• No results found

Samenwerkend leren Enkele didactische tips

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Samenwerkend leren Enkele didactische tips"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

De collaboratieve ruimte - Enkele didactische tips 1

Samenwerkend leren – Enkele didactische tips

Waarom samenwerkend leren?

Uit vrijwel alle onderzoek naar samenwerkend leren blijkt dat dit een zeer krachtige vorm van leren is waarbij zowel de leerresultaten, als de leermotivatie van de leerlingen groter is dan bij individueel leren. Daarnaast blijkt dat leerlingen hun nieuw verworven kennis beter kunnen toepassen en ook vaker nieuwe ideeën ontwikkelen (Cohen , 1994; Good & Brophy , 1987;

Johnson, Johnson & Holubec , 1991;). Ook Marzano (2003) en Hattie (2009) ondersteunen deze conclusie.

Als verklaring wordt gegeven dat samenwerkend leren het verwerven van kennis organiseert en zichtbaar maakt en dat de voorkennis van iedereen wordt gewaardeerd. Daarnaast helpt deze vorm van leren om nieuwe kennis te integreren in voorkennis intuïtieve ideeën.

Kennisintegratie vertrekt van het principe dat iedereen bepaalde voorkennis en ideeën heeft over de te verwerven leerinhoud en (vaak onbewust) dagdagelijks geconfronteerd wordt met nieuwe leerinhouden (Linn & Eylon, 2011, Raes 2015). Onderzoek heeft de effectiviteit aangetoond van het waarderen van de ideeën die studenten reeds hebben over wetenschap. Het gebruiken van deze ideeën als aanknopingspunt om vaak abstracte begrippen binnen de wetenschap aan te leren bevordert het leren. Op die manier wordt kennis niet zomaar overgedragen maar geïntegreerd binnen een bestaand denkkader.

Kennisintegratie komt tot stand op volgende manier. Het is goed om dit in het achterhoofd te houden bij het opstellen van een opdracht:

1. eigen repertoire van ideeën erkennen;

2. toevoegen van nieuwe ideeën en informatie;

3. vergelijken van ideeën;

4. reflectie en integratie van ideeën en informatie.

Om dit mogelijk te maken is samenwerkend leren nodig (bv zeker in stap vergelijken van ideeën). Ook technologie is hier een grote meerwaarde om de verschillende ideeën vast te leggen en van elkaar te leren kennen.

Technologie kan hier ook een grote meerwaarde bieden. Met een online stemtool(vb Mentimeter of kahoot) kan je de mening van de hele klas bevragen terwijl men in een onderwijsleergesprek maar enkele leerlingen beluistert.

(2)

De collaboratieve ruimte - Enkele didactische tips 2 Didactische tips

Basisprincipes

Er zijn een aantal basisprincipes waaraan elke vorm van samenwerkend leren moet voldoen om tot echte, evenwichtige samenwerking te komen. Deze zijn typerend en bepalend voor coöperatief leren (Johnson, Johnson & Holubec, 1994):

1. Positieve wederzijdse afhankelijkheid;

2. Individuele verantwoordelijkheid;

3. Directe interactie;

4. Samenwerkingsvaardigheden worden geoefend;

5. Evaluatie van het groepsproces.

Verschillende media

De technologie van het schermen delen is een manier om het samenwerkend leren te ondersteunen en versterken. Deze technologie zorgt voor de projectie van het werk en het zichtbaar maken van het leren. Daarnaast kan de leerkracht met deze technologie heel makkelijk de samenwerking binnen de groepjes opvolgen en interactie creëren over de groepen heen.

De manier waarop de opdracht zelf wordt gegeven en de manier waarop de leerlingen hun proces en resultaat delen met elkaar is een belangrijke keuze die de leerkracht moet maken.

De keuze voor een medium of werkwijze hangt af van de leerdoelen Een gedeeld werkdocument

Google drive of Microsoft OneDrive geven mogelijkheden waarbij verschillende leerlingen tegelijk aan een document (Word, PowerPoint, Excel, …) kunnen werken. Hierin kunnen leerlingen makkelijk samenwerkend schrijven. Bij het werken via een gedeeld werkdocument is procesevaluatie voor de leerkracht eerder moeilijk, omdat er door verschillende leerlingen aan verschillende deelopdrachten in hetzelfde document wordt gewerkt. Doordat sommige leerlingen hierdoor het overzicht verliezen, kan dit zorgen voor verwarring. Daarnaast is het als leerkracht moeilijk om te volgen wie met wat bezig is.

