• No results found

Procedure. Specifieke product instructies

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Procedure. Specifieke product instructies"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Gestabiliseerde stoffen

De leidingen of tanks mogen geen materialen bevatten die volgens het veiligheidsinformatieblad of chemiekaartenboek kan reageren met de te beladen stof.

Voor belading van gestabiliseerde en zelfreactieven stoffen moet er een inhibitor-certificaat aan boord aanwezig zijn. In het inhibitor-certificaat is vermeld wat de tijdsduur van de werking van de inhibitor is, bij een maximale temperatuur.

Warmte en licht beïnvloed de werking van de inhibitor ongunstig. De tracing op het leidingsysteem dient volledig uitgeschakeld te worden. Verwarmde lading mag niet naast gestabiliseerde stoffen worden geladen. Ter voorkoming van ongecontroleerd gebruik van de verwarmingsspiralen, moeten de afsluiters van de tanks worden afgeblind of vergrendeld met een slot of geborgd met een touw. Indien de oppervlaktetemperatuur van de leidingen en dek de maximale temperatuur bereiken, bijvoorbeeld door zonneschijn, dient men de sproe-installatie te gebruiken. Let op dat er bij het wassen van de tanks leeg van gestabiliseerde en zelf reactieve stoffen altijd met koud water wordt gestart.

Stikstof mag alleen gebruikt worden bij bepaalde gestabiliseerde stoffen zoals ( Styreen, ACN, etc.

) tot een bepaald percentage ( bijv. max 5 % ), omdat de stabilisator zuurstof nodig heeft. Bij andere gestabiliseerde stoffen zoals bijvoorbeeld Acrylzuur is opslag onder een inerte atmosfeer (stikstof, kooldioxide, of anderen) verboden, zo ook het leegdrukken van tanks met inerte gassen.

Zie ook de aanvullende procedures voor de specifieke producten en de procedure m.b.t. het inertiseren van ladingtanks met stikstof. Hieronder nog een opsomming van de belangrijkste stoffen die gestabiliseerd worden vervoerd;

Acrylzuur ACN

Butylacrylaat Styreen VAM

Klasse 8 stoffen (Bijtende stoffen)

Tijdens het overslaan van klasse 8 producten/bijtende stoffen, dient er een beschermkap op de aansluiting van het manifold/laad/losarm of slang te worden geplaatst. De functie van deze beschermkap is spatbeveiliging tegen zuren en logen. Indien er op de verbinding

flens/pakking/flens een lekkage ontstaat, zal het zuur/loog tegen de spatbeveiliging aan spuiten en niet verder omhoog spatten.

Zijtanks, dubbele bodems en verwarmingsspiralen mogen geen water bevatten. Door de reactiviteit met water van klasse 8 stoffen.

(2)

Stollende stoffen

Stoffen met smeltpunt boven 0˚C

Afhankelijk van het scheepstype / uitrusting dienen de van toepassing zijnde gedeelten uit de procedure te worden opgevolgd.-

Het betreft hier o.a. Phenol, Benzeen, Cyclohexaan en Paraxyleen, Acrylzuur, Azijnzuur, enz. : Ladingtanks

Bij het laden van producten met een hoog stolpunt ( > 30 °C ) dienen de ladingtanks voor

belading zo veel mogelijk te worden voorverwarmd d.m.v. spiralen / warmwater of d.m.v. warme lucht, om spanningen in het schip zo veel mogelijk te voorkomen.

Hiernaast kan er onnodig ijsafzetting op het vlak plaatsvinden .Bij de meeste producten lost dit weer op in de lading d.m.v. opwarming doordat er meer warm product in de tank komt, het kan echter zijn dat door de 'koude-brug' * ijs op het vlak blijft staan dat niet ontdooit ( * 'koudebrug' : een koud vlak, dat door de verbanddelen en verbindingen met de scheepshuid niet meer

opwarmt, omdat het de kou van het buitenboordwater enz. 'geleidt' ) . Theoretisch kun je zeggen dat er bij een te koud vlak, waardoor er 'ijs'-afzetting plaatsvindt ca. 3 x de stoltemperatuur nodig is aan temperatuur om het gestolde product weer vloeibaar te krijgen . Een en ander hangt nauw samen met de temperatuur van buitenlucht / buitenboordwater.

Leidingsysteem

Om zeker te stellen dat de leidingen leeg zijn dient men na het laden de gebruikte laadleidingen leeg te laten lopen of indien nodig worden leeggedrukt met (droge) werklucht ( indien voorhanden met stikstof indien toegestaan bij het product) , naar de ladingtanks toe, zodat men er zeker van is dat de leidingen leeg zijn. Afsluiters dienen gangbaar te worden gehouden ; deze dienen te worden opengezet , zodat er geen zich geen product kan ophopen voor de afsluiter. Let op voor het gevaar van hevelen !

Instruktie gebruik ketel , zie procedure : "Ladingverwarming controle ; algemeen & instruktie ".

Dampretourleidingen

Schepen waarvan de dampretourleidingen getraced zijn ; tracing dient bij aanvang te worden bijgezet, het duurt even voordat de leiding daadwerkelijk op temperatuur is ( afhankelijk van buitenluchttemp, enz.) Bij niet-verwarmde dampretourleidingen of delen is 's winters het gevaar voor het "opblazen" van de te beladen tanks bijzonder groot. Immers de over - en

onderdrukkleppen, alsmede de detonatiebeveiligingen en dampretourleidingen kunnen dan langzaam "dichtslibben" als gevolg van condensaat dat door het temperatuurverschil in de kleppen neerslaat en kristalliseert. Om deze ijsvorming enigszins tegen te gaan, is het aan te raden de tanks zoveel mogelijk in een keer af te laden. Daarnaast dient de werking van de over- en onderdrukkleppen regelmatig te worden gecontroleerd aan de hand van de tankmanometers.

