ZATERDAG 16 APRIL 2022 WIL
Dienst waarin de schepping de adem inhoudt…
…en de hoop in ons opnieuw levend wordt Voorganger: ds. Niels A. Gillebaard Organist/pianist: Mw. Diny Kotterer
M.m.v.: Zanggroep o.l.v. Ali Gootjes
Stilte
(We zetten de stilte van Goede Vrijdag voort. De kerk is schaars verlicht, het orgel zwijgt)
Opening: Koor zingt: ‘Nachtblauw de hemel’
Nachtblauw de hemel, donker de aarde.
Geen enkel geluid.
Niets te horen.
Niets beweegt.
Als in doodslaap wachten wij op wat komt.
Stem: Hoe lang duurt de nacht, hoe lang? Wachter, hoe lang duurt de nacht? ‘De morgen komt’, zegt de wachter, maar het is nog nacht.
Stem: Ontwaak, jij die slaapt! Sta op uit de dood en Christus zal over je lichten.
Stem: Waarom is deze nacht zo anders dan andere nachten?
Waarom slapen wij niet, maar waken wij in het donker?
Stem: Dit is de nacht waarin wij gedenken hoe God ons telkens heeft willen bevrijden uit het duister. Toen alles een woeste wildernis was heeft Hij zijn licht doen opgaan en de aarde tevoorschijn geroepen als een woonland voor mensen. Toen oorlogen en ballingschap de
diepste ellende brachten, heeft hij mensen zo begeesterd dat ze weer droomden van vrede. Dat moeten wij gedenken in deze nacht en daar moeten wij van zingen, altijd weer, want wij zijn het volk dat in duisternis wandelt. Als God niet naar ons had omgezien en ons niet bij de hand had gevat, dan waren wij in het donker gebleven en hadden wij geleefd zonder hoop. Daarom ontsteken wij straks het licht, ter ere van Hem die ons licht is.
Gebed, daarna zingen wij: NLB 598 ‘Als alles duister is’ (1x koor, 2x allen)
Als alles duister is,
ontsteek dan een lichtend vuur dat nooit meer dooft, vuur dat nooit meer dooft (2x)
Korte meditatie
Lezingen naar Pasen toe Eerste lezing
Genesis 1: 1-5
Koor zingt: ‘Lied van de schepping’
Met niets van niets zijt Gij begonnen, Hebt sprakeloos het licht gezegd, De tijd bepaald, het land gewonnen, De zeeën op hun plaats gelegd, De ban der duisternis gebroken En het werd morgen , dag na dag, Een wereld in het licht gesproken, En mensheid die beginnen mag.
Geen eind in zicht. Geen rust gevonden.
Het langste deel nog niet gegaan.
Geen engel met ons mee gezonden Om nacht en ontij te verslaan.
Met licht van licht hebt Gij geschreven Uw boek dat ons het leven redt, De woorden van uw trouw gegeven.
En van dit lied de toon gezet Tweede lezing
Exodus 14: 15-22
Zingen: NLB 606 ‘Met Mozes zijn wij meegegaan’ (1 koor, 2 en 3 allen)
2.O Mozes, roep toch tot de Heer, het water is zo diep.
Er is voor ons geen uitweg meer, het water is zo diep.
Waar is 't beloofde paradijs?
Is dit het einde van de reis
dat wij verdrinken in de zee?
Waarom nam jij ons mee?
3.Maar Mozes heft zijn staf omhoog:
al is het water diep,
de wind steekt op, de zee wordt droog.
En Hij, die zelf ons riep,
Hij brengt ons naar de overkant, Hij leidt ons naar 't beloofde land.
Maar farao met heel zijn stoet gaat onder in de vloed.
Derde lezing Jesaja 55: 1-11
Zingen : NLB 134 ‘Gij dienaars aan de Heer gewijd’ (allen)
2.Die in het huis des Heren zijt, zegen zijn naam en majesteit, zing tot zijn eer met luider stem en hef uw handen op naar Hem.
3.Uit Sion, aan de Heer gewijd, zegene u zijn heiligheid.
Hij die hemel en aarde schiep, Hij is ’t die u bij name riep.
