• No results found

Opfrissing hervorming vennootschapsbelasting: maatregelen van toepassing vanaf 2020

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Opfrissing hervorming vennootschapsbelasting: maatregelen van toepassing vanaf 2020"

Copied!
21
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Opfrissing hervorming vennootschapsbelasting:

maatregelen van toepassing vanaf 2020

In wat volgt bezorgen wij u bij wijze van opfrissing een kort overzicht van de voornaamste maatregelen die door de hervorming van de vennootschapsbelasting (in uitvoering van het zogenaamde zomerakkoord) vanaf aanslagjaar 2021 (voor een belastbaar tijdperk dat ten vroegste aanvangt op 1 januari 2020) in werking treden.

Verdere tariefdaling

Het basistarief in de vennootschapsbelasting daalt van 29%

naar 25%. Voor kleine vennootschappen blijft het tarief van 20% behouden op de eerste schijf belastbare grondslag tot 100.000 euro.

De crisisbijdrage van 2% wordt voor alle vennootschappen volledig afgeschaft.

Criterium marktrente verduidelijkt

Wanneer een vennootschap interesten betaalt die hoger zijn dan

“de overeenkomstig de marktrente geldende rentevoet”, dan is het gedeelte van deze interesten boven deze marktrente niet aftrekbaar als beroepskost. Daarnaast kan de administratie het overdreven deel van deze interesten herkwalificeren als dividenden.

In de praktijk bestaat er reeds lange tijd discussie over hoeveel deze marktrente nu precies bedraagt. Om aan deze discussies een einde te maken, wordt het bedrag van deze

‘marktrente’ voortaan wettelijk vastgelegd. Het betreft de door de Nationale Bank van België bekend gemaakte “MFI rentevoet voor leningen voor een bedrag tot 1 000 000 euro met

(2)

variabel tarief en initiële rentebepaling tot een jaar verstrekt aan niet-financiële vennootschappen gesloten in de maand november van het kalenderjaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de interesten betrekking hebben”, verhoogd met 2,5%. Dit tarief is vrij te raadplegen op de website van de Nationale Bank. Indien u deze maatregel in 2019 reeds vrijwillig had toegepast, bedroeg de marktrente 4,09% (1,59%

verhoogd met 2,5%).

Deze nieuwe bepaling is van toepassing op de interesten die betrekking hebben op periodes na 31 december 2019.

Degressieve afschrijvingen zijn niet langer mogelijk

Het degressief afschrijvingsstelsel wordt afgeschaft in de v e n n o o t s c h a p s b e l a s t i n g . D a a r n a a s t m o e t e n k l e i n e vennootschappen voortaan verplicht pro-rata temporis afschrijven voor het jaar van de investering. Bovendien mogen kleine vennootschappen de bij de aankoop komende kosten ofwel ineens afschrijven tijdens het belastbare tijdperk waarin de kosten zijn gemaakt, ofwel op dezelfde wijze als de hoofdsom v a n d e a a n s c h a f f i n g s - o f b e l e g g i n g s w a a r d e v a n d e desbetreffende vaste activa.

De wijziging van de afschrijvingsregimes is van toepassing op de vaste activa die worden verkregen of tot stand gebracht vanaf 1 januari 2020.

Disconto op schulden

Het in resultaat nemen van een disconto voor schulden zal met betrekking tot niet-afschrijfbare activa (bv. aandelen of antiek), niet langer als aftrekbare kost worden aanvaard voor zover de aankoopprijs lager is dan de werkelijke waarde verhoogd met het disconto.

Verrekening van beroepsverliezen van buitenlandse vaste inrichtingen en van buitenlands vastgoed

Verliezen geleden binnen een buitenlandse vaste inrichting of met betrekking tot in het buitenland gelegen activa waarover

(3)

de vennootschap beschikt (bv. vastgoed) en waarvan de winsten behaald in deze inrichtingen of door middel van deze activa bij verdrag worden vrijgesteld in België, zijn nog slechts aftrekbaar in België voor zover deze verliezen definitief zijn en ze geleden zijn in de EER. De belastingplichtige moet met andere woorden alle mogelijkheden in het buitenland hebben uitgeput om de verliezen daar in aftrek te brengen.