(3)

Stol / smeltpunten Acrylzuur: 12 °C Adiponitril: 2 °C Azijnzuur: 17 °C Benzeen: 6 °C 2,4, Butaandiol: 16 °C 1,4 Butaandiol: 19 °C o- Chloornitrobenzeen: 33 °C Cyclohexaan: 6 °C

Cyclohexanol: 24 °C diChloorazijnzuur: 10 °C 2,4-diChloorfenol: 45 °C n-Decanol: 4 °C

Desmodur ( MDI ): 37,2 °C DiEthanolAmine (DEA): 28 °C Dodecylbenzeen: 3 °C

Ethyleendiamine: 11 °C Fatty alcohol: 6 °C Fenol: 41 °C

Formaldehyde - oplossing: 16-32 °C Formic acid (Mierenzuur): 8,4 °C Fosforzuur ( 100 % ): 42 °C Fosforzuur ( 25 - 85 % ): 11 °C Iso-phorone: 8,1 °C

MonoEthanolAmine (MEA): 10 °C Natronloog: 5-8 °C

Nitrobenzeen: 6 °C

Paraffine wax SX 50: 48-52 °C Paraffine wax SX 70: 68-72 °C u/n- Paraffine: 13 °C

Para Chloor - Tolueen: 7,3 °C Para di Chloor Benzeen: 53 °C Paraxyleen: 13 °C

TriEthanolAmine (TEA): 21 °C Zwavelzuur ( 98 % ): 11 °C Laden en lossen ACN

Daar het product gestabiliseerd wordt vervoerd, dient men er rekening mee te houden dat temperaturen boven de 30 graden C de stabilisator ongunstig beïnvloeden. Mede hierdoor dient de tracing op het leidingsysteem volledig uitgeschakeld te worden. Indien de

oppervlaktetemperatuur van leidingen en/of dek deze temperatuur bereiken, bijvoorbeeld door zonneschijn, dient men de sproei-installatie te gebruiken. Ter voorkoming van ongecontroleerd gebruik, worden de afsluiters van de heater vergrendeld met een slot. De sleutel is ter

beschikking in de stuurhut.

(4)

Tijdens laden, lossen of reinigen stromend water gereed houden; hiervoor dient er op diverse plaatsen een aangesloten dekwasslang van voldoende lengte gereed te liggen. De installatie dient gebruiksgereed te zijn, zodat met één druk op de knop water aan dek komt. Bij monsteren en aan- cq afkoppelen is de installatie in bedrijf en staan deze slangen onder druk. De nood- en oogdouche dienen voor gebruik gereed te zijn. Tijdens alle manipulaties en gedurende het transport dient men de ACN of Cyano kit, de zuurstofkoffer en het cyanideprotocol van het RIVM/NIVC in de stuurhut voor gebruik gereed te houden.

Veiligheidsuitrusting

Bij alle manipulaties dient door een ieder de juiste veiligheidsuitrusting gebruikt te worden;

 Tijdens aan- en afkoppelen en reinigen van scheepstanks, chemicaliën bestendig pak, met veiligheidslaarzen en handschoenen dragen. Hierbij eveneens een Verse luchtkap dragen.

 Tijdens het bemonsteren is het niet praktisch werken met en Verse kap, deze kan dan worden vervangen door een volgelaatsmasker met A.B.E.K. filter.

 Tijdens laden en lossen dient men een volgelaatsmasker met ABEK filter, evenals ACN bestendige handschoenen bij zich te dragen.

 Alle manipulaties tw. aan- en afkoppelen, monsteren en reinigen met twee man

boordpersoneel uitvoeren. In Dormagen is er voor aan en afkoppelen assistentie van 1 man walpersoneel.

 Na gebruik de veiligheidsuitrusting zeer grondig reinigen (elkaar afspuiten met de dekwasslang ) met water en zeep, en goed laten drogen.

Regelmatig dient men de ACN kit op inhoud te controleren, let hierbij vooral op afloopdata van de aanwezige medicamenten.

Vluchttoestel voor noodgevallen

Het persluchttoestel Pacer heeft een inhoud van 4 liter/200 bar en geeft een continu flow van 40 ltr/min. welke in werking treedt zodra de gealuminiseerde hoofdkap uit de zwarte draagtas wordt gehaald en de borgpen verwijderd wordt. Gebruikstijd: ca. 15 minuten. Dit vluchttoestel mag alleen in noodgevallen (vluchten) gebruikt worden.

Monstername

Het monsternameapparaat dient gebruikt te worden, met een ABEK filter erop gemonteerd. Na 10 monstername's van elk 1 liter, dient de filter te worden vervangen. Gebruikte Dräger meetbuisjes, evenals gebruikte ABEK filters dienen als KCA te worden bewaard en afgevoerd. De aangestelde controlebedrijven dienen bij het monsteren zelf voor monsterflessen zorg te dragen. Men dient zelf aan boord altijd over een kleine hoeveelheid monsterflessen ( 1 liter) te beschikken. ( te verkrijgen via de controleur te Dormagen).

(5)

Laden

• Schip ca. 6 uur voor aankomst aanmelden

• Schip schoon en gasvrij aanbieden. Bij dedicated transport O2 < 5 %.

Niet geaccepteerde voorladingen zijn:

• Alkalische producten

• Zuren

• Peroxiden

Bovenstaande voorladingen kunnen door de controleur aanvaardt worden. Aangrenzende tanks mogen geen lading bevatten die een temperatuur van 30 graden C. overschrijden.

• Tracing van leidingsysteem uitschakelen.

• Bij aankomst een, eveneens schone en gasvrije sloptank van ca. 15 m3 ter beschikking hebben. Sloptank dient bij gebruik aangesloten te worden op het dampretoursysteem.

• Drukalarm tanks instellen. Overdruk 200 mbar. Onderdruk -20 mbar.