(3)

De collaboratieve ruimte - Enkele didactische tips 3 Een webgebaseerd lespad

Er bestaan heel wat (gratis) tools om een lespad aan te maken waarbij je leerlingen stap voor stap door de leerstof loodst. Vaak hebben deze lespaden veel mogelijkheden in soorten oefeningen (quizzen, discussie, figuren tekenen, …). Het voordeel hiervan is dat je goed kan volgen waar de groep mee bezig is en kan zien hoe ze vooruitgang boeken in de oefening.

Sommige lespaden houden daarnaast bij hoelang de groep met een bepaalde oefening bezig was. Ook interessant is dat de lespaden toegankelijk blijven voor de leerlingen om achteraf als studiemateriaal te gebruiken. Soms kan het wel moeilijk zijn om hier een afdrukbare cursus uit te genereren.

Moodle is een opensource elektronische leeromgeving waar al heel wat scholen en leerkrachte mee werken. De toepassing moet geïnstalleerd worden op een server en kan daarna beheerd en bekeken worden met een webbrowser. Er zijn drie soorten gebruikers in Moodle De beheerder onderhoudt Moodle voor een school. De leerkracht beheert een of meerdere vakken. Hij vult het met informatie voor de leerlingen en beslist welke leerlingen toegang hebben tot zijn vak.Een leerling die toegang heeft tot een vak, kan de informatie bekijken en meedoen aan verschillende soorten activiteiten die de leerkracht voor hem ter beschikking heeft gesteld.

Een andere goede tool om zo’n lespad te maken waar je direct mee aan de slag kan is “WISE”

(https://wise.berkeley.edu/ ). WISE biedt leerlingen en leerkrachten een gratis, online leerplatform voor wetenschappelijke activiteiten. Daarop kunnen leerlingen samenwerken bij het oplossen van verschillende taken, dit door onder andere gebruik te maken van informatie die ze op het internet vinden of door gebruik te maken van bronnen die de leerkracht zelf aanbiedt binnen het leerplatform. Per lesonderwerp wordt er een project aangemaakt dat over verschillende lessen heen kan doorlopen worden (Raes, 2015).

(4)

De collaboratieve ruimte - Enkele didactische tips 4

Per groep en per stap in het project kan de leerkracht de vorderingen van de groep volgen en (online) feedback geven op hun werk.

Een wiki, blog of forum.

Forums, blogs en wiki’s zijn web-toepassingen die makkelijk gratis aan te maken zijn. Ze kunnen vaak ook aangemaakt worden binnen een bestaan leerplatform van de school (vb.

smartschool.) en elk heeft zijn eigen sterktes en zwaktes. Uit onderzoek van Biasuti (2017) blijkt dat ze elk andere toepassingen hebben.

Wiki’s worden beschouwd als een goede manier om collaboratief schrijven te ondersteunen.

Echter, een groot nadeel van de wiki is dat leerlingen niet synchroon aan een document kunnen werken. Om deze reden wordt vaak gekozen voor een gedeeld document via Google of Microsoft OneDrive (zie hoger). Het voordeel van een wiki ten opzichte van een gedeeld document is dat een wiki makkelijker toegankelijk is.

(5)

De collaboratieve ruimte - Enkele didactische tips 5

Een blog wordt door de leerlingen ervaren als een persoonlijke schrijfoefening die makkelijk bekeken en geëvalueerd kan worden door medeleerlingen.

Forums worden gezien als een goede tool om een online discussie op te starten. Ze blinken uit in gebruiksgemak. Bij het gebruik van een forum is er sprake van sterke interactiviteit en ontstaat er een groepsgevoel tussen de leerlingen onderling.

Enkele bedenkingen

Een les moet niet per se helemaal opnieuw voorbereid worden omdat deze technologie in huis is. Echter, een bestaand groepswerk kan met deze technologie veel sterker worden. Let daarbij vooral op volgende zaken.

 Geef een duidelijke taakverdeling. Geef aan wie wat moet projecteren op het scherm.

Bijvoorbeeld: 1 iemand het tekstdocument met opgave, 1 iemand een digitaal woordenboek, 1 iemand een bron aangegeven voor de leerkracht en 1 iemand zoekt zelf extra bronnen op.

 Leerlingen kunnen ook individueel aan een opdracht werken, maar hun opdracht wel projecteren. Ook op deze manier is er sprake van samenwerkend leren. Bijvoorbeeld:

1 leerling maakt oefeningen van wiskunde en een andere maakt gelijkaardige oefeningen. De leerling die wat trager werkt, zal de werkwijze van de andere zien en eventueel ook proberen toe te passen. Beide leerlingen kunnen elkaar dus helpen en verbeteren. Eventueel kan je als leerkracht hier ook een gedeelde verantwoordelijkheid aan koppelen door beide leerlingen te evalueren op beide oefeningenreeksen.