De nieuwe regeling is niet van toepassing voor de overgedragen verliezen bestaande uit verliezen van buitenlandse vaste inrichtingen die werden in mindering gebracht op de Belgische winst in belastbare tijdperken die aanvangen voor 1 januari 2020.

Vrijgestelde reserves kunnen tijdelijk voordelig omgezet worden in belaste reserves

Vennootschappen met vrijgestelde reserves worden tijdelijk aangezet die reserves om te zetten in belaste reserves aan een verlaagd tarief. De maatregel geldt voor de aanslagjaren 2021 en 2022. De vrijgestelde reserves die voor die regeling in aanmerking komen, zijn diegene die bestonden op het einde van het laatste belastbare tijdperk dat afsluit vóór 1 januari 2017. Het verlaagd tarief bedraagt 15%, en daalt verder tot 10% voor zover het bedrag geïnvesteerd wordt in:

materiële vaste activa, andere dan deze vermeld in art.

75,5° WIB92 (bv. personenauto’s) of immateriële vaste activa;

die afschrijfbaar zijn; en

die niet gelden als herbelegging voor de gespreide belasting van meerwaarden.

Deze gunstmaatregel geldt als minimum belastbare grondslag. Er zijn geen fiscale aftrekken mogelijk of er mag niet gecompenseerd worden met het verlies van het belastbaar t i j d p e r k . E r m o g e n g e e n v o o r h e f f i n g e n , F B B e n belastingkredieten worden verrekend. De vermeerdering wegens onvoldoende voorafbetalingen is van toepassing.

(4)

Een aantal vrijgestelde reserves komen niet in aanmerking voor deze omzetting (o.a. gespreid te belasten meerwaarden, meerwaarden m.b.t. bedrijfsvoertuigen en binnenschepen, vrijgestelde waardeverminderingen en voorzieningen, kapitaalsubsidies).

Aftrekbeperking van bepaalde uitgaven

Volgende kosten zijn niet langer aftrekbaar en moeten volledig in de verworpen uitgaven worden opgenomen:

aanslag geheime commissielonen;

administratieve boetes (bijvoorbeeld proportionele btw- boetes).

Het tarief van 50% van de aanslag geheime commissielonen in het geval van vrijwillige opname van verdoken meerwinsten in de boekhouding wordt opgeheven.

De 120% aftrekbaarheid van kosten verdwijnt en wordt verlaagd naar 100%. Deze maatregel heeft een impact op o.a. de aftrekbaarheid van kosten voor elektrische wagens en het collectief vervoer van personeelsleden voor woon-werkverkeer.

Autokosten in de vennootschapsbelasting

Er wordt een nieuwe CO2-formule voor de berekening van de fiscale aftrekbaarheid van autokosten ingevoerd. Deze formule zal eveneens van toepassing zijn voor de aftrek van brandstofkosten.

(Bron: Lexalert – Cazimir Advocaten)

(5)

Nog snel investeren vóór 31/12/2019?

De derde fase uit het zomerakkoord 2017 treedt in werking vanaf 01/01/2020. Voor KMO-vennootschappen heeft deze derde fase ondermeer een gevolg op de fiscaliteit met betrekking tot de investeringen:

Tot en met 31/12/2019 kan de KMO-vennootschap een investeringsaftrek genieten van 20% dewelke ten hoogste 1 jaar overdraagbaar is. Deze investeringsaftrek is van toepassing op nieuwe activa, die door de KMO- vennootschap uitsluitend voor de beroepsactiviteit worden gebruikt en over een periode van minstens 3 jaar worden afgeschreven. De investeringsaftrek wordt gereduceerd naar 8%.

