1

Om te beginnen kan de leraar kort vertellen wat er in deze cur- sus op het programma staat: veel speeltechniek en uitdieping van belangrijke biedonderwerpen als herbieding, tweede bijbod en slembieden. Eventueel kan de leraar de cursisten deze eerste les laten beginnen met het doen van de biedwedstrijd die aan het einde staat van de handleiding bij Leer bridge met Berry Westra deel 2. De kennis van de biedtheorie wordt dan direct opgefrist.

Theorie I

Na de biedwedstrijd komt het maken van een speelplan aan de orde. Dat is in Leer bridge met Berry Westra deel 1 al behandeld en dus geen nieuwe theorie. Vrijwel geen enkele beginnende bridger zal evenwel het stappenplan in praktijk kunnen bren- gen. Gezien het belang van het onderwerp is een herhaling op zijn plaats. De leraar haalt de vijf stappen voor het voetlicht en loopt ze één voor één door.

Bij het tellen van de vaste slagen kan de leraar aan de hand van de volgende voorbeelden testen of iedereen nog weet hoe dit gaat:

Eventueel kan aandacht worden besteed aan de waarschijnlijk- heid der zitsels:

Vrijwel zeker Waarschijnlijk Misschien

5 slagen 5 slagen 5 slagen

Het vaststellen van het aantal slagen dat je moet ontwikkelen lijkt simpel. Toch kan het geen kwaad om de leerlingen dit te laten oefenen:

V B 7 6

A H 3 (4)

V B 7

A H 3 (3)

V B 7

H 10 4 3 (0)

V B 7

A 4 3 (1)

H 7 6 2

A V 8 5 3

H 7 6

A V 8 5 3

H 7

A V 8 5 3

(6)

3 vaste slagen 6 vaste slagen

Bij de volgende stap worden de drie verschillende manieren om slagen te ontwikkelen nog even doorgenomen. Het verdrijven van hoge kaarten biedt de meeste zekerheid tot het ontwikkelen van slagen:

In 1. kun je vier slagen ontwikkelen; in 2. en 3. respectievelijk drie en twee.

Snijden biedt minder zekerheid:

In 1. ontwikkel je nul of één slag, in 2. één of twee en in 3. twee of drie.

Ook voor het ontwikkelen van lengteslagen ben je afhankelijk van het zitsel:

1. Contract 3SA 2. Contract 1SA

V 9 2 H 10 3 H 9 7 6 A V 2

H 10V B 9 2 A 8 3 2 B 10 4

V 8A 6 3 A 6 4 2 8 7 6 2

A H 4 2 8 7 2 9 8 3 A V 3

V 10 7 6

H B 9 3 2 1.

A V 3

5 4 2 1.

H 8 6 2

A 7 4

1. H 8 6 3 2

A 7 4

2. H 8 6 4 3 2

A 7 3.

A V B

5 4 2

2. A V B 10

5 4 2 3.

V 10 5

B 9 8 3 2

2. H V 6

B 7 2 3.

(7)

In 1. kun je nul (4-2 zitsel) of één slag ontwikkelen (3-3), in 2.

nul (5-0), één (4-1) of twee (3-2), in 3. één (5-0), twee (4-1) of drie (3-2).

De kleuren waarin je slagen kunt ontwikkelen noemen we werkkleuren. Ter aanvulling kan dit voorbeeld nog gegeven worden:

Dit is geen werkkleur. Je hebt vier slagen vast en geen enkele mogelijkheid om nog extra rui- tenslagen te ontwikkelen.

Voor wat betreft het kiezen van de werkkleur kan voorlopig worden volstaan met de mededeling dat je doorgaans de kleur zult aanvallen waarin je de meeste slagen kunt ontwikkelen.

Spelen I

De spellen 1 t/m 5 worden gespeeld. 5 is bedoeld om niet louter SA-spellen te laten spelen. Bij 1 en 4 moet de leider zijn werk- kleur ontwikkelen en niet in paniek raken. Bij 2 en 3 draait het om de keuze van de werkkleur.

Theorie II

In het tweede deel theorie vertelt de leraar dat de leider bij het maken van zijn speelplan rekening moet houden met de tegen- partij. Als je zwakste kleur niet of niet meer gedekt is, kan het gevaarlijk zijn om van slag te gaan. Dit kan van invloed zijn op de keuze van je werkkleur. Een voorbeeld:

De leraar kan laten zien dat je downgespeeld wordt als je van slag gaat. Daarom krijgt schop- pen de voorkeur boven ruiten als werkkleur.

Wanneer de snit goed zit kunnen er twee slagen worden ontwikkeld zonder van slag te gaan. En dat is genoeg voor 3SA.

Spelen II

De spellen 6 t/m 10 worden gespeeld. Het is nut- tig om 7 en 8 na afloop gezamenlijk te bekijken.

