• No results found

Overwegende dat het voor bepaalde gevallen vastgestelde regels hanteert bij het beslissen omtrent het verlenen van voornoemde omgevingsvergunning;

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Overwegende dat het voor bepaalde gevallen vastgestelde regels hanteert bij het beslissen omtrent het verlenen van voornoemde omgevingsvergunning;"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Beleidsregels huisvesting van arbeidsmigranten

Het college van burgemeester en wethouders van Asten

Overwegende dat het in bepaalde gevallen bevoegd is om een

omgevingsvergunning te verlenen voor het gebruik van gronden of bouwwerken in strijd met het vigerende planologische regime;

Overwegende dat het voor bepaalde gevallen vastgestelde regels hanteert bij het beslissen omtrent het verlenen van voornoemde omgevingsvergunning;

Overwegende dat het wenselijk is beleidsregels vast te stellen voor de wijze van huisvesting van arbeidsmigranten;

Overwegende dat het niet onder alle omstandigheden voornoemde omgevingsvergunning zal verlenen waar het gaat om het huisvesten van arbeidsmigranten;

Overwegende dat de huisvesting van arbeidsmigranten op verscheidende wijze kan plaatsvinden;

Overwegende dat de belangen van (onder meer) een goed-, woon-, leef- en ondernemersklimaat met zich brengen dat het noodzakelijk is om huisvesting van arbeidsmigranten te faciliteren en te zorgen voor een goede spreiding over de gemeente;

Gelet op

- Het bepaalde in titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht

- Artikel 2.1, aanhef en eerste lid, onder c juncto artikel 2.12, aanhef en eerste lid, onder a, onder 2 van de Wet algemene bepalingen

omgevingsrecht juncto artikel 4 van Bijlage II van het Besluit omgevingsrecht.

Besluit tot het vaststellen van de beleidsregels ‘Huisvesting van arbeidsmigranten gemeente Asten’.

Paragraaf 1 - Algemeen

Artikel 1: Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

• Arbeidsmigrant: Economische actieve migrant wiens doel het is, al dan niet tijdelijk, arbeid en inkomen te verwerven in een immigratieland

• Bebouwde kom: het geheel van gronden/percelen niet gelegen in het buitengebied.

• Bestaande huisvesting: huisvesting die op het moment van vaststelling van deze beleidsnotitie reeds aanwezig is op grond van een verleende

omgevingsvergunning dan wel huisvesting die op grond van het

bestemmingsplan rechtstreeks was toegestaan en waar aantoonbaar is dat deze op het moment van vaststelling in gebruik was;

• BRP: Basisregistratie Personen. In de BRP staan persoonsgegevens van

inwoners in Nederland (de ingezetenen) en van personen in het buitenland die een relatie hebben met de Nederlandse overheid (de niet-ingezetenen).

• Buitengebied: het geheel van gronden/percelen die opgenomen zijn in het bestemmingsplan ‘Buitengebied’ of een daarmee gelijk te stellen plan. Indien

(2)

gronden niet opgenomen zijn in een bestemmingsplan dan wordt op grond van de feitelijke situatie aan de hand van de aard van de omgeving en de afstand tot de dorpskern bepaald of er sprake is van het buitengebied.

• Geclusterde huisvesting: huisvesting in een hoofdgebouw door middel van kamerverhuur met gedeelde voorzieningen of door middel van zelfstandige wooneenheden dan wel een combinatie van beide.

• Hoofd (woon) verblijf: de verblijfplaats die het centrum is van het sociale en maatschappelijke leven van een persoon, een huishouden of een daarmee gelijk te stellen groep personen.

• Huishouden: één of meer personen die een gemeenschappelijke huishouding voeren, waarbij sprake is van continuïteit en onderlinge verbondenheid.

• Kamerverhuur: de verhuur van een deel van al dan niet zelfstandige woonruimte ten behoeve van (langdurige) bewoning door personen voor welke inschrijving in de BRP noodzakelijk is en die geen duurzame gemeenschappelijke huishouding voeren.

• Long-stay (lang verblijf): het verblijf van arbeidsmigranten in Nederland voor de duur van tenminste drie jaar en/of permanente vestiging.