Vanaf 01/01/2020 moeten de afschrijvingen pro rata temporis berekend worden. Dit impliceert dat de afschrijvingen op nieuwe activa in het aanschaffingsjaar slechts afgeschreven worden vanaf de datum van de aankoop. (bedrag investering * % * xxx/365). De bijkomende kosten op de investeringen moeten éénmalig afgetrokken worden of hetzelfde afschrijvingsritme als de hoofdzaak ondergaan.

Er kunnen geen degressieve (versnelde) afschrijvingen meer toegepast worden op nieuwe investeringen na 31/12/2019. Dit fiscale gunstregime wordt met andere woorden afgeschaft.

Rekening houdende met voorgaande, de verdere daling van de tarieven inzake vennootschapsbelasting en op basis van de resultaten van Uw KMO-vennootschap kan het zeker aangewezen zijn om Uw investering nog snel te realiseren vóór 31/12/2019 en fiscaal te optimaliseren !

(Auteur: Edwin Van Lommel, erkend boekhouder-fiscalist BIBF

(6)

301 96 807)

De investeringsaftrek! Laat uw investering mee betalen door de overheid!

A l s j e i n v e s t e e r t i n 2 0 1 9 k r i j g j e e e n e x t r a belastingvoordeel, voor bv. 35.000,00 € betekent dat 2.070,00

€ extra belastingvermindering. Hoe doe je dat?

De regering had in het zomerakkoord een tijdelijke verhoging van de investeringsaftrek aangekondigd. In de periode tussen 01/01/2018 en 31/12/2019 is het basispercentage van deze maatregel van 8% naar 20% gegaan.

Dit tarief geldt zowel voor kleine vennootschappen als voor eenmanszaken en vrije beroepen.

De algemene regel zegt dat het moet gaan om de volgende investeringen :

Materiële en immateriële vaste activa in nieuwe staat verkregen of tot stand gebracht

Uitsluitend te gebruiken in België voor het uitoefenen van de beroepsactiviteit

Af te schrijven over minstens 3 jaar

Om misbruiken te voorkomen werden de volgende investeringen uitgesloten voor de investeringsaftrek :

Personenwagens en wagens voor dubbel gebruik Gebouwen die bestemd zijn voor wederverkoop

Activa die niet uitsluitend gebruikt worden voor de beroepsactiviteit

(7)

Activa waar het gebruiksrecht wordt afgestaan aan een derde (tenzij de gebruiker het goed gebruikt voor de uitoefening van de beroepsactiviteit)

Activa die niet afschrijfbaar zijn of over een termijn van minder dan 3 belastbare tijdperken worden afgeschreven.

Een veel voorkomende misvatting is dat een ‘leasing’ niet in aanmerking zou komen voor de investeringsaftrek. Enkel bij een renting overeenkomst kan je geen gebruik maken van deze maatregel.

Hoeveel bedraagt uw voordeel?

Stel dat uw onderneming een nieuwe machine koopt voor 35.000 € dat je afschrijft over 5 jaar. De investeringsaftrek bedraagt 20% op de aankoopprijs, zijnde 7.000 €. Dit bedrag zal in mindering gebracht worden van uw belastbare basis. Zodoende geniet je een belastingvermindering tot 2.070 € (7.000 € x basistarief van 29,58%).

Voor meer uitleg, raadpleeg uw Abeka-adviseur!

(Auteur: Rudi Deuss, Erkend intern boekhouder BIBF 302 88 147)

Rijd je niet vast in de autofiscaliteit!!!

Met het autosalon nog in het achterhoofd denken vele bedrijfsleiders eraan om een nieuwe wagen aan te schaffen.

Maar welke auto koop je het best? En wat verandert het

(8)

zomerakkoord aan de autofiscaliteit?