Bij 6 moet de leider goed op het zitsel letten.

CONTRACT 3SA UITKOMST H

HUISWERK Hoofdstuk 1 bestuderen + oefeningen maken.

Hoofdstuk 2 doorlezen.

B 8 7 2

A H V 6

8 7 4 A 6H B 2 A V B 7 4

A V B 8 4V 10 6 3 H 9 8 2

(8)

OEFENSPELLEN

Zuid komt uit met ♠4. Oost ont- wikkelt de klaverkleur. Noord maakt ♣H en speelt schoppen.

Oost vervolgt met klaveren.

Aan slag met ♣A kan zuid twee schoppenslagen oprapen. Oost gooit op de vierde schoppen ♦4 af en maakt de rest van de sla- gen. Resultaat: 3SA contract

Oost komt uit met ♥H. Noord kan in schoppen twee slagen ontwikkelen. In ruiten kan slechts één lengteslag worden ontwikkeld. Aan slag met ♠A kan oost drie hartenslagen op- rapen, maar daar blijft het bij voor de verdediging.

Resultaat: 3SA contract

West komt uit met ♠V. Zuid heeft twee werkkleuren: harten en ruiten. In harten kunnen af- hankelijk van het zitsel drie of vier slagen worden ontwikkeld.

Via het verdrijven van ♦A kun- nen er in ruiten met zekerheid vier slagen worden ontwikkeld.

Als zuid op de ruitens afgaat maakt hij zeker zijn contract.

Resultaat: 3SA contract (of +1)

West 1 3SA

Noord paspas pas

Oost1♣

1SApas

Zuidpas paspas

B 8 7 2 10 8 5 H 10 7 5 H 7

V 10 5 4 B 9 2 B 6 3 A 9 2

A 9 3 H 7 6 A 4V 10 6 5 4

H 6A V 4 3 V 9 8 2 B 8 3

W ON Z 1.Noord

Niemand

West paspas

Noord 1SApas

Oostpas paspas

Zuidpas 3SA

H V 3 A 9 5 3 8 7 6 3 A H

B 9 2 8 4A H 9 4 V B 5 2

A 8 4 H V B 10 10 210 8 6 3

10 7 6 5 7 6 2 V B 5 9 7 4

W ON Z 2.Oost

NZ

West paspas pas

Noord 2 3SA

Oost paspas

Zuid1SA 2 pas

A 4A V B 10 3 B 69 8 3 2

H 6 5 8 4H V 10 7 4 A H 7

9 8 3 H 9 6 5 5 3 2 V B 4

V B 10 7 2 7 2A 9 8 10 6 5

W ON Z 3.Zuid

OW

(9)

Noord komt uit met ♦B. Na deze start telt west zeven vaste slagen: twee hartens, twee rui- tens en drie klaveren. De acht- ste slag moet worden ontwik- keld in schoppen. Telkens als west aan slag is speelt hij schoppen, net zolang tot zijn vierde schoppen hoog is.

Resultaat: 2SA contract

Oost komt uit met ♥H. Noord neemt ♥A en trekt de troeven van OW. Hierna gaat hij de rui- tenkleur ontwikkelen. Alleen

♦A en een hartenslag gaan ver- loren.

Resultaat: 4♠ +1

Zuid komt uit met ♦5. Noord wint ♦B met ♦H en speelt ruiten door. Aan slag met ♦A speelt de leider klaveren naar de vrouw.

Wanneer die houdt, wordt over- gestoken naar ♥A om klaveren naar de boer te spelen. Hierop blijkt het 4-1 zitsel. Oost kan het zich niet permitteren om van slag te gaan. Daarom speelt hij na ♣A de hoge hartens uit.

De vierde harten van west wordt de negende slag.

Resultaat: 3SA contract.

West2SA Noord

pas Oost

pas Zuid

pas

A V 7 5 4 B 10 9 8 9 8 3 2

H 6 5 V B 9 2 H 7 3 B 7 4

B 8 4 10 8 7 6 6 5 2 10 6 5

10 9 3 2 A H 3 A V 4 A H V

W ON Z 4.West

Allen

West pas

Noord 1♠pas

Oostpas pas

Zuid4♠

H V 8 7 4 A 3H V 6 3 8 7

A 9 2 8 7B 10 2 A H 9 6 4

10 6H V 10 5 A 9 8 7 4 10 5

B 5 3 B 9 6 4 2 5V B 3 2

W ON Z 5.Noord

NZ

West 1♣3SA

Noord paspas

Oostpas 1SApas

Zuidpas paspas

V 1010 4 2 H 7 3 2 H 10 8 3

H 5 3 2 B 9 8 V 10 8 6 5 9

9 8 7 7 6 5 9 4A V B 7 2

A B 6 4 A H V 3 A B6 5 4

W ON Z 6.Oost

OW

(10)