Het begin van Pasen
Zingen: NLB 601 ‘Licht dat ons aanstoot in de morgen’ (1 allen, 2 koor, 3 allen)
allen 1.Licht dat ons aanstoot in de morgen, voortijdig licht waarin wij staan
koud, één voor één, en ongeborgen, licht overdek mij, vuur mij aan.
Dat ik niet uitval, dat wij allen zo zwaar en droevig als wij zijn niet uit elkaars genade vallen en doelloos en onvindbaar zijn.
koor2.Licht, van mijn stad de stedehouder, aanhoudend licht dat overwint.
Vaderlijk licht, steevaste schouder, draag mij, ik ben jouw kijkend kind.
Licht, kind in mij, kijk uit mijn ogen of ergens al de wereld daagt
waar mensen waardig leven mogen en elk zijn naam in vrede draagt.
allen 3.Alles zal zwichten en verwaaien wat op het licht niet is geijkt.
Taal zal alleen verwoesting zaaien en van ons doen geen daad beklijft.
Veelstemmig licht, om aan te horen zolang ons hart nog slagen geeft.
Liefste der mensen, eerstgeboren, licht, laatste woord van Hem die leeft.
Tijdens het zingen van dit lied worden het antependium en de stola gewisseld; de kleur wordt wit. De bloemen worden op tafel gezet.
De Paaskaars wordt binnengebracht
Koor en allen zingen: ‘Wachters op de morgen’
Vierde lezing: Paasevangelie: Lucas 24: 1-10 v. De Heer is opgestaan!
A. DE HEER IS WAARLIJK OPGESTAAN!
Zingen: NLB 624 ‘Christus onze Heer verrees’ (allen)
1.Christus, onze Heer, verrees, halleluja!
Heil'ge dag na angst en vrees, halleluja!
Die verhoogd werd aan het kruis, halleluja,
bracht ons in Gods vrijheid thuis, halleluja!
2.Prijs nu Christus in ons lied, halleluja,
die in heerlijkheid gebiedt, halleluja,
die aanvaardde kruis en graf, halleluja,
dat Hij zondaars ’t leven gaf, halleluja!
3.Maar zijn lijden en zijn strijd, halleluja,
heeft verzoening ons bereid, halleluja!
Nu is Hij der heem'len Heer, halleluja!
Eng'len jub'len Hem ter eer, halleluja!
Doopgedachtenis
Inleiding
De doopvont wordt gevuld
Broeders en zusters, in de doop zijn wij met Christus begraven om met Hem ten leven te worden opgewekt. Daarom vraag ik u – indien mogelijk - op te staan en uw doopgedachtenis te hernieuwen.
Wij noemen in stilte onze doopnamen
Wilt u de HEER uw God dienen en naar zijn stem alleen horen?
(allen:) Ja, dat wil ik.
Wilt u zich verzetten tegen alle machten die als goden over ons willen heersen?
(allen:) Ja, dat wil ik.
Wilt u ieder slavenjuk afwerpen en leven in de vrijheid van Gods kinderen?
(allen:) Ja, dat wil ik.
Schaamt u niet Christus te belijden, want het evangelie is een kracht van God tot behoud van wie gelooft.
(allen:) Ja, ik geloof.
Gelooft u in God de Vader, de Almachtige Schepper van hemel en aarde?
(allen:) Ja, ik geloof.
Gelooft u in Jezus Christus, zijn eniggeboren Zoon, onze Heer,
die ontvangen is van de Heilige Geest,
geboren uit de maagd Maria,
die geleden heeft onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven en begraven, neergedaald in het rijk van de dood, op de derde dag opgestaan van de doden, opgevaren naar de hemel,
en zit aan de rechterhand van God, de almachtige Vader,
vanwaar Hij komen zal om te oordelen de levenden en de doden?
(allen:) Ja, ik geloof.
Gelooft u in de Heilige Geest;
gelooft u de heilige algemene christelijke Kerk, de gemeenschap der heiligen;
de vergeving van de zonden,
de opstanding van het lichaam en het eeuwig leven?
(allen:) Ja, ik geloof.
De vrede van de Heer zij altijd met u.
(allen:) En met uw geest.