Vandaag wordt de fiscale aftrekbaarheid van autokosten bepaald o.b.v. de theoretische CO2-uitstoot per kilometer. De aftrekbaarheid kan variëren van 50% tot 120%. Deze regelgeving blijft van toepassing tot en met 31/12/2019.

Vanaf aanslagjaar 2021 (boekjaren met startdatum 01/01/2020) zal er een nieuwe formule toegepast worden, de zogenaamde gramformule (Zomerakkoord). Deze zal ook gelden voor de brandstofkosten !

Aftrek % = 120% – (0,5% x brandstofcoëfficiënt x aantal gr CO2/km

De coëfficiënt is gelijk aan:

1 voor dieselwagens

0,95 voor wagens met benzinemotor 0,90 voor wagens met aardgasmotor.

De aftrek kan niet meer dan 100% zijn en niet minder dan 50%.

Voor auto’s met een CO2-uitstoot van 200 gram of meer, bedraagt de aftrek 40%.

En wat met de valse hybrides?

Ook zij zullen vanaf 2020 vallen onder de nieuwe gramformule.

Een valse hybride is een wagen waarvan de accucapaciteit minder is dan 0,5 kWh per 100 kg van het wagengewicht of de CO2-uitstoot meer bedraagt dan 50 gr / km.

De bepaling van het aftrekpercentage gebeurt dan op dezelfde manier als bij een brandstofmotor van hetzelfde model. Indien

(9)

er geen uitvoering bestaat met uitsluitend een brandstofmotor, d a n w o r d t d e C O 2 - u i t s t o o t v a n d e h y b r i d e v e r s i e vermenigvuldigd met 2,5.

Uitzondering: indien je je valse hybride vóór 01/01/2018 hebt besteld/aangekocht, dan behoud je de theoretische CO2-waarde.

Voor volledig elektrische wagens zal het aftrekpercentage vanaf 2020 dalen naar 100%. Het maakt niet uit wanneer je je wagen gekocht heeft.

Conclusie: de juiste wagen kopen, kan je veel geld besparen.

Abeka zorgt met een advies op maat dat je steeds de juiste keuze maakt!

(Auteur: Christof Van Gheel, Erkend Boekhouder BIBF 302 15 904)

Gespreide belasting op meerwaarde nu extra voordelig

Door de hervorming van de vennootschapsbelasting en de daaruit voortvloeiende tariefdaling wordt ook de keuze voor de gespreide taxatie extra voordelig.

Wanneer een vennootschap een meerwaarde realiseert bij het vervreemden van een bedrijfsgoed, is deze meerwaarde belastbaar. De vennootschap kan evenwel kiezen voor de gespreide taxatie van de meerwaarde. Daarvoor moet ze de

(10)

ontvangen verkoopprijs herbeleggen in een nieuw actief dat bedrijfsmatig wordt gebruikt. De meerwaarde wordt dan maar belast naar gelang dat nieuwe actief wordt afgeschreven.

Waar deze keuze van gespreide taxatie voorheen vooral diende om de verschuldigde belasting te gaan spreiden in de tijd zal deze door de tariefdaling ook veel voordeliger zijn.

De gespreide belasting zal immers gebeuren tegen een lager tarief dan het tarief voor het boekjaar waarin de meerwaarden gerealiseerd werden.

Hieronder worden de tarieven vennootschapsbelasting nog even opgesomd.

Basistarief AJ 2018 (incl. 3% crisisbijdrage) 33,99%

Verlaagd opklimmend tarief AJ 2018 (incl. 3%

crisisbijdrage)

0 – 25.000 euro 24,98%

25.000 – 90.000 euro 31,93%

90.000 – 322.500 euro 35,54%

> 322.500 euro 33,99%

De nieuwe tarieven vennootschapsbelasting vanaf AJ 2019 (belastbare tijdperken vanaf 01/01/2018)

(11)

LET OP !

Gespreide belasting is enkel mogelijk voor meerwaarden op investeringen die u minstens vijf jaar voor uw beroep hebt gebruikt.