Noord komt uit met ♣2. Dit ver- wijdert wests enige dekking in die kleur. Van slag gaan is dus le- vensgevaarlijk. Dat hoeft gelukkig ook niet. Dankzij het 3-2 zitsel in ruiten kan west negen slagen op- rapen: vijf ruitens, twee schop- pens, ♥A en ♣A. Het nemen van de hartensnit is riskant; als die mis zit kunnen NZ ♥H en vier kla- verslagen maken. Resultaat: 3SA contract

Oost komt uit met ♠V. Dit verwij- dert noords enige dekking in die kleur. Als de ruitens 3-2 zitten, kan noord negen slagen oprapen.

Na twee rondjes ruiten blijkt ech- ter het 4-1 zitsel. Nu moet noord zijn toevlucht nemen tot de kla- versnit. Die zit goed, zodat de lei- der toch nog zijn contract maakt.

Resultaat: 3SA contract (of +1)

Zuid komt uit met ♥5. Aan slag met ♥A wil oost zo snel mogelijk de troeven trekken. Om te snijden op ♠H moet de kleur vanuit dum- my worden aangespeeld. Oost speelt ruiten naar het aas, gevolgd door schoppen naar de vrouw.

Wanneer de snit lukt, steekt oost over naar ♦H om hem te herhalen. Resultaat: 4♠ contract

West 1 1SApas

Noord paspas pas

Oost 1 3SA

Zuidpas paspas

B 8 4 10 6B 6 5 H B 9 5 2

V 10 5 H 5 4 3 10 2V 8 7 3

H 7 6 2 A V B 8 H 9 3 10 4

A 9 3 9 7 2 A V 8 7 4 A 6

W ON Z 7.Zuid

Allen

Westpas pas

Noord 1SApas

Oostpas pas

Zuid3SA

A 4A H 3 H 8 7 5 4 B 10 2

9 8 3 10 7 4 A V 3 A V 8 4

V B 10 5 2 B 8 2 6H 9 6 5

H 7 6 V 9 6 5 B 10 9 2 7 3

W ON Z 8.West

Niemand

West 2♠pas

Noord paspas pas

Oost1♠

4♠

Zuidpas pas

H 9 3 H 10 4 3 V 10 6 5 2 5

2V 8 7 6 5 B 9 4 A 10 9 4

A V B 10 5 A B8 7 H V B 3

8 7 6 4 9 2A H 3 8 7 6 2

W ON Z 9.Noord

OW

(11)

West komt uit met ♥2. Oost neemt ♥A en speelt harten door. Zuid moet vier slagen ont- wikkelen. Dat kan in ruiten, maar dan gaat zuid wel van slag. De klaverkleur biedt mo- gelijkheden om vier slagen te ontwikkelen zonder van slag te gaan. Zuid speelt klaveren naar de vrouw en steekt over naar

♠A om nogmaals te snijden. Resultaat: 3SA contract

West komt uit met ♦2. Oost maakt ♦A en speelt ruiten door.

Zuid speelt ♣AH en klaveren na. OW kunnen nu op zijn best zes slagen maken: ♣B, drie rui- tenslagen en ♥AH.

Resultaat: 1SA contract (of +1)

Noord komt uit met ♣V. West moet zijn negende slag in schoppen ontwikkelen.

Resultaat: 3SA contract

VOORKEURSPELLEN NABESPREKING: 1, 2, 7 en 8.

West paspas pas

Noord 2♣3SA

Oostpas paspas

Zuid1 2SApas

H 9 3 B 6V 8 3 A V B 7 2

A V 4 H 9H B 10 6 5 8 4 3

B 7 5 2 A 7 5 3 A 9 2 10 5

10 8 6 V 10 8 4 2 7 4H 9 6

W ON Z 10.Oost

Allen

West pas

Noord pas

Oost pas

Zuid1SA

V 68 3 2 10 8 6 A 9 6 3 2

A H 3 2 V B 7 6 H 3H 8 4

B 9 8 7 H 10 5 A B 7 4 V 10

10 5 4 A 9 4 V 9 5 2 B 7 5

W ON Z 11.Zuid

Niemand

West1SA pas

Noord paspas

Oost3SA Zuid

pas

A 10 3 B 5 3 10 2V B 10 6 3

B 9 5 2 H 10 9 4 B 68 7 2

V 8 6 A V 2 8 7 4 3 H 5 4

H 7 4 8 7 6 A H V 9 5 A 9

W ON Z 12.West

NZ

(12)
(13)

LES 2

Vragenkwartier

Het is nuttig om gezamenlijk de twee quizspellen uit het boek te bekijken. Wanneer je in het eerste spel ♦V toevoegt aan de zuidhand, mag er op overslagen worden gespeeld.

