Context
Artikel 227 van het Decreet over het Lokaal Bestuur luidt als volgt:
“Elk gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap legt in de loop van het eerste jaar na de volledige vernieuwing van de
gemeenteraden een evaluatieverslag voor aan de gemeenteraad over de uitvoering van de beheers- of samenwerkingsovereenkomst sinds de inwerkingtreding ervan. Dat verslag omvat ook een evaluatie van de verzelfstandiging, waarover de gemeenteraad zich binnen drie maanden uitspreekt.”
Artikel 492 van het Decreet over het Lokaal Bestuur luidt als volgt:
“Elke welzijnsvereniging legt in de loop van het eerste jaar na de volledige vernieuwing van de raden voor maatschappelijk welzijn een evaluatieverslag voor aan de raad voor maatschappelijk welzijn. Dat verslag omvat een evaluatie van de verzelfstandiging, waarover de raad voor maatschappelijk welzijn zich binnen drie maanden uitspreekt.”
Artikel 500 van het Decreet over het Lokaal Bestuur bepaalt dat (o.a.) dit artikel 492 ook van toepassing voor de autonome verzorgingsinstelling.
Bovenstaande decretale verplichtingen tot evaluatie voor gemeentelijk extern verzelfstandigde agentschappen, welzijnsverenigingen en autonome verzorgingsinstellingen is vertaald naar dit sjabloon, dat is opgevat als een vragenlijst.
De antwoorden op onderstaande vragenlijst zullen het verzelfstandigd agentschap in staat stellen om een evaluatie op te maken, zowel wat betreft de uitvoering van de beheers- of samenwerkingsovereenkomst als wat betreft de verzelfstandiging op zich. Hiermee wordt voldaan aan de verplichtingen uit het Decreet over het Lokaal Bestuur.
Evaluatie conform het Decreet over het Lokaal Bestuur
Datum: 16 april 2019
Betreft: Evaluatie verzelfstandiging en uitvoering beheersovereenkomst Mobiliteit en Parkeren Antwerpen AG
De verzamelde input zal verwerkt en gebundeld worden door een ambtelijke werkgroep onder leiding van de strategisch coördinator, waarna de evaluaties zullen worden voorgelegd aan het managementteam, het college van burgemeester en schepenen / vast bureau en finaal zal de gemeenteraad / raad voor maatschappelijk welzijn zich uitspreken over deze evaluaties.
B
EHEERS-
ENS
AMENWERKINGSOVEREENKOMST: O
PMAAK ENU
ITVOERING Doelstellingen en taken:In welke mate werden de doelstellingen zoals opgenomen in de beheers- of samenwerkingsovereenkomst, gerealiseerd door het agentschap?
Het agentschap staat onder meer in voor:
1. In eigen naam en voor eigen rekening: ontwikkelen, beheren en exploiteren van de parkeer- en stallingsinfrastructuur van de stad op de openbare weg;
Enkele concrete voorbeelden: plaatsing nieuwe
parkeerautomaten, digitalisering van de parkeerketen (bv.
kentekenparkeren, Antwerps parkeer- en toegangsregister,
…), organisatie digitaal parkeren (bv. sms, app, …),
organisatie parkeer- en bewonersvergunningen, voorzien van elektrische oplaadpunten op het openbaar domein, …
2. Als lasthebber van de stad Antwerpen: uitvoering van het toezicht op het parkeren voor een beperkte tijd, het betalend parkeren of het parkeren dat is voorbehouden aan houders van gemeentelijke parkeerkaarten of andere in de reglementering betreffende het wegverkeer erkende parkeerkaarten en voor de inning van de in dat verband verschuldigde retributies voor het langparkeren op de openbare weg;
Enkele voorbeelden: inzetten van parkeerwachters, verdere digitalisering van de handhaving, herorganisatie en verdere digitalisering van de klantendienst met het oog op de inning van de retributie, organisatie van de inningsprocedure en verwerking van de betalingen, voorzien van een backoffice voor de verwerking van de retributies …
3. In eigen naam en voor eigen rekening: het ontwikkelen, beheren en exploiteren van de parkeer- en stallingsinfrastructuur (auto’s, fietsen,…) van de stad buiten de openbare weg;
Enkele voorbeelden: het agentschap voorziet onder meer in het openen van buurtparkings en buurtfietsenstallingen. In de afgelopen legislatuur zijn er 23 buurtparkings (voor auto’s en fietsen) bijgekomen, goed voor circa 1077 bijkomende plaatsen voor auto’s en circa 554 bijkomende plaatsen voor fietsen. Daarnaast zijn er enkele off-streetparkings geopend:
parking Spoor-Oost, parking Rijnkaai en parking Zuiderterras.