• Schip, indien geen dedicated transport, aanbieden ter controle.

• Voor aanvang laden, tanks met stikstof spoelen tot < 5% zuurstof, bemanning waarschuwt steigerpersoneel indien deze waarde bereikt is. Meetwaarden ieder uur vastleggen op operationele meetstaat. Na het spoelen en afpersen, wordt elke aftap op de laad/los en gasretour leiding afgedopt.

• 1e belading van ca. 15 m3 product volgt, deze hoeveelheid moet door alle te beladen tanks en leidingen worden gepompt. Laatste tank bemonsteren met behulp van gesloten

monstername apparatuur. Het monstername apparaat voor gebruik goed met droge lucht door blazen. Na gebruik met water doorspoelen en weer droog blazen. Tevens wordt bij productwissel van MHQ naar HP een spoelfles getapt vóór het eigenlijke monster genomen wordt.

• Indien analyse OK; belading starten. Indien analyse niet OK; In ruggespraak met

controleur nieuw monster nemen en opnieuw analyseren Indien analyse nog fout dan voet in sloptank pompen en voorgaande handelingen herhalen.

• Na belading de laadarm en leidingen leeg drukken in scheepstanks met N2 van de wal

• Na belading dient men van de installatie de volgende papieren mee te krijgen:

- Connossement

- Stabilisatorcertificaat.

Wordt in tweevoud geleverd één exemplaar voor de bestemming en één voor het schip.

Tijdens de reis

• Drukalarm ingeschakeld laten staan.

• Sprinkler installatie stand by houden. Bij drukalarm (overdruk) dient de sprinklerinstallatie in werking te worden gesteld, teneinde de tanks af te koelen, waardoor de druk zal

afnemen.

• Ongeveer 12 uur voor aankomst, met installatie bellen i.v.m. ligplaats.

(6)

Lossen

• Als er monsters dienen genomen te worden, moet dit bemonsteren met gesloten monsternameapparatuur geschieden.

• Reduceer indien van toepassing, monteren op dampretouraansluiting aan boord. Druk op het reduceer instellen op 100 mbar overdruk.

• Indien analyse OK; lossen. (niet van toepassing bij lossing Vopak TTR) Zodanige

lossnelheid kiezen, dat er tijdens de lossing altijd een overdruk is tussen 0 en 100 mbar. In geen geval mag tijdens het lossen de druk in de gasfase lager worden dan 0 mbar, daar anders de mogelijkheid bestaat dat er 02 wordt aangezogen via de onderdrukkleppen van het schip.

• Na lossing de tanks op een lichte overdruk N² zetten, indien er weer ACN wordt geladen.

De controleur in Dormagen zal de overdruk in de tanks controleren.

Reinigen

• Tijdens de wasprocedure en het aansluitend ventileren, indien mogelijk dampverwerking aansluiten. De bemanning van het schip voert de reinigingsoperatie aan boord uit.

• Bemanning koppelt aan boord de benodigde slangen aan.

1. dampretourslang 2. afvoerwaswaterslang 3. toevoer waswaterslangen.

Tijdens het aankoppelen dient er door de bemanning beschermende kleding evenals een van der Grintenkap gedragen te worden.

• Per tank wordt een koude voorwas van 10 minuten en vervolgens 15 minuten heet gewassen. Bovenstaande procedure wordt in iedere nog te reinigen tank herhaald.

Wanneer de HOI geen dampverwerking heeft, zal er langer worden gewassen. (10 min koud, 45 minuten heet) Indien bij de HOI een andere procedure voorgeschreven wordt, dient men deze op te volgen. Het afgeven van het waswater bij ATM is de voordeligste keuze.

Laden en lossen Acrylzuur

• Voor laden tanks schoon en droog en voorverwarmen tot ca. 20-30 °C.

• Alvorens te laden “Heating Instructions” opvragen aan de controleur.

• Vervoerstemperatuur tussen 18 en 25 °C houden. Max temp. Product 25 °C. Temperatuur alarmen ladingtanks instellen op min. 18 °C en op max. 25 °C. Tracing dampretourleiding instellen op max. 20 °C. Ieder uur temperatuur meten en vastleggen op meetstaat.

• Verwarmingsmedium beslist niet warmer dan 35 °C instellen.

• Temperatuur toename van het product mag maximaal 5 °C per 24 uur zijn.

• Product rondpompen tijdens de reis om product op temperatuur te houden en te zorgen dat er geen tekort aan lucht ontstaat. Bovendien zorgt dit rondpompen ervoor, dat er geen temperatuurverschillen van het product in de tank ontstaan.

• Indien product gekristalliseerd is contact opnemen met de Operationele Dienst

• Na lossing wassen met water van ca. 25 °C. 1. Dampretourleidingen mee spoelen. 2.

Monsternameleidingen spoelen naar de hoofdleiding toe.

(7)

Gevaar van polymerisatie

Niet-gestabiliseerd acrylzuur heeft de neiging om spontaan te gaan polymeriseren, daarbij nog versterkt door de inwerking van licht en warmte. In het meest ongunstige geval kan dat zelfs op een explosieve manier gebeuren. Om acrylzuur veilig te kunnen transporteren en opslaan voegt men daarom ca. 200ppm Hydrochinonmonomethylether (MEHQ of afgekort “HQ”) toe aan het handelsproduct. Deze inhibitor (MEHQ) heeft zuurstof nodig om te kunnen werken. Het kan zijn dat er naast de MEHQ nog een andere stabilisator wordt toegevoegd; PTZ :PhenoThiaZine.