• Mid-stay (middellang verblijf): het verblijf van een arbeidsmigranten in Nederland voor de duur van 4 maanden tot drie jaar.

• Recreatieve sector: bedrijven die zich richten op het verschaffen van nachtverblijf ten behoeve van recreatie, zoals hotels, vakantieparken, campings, bed & breakfasts of soortgelijke bedrijven.

• Short-stay (kort verblijf): het verblijf van een arbeidsmigrant in Nederland voor de duur van maximaal 4 maanden waarbij het (hoofd) woonverblijf in het land van herkomst is gelegen dan wel op een andere locatie dan de locatie waar de arbeidsmigrant verblijft.

• Solitaire woning: woning waarbij de afstand tot een andere woning, gemeten vanaf de randen van het bestemmingsvlak, tenminste 50 meter bedraagt.

• SNF: Stichting Normering Flexwonen

• Starter: Huishouden dat op zoek is naar een zelfstandige woning en nieuw gevormd is (huwelijk, samenwonen, scheiding, vanuit onzelfstandig naar zelfstandig wonen) en dat geen woning leeg achterlaat.

• Starterswoning: een woning met een maximale verkoopprijs op basis van de SRE prijsgrenzen of een maximale huurprijs onder de door SRE vastgestelde huurgrens.

• Toekomstagenda: Toekomstagenda Asten2030

• Wonen: het gebruik van een woning conform de begripsomschrijving van

‘woning’, met als doel daar permanent te verblijven.

• Woning: een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.

• Woningvoorraad: het totaal van koop- en huurwoningen in de gemeente Asten dat voor bewoning geschikt is.

Artikel 2: Vormen van huisvesting

1. Ten behoeve van de huisvesting wordt er een verschil gemaakt tussen huisvesting ten behoeve van short-stay en ten behoeve van mid-stay.

2. Ingeval van short-stay is er sprake van logies en als zodanig is dit gebruik strijdig met de bestemming ‘Wonen’ in bestemmingsplannen.

3. Arbeidsmigranten, short- en mid-stay, vormen niet één huishouden en als zodanig treedt ook hierdoor strijdigheid met de bestemming ‘Wonen’ in bestemmingsplannen op.

Artikel 3: Verboden huisvesting

1. Huisvesting van arbeidsmigranten binnen de recreatieve sector is nooit toegestaan.

2. Huisvesting van arbeidsmigranten op bedrijventerreinen, anders dan in bedrijfswoningen als bedoeld in artikel 5 lid 3, is nooit toegestaan.

(3)

3. Huisvesting, short-stay en mid-stay, is qua aard en inrichting niet geschikt voor kinderen of gezinnen. Het is dan ook niet toegestaan gezinnen / huishoudens met kinderen in een geclusterde voorziening te huisvesten.

Paragraaf 2 - Short-Stay

Artikel 4: Huisvesting ten behoeve van short-stay

Huisvesting ten behoeve van short-stay mag plaatsvinden in reguliere woningen buiten de bebouwde kom en in geclusterde huisvesting, niet zijnde woningen.

Artikel 5: Short-stay huisvesting; geclusterde huisvesting in reguliere woningen.

1. Huisvesting is niet toegestaan binnen de bebouwde kom, met uitzondering van huisvesting in bedrijfswoningen op bedrijventerreinen.

2. Huisvesting buiten de bebouwde kom in woningen is mogelijk, voor zover er sprake is van solitaire woningen en/of agrarische bedrijfswoningen, waarbij bij deze laatste er sprake is van huisvesting van arbeidsmigranten ten behoeve van het ter plaatste gevestigde agrarische bedrijf.

3. Huisvesting in bedrijfswoningen en woningen buiten de bebouwde kom is beperkt tot tien personen.

Artikel 6: Short-stay huisvesting; geclusterde huisvesting anders dan in woningen.