Eveneens wordt voorzien in de aanleg van Park & Rides.
Waar nodig zal het agentschap ook overgaan tot het aankopen en/of bouwen van parkings,
parkeerfonds scholen, …
4. Alle beleidsuitvoerende activiteiten die de mobiliteit op het grondgebied van de stad Antwerpen bevorderen en de bereikbaarheid, (verkeers)leefbaarheid en verkeersveiligheid ondersteunen. Deze taak heeft betrekking op het ontwikkelen, beheren en exploiteren van het verkeers- en mobiliteitsmanagement, het organiseren van mobiliteitsstudies en het ondersteunen van projecten ter verbetering van de mobiliteit van Antwerpen;
Enkele voorbeelden: de organisatie van werfvergunningen en tijdelijke parkeerverboden, aanbrengen van wegmarkeringen, onderhoud van verkeerslichten, verkeersregelaars, het uitvoeren van parkeer-en mobiliteitsonderzoeken, … 5. Vaststellingen overtredingen GAS stilstaan en parkeren alsook de
vaststellingen met betrekking tot verkeersbord C3 en F103;
Enkele voorbeelden: het agentschap zet specifiek daartoe opgeleide parkeerwachters in met het oog op de handhaving van de GAS-reglementering met betrekking tot stilstaan en parkeren, organisatie van de administratieve ondersteuning van de sanctionerende ambtenaren aangeduid door de stad Antwerpen, organisatie en handhaving voetgangerszones, voorzien van een backoffice voor de verwerking van de boetes …
De boetes worden geïnd in naam en voor rekening van de stad Antwerpen omwille van wettelijke verplichtingen.
6. Organisatie en handhaving lage emissiezone;
Enkele voorbeelden: organisatie en behandeling van de toelatingen tot de lage emissiezone, organisatie van de handhaving, aanstellen van beboetingsambtenaren, administratieve ondersteuning van de
beboetingsambtenaren, behandeling van de
bezwaarschriften door de beboetingsambtenaren, voorzien van een backoffice voor de verwerking van de boetes …
De boetes worden geïnd in naam en voor rekening van de stad Antwerpen omwille van decretale verplichtingen.
Alle voornoemde doestellingen worden door het agentschap ook effectief uitgevoerd en gerealiseerd. Ter verduidelijking werden enkele concrete niet- limitatieve voorbeelden opgesomd.
Vormt de tekst van de beheers- of samenwerkingsovereenkomst een correcte weerspiegeling van de uitvoering van de taken van het verzelfstandigd agentschap in de praktijk?
De tekst van de beheersovereenkomst is een goede weerspiegeling van de taken van het agentschap. De taken met betrekking tot GAS stilstaan en parkeren zijn – post factum bekeken – mogelijk te beperkend omschreven, waarbij de praktische verwerking van de vaststellingen te weinig aan bod komt. Het agentschap staat niet enkel in voor het verrichten van de
vaststellingen, maar organiseert eveneens het administratieve luik dat volgt op het uitschrijven van de boetes.
De andere doelstelling zijn voldoende ruim beschreven zodat de activiteiten van het agentschap hieronder kunnen worden geplaatst.