Vanwege het gebruik van zuurstof door de MEHQ mag acrylzuur niet aan warmtebronnen of aan licht blootgesteld worden. Tanks mogen niet beademd worden met stikstof en bij het afvullen van tanks moet men er op letten dat er voldoende lucht boven het zuur aanwezig is. Leidingen mogen niet vol blijven staan, men moet ze leeg laten lopen in de tanks of met werklucht naar de tanks blazen. De inhibitor die door de fabrikant aan acrylzuur toegevoegd wordt is ongeschikt als stabilisator bij chemische reacties.(zie onder het punt Temperatuur tijdens transport).

Gevaren bij stolen

Door de fysische eigenschappen vermindert de concentratie van inhibitor en zuurstof in het gestolde product, waardoor er bij het opsmelten plaatselijk geen stabilisatie meer is. Daarom is stollen van het product te vermijden. Mocht er door een foute behandeling toch zuur

gekristalliseerd zijn, dan moet men het zeer voorzichtig smelten. Bijvoorbeeld door vloeibaar product bij het gekristalliseerde acrylzuur te pompen. Indien de gepaste apparatuur beschikbaar is, kan men het ook opsmelten met water van maximaal 35 °C. Het rechtstreeks smelten van acrylzuur met stoom is absoluut te vermijden (bv., zelfs het aanmaken van het warm water door rechtstreekse stoominvoering). Indien grotere hoeveelheden zuur gestold zijn, moet er direct contact opgenomen worden met de fabrikant. Er mag nooit vloeistof afgetapt worden van een smeltbad dat nog niet volledig ontdooid is!

Transport

Uit veiligheidsoverwegingen wordt acrylzuur alleen in gestabiliseerde toestand in het verkeer gebracht. Voor de werking van de toegevoegde inhibitoren is zuurstof nodig. Daarom moet acrylzuur onder een luchtatmosfeer bewaard worden. De opslag onder een inerte atmosfeer (stikstof, kooldioxide, of anderen) is verboden, zo ook het leegdrukken van tanks met inerte gassen. Er is een geval bekend bij een schip van de concurrentie dat met stikstof de leidingen heeft geblazen, waarbij enorme ‘worsten’gepolymeriseerde acryl onderin de tanks en in en door de pomp achter zijn gebleven. Om de zuurstofconcentratie op peil te houden moet de inhoud van de tank regelmatig rondgepompt worden. In het bijzonder bij langere reizen en opslag is dit van groot belang. Zie “duur van de opslag”.

Temperatuur tijdens transport Bewaking en controle De vervoerstemperatuur mag maximum 25

°C bedragen. Vanwege het gevaar op stollen mag de temperatuur niet beneden 15 °C komen. Bij tankopslag moet de temperatuur van het product nauwkeurig gevolgd worden. Men dient

temperatuurmetingen op twee verschillende hoogtes uit te voeren. Bovendien moeten de bovenste en de onderste temperatuurgrenzen door alarmen bewaakt zijn.

(8)

Duur van de opslag

De werking van de inhibitor hangt van een aantal factoren af. Daarbij wordt de inhibitor verbruikt en dit kan met de gebruikelijke analyses niet aangetoond worden. Verhoogde temperatuur

versnelt dit verbruik. Principieel moet de inhoud van de tank en van de aangesloten leidingen regelmatig worden rondgepompt. Om de temperatuurverdeling en de zuurstofverzadiging moet dit minstens een keer per week gebeuren.

EHBO

• Huidcontact: Verontreinigde kleding direct uittrekken. Getroffen huiddelen onmiddellijk overvloedig spoelen met water(op 1ichaamstemperatuur indien voorhanden) om product uit de poriën te kunnen spoelen moet men dit 15 min volhouden. Daarna een arts

raadplegen. Verontreinigde kleding moet men grondig spoelen met water. Lederen kledingstukken of lederen schoenen mogen uit voorzorg niet meer gebruikt worden.

• Oogcontact: Het getroffen oog met geopende oogleden onmiddellijk spoelen gedurende minstens 15 min. Daarna direct een arts raadplegen. Eerste hulp in deze bovenstaande gevallen wordt vergemakkelijkt indien er oogspoelers en nooddouches met water op lichaamstemperatuur aanwezig zijn.

• Inname of inademen. Na een min of meer sterke inwerking van dampen van acrylzuur op de ademhalingswegen moet het slachtoffer in de buitenlucht gebracht worden en in een stabiele houding gebracht(zijligging). Doktershulp is noodzakelijk. Na inname overvloedig laten drinken. Dringende doktershulp is nodig. Indien er gevaar bestaat voor

bewusteloosheid het slachtoffer in zijligging brengen. Bij ademhalingsstilstand kunstmatig beademen tot een arts de behandeling voortzet.

Lossen Marl

Het lossen gebeurt via een van tracing voorziene arm. De aansluitflens van deze arm is van een ander type als onze aansluitflenzen. Hiervoor wordt door de installatie een verloopstuk verstrekt.

In normale omstandigheden kan men lossen met een tegendruk van 5 Bar. De losarm is uitgerust met snelafsluiters. Snelafluiters kunnen een probleem geven wanneer deze in noodgeval dicht gaan. In dit geval kan er opwarming van het product plaatsvinden. Dit kan tot gevolg hebben dat de inhibitor uitgewerkt raakt en een spontane reactie ontstaat. Deze reactie kan al plaatsvinden na enkele minuten. Op verzoek van de installatie dient tijdens het lossen de valleiding van de te lossen tanks gedeeltelijk open gezet te worden. Hierdoor blijft bij het eventueel dichtvallen van de snelsluiters het product rondgaan. Er kunnen geen resten worden afgegeven, men kan wel in de arm strippen. Er is in overleg met Marl afgesproken dat er, om extra schoonmaakkosten te voorkomen, voorzichtig met lucht in de leiding geblazen mag worden, zodat de inhoud van de laatste meter leiding niet terug aan boord hoeft te lopen. Zodra de lossing gestopt is, loopt automatisch de snelafsluiter dicht, let hier op bij het blazen, de steigerman kan hierbij van dienst zijn. De arm hoeft niet leeg te zijn, voordat deze afgekoppeld wordt. Na lossing wordt de leiding tussen de snelsluiter en de afsluiter van het scheepsmanifold gespoeld met water zodat men veilig kan afkoppelen. Spoelwater kan niet ingenomen worden in Marl. Soms blijft spiralen en vlak wat

(9)

Alfa-Olefine C20+

• Eventuele roosters in de wel weghalen voor het laden. Tanks zo dicht mogelijk bij het manifold laden -indien mogelijk- ivm zo kort mogelijke leidingen.