1. Geclusterde huisvesting, anders dan in woningen, vindt plaats zowel binnen als buiten de bebouwde kom.

2. Voor deze huisvesting geldt een maximum van 100 personen.

3. Voor zover de huisvesting plaatsvindt bij een bedrijf staat de huisvesting in principe ten dienste van het ter plaatse gevestigde bedrijf. Hiervan kan afgeweken worden als meerdere, in de directe nabijheid gelegen bedrijven gezamenlijk één huisvestingslocatie realiseren.

4. Bij het realiseren van de voorziening draagt de initiatiefnemer zorg voor een goede landschappelijke inpassing.

Artikel: 7 Huisvestingsnormen

1. Short-stay huisvesting, zoals bedoeld in artikel 5 en 5 voldoet aan de eisen genoemd in het Bouwbesluit en/of de SNF-normen.

2. Voor zover de normen uit het Bouwbesluit en de SNF-normen conflicteren, prevaleren de normen uit het Bouwbesluit.

Artikel 8: Beheer

1. Ten behoeve van de short-stayhuisvesting wordt door de exploitant een beheerder aangewezen. Deze beheerder zorgt voor het dagelijks onderhoud van de huisvesting en is de contactpersoon van de bewoners, omgeving en (overheids-) instanties en is 24 uur per dag bereikbaar.

2. De beheerder heeft de volgende taken:

- Hij/zij zorgt, conform het bepaalde in artikel 438 Wetboek van Strafrecht, voor het actueel houden van het nachtregister.

- De beheerder houdt een overzicht bij van locaties en gehuisveste personen.

- De beheerder informeert bewoners over zaken die relevant zijn om in de Nederlandse samenleving te participeren. Tevens verschaft hij de gemeente toegang tot het pand zodat diverse (overheids-) instanties informatie

kunnen verstrekken aan de betreffende bewoners. De beheerder stelt hiervoor een ruimte ter beschikking binnen de huisvestingslocatie.

- De beheerder controleert minimaal eenmaal per week op hygiëne,

brandveiligheid en het naleven van het huisreglement. De beheerder maakt

(4)

hiervan een inspectierapport op en zorgt dat dit altijd ondertekend op de locatie aanwezig is.

- De beheerder stelt een klachtenreglement op en maakt afspraken om overlast zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.

- De beheerder registreert klachten en meldingen;

- Een wijziging van beheerder dient tijdig en schriftelijk gemeld te worden bij de gemeente.

Artikel 9: Woonklimaat en uitstraling op de omgeving

1. Voor elke geclusterde huisvestingslocatie, woningen en niet woningen, moet een huisreglement worden opgesteld, dat deel uitmaakt van de

vergunningaanvraag. Het onderwerp verstoring en overlast van de openbare orde en veiligheid is een onderwerp dat bij een aanvraag om een

omgevingsvergunning wordt beoordeeld. In het reglement worden hiervoor regels opgenomen.

2. Het reglement moet in elk geval ingaan op de volgende aspecten:

a. Gedrag van de huurders/gebruikers (als goede buur) met betrekking tot onder andere geluid, afval, parkeren, ontvangen van bezoek; het gebruik van barbecue, het houden van feesten en dergelijke;

b. Brandveiligheid zoals een vluchtplan en de aanwezigheid en vindplaats van blusmiddelen;

c. De verplichting tot inschrijving in de Basis Registratie Personen (BRP) bij een beoogd verblijf in Nederland van meer dan vier maanden en tot uitschrijving bij vertrek of verhuizing;

d. Belangrijke telefoonnummers van contacten en hulpdiensten en andere instanties.

3. Uit een dergelijk reglement moet onder andere blijken hoe overlast, zowel voor eigen huurders/gebruikers als voor de directe omgeving wordt voorkomen en welke sancties er bij overtreding worden genomen. In een huisreglement moet in elk geval worden opgenomen welke maatregelen worden getroffen indien:

a. Bij huurders het gebruik van hard- en/of softdrugs wordt geconstateerd;

b. Bij huurders/gebruikers structureel overmatig alcoholgebruik wordt geconstateerd;

c. Voertuigen van huurders/gebruikers op het terrein van de locatie of in de directe omgeving van de huisvestingslocaties foutief worden geparkeerd;

d. De huurders/gebruikers overlast (geluid, geur, zwerfafval etc.) veroorzaken.