 Opdracht-gestuurd onderwijs werkt beter als er ook een instructiemoment is aan gekoppeld. Eis dat instructiemoment op door op dat moment het schermen delen te stoppen en de inhoud naar alle schermen te delen. Deze inhoud hoeft zeker niet de inhoud van de leerkracht te zijn. Het instructiemoment kan ook opgebouwd worden aan de hand van het scherm van een van de groepen.

(6)

De collaboratieve ruimte - Enkele didactische tips 6 Evaluatie

Een andere visie op leren en instructie vereist ook het herdenken van de evaluatie. De bedoeling van een evaluatie moet altijd zijn om de leerlingen hun sterktes en zwaktes te tonen en om te duiden welke de volgende stappen zijn die een leerling moet nemen in zijn leerproces om te werken aan die sterktes en zwaktes.

Het is belangrijk dat evaluatie in lijn is met de verwachtingen en doelen van de opdracht. De evaluatiecriteria moeten voor de leerlingen op voorhand duidelijk zijn gemaakt.

Zelfevaluatie en peer evaluatie

Doorgaans kunnen leerlingen goed inschatten van zichzelf hoe ze gewerkt hebben aan een taak en in welke mate ze hun verantwoordelijkheid hebben genomen binnen de groep. Naast de evaluatie door de leerkracht, is het dan ook goed om de leerlingen zichzelf en hun medeleerlingen te laten evalueren.

Uit onderzoek blijkt dat leerlingen die vaak betrokken zijn in peer evaluatie beter presteren omdat ze een beter inzicht krijgen in de evaluatiecriteria.

Bij peer evaluatie spelen verschillende sociale processen een rol (zoals bv groepsdruk om positieve scores te geven, vriendjespolitiek…) (Vanderhoven, Raes, Montrieux, Rotsaert, &

Schellens, 2014). Leerlingen voelen namelijk stress om een evaluatie te geven of te krijgen.

Anonimiteit kan de invloed van deze interpersoonlijke processen wegnemen of een opstap zijn om later toch niet anoniem feedback te geven Uit hetzelfde onderzoek blijkt dat er bij een anonieme peer evaluatie vaker lagere scores wordt gegeven aan de medeleerling dan bij een niet anonieme evaluatie. We zien een grote correlatie tussen de scores die gegeven worden door de leerkracht en de scores die door de leerlingen worden gegeven. Toch voelen leerlingen het als ‘oneerlijk’ aan als ze enkel geëvalueerd worden door hun medeleerlingen en niet door de leerkracht.

De basis van een goede peer evaluatie zijn duidelijke evaluatiecriteria. Het is belangrijk dat deze op voorhand goed uitgelegd worden en nog beter is om ze op te stellen in samenspraak met de leerlingen. Laat de leerlingen geen punten geven maar maak er een kwalitatieve evaluatie van met enkele duidelijke en eenvoudige vragen (Bijvoorbeeld: beter dan de groep, gemiddeld, lager dan de groep; of werk met een kwalitatieve 5-puntenschaal).

Op basis van peer assessment kan je op het einde als docent beslissen om de score per student aan te passen of om voor elke student de groepsscore te geven.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De ervaringen die in dit experiment werden opgedaan met de vast-aantal-trialsmethode waren zeer positief. De methode bleek goed hanteerbaar. De leerlingen hadden qeen problemen met

 Maak in je werkboek een stroomschema voor de bereiding van de door jou gekozen groeten en fruit. Maak gebruik van de gegevens uit Opdracht 5 en laat het resultaat controleren

Samenvattend zal het dus gaan om science- en techniekonderwijs, waarin een belangrij- ke rol is weggelegd voor visualiseren en waarin de leerlingen worden ondersteund in het

Niet alleen voor leerlingen was het dus even wennen, maar ook docenten waren er niet altijd op ingesteld.. Dat riep vragen op, want hoe breng je de leerlingen bijvoorbeeld de

This special issue of Solid State Electronics includes 28 papers which have been carefully selected from the best presentations given at the 45th European Solid-State Device

Ondanks dat Sylvana een hogere deontische ‘stance’ laat zien in haar voorstel, wordt in dit fragment duidelijk dat de leerlingen zich bewust zijn van het feit dat zij

Aan de hand van het Participation, social Interaction, Performance (PIP) model (Figuur 1 op bladzijde 7) heb ik u meegenomen op een reis waarbij de verschillende

Het percentage personen met de diagnose dementie met een zorgleefplan waarin doelen zijn opgenomen voor zowel de persoon met dementie als de primaire mantelzorger.