• Tanks goed voorverwarmen, vervoers temp. is ca. 55 - 70 °C, smeltpunt ca. 30 °C (zeer viskeus!)

• Bij het laden: hoe heter het product hoe beter.

• Product goed op temp. houden tijdens de reis.

• Tijdens lossen bij de laatste meter de valleiding gedeeltelijk open, gedeeltelijk rondpompen om uitzakken zo veel mogelijk te voorkomen en temperatuur goed te verdelen (tegen afkoelen aan het vlak). Bij < 30 cm de spiralen op een lagere temp. zetten anders brandt het product in op de spiralen (Max 35 °C).

Alfa-Olefine C20+

• Na lossing zo snel mogelijk beginnen met wassen ivm het voorkomen van opdrogen / aankoeken en afkoelen van het product.

• Korte voorwas 20 min met 1 butter (geen Scanjets) max 10 ° boven vervoerstemp, minimaal 70°, maximaal 80 °C heet water. Tanks dicht houden.

• Naar schoonmaakinstallatie varen, voorwas afpompen naar de wal, tanks stomen tot ze weer 70 °C zijn. Spiralen weer bijzetten zo heet mogelijk.

• 5 %- oplossing "CIP" schoonmaakmiddel (25 L in ca. 500 L) per tank zo heet mogelijk aanmaken (minimaal 70 °C, liever richting 95°C!) , per tank minimaal 1 uur mee rondbutteren: met vaste butter en 1 losse butter of 2 losse butters als het schip met Scanjets is uitgerust. (Scanjets geven te weinig doorstroming van warm water, waardoor de tanks te veel afkoelen). Leidingen goed meespoelen. Tanks moeten min. 70° C blijven!

• Hoofdwas afpompen naar de wal, nawassen 95 °C, direct naar de wal.

• .Schaduwplekken blijven meestal vettig achter, daarom eventueel tijdens het rondbutteren met schoonmaakmiddel de butters verhangen (evt. ook in hoogte). Cosmetische plekken met de hand naboenen, vetvlekken manueel verwijderen.

• Nadien geen schone producten mogelijk!

• De ervaring tot nu toe is dat 500 L heet water per tank met 25 L "CIP" voldoende is om de pomp te laten lopen, en de hoeveelheid "CIP" voldoende is om al het vet weg te krijgen, echter alleen indien het water HEET is.

(10)

DEA (DiEthanolAmine)

• Voor laden tanks voorverwarmen 30 - 40 ° C, bij voorkeur tanks zo dicht mogelijk bij het manifold i.v.m. kortste leidingen. Tracing laad/los leiding bijzetten indien aanwezig.

Voorkeur gaat uit naar schepen met tracing op de stripleidingen.

• Product is zeer visceus en heeft een stolpunt van 28 ° C. Vervoerstemp ca 40 ° C, hoe warmer product is, hoe beter de tanks leegkomen.

• I.o.m de controleur indien toestemming, lading opwarmen tijdens lossen met name de laatste halve meter i.v.m. viscositeit / bijlopen (max 46 ° C volgens SGS )

• Schip goed achterover leggen zodat product zoveel mogelijk bijloopt, evt. bijballasten.

• Bij einde lossen niet strippen tenzij schip getracete leidingen heeft. Leidingen blazen.

• Zo snel mogelijk na lossing beginnen met tanks wassen om afkoeling te voorkomen Afhankelijk van het aantal te wassen tanks ca 2 m3 warm water ca. 50 ° C aanmaken, in een ladingtank. Hiermee intern rondbutteren van tank naar tank naar tank, tussendoor evt oppiepen in een ladingtank om temperatuur op peil te houden. Waswater intern

verzamelen in een ladingtank. Als het water goed warm is, zal in deze voorwas de DEA volledig oplossen. Vanwege de hoge concentratie product zal de voorwas moeten worden verbrand. Daarom de voorwas zo sterk en klein mogelijk maken; met zo min mogelijk water zo veel mogelijk tanks wassen.

• Tanks 20 min 85 ° C nawassen. Nooit ineens met heet water beginnen, dan blijft er een witte waas in de tanks achter als gevolg van kalkafzetting ('hard water) op de tankwanden en vlak.

• Voorwas afgeven bij ATM of BOS (verbrandingstarief), separaat de hoofdwas afgeven, deze zal lagerbelast moeten zijn waardoor deze niet verbrand hoeft te worden.

Laden en lossen Exprint Bestemming Duisburg

De lading Exprint met bestemming Duisburg bestaat altijd uit 2 verschillende grades. Deze grades moeten als 1 mengsel aangeleverd worden. Bij het laden moeten de partijen verdeeld worden over alle te laden tanks. Voor aankomst op de losplaats moet dit nog een aantal uren

rondgepompt worden. Het monster voor lossing is namelijk bepalend of er gelost kan worden.

Laden en lossen HMD

Hexa Methyleen Diamine, 98 % gesmolten (HMD) UN 2280. ( HexaMethyleenDiamine, 90 % oplossing = UN 1783).