Wij wensen elkaar de vrede
Zingen: NLB 642: 1, 2, 4, 7 en 8 ‘Ik zegt het allen, dat Hij leeft’
(1 + 2 allen, 4 mannen, 7 vrouwen en 8 allen) allen1.Ik zeg het allen, dat Hij leeft,
dat Hij is opgestaan,
dat met zijn Geest Hij ons omgeeft waar wij ook staan of gaan.
allen 2.Ik zeg het allen, en de mond van allen zegt het voort,
tot over ’t ganse wereldrond de nieuwe morgen gloort.
mannen 4.Ten onder ging de sterke dood, ten onder in de vloed;
nu straalt ons in het morgenrood zijn toekomst tegemoet.
vrouwen 7.Nu is op aard geen goede daad meer tevergeefs gedaan,
want wat gij goed doet is als zaad, dat heerlijk op zal gaan.
allen.8.’t Is feest, omdat Hij bij ons is, de Heer die eeuwig leeft
en die in zijn verrijzenis alles herschapen heeft.
Dankzegging
V U danken wij, God, om alles wat uw Zoon voor ons belichaamt.
Laat de vreugde van deze nacht de boventoon voeren
in ons bidden.
Want hoeveel er ook te zuchten valt, danken zullen wij U bovenal
voor de tekenen van opstanding
waarvoor onze ogen open gaan A zingen: NLB 368f
V Liefde, die wij ontvangen,
vrienden, die nieuwe hoop geven, licht, dat telkens weer doorbreekt, vergeving die wordt geboden en ontvangen,
mensen die blijven zingen en zich niet neerleggen
bij onrecht, bij uitzichtloosheid.
A NLB 368f
God van leven en licht, maak alles nieuw.
Halleluja.
V U danken wij voor de kleuren waarin u Rijk zichtbaar wordt:
mensen, die van vijanden vrienden worden, kinderen, die van grenzen nog niet weten, een schepping, die bloeit,
ademt en wordt geëerbiedigd, zorgvuldigheid in onze omgang met al wat leeft,
volken die weten
wat tot hun vrede dient.
waar ook onder óns uw wil geschiedt.
A NLB 368f
God van leven en licht, maak alles nieuw.
Halleluja.
V Wij danken U
hoe Gij heel de schepping in mensenhanden hebt gelegd, ons bijna goddelijk gemaakt.
Vergeef het ons,
wanneer wij onszelf tot afgoden maken.
Om het visioen van de goede schepping, waarbij het lam bij de wolf zal liggen willen wij U alleen loven.
A NLB 368f
God van leven en licht, maak alles nieuw.
Halleluja.
V U danken wij voor de liefde, die ons licht maakt en licht geeft.
Maak ons aanstekelijk voor elkaar, hartverwarmend voor wie verkild zijn.
Reik nieuwe wijn aan
waar mensen elkaar zijn kwijtgeraakt, waar het gesprek stil viel,
waar liefde is verschraald en verdampt.
Laat het ons gegeven zijn om met onze liefde nieuwe lente op te roepen.
A NLB 368f
God van leven en licht, maak alles nieuw.
Halleluja.
V Laat ons gezang ook draagkrachtig zijn
voor wie leven met verval, met pijn,
voor wie mogen leven met de dood voor ogen, of met de rouw en het verdriet in hun hart.
Hier vertrouwen wij als mensen, die met Christus’ naam getooid zijn, dat niemand uit uw handen kan vallen.
A NLB 368f
God van leven en licht, maak alles nieuw.
Halleluja.
Onze Vader
Zingen: allen NLB 634 ‘U zij de glorie’
1.U zij de glorie, opgestane Heer, U zij de victorie, U zij alle eer!
Alle mens'lijk lijden hebt Gij ondergaan om ons te bevrijden tot een nieuw bestaan:
U zij de glorie, opgestane Heer, U zij de victorie, U zij alle eer!
2.Licht moge stralen in de duisternis,
nieuwe vrede dalen waar geen hoop meer is.
Geef ons dan te leven in het nieuwe licht, wil het woord ons geven dat hier vrede sticht:
U zij de glorie, opgestane Heer, U zij de victorie, U zij alle eer!
Zegen