Toekenning van middelen:
Is in de beheers- of samenwerkingsovereenkomst duidelijk beschreven hoe middelen voor de eigen werking en de uitvoering van de doelstellingen van het agentschap worden toegekend?
Dit is in zeer algemene bewoordingen opgenomen in artikel 6 van de beheersovereenkomst.
Presentiegelden en vergoedingen:
Welke presentiegelden en andere vergoedingen in het kader van de bestuurlijke werking van het agentschap zijn voorzien in de beheers- of samenwerkingsovereenkomst?
Artikel 8, §3 van de beheersovereenkomst bepaalt dat aan de leden van de raad van bestuur en het directiecomité geen presentiegelden worden toegekend.
Welke presentiegelden en andere vergoedingen werden in de afgelopen periode uitbetaald? Voor welke totaalbedragen per jaar?
Nihil.
Eigen inkomsten en andere financieringen:
Omschrijft de beheers- of samenwerkingsovereenkomst duidelijk onder welke voorwaarden het agentschap eigen inkomsten en financieringen kan verwerven en aanwenden?
Dit is in zeer algemene bewoordingen opgenomen in artikel 7 van de beheersovereenkomst.
Welke eigen inkomsten en financieringen werden door het agentschap in de periode sinds de inwerkingtreding van de beheers- of
samenwerkingsovereenkomst verworven?
Eigen inkomsten: exploitatie van parkeer- en stallingsinfrastructuur op de openbare weg (uitgezonderd de retributies langparkeren), de exploitatie van parkeer- en stallingsinfrastructuur buiten de openbare weg (offstreet
parkings, buurtparkings en buurtfietsenstallingen), retributies toelatingen lage-emissiezone, retributies werfvergunningen en tijdelijke parkeerverboden.
Er werden geen nieuwe financieringen verworven.
Oprichting, deelname en vertegenwoordiging (‘dochters’):
Welke (rechts)personen richtte het agentschap op sinds de inwerkingtreding van de overeenkomst?
Er werden geen rechtspersonen opgericht.
Beoordeel de toegevoegde waarde van deze ‘dochters’ in functie van de opdrachten en werking van het agentschap..
Niet van toepassing.
In welke (rechts)personen neemt het agentschap deel? Er zijn geen rechtspersonen meer waarvan het agentschap deel uitmaakt. De enige rechtspersoon waarvan het agentschap in het verleden deel uitmaakte (Rantparking NV), werd door het agentschap eind 2018 vereffend en
ontbonden.
In welke (rechts)personen is het agentschap vertegenwoordigd? Niet van toepassing.
Hoe werd over bovenstaande oprichtingen, deelnames en
vertegenwoordigingen gerapporteerd aan de gemeenteraad / raad voor maatschappelijk welzijn?
Niet van toepassing.
Specifieke engagementen van het agentschap:
Welke specifieke engagementen nam het agentschap op zich in de beheers- of samenwerkingsovereenkomst? In welke mate kwam het agentschap deze engagementen na?
Denk bv. aan specifieke engagementen met betrekking tot aankoopbeleid, patrimonium, personeel,…
De beheersovereenkomst voorziet in vele verplichtingen voor het agentschap die ook daadwerkelijk werden uitgevoerd.
Enkele voorbeelden:
Bewaken van geldige afvaardiging binnen het agentschap
Boekhouding conform BBC en de boekhoudwet
Opmaak meerjarenplan en budget en overleg plegen met de stad
Aanstelling van een bedrijfsrevisor
Goedkeuring college vragen met betrekking tot het huishoudelijk reglement en met betrekking tot bevoegdheidsdelegaties
Overname stedelijke rechtspositieregeling
Organisatiebeheersing
Periodieke rapportering over doelstellingen
Vaststelling jaarrekening en voorlegging aan de gemeenteraad uiterlijk 30 juni
Herbestemming reserves en overschotten of de terugbetaling van het niet-bestede deel van de stedelijke dotatie ter
goedkeuring voorleggen aan het college
Nakomen groepscharter
Jaarlijkse evaluatie
…
De belangrijkste gerealiseerde aanpassing die in het oog springt, is de integrale overname van de stedelijke rechtspositieregeling voor het personeel van het agentschap (uitgezonderd enkele kleine noodzakelijke afwijkingen die eigen zijn aan het agentschap).