De heating intructions zijn; tussen 40 en 55 graden houden, de maximale contacttemperatuur is 90 graden. Gedurende de reis moet het heating rapport worden ingevuld met daarop de

temperatuur en druk per tank. Een kopie van dit rapport moet bij aankomst worden afgegeven aan de controleur. Belangrijk is dat bij aankomst de tanks nog steeds op overdruk staan. - Als product uit pakkingen doorlekt en met de buitenlucht (zuurstof) in aanraking komt, ontstaat een wittige bel-vorm ( "bloemkooltjes"). Dit is met heet water wegspoelbaar.

(11)

Voorbereiding

Schip moet ruim van tevoren de tijd krijgen om tanks op druk te zetten en alles na te kunnen lopen, eventueel appendages kunnen vervangen wanneer deze niet 100% dicht blijken te zijn (strippingpompen, over/onderdrukventielen, afsluiters, butterpotten, tankdeksels, enz. ) Tanks moeten 100 % dicht zijn.

Het vlak van de tanks moeten aanvullend op de normale schoonmaak procedure onder hoge druk worden nagespoten met drinkwater of demiwater. De tanks alleen nog betreden met

overschoenen! Daarna de tankbodem droog maken en de spiralen afnemen. Indien de tanks zijn goedgekeurd, moeten de tanks met demiwater, welke op voorhand is geanalyseerd door de controleur, worden gebutterd, het leidingsysteem en alle aftapjes worden gespoeld, daarna afpompen. Vervolgens weer demiwater laden en dit opwarmen naar 60 graden en rondpompen.

Daarna wordt het spoelwater geanalyseerd. Is de analyse niet goed, dan weer afpompen, demiwater laden, opwarmen en rondpompen. Is de analyse goed, dan kan de HMD 90 %

oplossing zo worden geladen, om de gesmolten HMD 98 % te laden moeten de tanks 100% droog zijn.

• Alle tanks en het leidingsysteem dicht maken voor de druktest met N2 tot 200 mbar.

• Let op de teflon afdichtingen strippingpompen; Bij twijfel dienen deze op voorhand te worden vervangen. Ervaring is dat bij een aantal schepen na verloop van tijd deze

afdichtingen versleten zijn, en bij een tankatmosfeer onder overdruk komt het er op aan.

• Na keuring tanks stikstofspoelen. Alle aftapkraantjes op het leidingsysteem even doorspoelen met stikstof (ook op de dampretour!). De tanks en het leidingsysteem afdrukken met stikstof en enige tijd op druk laten staan. Na controle op juiste afdichting, kunnen de tanks worden gespoeld met N2 tot (afhankelijk van de klant meestal) beneden 0,05 % zuurstof ( 500 ppm ).

Om tijd en stikstof te sparen, indien mogelijk, evt. van tank naar tank spoelen. De controleur meet het zuurstofgehalte van de tanks gesloten, door zijn meter op de dampretour aan te sluiten en geeft een rapport af.

Laden/lossen

• Onderdrukalarmering instellen

• Oogspoelflesjes met Diphoterine tijdens transport HMD stand-by houden.

• Na belading monsteren via pijpje op Dopak-monsternameleiding (semi-gesloten); Dopak houder niet gebruiken deze zit zo dicht. HMD lost het rubber op, dus ook de gummipakking van het septum van de monsterfles. Warm water bijhouden om leiding weer door te

kunnen krijgen.

• Na belading stikstofdeken op lichte overdruk (ca 100 - 300 mbar = 10 - 30 kPa) zetten en houden.

• Tijdens lossen stikstof op de gasretour, let op de onderdruk; er mag geen buitenlucht naar binnen komen! (onderdrukalarmering)

• Schoonmaken .

• Tanks schoonmaken. 60° C voorwas 5 min, 30 min 80° C. Het schoonmaken van HMD gaat

(12)

Laden en lossen MDI/TDI

MDI: Diphenylmethaandiisocyanaat UN nr geen (9004) ADN klasse 9

TDI: Tolueen-2,4-diisocyanaat UN nr 2078 ADN klasse 6,1 VP II Voorbereiding

Voorbereidingen vóór de belading;

Alles moet 100% droog zijn!

MDI/TDI reageren heftig met water, daarom dient u met de volgende punten rekening te houden:

• Alle leidingen, aftappen, pompen en wasmachines goed doorblazen.

• Kofferdam van lading pomp purgen.

• Strippomp demonteren alle pakkingen doorblazen, kleppen uitbouwen en drogen.

• Alle leidingen, aftappen, afsluiters, seuts en kleppen doorblazen.

• Schepen uitgerust met snelsluiters, deze op handbediening zetten een snijdend openen zodat de kamers worden droog geblazen.

• Benodigde slangen (laden/lossen, stripslangen, butterslangen) doorblazen.

• Spiralen van de te laden tanks leegblazen.

Nadat men overtuigd is dat alles droog is kan men beginnen met het hele systeem te spoelen dmv stikstof. Tanks inertiseren is volgens opgave van de klant (meestal 5% zuurstof). Tijdens het spoelen alle butterwasmachines en de strippompen goed doorspoelen (d.m.v. strippomp een aantal slagen op en neer te laten). Eveneens persleidingen doorspoelen. Met betrekking tot onderstaande is het belangrijk de te gebruiken (slob) tanks eveneens te spoelen met stikstof tot het vereiste %.

Schoonmaken

Alleen in overleg met de operationele dienst.

Laden en lossen Zwavelzuur UN 1830 Zwavelzuur Klasse 8, VG II.

Vervoerstemperatuur moet < 30°C zijn.

Zwavelzuur reageert heftig met water daarom dient u met de volgende punten rekening te houden:

(13)

Spiralen die water bevatten moeten voor het laden leeggemaakt en afgeblind worden.

Zijtanks, dubbele bodems mogen geen water bevatten.

• Alle leidingen, aftappen, pompen en wasmachines goed doorblazen.

• Kofferdam van lading pomp purgen.

• Strippomp demonteren alle pakkingen doorblazen, kleppen uitbouwen en drogen.