Theorie I

De nieuwe les gaat over tegenspel. De leraar legt uit dat de te- genspelers eigenlijk ook een speelplan moeten maken, maar dat dit bijzonder moeilijk is omdat ze hun gezamenlijke bezit niet kunnen overzien. Om die reden zijn er veel standaardregels voor het tegenspel, zoals ‘kom partners uitkomstkleur terug’. Dit is inderdaad vaak goed, maar niet altijd. De kunst is om te on- derkennen wanneer het juist beter is om een andere kleur na te spelen. Naast de spellen uit het boek kan het volgende voor- beeld gegeven worden:

Partner komt uit met ♣V, voor heer en aas. Klaveren doorspelen heeft geen zin omdat je weet dat zuid gaat troeven. Beter kun je ruiten spelen. Dit noemen we ‘switchen’.

De leraar benadrukt dat switchen alleen verstandig is als je ze- ker weet dat het terugspelen van partners kleur geen slagen kan opleveren.

Spelen I

De spellen 1 t/m 5 worden gespeeld. Er is een mix van switchen en partners kleur terugspelen.

Theorie II

In het tweede gedeelte van de les wordt de vuistregel ‘door het sterk heen, naar het zwak toe’ uitgelegd. Zeker het eerste deel van deze regel verdient nadere toelichting. Benadrukt moet worden dat het switchen ‘door het sterk heen’ met name moet

V B 7 6 2 A V8 3 2 H 3 2

9 310 6 2 B 10 6 4 A 9 8 6 W ON

Z

West 2♣pas

Noord 4♠

Oost pas

Zuid1♠

pas

(14)

worden overwogen als er een of twee losse plaatjes in dummy liggen en je zelf niets in de kleur hebt:

Wanneer je ruiten switcht hoop je dat partner met de resterende honneurs achter west zit. In dat geval moet de kleur door jou worden aangespeeld om er slagen in te ontwikkelen.

In deze voorbeelden is een ruitenswitch niet aantrekkelijk. In 1.

valt niets te ontwikkelen. Als partner ♦A heeft, is dat een vaste slag. Alleen in 3. kan een ruitenswitch nog van nut zijn. Als partner ♦V heeft en jij de kleur twee keer kunt inspelen, ontwik- kel je een slag.

Wanneer je zelf plaatjes in een kleur hebt, zul je slechts zelden door het sterk heen spelen:

Je kunt zien dat partner er niet met honneurs achter zit. Er val- len dus geen slagen in ruiten te ontwikkelen.

Spelen II

De spellen 6 t/m 10 worden gespeeld. In 8. switcht noord naar het sterk toe. Zuid moet kunnen bedenken waarom hij dat doet.

A V 10

7 6 5 1.

H V B 2

7 6 5 1.

A V 10

H B 2 1.

H B 2

A V 10 2.

A H V 2

7 6 5 2.

A H B

7 6 5 3.

H B 2

7 6 5 2.

HUISWERK Hoofdstuk 2 bestuderen + oefeningen maken.

Hoofdstuk 3 doorlezen.

(15)

OEFENSPELLEN

West komt uit met ♥B, voor heer en aas. Oost kan aan de dummy zien dat harten door- spelen geen zin heeft. Hij switcht naar ♦B. ♦H valt ten prooi aan ♦A en de verdediging maakt drie ruitenslagen.

Resultaat: 4♠ -1.

Zuid komt uit met ♠3, voor de zeven in dummy. De leider heeft nu zeven slagen. In klave- ren kunnen drie slagen worden ontwikkeld. Oost speelt ♣H uit dummy .Noord komt aan slag en moet de uitkomstkleur van zijn partner terugspelen. Zuid maakt dan vier schoppenslagen. Resultaat: 3SA -1.

Noord komt uit met ♥2. De lei- der legt klein in dummy en zuid wint de slag met ♥H. Aan de

♦B3 in dummy kan zuid zien dat hij drie ruitenslagen kan ontwikkelen als hij ♦H na- speelt. West wint ♦A en snijdt in klaveren. Zuid komt aan slag en incasseert achtereenvolgens ♦V, ♦10 en ♦9. Resultaat: 3SA -1