4. Het huisreglement moet op een of meerdere goed zichtbare locaties (in elk geval bij de in- en uitgangen) worden aangeplakt en aan elke bewoner bij inschrijving op de locatie ter hand worden gesteld. Het huisreglement moet zowel in het Nederlands als in de taal van de aanwezige bewoners worden opgesteld;

5. Ten behoeve van de huisvestingsvoorziening dient parkeergelegenheid op eigen terrein te worden gerealiseerd. De Nota Parkeernormen 2016 is aanvullend hierop van toepassing.

6. Aan de hand van huisvestingslocatie kan het college specifieke nadere eisen stellen.

Paragraaf 3 - Mid-stay

Artikel 10: Huisvesting ten behoeve van mid-stay

Huisvesting ten behoeve van mid-stay mag plaatsvinden in reguliere woningen en in geclusterde huisvesting.

Artikel 11: Mid-stay huisvesting; geclusterde huisvesting in reguliere woningen.

(5)

1. Huisvesting is toegestaan binnen de bebouwde kom en buiten de bebouwde kom.

2. Huisvesting in bedrijfswoningen op bedrijventerreinen is niet mogelijk.

3. Huisvesting buiten de bebouwde kom in woningen is mogelijk, voor zover er sprake is van solitaire woningen en/of agrarische bedrijfswoningen, waarbij bij deze laatste er sprake is van huisvesting van arbeidsmigranten ten behoeve van het ter plaatste gevestigde agrarische bedrijf.

4. Huisvesting binnen de bebouwde kom is beperkt tot maximaal zes personen.

5. Huisvesting buiten de bebouwde kom is beperkt tot tien personen.

6. Ten aanzien van het bepaalde in de leden 4 en 5 van dit artikel geldt de aanvullende beperking dat iedere arbeidsmigrant in een zelfstandige (slaap-) kamer gehuisvest dient te zijn.

Artikel 12: Mid-stay huisvesting; geclusterde huisvesting anders dan in woningen.

1. Geclusterde huisvesting, anders dan in woningen, vindt plaats zowel binnen als buiten de bebouwde kom.

2. Voor deze huisvesting geldt een maximum van 100 personen.

3. Voor zover de huisvesting plaatsvindt bij een bedrijf staat de huisvesting in principe ten dienste van het ter plaatse gevestigde bedrijf. Hiervan kan afgeweken worden als meerdere, in de directe nabijheid gelegen bedrijven gezamenlijk één huisvestingslocatie realiseren.

3. Bij het realiseren van de voorziening draagt de initiatiefnemer zorg voor een goede landschappelijke inpassing.

Artikel 13: Huisvestingsnormen

1. Mid-stay huisvesting, zoals bedoeld in artikel 11, voldoet aan de eisen genoemd in het Bouwbesluit en/of de SNF-normen.

2. Mid-stay huisvesting, zoals bedoeld in artikel 12, voldoet aan de eisen

genoemd in het Bouwbesluit en/of de SNF-normen, met dien verstande dat de gebruiksoppervlakte per persoon tenminste 12 m2 bedraagt.

3. Voor zover de normen uit het Bouwbesluit en de SNF-normen conflicteren, prevaleren de normen uit het Bouwbesluit.

Artikel 14: Beheer

1. Ten behoeve van de mid-stayhuisvesting wordt door de exploitant een beheerder aangewezen. Deze beheerder zorgt voor het dagelijks onderhoud van de huisvesting en is de contactpersoon van de bewoners, omgeving en (overheids-) instanties en is 24 uur per dag bereikbaar.

2. De beheerder draagt zorg voor inschrijving en uitschrijving van de arbeidsmigranten in de Basisregistratie Personen. Hiertoe wijst hij

arbeidsmigranten op de verplichting tot in- en uitschrijving en daar waar de arbeidsmigrant zich zelf niet in- en/of uitschrijft meldt de beheerder dit bij de gemeente.

3. De beheerder heeft verder de volgende taken:

- De beheerder houdt een overzicht bij van locaties en gehuisveste personen.