Er moet herbelegd worden voor de volledige verkoopprijs en dit:

binnen een termijn van drie jaar vanaf de eerste dag van het belastbare tijdperk waarin de meerwaarde werd verwezenlijkt en dit in afschrijfbare investeringen.

binnen de 5 jaar voor herbelegging in een gebouw.

Indien U niet tijdig of onvoldoende herbelegt zullen de meerwaarden alsnog integraal belast worden aan het tarief dat van toepassing was in het jaar waarin de meerwaarden gerealiseerd werden en zullen er tevens interesten moeten worden betaald.

Het stelsel van de gespreide taxatie is een keuzestelsel. De belastingplichtige kan er dus wel voor kiezen om onmiddellijk volledig belast te worden op de meerwaarde.

Voorbeeld:

Bvba Janssens heeft een oude machine met een restwaarde van 20.000 €. De machine wordt verkocht voor 100.000 €. De bvba realiseert dus een meerwaarde van 80.000 €. Om in aanmerking te komen voor het stelsel van de gespreide taxatie moet de bvba Janssens echter de volledige verkoopprijs van 100.000 € herbeleggen.

(Auteur: Ronny Scheers)

(12)

Meerwaarde op aandelen worden sneller belast

Tot en met aanslagjaar 2018 was de meerwaarde op aandelen niet belast indien u:

de aandelen minstens 1 jaar onafgebroken in bezit had of de waarde van de aandelen minstens 2.500.000 euro bedroeg.

Vanaf aanslagjaar 2019 voegt de wetgever hier een extra voorwaarde aan toe. De participatie moet vanaf aanslagjaar 2019 minstens 10% bedragen.

Belegt u dus met uw vennootschap ook in (beursgenoteerde) aandelen, dan komt u algauw niet aan een deelneming van 10% en zal u dus bij verkoop belasting moeten betalen als u hierop winst maakt.

D e t a r i e v e n z i j n d e z e l f d e a l s d e g e w o n e vennootschapsbelasting. Zijn de aandelen nog geen jaar in bezit, maar u voldoet wel aan de overige voorwaarden, dan zal u een belasting van 25,50% (bij KMO-vennootschappen op deel belastbare grondslag minder dan 100.000 euro slechts 20,4%) moeten betalen. Vanaf 2020 wordt dit 25% en 20%.

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)

(13)

Autofiscaliteit: een steeds veranderende materie!!

De autofiscaliteit onderging een grondige wijziging. Vanaf 2020 zal de berekening van de aftrekbeperking autokosten nogmaals grondig wijzigen. Neem daarom even de tijd om u bij te scholen …

Huidige situatie in een vennootschap (2018 tot en met 2019) U weet al dat een personenwagen in een vennootschap slechts aftrekbaar is op basis van de CO2-uitstoot van de wagen. Het niet-aftrekbare gedeelte van de autokosten wordt beschouwd als een verworpen uitgave en hierop is vennootschapsbelasting van toepassing.

Tot en met 2019 wordt volgend aftrekpercentage van toepassing.

D e z e a f t r e k b e p e r k i n g g e l d t o p a l l e k o s t e n v a n d e personenwagen, behalve voor de brandstofkosten die steeds beperkt worden tot 75%. Intresten blijven 100% aftrekbaar.

Een lichte vrachtwagen, volgens de normen van de fiscus,

(14)

blijft 100% aftrekbaar.

Wat met autokosten van uw eenmanszaak in 2018?

Tot 2017 waren alle autokosten van alle personenwagens aftrekbaar ten belope van 75% van het beroepsgedeelte.

Personenwagens aangekocht vanaf 01/01/2018 ondergaan nu ook de toepassing van het aftrekpercentage à rato van de CO2-uitstoot, zoals dit voor vennootschappen het geval is (zie tabel hierboven).