West paspas

Noord pas3♠

pas

Oostpas paspas

Zuid1♠

4♠

B 7 6 2 H V8 6 4 A 10 5 3

A H V 9 4 8 7H 9 3 H V B

8 3A 6 5 4 3 B 10 5 8 7 6

10 5B 10 9 2 A V 7 2 9 4 2

W ON Z 1.Noord

Niemand

West 2♣3SA

Noord paspas

Oost1SA 2 pas

Zuidpas paspas

6 510 8 7 2 V 7 6 5 A 8 3

A V 10 4 3 6 4B 9 9 7 5 2

H B 2 H 9 3 A H 4 V B 10 4

9 8 7 A V B 5 10 8 3 2 H 6

W ON Z 2.Oost

NZ

West 1 2SApas

Noord paspas pas

Oost 2♣3SA

Zuidpas paspas

V 9B 9 7 5 2 6 5 2 9 8 4

10 6 5 3 H 4H V 10 9 H 10 3

B 8 4 A 8 6 B 3A V B 7 2

A H 7 2 V 10 3 A 8 7 4 6 5

W ON Z 3.Zuid

OW

(16)

Oost komt uit met ♦V. Noord telt vijf vaste slagen. De meest aantrekkelijke werkkleur is klaveren. De leider neemt in de hand met ♦H en snijdt op ♣V.

West komt aan slag en moet ruiten doorspelen. Aan slag met

♣A kan oost dan drie ruitensla- gen oprapen. Resultaat: 3SA -1.

West komt uit met ♣2. Oost kan aan dummy zien dat zijn part- ner geen klaverplaatje heeft.

De uitkomst is dus te ‘lezen’ als een singleton (van een dou- bleton start west de hoogste).

Oost neemt ♣A en speelt klave- ren door. West troeft, speelt schoppen voor oosts aas en krijgt nog een introever. Resultaat: 4♥ -1

Noord komt uit met ♦9. De lei- der legt ♦B en zuid wint de slag met ♦V. Ruiten doorspelen is niet goed, want dan maakt dummy ♦H. Zuid switcht daar- om naar ♥9, ‘naar het zwak toe’. Noord wint met ♥V en switcht weer terug naar ruiten.

Zo wordt ♦H eruit gesneden.

Zuid maakt ♦A en ♦10 en speelt weer harten. Aan slag met ♥A ontwikkelt leider west de schop- penkleur. Resultaat: 1SA -2.

Westpas pas

Noord 1SApas

Oostpas pas

Zuid3SA

A H 10 3 A B 6 5 H 79 8 2

6 5 4 H 3A 8 4 H B 10 6 5

9 7V 10 8 V B 10 6 5 A 7 3

V B 8 2 9 7 4 2 9 3 2 V 4

W ON Z 4.West

Allen

West 1SA

Noord pas

Oost1♣

pas

Zuidpas pas

A 7 2 H V 4 9 8 7 2 B 7 6

9 8 3 9 8 5 3 A V 10 H 10 3

H B 10 4 B 6 2 H B 4 A 5 2

V 6 5 A 10 7 6 5 3 V 9 8 4

W ON Z 6.Oost

OW

West paspas

Noord 1♣2 pas

Oostpas paspas

Zuid1 4

6 5H B 8 2 A 8 6 H V B 3

H V B A V 9 7 4 H10 9 8 4

A 9 7 2 6V 9 5 3 A 7 6 5

10 8 4 3 10 5 3 B 10 7 4 2 2

W ON Z 5.Noord

NZ

(17)

Oost komt uit met ♠V. Met de doubleton schoppen in dummy ziet hij dat in de schoppenkleur geen toekomst zit. Na ♠A switcht west daarom naar een hoge klaveren. Oost maakt ♣V en ♣A. Hierna biedt alleen de ruitenkleur nog mogelijkheden.

Oost speelt ♦5 na, ‘door het sterk heen’. West maakt ♦AV en speelt ruiten door, die oost kan troeven. Resultaat: 2♥ -1.

Zuid komt uit met ♥V. Gezien de doubleton harten in dummy vallen er in harten geen slagen meer te halen. Noord switcht daarom naar zijn singleton kla- veren. Zuid moet er op vertrou- wen dat partner weet wat hij doet. Wanneer zuid na ♣A kla- veren doorspeelt maakt noord een introever. Resultaat: 4♠ -1.

West komt uit met ♦3, voor vrouw en heer. Oost kan zien dat ruiten doorspelen geen sla- gen ontwikkelt. Hij switcht har- ten, ‘naar het zwak toe’. Dit ontwikkelt drie hartenslagen voor de verdediging. Wanneer de leider ruiten speelt, kan west het beste een kleine ruiten leggen (tweede hand laag).