- De beheerder informeert bewoners over zaken die relevant zijn om in de Nederlandse samenleving te participeren en maakt hen actief wegwijs in onze samenleving. Tevens verschaft hij de gemeente toegang tot het pand zodat diverse (overheids-) instanties informatie kunnen verstrekken aan de betreffende bewoners. De beheerder stelt hiervoor een ruimte ter

beschikking binnen de huisvestingslocatie.

- De beheerder controleert minimaal eenmaal per week op hygiëne,

brandveiligheid en het naleven van het huisreglement. Daarvan maakt de beheerder een inspectierapport op en zorgt dat dit altijd ondertekend op de locatie aanwezig is.

- De beheerder stelt een klachtenreglement op en maakt afspraken om overlast zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.

(6)

- De beheerder registreert klachten en meldingen;

- Een wijziging van beheerder dient tijdig en schriftelijk gemeld te worden bij de gemeente.

Artikel 15: Woonklimaat en uitstraling op de omgeving

1. Voor elke geclusterde huisvestingslocatie moet een huisreglement worden opgesteld, dat deel uitmaakt van de vergunningaanvraag. Het onderwerp verstoring en overlast van de openbare orde en veiligheid is een onderwerp dat bij een aanvraag om een omgevingsvergunning wordt beoordeeld. In het reglement worden hiervoor regels opgenomen.

2. Het reglement moet in elk geval ingaan op de volgende aspecten:

a. Gedrag van de huurders/gebruikers (als goede buur) met betrekking tot onder andere geluid, afval, parkeren, ontvangen van bezoek; het gebruik van barbecue, het houden van feesten en dergelijke;

b. Brandveiligheid zoals een vluchtplan en de aanwezigheid en vindplaats van blusmiddelen;

c. De verplichting tot inschrijving in de Basisregistratie Personen bij een beoogd verblijf van meer dan 4 maanden en tot uitschrijving bij vertrek of verhuizing;

d. Belangrijke telefoonnummers van contacten en hulpdiensten en andere instanties.

3. Uit een dergelijk reglement moet onder andere blijken hoe overlast, zowel voor eigen huurders/gebruikers als voor de directie omgeving wordt voorkomen en welke sancties er bij overtreding worden genomen. In een huisreglement moet in elk geval worden opgenomen welke maatregelen worden getroffen indien:

a. Bij huurders het gebruik van hard- en/of softdrugs wordt geconstateerd;

b. Bij huurders/gebruikers structureel overmatig alcoholgebruik wordt geconstateerd;

c. Voertuigen van huurders/gebruikers op het terrein van de locatie of in de directe omgeving van de huisvestingslocaties foutief worden geparkeerd;

d. De huurders/gebruikers overlast (geluid, geur, zwerfafval etc.) veroorzaken.

4. Het huisreglement moet op een of meerdere goed zichtbare locaties (in elk geval bij de in- en uitgangen) worden aangeplakt en aan elke bewoner bij inschrijving op de locatie ter hand worden gesteld. Het huisreglement moet zowel in het Nederlands als in de taal van de aanwezige bewoners worden opgesteld;

5. Ten behoeve van de huisvestingsvoorziening dient parkeergelegenheid op eigen terrein te worden gerealiseerd. De Nota Parkeernormen 2016 is aanvullend hierop van toepassing.

6. Aan de hand van huisvestingslocatie kan het college specifieke nadere eisen stellen.

Paragraaf 4 - Procedure

Artikel 16: Omgevingsvergunning

1. Een voorziening als bedoeld in de artikelen 5, 6, 11 en 12 is tijdelijk.

2. Ten behoeve van realisatie van een huisvestingsvoorziening wordt een

tijdelijke omgevingsvergunning verleend als bedoeld in artikel 4 van Bijlage II van het Besluit omgevingsrecht.