• Alle leidingen, aftappen, afsluiters, seuts en kleppen doorblazen.

• Schepen uitgerust met snelafsluiters, deze op handbediening zetten een snijdend openen zodat de kamers worden droog geblazen.

Flenzen moeten van spatbescherming zijn voorzien

Tijdens het overslaan, dient er een beschermkap op de aansluiting van het manifold/laad/losarm of slang te worden geplaatst.

Schoonmaken

De tanks moeten met veel zoet water in één keer worden gespoeld

20 min. koud zoet water met 2 butters, eventueel nog nawassen controleren met lakmoespapiertje

(Bij een bepaalde verhouding met water kan het RVS worden aangetast.

Maar ook vervuiling in het ww zoals chlorides (zouten) kunnen het RVS aantasten.) Laden MEG fg ("Fiber Grade") / voorlading.

Voor het laden van MEG fg wordt er bijna altijd een wall-wash door de controleur gedaan, waarbij wordt gekeken naar chloride's. De max. spec is 1 ppm (=extreem laag).

Omdat door te wassen met rivierwater er altijd chloride's van ("natriumchloride / keukenzout") uit het rivierwater in de tanks achterblijft, verdient het de voorkeur om als voorlading bijv. methanol, aceton of dergelijke producten hebben en de tanks te ontgassen (dus niet met water aan de gang!).

Indien het niet anders mogelijk is dan dat de tanks leeg zijn van een product dat gewassen moet worden, luidt het advies om te wassen met demiwater, of na wassing de tanks te stomen. Dit om te voorkomen dat de tanks op chloride’s worden afgekeurd.

Ook indien er ontgast wordt op bijv. de Westerschelde kan door de 'zoute zeelucht' chloride's in de tanks meekomen, het is raadzaam niet op zout water te ontgassen. Ditzelfde geldt voor het drogen van tanks.

Om zeker te zijn dat de tankwanden en vlak vrij van chloride’s zijn, kan men dit controleren met de “Wall wash kit” indien deze aan boord is. De kit kan door SGS worden aangevuld.

(14)

Methanol laden voor Methanex

Ledig van methanol, methanol laden voor Methanex:

Bij het nomineren door bevrachting voor een reis methanol voor de klant "Methanex" dient het schip 3 x leeg te zijn van methanol, om direct hierover voor Methanex methanol op te laden.

Indien niet de voorgaande 3 reizen van het schip methanol zijn geweest dient het schip te ontgassen, zodat voor belading de controleur de tanks kan controleren en een wallwash kan uitvoeren. Deze instructie is door Methanex eveneens bekend gemaakt bij de

controleursbedrijven. Gelieve bij het opkrijgen van een reis methanol bij bevrachting na te vragen of het een reis voor Methanex betreft, indien dit het geval is moet er dus eerst ontgast worden, tenzij het schip 3 x leeg is van methanol. Bevrachting heeft eveneens de instructie u hier tijdig op te wijzen.

Laden en lossen Synthetische Latex Belading B/B Rotterdam

Het schip moet schoon, droog en reukvrij zijn. Afhankelijk van de klanteneis is het mogelijk om van tevoren te stomen, zodat de tankwanden al vochtig zijn, vlak moet dan drooggemaakt worden. Nadat het schip is goedgekeurd kan worden begonnen met het aansluiten van de

laadslang. Als regel is dit een 4" rolslang met een lengte van 40 meter. Om morsen te voorkomen is het aan te bevelen een 4" afsluiter op de slang te monteren. Deze wordt vervolgens

rechtstreeks op de valleiding van de tank gemonteerd. Voordat de belading wordt gestart moet nu eerst drinkwater op de kofferdammen van de pompen van te beladen tanks gezet worden. Dit moet permanent onder druk blijven staan (2 Bar overdruk) tijdens het lossen opvoeren naar 3 Bar en continu spoelen onder druk en mag pas worden stopgezet als de Latex gelost is (dus ook tijdens de vaart). E.e.a. om bij lekkage van de seals mogelijke stollingen te voorkomen, waardoor deze kapot zou gaan.

Niet via het manifold en/of door de pomp laden

Doordat rechtstreeks op de valleiding wordt aangesloten wordt steeds per tank geladen. De ervaring heeft geleerd, dat de lading verdeeld over drie tanks en een lege ruimte van + 100 cm, niet moeilijker schoon te maken is als dat de tanks 100% vol geladen worden. Indien de gehele lading is overgenomen (± 1.000 ton) en de slang is losgenomen, moet de leiding direct worden terug worden gemonteerd. Het product heeft de neiging tot het vormen van vellen.

Lossen te Antwerpen

In Antwerpen zal de partij worden gelost bij de firma L.B.C. (kaai 275) Deze installatie heeft de opdracht te zorgen voor drinkwater en losse stoom. Tevens zullen zij zorg dragen voor de ontvangst van het waswater van Latex. Voor het lossen de pompen met de hand tornen.

Nadat het schip is gemeten en gemonsterd wordt begonnen met het aansluiten op het centrale

(15)

Indien het teken komt dat kan worden begonnen met lossen, wordt gestart met één ladingtank.

De gasretour van de te lossen tank staat open en al naar gelang er product uitgaat, zal middels vacuüm werking stoom worden aangezogen. Dit om de sneldrogende werking van het opdrogen in de ullage tegen te gaan. Tanks goed dichthouden.

Als de tank leeg is, de controleur direct laten inspecteren en op het centrale manifold deze leiding afsluiten d.m.v. een jojo (de strippenpomp niet gebruiken). Nu wordt de volgende tank opgestart en direct nadat deze loopt wordt de leiding van de leeggekomen tank met drinkwater gespoeld.

Voor verder Schoonmaken, lees de werkinstructie Schoonmaken Synthetische Latex.