West paspas

Noord 1 pas

Oost paspas

Zuid1 2

H 8 3 V 10 6 5 10 8 4 H 5 3

6 2A H B 2 H B 7 6 3 B 8

V B 9 4 9 4 3 5 2A V 10 6

A 10 7 5 8 7A V 9 9 7 4 2

W ON Z 7.Zuid

Allen

Westpas 2♠4♠

Noord paspas pas

Oost1♠

3♠pas

Zuidpas paspas

8 6 5 A 10 7 6 H 10 9 4 2 9

10V B 5 4 2 V 8 3 A 8 7 4

A H B 7 4 H 3A B 10 6 5 2

V 9 3 2 9 87 6 5 H V B 3

W ON Z 8.West

Niemand

West paspas

Noord pas2SA

Oostpas pas

Zuid1SA pas

A 9 7 10 8V B 10 2 V 9 3 2

H V B 3 A 6 3 6 4A B 8 5

10 5 4 2 H B 7 4 H 510 7 4

8 6V 9 5 2 A 9 8 7 3 H 6

W ON Z 9.Noord

OW

(18)

Noord komt uit met ♠A. Er zijn slechts twee schoppenslagen, dus speel ruiten ‘door het sterk heen’. Zuid neemt ♦B met ♦V en speelt schoppen voor noords heer. Nogmaals ruiten legt drie slagen in die kleur vast. Daarna volgt nog ♣H. Resultaat: 2♥ -1.

Zuid komt uit met ♥B. Oost telt zeven vaste slagen. Bij een 3-2 zitsel in ruiten komen daar nog twee lengteslagen in die kleur bij. In schoppen kan hij drie slagen ontwikkelen door ♠A te verdrijven. Oost maakt dus 12 slagen. Resultaat: 3SA + 3.

Oost komt uit met ♦9. West kan aan dummy zien dat er slechts twee ruitenslagen te halen zijn.

De rest zal uit de harten moeten komen. Om die reden kan west na de eerste slag het beste di- rect naar ♥9 switchen. Oost neemt ♥B met ♥V en speelt weer ruiten. West komt weer aan slag om nogmaals harten te spelen. Resultaat: 3♠ -1.

VOORKEURSPELLEN NABESPREKING: 1, 2, 8 en 10

West 1 pas

Noord paspas

Oostpas 2

Zuidpas pas

A H 7 4 9 8 2 8 7 5 H 4 3

B 8 3 2 VA V 10 6 10 9 7 6

10 6B 10 5 3 H B 2 V B 8 2

V 9 5 A H 7 6 4 9 4 3 A 5

W ON Z 10.Oost

Allen

West 1♣1♠

pas

Noord paspas pas

Oost 1 3SA

Zuidpas paspas

A 4V 8 7 5 2 7 6 3 B 5 3

9 7 6 5 B 10 9 3 B 4V 10 7

V 8 3 H 6A H 9 8 5 H 8 4

H B 10 2 A 4V 10 2 A 9 6 2

W ON Z 11.Zuid

Niemand

Westpas pas

Noord 1♠pas

Oostpas pas

Zuid3♠

A H 7 6 5 H B 4 7 6 5 B 10

V 9 3 2 8 7 2 V 4A V 9 5

B 4 A V 10 5 9 8 3 2 H 8 7

10 89 6 3 A H B 10 6 4 3 2

W ON Z 12.West

NZ

(19)

LES 3

Vragenkwartier

Van de oefeningen bij hoofdstuk 2 is het tweede spel aardig om te bespreken. Het incasseren van ♠A voor de introever is niet moeilijk, maar je moet er wel op komen! Daarnaast moet west beseffen wat oost wil. Tegenspelen is samenwerken.

Theorie I

In de nieuwe les storten we ons op het bieden. De herbieding wordt nu echt structureel aangepakt. Het bieden met fit is vrij eenvoudig, dus ligt het accent op de situaties waarin nog geen fit is gevonden.

Uitgelegd moet worden dat de aard van de herbieding afhangt van de verdeling:

SA-verdeling --> herbieding in SA éénkleurenspel --> kleur herhalen tweekleurenspel --> tweede kleur bieden driekleurenspel --> een tweede kleur bieden Met een SA-verdeling is het bieden simpel:

12-14 punten --> zo goedkoop mogelijk SA herbieden 15-17 punten --> 1SA openen

18-19 punten --> SA met sprong herbieden

Bij de 12-14 variant kan deze uitzondering worden aangestipt:

Vergelijk echter met:

Alleen een vierkaart die op éénniveau geboden kan worden mag nooit worden overgeslagen.

B 9 8 2 H 6A V 9 2 H 6 5

1 - 1 1♠

B 9 8 2 H 6A V 9 2 H 6 5

1 - 2♣

2SA

(20)

Met 18-19 punten wordt SA met sprong herboden. Wanneer ge- vraagd wordt waarom je met 19 punten na bv. 1♣-1♥ geen 3SA mag bieden, kan het volgende voorbeeld gegeven worden:

Dankzij het 2SA bod wordt de 5-3 fit harten nog ontdekt. Na een 3SA herbieding kan oost niet meer uitvinden of west een dou- bleton of driekaart harten heeft.