Personenwagens aangekocht vóór 01/01/2018 blijven tijdens 2018 en 2019 genieten van de minimale 75%

aftrekbaarheid. Voor milieuvriendelijke wagens kan er toepassing gemaakt worden van de aftrek op basis van de CO2-uitstoot.

Brandstof, dus ook elektrisch, blijven zoals voordien 75% aftrekbaar. Intresten 100% aftrekbaar.

De aftrekbaarheid van een lichte vrachtwagen blijft 100%

van het beroepsgedeelte.

Wijziging vanaf 2020 voor alle personenwagens:

Elektrische wagens verliezen hun 120% aftrekbaarheid en zullen maximaal 100% aftrekbaar zijn. Brandstofkosten voor een elektrische wagen worden 100% aftrekbaar.

Kosten van een personenwagen met een CO2-uitstoot ≥ 200 gram zullen nog maar voor 40% aftrekbaar zijn.

Kosten voor een oldtimer met een CO2-uitstoot > 200 gr/km genieten nu van 60 % aftrekbaarheid. Vanaf 2020 wordt dit slechts 40%.

B r a n d s t o f k o s t e n v o l g e n v o o r t a a n e v e n e e n s d e aftrekbeperking à rato van de “gram-formule”.

De aftrekbaarheid van autokosten volgt vanaf 2020 de

“gram-formule” (max 100% – minimaal 50%).

Aftrekpercentage= 120% – (0,5 x coëfficiënt x aantal CO2

(15)

gram/km)

De coëfficiënt wordt bepaald op:

1: dieselmotor en dieselvarianten 0,90: aardgas < 12 fiscale PK

0,95: personenwagens met een andere motor (benzine)

De wijziging in 2020 kan belangrijke gevolgen hebben. Een aftrekbaarheid van heden 75% naar 55% in 2020 zal geen uitzondering zijn. Momenteel heeft een benzinewagen met 124 gr/km (toch niet veel) een fiscale aftrekbaarheid van 80%, in 2020 nog slechts 61%.

Gouden tip:

Zie bij de aankoop van een nieuwe personenwagen vooral naar de w i j z i g i n g a f t r e k b e p e r k i n g v a n a f 2 0 2 0 . W i j z i g t d e aftrekbeperking in uw nadeel, dan adviseert Abeka om in 2018 en 2019 zoveel mogelijk kosten (snel afschrijven is de boodschap) in rekening te nemen.

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)

Drastische vermindering vennootschapsbelasting!!

Iedereen in een vennootschap

(16)

vanaf 2018?? Hoe in een KMO- vennootschap de brutowinst uitkeren aan de particuliere aandeelhouders onder een globale belastingdruk van +/- 31% (vennootschapsbelasting én roerende voorheffing)?

In de personenbelasting bedraagt het hoogste belastingtarief maar liefst 50%, daar waar de vennootschapsbelasting in het KMO-tarief verlaagd werd tot 20%.

Uiteraard ontvangt u na betaling van 50% belasting én sociale lasten als eenmanszaak de netto-inkomsten privé, terwijl na de betaling de gelden nog steeds in de vennootschap zitten.

Algemeen gaat Abeka ervan uit dat het zeker het overwegen waard is om naar een vennootschap over te stappen vanaf het moment dat u € 50.000 belastbaar inkomen hebt.

Wat is er fiscaal gewijzigd in de vennootschapsbelasting?

Sinds 1 januari 2018:

Het basistarief in de vennootschapsbelasting is gedaald van 33% naar 29%.

De aanvullende crisisbijdrage is verminderd van 3% naar 2%.

De werkelijke tarieven zijn dus gedaald van 33,99% tot 29,58%.

Vanaf 01/01/2020 verlaagt het basistarief tot 25% en

(17)

wordt de crisisbijdrage tot 0% herleid.

Maar er is nog beter nieuws!!