3. Een aanvraag voor een huisvestingsvoorziening wordt in ieder geval geweigerd indien naar het oordeel van het college één of meerdere van de volgende aspecten in onevenredige mate worden aangetast of belemmerd:

a. de gebruiksmogelijkheden van de omliggende functies;

b. woon- en leefklimaat van de omgeving van de accommodatie;

c. de kwaliteit van het landschap;

(7)

d. verkeersontsluiting en parkeersituatie;

e. milieuhygiënische kwaliteit, waterhuishouding, externe veiligheid en de impact op en de aanwezigheid van nutsvoorzieningen (zoals bijvoorbeeld riolering)

4. Bij een aanvraag voor een huisvestingsvoorziening wordt door initiatiefnemer onderbouwd hoe het initiatief bijdraagt aan het realiseren van de doelen uit de Toekomstagenda Asten2030. Indien naar het oordeel van het college niet tenminste een bijdrage wordt geleverd aan twee van de vier doelen uit de Toekomstagenda wordt de aanvraag omgevingsvergunning geweigerd.

5. Bij de aanvraag omgevingsvergunning wordt schriftelijk verslag uitgebracht van de uitkomsten van de door initiatiefnemer gehouden omgevingsdialoog.

6. Aanvullend aan de voorgaande leden wordt een aanvraag

omgevingsvergunning voor het huisvesten van arbeidsmigranten als bedoeld in artikel 11, voor zover gelegen binnen de bebouwde kom, geweigerd indien naar het oordeel van het college dit tot gevolg heeft dat er een onevenwichtige woningvoorraad ontstaat dan wel dat het aantal goedkopere woningen binnen de woningvoorraad wordt aangetast zodat starters verminderd kans op een woning hebben.

Artikel 17: Exploitatievergunning

Op grond van de Algemeen Plaatselijke Verordening van de gemeente Asten kan de aanvrager verplicht zijn tot het aanvragen van een exploitatievergunning.

Slotbepalingen

Artikel 18: Afwijkingsbevoegdheid

Het college beoordeelt verzoeken conform de in deze Beleidsnotitie neergelegde beleidsregels. Conform het bepaalde in artikel 4:84 Algemene wet bestuursrecht wijkt het college van deze beleidsregels af indien dit voor belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen.

Artikel 19: Intrekken omgevingsvergunning

1. Het bevoegd gezag trekt de omgevingsvergunning voor afwijking in wanneer:

a. binnen 26 weken geen uitvoering is gegeven aan de verleende omgevingsvergunning;

b. of er niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden voor verlening van de omgevingsvergunning of indien in strijd met de omgevingsvergunning wordt gehandeld;

c. of er ten aanzien van de houder van de omgevingsvergunning al dan niet ten aanzien van de verleende vergunning een negatief advies op grond van de Wet Bibob is ontvangen.

2. De bevoegdheid tot intrekking, als bedoeld in lid 1 onder b, ontstaat in ieder geval als er tenminste driemaal een- of meerdere overtredingen zijn

geconstateerd. Van het voorgaande kan worden afgeweken als de geconstateerde overtredingen van dien aard zijn dat uit de aard van de overtredingen of uit het gedrag van de overtreder niet te verwachten is dat de overtreding of de overtredingen zullen worden beëindigd dan wel dat geen nieuwe overtredingen zullen ontstaan.

8.20 Citeertitel

Dit beleid wordt aangehaald als “Beleidsregels huisvesting arbeidsmigranten 2020”.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Dit is een ontwikkeling met open einde; het bestuur en raad van commissarissen zullen hierin afwegingen moeten maken wat in het belang is van de onderneming en daarmee wat voor dit

The average daily intake of the following nutrients and, where applicable, the percentage of calories derived from the nutrient concerned, were determined: food energy

an attempt has been made to addre e influence of dividend payments on share y objectives of this study, this section arket movements on the dependent a o, the four

Furthermore, these skills such as teamwork and communication are also crucial skills identified as 21 st century learning skills in higher education, which becomes important

Firstly the necessary published academic research from Published articles and books was gathered, to gain background on ethical clearance, different types of

Die senior skaal (intermediate) meet die volgende afdelings, elk in n aparte toets: Dicrelcwo, plante- lewe, natuurkundigc kennis, aardstudie, studio oor die

a) healthy preparation methods include boiling, steaming, roasting, pan frying (if moderate amounts of fats are used) and grilling. b) unhealthy