Met een éénkleurenspel wordt als volgt herboden:

12-14 punten --> goedkope kleurherhaling 15-17 punten --> kleurherhaling met sprong

Belangrijk is om aan te geven dat op een kleurherhaling met sprong mag worden gepast. Als gevraagd wordt wat je doet met 18-19 punten, kan de leraar uitleggen dat je hand dan meestal goed genoeg is voor een 2-opening:

Deze hand mag met 2♥ worden geopend. Heb je dat niet ge- daan, dan moet je wat extra gas geven, bijvoorbeeld door na 1♥- 1♠ 4♥ te herbieden.

Met een lange klaverkleur kun je geen semiforcing openen:

Je bent wat te sterk voor een 3♣ rebid. 3SA is een praktischer bod. Opgemerkt kan worden dat partner kan weten dat je een

V 8H 10 7 6 5 B 10 4 3 9 3

H 7A 4 3 H V 8 A H 6 5 4 West 1♣ 2SA 3

Oost1 3 4

A 4A H V 10 7 6 A 8V 7 6

H 3 2 6A V 6 A H V B 9 2

1♣ - 1 3SA

(21)

bijzondere hand hebt; met een SA-verdeling en 18-19 punten herbied je 2SA!

Spelen I

De spellen 1 t/m 5 worden gespeeld. Bij spel 5 kan worden aan- gegeven waarom oost 3SA en geen 2SA biedt. De logica is dat west zijn hand met 1SA gelimiteerd heeft en 3SA hierna een eindbod is.

Theorie II

In de tweede helft van de les komen de tweekleurenspellen aan de beurt. Dit is moeilijk. De leraar kan het beste beginnen met de situatie waarin je een lagere tweede kleur hebt:

zo goedkoop mogelijk bieden (op tweeniveau) --> 12-17 punten met sprong bieden (op drieniveau) --> 18-19 punten De puntenranges verschillen dus van de herbieding met een éénkleurenspel. Reden: Een nieuwe kleur op drieniveau is man- cheforcing.

Vervolgens wordt gekeken naar de reverse. Uitgelegd moet worden waarom aan een reverse rebid zulke hoge punteneisen worden gesteld; met een minimale opening kom je te hoog als partner voorkeur heeft voor je openingskleur. Belangrijk is daar- naast dat de leraar aangeeft dat een reverse a) een vijfkaart in de openingskleur belooft en b) rondeforcing is:

2♥ garandeert een vijfkaart klaveren en partner mag er niet op passen. Er is dus geen noodzaak om 3♥ te bieden.

Eventueel kan worden aangestipt dat de reverse regel ook van kracht is na een twee-over-een:

A 3 2 H V 8 7 6A H V 9 2

1♣ - 1♠

2

A H 6 5 H 3 2 H V B 8 2 6

1 - 2♣

2♠

1.

A 6 5 4 H 3 2 H V B 8 2 6

1 - 2♣

2 2.

(22)

Alleen met de eerste hand mag 2♠ geboden worden.

Wanneer je je hogere tweede kleur op éénniveau kunt bieden speelt het ‘reverse probleem’ niet. In die situatie gelden dezelfde puntenranges als bij het herbieden van een lagere tweede kleur:

zonder sprong 12-17, met sprong 18-19:

De leraar kan de volgende regel op het bord zetten: Nieuwe kleur met sprong is mancheforcing.

Spelen II

De spellen 6 t/m 10 worden gespeeld. De reverse spellen (8 en 10) zullen wel enige begeleiding behoeven.

HUISWERK Hoofdstuk 3 bestuderen + oefeningen maken.

Hoofdstuk 4 doorlezen.

A 6 5 4 H 3 2 H V B 8 6 2

1 - 2♣

2SA 3.

A 6A H 4 3 8 2A B 7 6 3

1♣ - 1 1

1.

A 6A H 4 3 8 2A H B 7 6

1♣ - 1 2 2.

(23)

OEFENSPELLEN

Oost komt uit met ♥5 (niet met ruiten want noord heeft 1♦ ge- opend). De leider telt drie vaste slagen en kan in schoppen drie slagen ontwikkelen. Hij speelt direct ♠V. Oost neemt en speelt harten door. Noord heeft inmid- dels zes slagen en kan in klave- ren zijn zevende slag ontwikkelen. Resultaat: 1SA contract

Zuid komt uit met ♠10. Oost heeft tien vaste slagen: twee schoppens, drie hartens, een ruiten en vier klaveren. In rui- ten kan hij drie slagen ontwik- kelen door dubbel te snijden.

Belangrijk is dat oost ziet dat de klaveren 5-1 zitten en dus niet tracht om ♣9 te incasseren! Resultaat: 6SA contract

Noord heeft voor zijn uitkomst de keuze tussen ♠2, ♦3 en ♥10.