Daar waar voorheen het KMO-tarief onder bepaalde voorwaarden (zie onze vorige artikels) ging van:

24,5% op de eerste schijf van € 25.000

31% op de schrijf van € 25.000 tot € 90.000 34,5% op de schijf boven € 90.000

wordt dit tarief vanaf 01/01/2018 voor KMO’s vervangen door een uniform tarief van 20%, verhoogd in 2018 en 2019 met een aanvullende crisisbijdrage van 2% en dit tot een belastbare grondslag van € 100.000. Op de belastbare grondslag boven € 100.000 zal het tarief van hogervermelde kolom gelden.

Voorheen kon men van het verlaagd tarief genieten indien:

u een belastbare grondslag had van > € 322.500 u een financiële vennootschap was

u een beleggingsvennootschap was

u een dividenduitkering deed > 13% van het gestort kapitaal bij het begin van het belastbare tijdperk

u niet minstens aan één van de bedrijfsleiders een minimum bezoldiging van € 36.000 toekende

u een vennootschap had, waarvan de aandelen voor > 50%

in handen was van andere vennootschappen

(18)

Voortaan valt de voorwaarde van minder dan € 322.500 belastbare grondslag weg.

Elke “kleine” vennootschap zal van het tarief van 20% kunnen genieten t.e.m. een belastbare grondslag van € 100.000

U wordt als een “kleine” vennootschap bestempeld indien:

u < 50 personeelsleden tewerkstelt

uw jaaromzet (exclusief BTW) < 9 miljoen euro bedraagt uw balanstotaal < 4,5 miljoen euro bedraagt

U mag echter één van deze criteria overschrijden.

Voortaan is een dividenduitkering hoger dan 13% van het gestort kapitaal niet langer uitgesloten van het verlaagd tarief.

Voortaan dient minstens één van de bedrijfsleiders te genieten van € 45.000 bezoldiging (of minimaal gelijk aan het resultaat van het belastbaar inkomen (*) van de vennootschap indien de bezoldiging kleiner is dan € 45.000). Deze voorwaarde is niet van toepassing op kleine vennootschappen gedurende de eerste 4 boekjaren vanaf hun oprichting.

(*) belastbaar resultaat:

bedrag waarop de vennootschapsbelasting wordt berekend na toepassing van de verschillende aftrekposten

de vereiste minimum bezoldiging kan worden berekend door d i t r e s u l t a a t v o o r a f t r e k v a n d e bedrijfsleidersbezoldiging te delen door 2

Hoe geraakt de nettowinst van de vennootschap in handen van de bedrijfsleider / aandeelhouder?

Vergeet vooral niet dat je op de algemene vergadering, gehouden vanaf 2018, recht hebt op € 640 belastingvrij

(19)

dividend.

Het normale tarief van de roerende voorheffing bedraagt 30%.

Dit brengt met zich mee dat u in de toekomst, na toekenning v a n e e n d i v i d e n d , e e n t o t a l e b e l a s t i n g d r u k (vennootschapsbelasting én roerende voorheffing) van 40,28%

zal ervaren voor de winst gerealiseerd < € 100.000 en 50,71%

daarboven.

Het tarief van VVPR bis-dividenden bedraagt fasegewijs/jaar 30%, 20% en 15%.

Dit betekent in dit laatste geval een totale belastingdruk van 32% in 2020.

Worden liquidatiereserves aangelegd, dan bedraagt de totale roerende voorheffing 13,84%, wat betekent dat er slechts een totale belastingdruk in 2020 en volgende zal zijn van 30,91%.

Besluit:

Een goede belastingplanning zal zijn vruchten afwerpen!

Iedereen met € 50.000 belastbaar inkomen (50% PB + sociale lasten) kan een vennootschap overwegen!

Een totale belastingdruk (vennootschapsbelasting én roerende voorheffing) van 30,91% zal tot de mogelijkheid behoren.

Vergeet dit jaar op de algemene vergadering van uw vennootschap het € 640 belastingvrij dividend niet toe te kennen.

Werk bij voorkeur met liquidatiereserves.