Schoonmaken

Vervolgens wordt de eerder leeggekomen tank 20 minuten met drinkwater gewassen. Het waswater wordt direct aan de wal of in een tankauto gepompt.

Let op!: nu strippenpomp wel gebruiken en ook de leidingen van de betreffende tank welke niet direct gebruikt zijn voor het lossen aan het eind van de wasprocedure meespoelen. Vellen mogen niet met de pomp meegaan maar dienen handmatig te worden verwijderd.

Nadat alle tanks op deze manier behandeld zijn, de gewassen tanks direct controleren op

eventueel achtergebleven of vergeten hoekjes en nabehandelen met de hogedrukreiniger. Nadat de tank met de hogedrukreiniger is nabehandeld deze nogmaals 10 minuten nabutteren.

Indien de gehele partij gelost is en de losslang afgekoppeld, ook het centrale manifold goed spoelen. Eventuele resten welke in de tankhoofden en butterpoorten zijn achtergebleven wegspuiten met hogedrukreiniger.

De ladingpomp kofferdammen dienen weer leeggemaakt te worden en droog geblazen

d.m.v.’purgen’. Let op, of er productresten meekomen uit het water, dit zal aangeven dat de seals toch lek zijn.

Richtlijnen opgegeven door controlebureaus: Direct! : 30 min. koud butteren, (rijkelijk wassen) 30 minuten 80 °C Belangrijk om geen zoutwater te gebruiken, zouten bevorderen vlokvorming, rivierwater is al een risico; met demiwater/drinkwater wassen is beter.

Slackwax SX 50/ SX 70

Slackwax is een paraffinewax, welke uit aardolie wordt gewonnen. Vaak wordt dit als kaarsvet gebruikt. Bijgaande de bijzonderheden rond het laden/lossen/ schoonmaken van de Slackwax SX 50 / SX 70:

• Tanks maximaal op 95 % afladen; hiermee wordt voorkomen dat de plafonds volhangen met ijs.

• Indien mogelijk tanks zo dicht mogelijk bij ketel (en naast elkaar) beladen i.v.m. minimaal warmteverlies in warmwaterleiding.

• Schepen met maximale oppervlak m2 spiralen / tank verdienen voorkeur, met name voor

(16)

Er wordt geen maximumtemperatuur op de heating instructie vermeld, i.v.m. het leegmaken van het schip. Indien product te 'koud' wordt aangeleverd protest maken! De smeltpunten kunnen per reis verschillen.

Als er bij SHELL Pernis wordt geladen: Temperatuur opvragen bij Loadingmaster 010 - 4311599 (B.g.g.: overdag 010 - 4311990 of 's nachts 010 - 4312135) Svp navragen voor aanvang van laden of de laadleiding is teruggeblazen; als deze walleiding niet is teruggeblazen is uit ervaring gebleken dat de tracing van de walleiding het product in de stilstaande leiding kan opwarmen tot ca. 93 °C. De schepen zijn uitgerust tot een maximale temperatuur van 85-90 °C, indien er

warmer dan 90° C. wordt geladen protest maken svp I.v.m. beperken schoonmaakkosten en tijd : als de SX 70 wordt gelost, tijdens het lossen de laadafsluiter iets openen, waardoor gedeeltelijk wordt rondgepompt. Op ca. 40 cm per tank stoppen en laatste restant eerst doorwarmen tot min.

87 °, ( als deze temperatuur niet geladen is, of product is afgekoeld ) en vlak controleren op ijsafzetting (slack) op de bodem. Tijdens het opwarmen tevens rondpompen, om de

warmteverdeling optimaal te maken. Bij een temperatuur van 84 ° C is een minimale ijsafzetting op het vlak nog zichtbaar.('vliesje').

Schoonmaken; Slackwax SX 50/ SX 70

• Schoonmaken: tankspiralen bij laten staan en naar een schoonmaakbedrijf varen; 1 uur stomen per tank tot ca. 90 ° C, aansluitend gelijk nabutteren, ca 20 minuten met zo heet mogelijk water. Tank per tank afwerken, indien stoomdruk voldoende evt. meer tegelijk. In verband met veiligheid is met de klant afgesproken dat de tanks NIET worden betreden tijdens het leegmaken en/of schoonmaken. De vrijkomende dampen zijn op basis van aardolie (paraffine).

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Zelfkatheterisatie wordt toegepast als u uw blaas niet meer spontaan kunt legen (retentie*) of niet meer volledig kunt legen (residu*).. Hierdoor blijft er teveel urine in uw

Omdat de depots geen deel uitmaken van het dijktraject en niet direct aan de Natura 2000-gebieden grenzen, is de genoemde vergunningvoorwaarde strikt genomen niet van toepassing.

Hoe kinderen en jongeren met en over elkaar leren spreken, hoe ze met verschillende meningen en inzichten leren omgaan, hoe ze elkaars religieuze en culturele achtergronden

Neem mijn hand, houdt mij vast Goede herder, ga mij voor Heer, ik geef mijn hart aan U Help mij heel mijn leven door.. Geest van God, verlicht mijn pad dan zal ik zingen tot Uw eer

De woningcorporaties staan voor een enorme opgave om woningen in het sociale segment te bouwen, ondanks de verhuurdersheffing en de verduurza- mingseis voor de bestaande en

Euthanasie bij dementie is niet verboden, maar het kan nu alleen in een vroeg stadium: de patiënt moet nog wilsbekwaam zijn.. In 2016 en 2017 vroegen en kregen in ons land 24

2    geeft / geven toestemming gegevens betreffende het kind op te nemen in een geautomatiseerd systeem en deze gegevens te raadplegen, te ordenen en aan te vullen. Indien uw kind

Bij de realisatie van het project herontwikkeling Vlietlaan er zorg voor te dragen dat aan de winkelzijde het trottoir dat grenst aan de rijbaan zodanig flexibel wordt aangelegd