Welke hij ook kiest, west gaat zo snel mogelijk troeftrekken.

Hij verliest twee klaveren en twee ruiten. Resultaat: 2♣ +1

West paspas

Noord 1 1SA

Oostpas pas

Zuid1♠

pas

V 10A H 4 3 B 9 8 2 H 5 4

H B 9 2 8 6A 4 3 V 8 7 6

A 8 4 V 10 7 5 H 10 7 5 B 2

7 6 5 3 B 9 2 V 6A 10 9 3

W ON Z 1. Noord

Niemand

West 2♣6SA

Noord paspas

Oost1 3SApas

Zuidpas paspas

V 7 5 9 8V 7 3 10 7 5 4 3

10 9 8 4 3 10 7 6 5 4 H 48

H 6 2 A V B A B 10 8 2 H 6

A BH 3 2 9 6 5 A V B 9 2

W ON Z 2.Oost

NZ

West 1♣2♣

Noord paspas

Oost 1 pas

Zuidpas paspas

H 9 3 2 10 5V 8 4 3 H 8 7

V 10 7 5 B 9 3 2 A 7 6 A 9

A B 8 4 V 8 6 4 B 10 5 10 4

6A H 7 H 9 2 V B 6 5 3 2

W ON Z 3.Zuid

OW

(24)

West komt uit met ♥V. Zuid moet twee keer in noord komen om te snijden in schoppen. Hij speelt ♦3 naar ♦B, schoppen naar de vrouw, ♦V voor het aas en schoppen naar de boer.

Resultaat: 4♠ contract

Noord komt uit met ♣2. De lei- der moet ♣H leggen om een kans te maken op een klaver- slag. In ruiten moet eerst H worden gespeeld en dan 5 naar A, gevolgd door V en de overige ruiten. Negen slagen zijn dan voor het oplepelen.

Wie de hartenkleur gaat ont- wikkelen kan vijf slagen verliezen: A en vier klaverslagen.

Resultaat: 3SA contract

West komt uit met ♠5. De leider wint in dummy en speelt troef.

Als west na ♥A naar klaveren switcht, kan oost hem een schoppenintroever geven.

Resultaat: 4♥ contract

Westpas paspas

Noord pas2♠

pas

Oostpas paspas

Zuid1♠

4♠

7 4 3 H 5 4 2 A B 4 6 3 2

A V B 9 8 2 6H V 3 A 9 7

H 10 6 A 10 8 7 9 8H B 10 4

5V B 9 3 10 7 6 5 2 V 8 5

W ON Z 4.West

Allen

West paspas

Noord 4

Oostpas pas

Zuid1 pas

A H 7 6 2 B 4 3 V 4 3 H 9

9 3H V 10 8 6 A H 9 2 V 8

V B 10 8 4 7 57 6 5 A B 4

5A 9 2 B 10 8 10 7 6 5 3 2

W ON Z 6.Oost

OW

West 1SApas

Noord paspas pas

Oost1 3SA

Zuidpas pas

B 10 8 9 7 5 7 6A B 9 4 2

V 9 4 A 10 6 B 10 8 V 10 5 3

A H 7 6 H V B 3 2 H 5H 8

5 3 2 8 4A V 9 4 3 2 7 6

W ON Z 5.Noord,

NZ

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De schoolbeheerteams staan in voor het bepalen van de personeelsomkadering en de werkingsmiddelen van de scholen van het basis- en secundair onderwijs, de instellingen voor

Het archief bevatte materiaal genoeg voor een werkstuk over de cartografie van Cromstrijen, maar bleek daarna nog lang niet uitgeput.. Al lezend begonnen de stukken

Vermits er voor die reden een stijging in fysieke eenheden waar- genomen werd (+12,5%), betekent dit dat er in 2018 voor meer mensen tijdelijke werkloosheid wegens overmacht

In het verhandelen van deze leer zal ik met Gods hulp de volgende orde van behandeling volgen.. Zal ik enkele van die beschadigende winden vermelden die toegelaten worden in

Deze interactie wordt verduidelijkt door te kijken naar de interactie tussen actoren die betrokken waren bij de aanleg van twee grote fysieke ontsnipperingsmaatregelen, na- melijk

De opdrachtgevers, belanghebbenden of andere partijen kunnen een beroep doen op het pro- gramma, maar het programma kan ook zelf acte- ren op nieuwe uitdagingen die zij in het

De opdrachtgevers, belanghebbenden of andere partijen kunnen een beroep doen op het pro- gramma, maar het programma kan ook zelf acte- ren op nieuwe uitdagingen die zij in het

Vanzelfspre- kend was dit resultaat niet tot stand gekomen, wanneer niet zo velen de pen hadden gepakt en zich hadden gezet aan het schrijven van deze schetsen.. Wij danken de