Addertje onder het gras: de afzonderlijke aanslag bij ontoereikende bedrijfsleidersbezoldiging. Het tarief van d e a a n s l a g b e d r a a g t i n e e n e e r s t e f a s e 5 , 1 % (crisisbijdrage inbegrepen en vanaf 2020 wordt dit tarief verhoogd naar 10%).

(20)

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)

Doet men er goed aan belangrijke investeringen uit te stellen tot volgend jaar?

Voor nieuwe investeringen gedaan vanaf 1 januari 2018 wordt de eenmalige investeringsaftrek voor kleine vennootschappen van 8% voor twee jaar verhoogd naar 20%.

De investeringsaftrek is een bedrag dat u, bovenop de afschrijvingen van een investering, mag aftrekken van uw belastbare inkomsten in het jaar waarin u een investering doet.

De investeringsreserve verdwijnt, met een uitdoofscenario voor bestaande reserves.

Abeka stelt dan ook vast dat meerdere klanten ervoor opteren hun belangrijke investeringen uit te stellen tot 2018.

Bent u van plan belangrijke investeringen op te starten, neem dan contact op met ons kantoor, zodat wij u het extra fiscale voordeel kunnen berekenen indien u nog een drietal maanden wacht om te investeren.

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)

(21)

Altijd belastingen en boetes voor onterecht ingebrachte bedrijfskosten?

Wie herinnert zich enkele jaren geleden niet de discussies en frustraties van de monsterboetes van 309 %.

Afgevoerd, maar er is een nieuw ei gelegd…..

In het zomerakkoord staat dat de belastingcontroleur vanaf volgend jaar het toepasselijke belastingtarief vennootschappen zal mogen toepassen (verlaagd of progressief tarief):

op een onterechte ingebrachte kost (een kost waarvan de controleur denkt dat het niet beroepsmatig is)

ook al maakte de onderneming geen winst na fiscale aftrekken (dus een onderneming die verlies maakt)

e n e r k o m t h i e r b o v e n o p n o g e e n b o e t e (belastingverhoging)

Dus kunnen controleurs, wanneer deze maatregel goedgekeurd wordt, er terug op los schieten.

E n d i t m e t a l l e f r u s t r a t i e s v a n v o o r d i e n v o o r d e bedrijfsleiders en hun adviseurs.

Een verwittigd bedrijfsleider is er twee waard…..

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Een epitheelcel waarin, ten gevolge van een keer slikken van aspirine, de prostaglandinesynthasen buiten werking zijn gesteld, kan door vorming van nieuwe enzymmoleculen de

• Door aspirine worden er minder prostaglandinen gemaakt en daardoor is er een geringere maagslijmproductie (waardoor de zure maaginhoud de maagwand gemakkelijk kan beschadigen) 1

We zijn daarbij niet verder (in de tijd) teruggegaan dan naar de jaarrekening 2008 omdat in dit boekjaar RJ 271.3N voor het eerst kon worden toegepast en de effecten van de

De omweg die in feite wordt gemaakt door eerst een oligomeer te maken, dit af te breken en daarna opnieuw een keten te maken, is omdat bij polycondensatie maar een keten gemaakt kan

Voorzover niet anders in de voorwaarden is geregeld, vergoedt de verzekeraar in geval van een gedekte schade aan het motorrijtuig bovendien de kosten van berging, noodzakelijke

8.1 Indien ingevolge de polisvoorwaarden of naar de mening van het SRK een advocaat of andere rechtens bevoegde deskundige moet worden ingeschakeld, heeft de verzekerde het recht

Vervolgens wordt een marktanalyse gedaan, waar onder andere wordt gekeken naar de huidige afnemers van Mobach keramiek en haar concurrenten.. De kenmerken van Mobach en haar

Voor de overige zorg (begeleiding): analoge toepassing conform de Richtlijn Wgbo van de VGN, mits deze analoge toepassing.. geïmplementeerd is in de overeenkomst met de