Tot welke specifieke engagementen verbond de stad / het OCMW zich in de beheersovereenkomst? In welke mate kwam de stad / het OCMW deze engagementen na?
Het belangrijkste engagement van de stad betreft het voorzien van een jaarlijkse stedelijke dotatie aan het agentschap, een engagement dat ook werd nagekomen.
Daarnaast heeft de stad ook meerdere kapitaalverhogingen doorgevoerd bij het agentschap maar hierover staat niets vermeld in de
beheersovereenkomst.
Andere:
Op welke vlakken suggereert het verzelfstandigd agentschap een De formulering met betrekking tot GAS stilstaan en parkeren dient
aanpassing van de huidige beheers- of samenwerkingsovereenkomst? herbekeken te worden, zodat de vlag de lading blijft dekken. Het agentschap staat niet enkel in voor het verrichten van de vaststellingen, maar organiseert eveneens het administratieve luik dat volgt op het uitschrijven van de boetes.
Voor wat betreft de lage-emissiezone kan het voorwaardelijke deel worden geschrapt. De Vlaamse regelgeving laat het toe om deze activiteiten onder te brengen in een autonoom gemeentebedrijf.
Andere aandachtspunten, suggesties, opmerkingen,…? /
H
ETV
ERZELFSTANDIGDA
GENTSCHAP Motivatie verzelfstandiging:Welke argumenten lagen aan de basis om het verzelfstandigd agentschap op te richten, en in welke mate zijn deze argumenten op dit ogenblik nog steeds actueel en een noodzaak voor een verzelfstandigde structuur?
De argumenten voor oprichting waren (oprichtingsbesluit):
“In de Tritel-studie (1998) werd reeds nadrukkelijk aanbevolen om een (autonoom) gemeentelijk parkeerbedrijf op te richten teneinde in Antwerpen een globaal en slagkrachtig parkeerbeleid te ontwikkelen.
Het parkeerbedrijf zal in eerste instantie de exploitatie van de
parkeerplaatsen op de openbare weg organiseren, evenals de coördinatie inzake oprichting en exploitatie van nieuwe parkingprojecten, zowel op initiatief van het stadsbestuur (Sint-Jansplein, Scheldekaaien) als van andere openbare besturen (Vlaams gewest, NMBS, Regie der Gebouwen).
Het zal in het algemeen zorgen voor een verregaande en
geïnstitutionaliseerde coördinatie tussen de diverse betrokken stadsdiensten.
Daardoor zal het ook een belangrijke beleidsvoorbereidende rol spelen ten dienste van het stadsbestuur. In het bijzonder kan het ter attentie van de gemeenteraad een parkeerplan ontwerpen.
In dergelijk plan zal de gemeenteraad duidelijk en bindende richtlijnen kunnen opleggen aan het bedrijf.
De beleidsverantwoordelijkheid van de gemeenteraad wordt door de oprichting van een parkeerbedrijf niet aangetast. Zo blijft de gemeenteraad wettelijk volledig bevoegd om het betalend parkeren op de openbare weg te organiseren via het uitvaardigen van aanvullende verkeersreglementen. Via het vermelde plan zal de gemeenteraad bijvoorbeeld ook kunnen vastleggen welke ruimte bestaat voor de bouw van nieuwe parkings en welke
voorwaarden daarbij gelden.
Momenteel dient zich een unieke kans aan om een gestroomlijnde exploitatie te organiseren van een achttal nieuwe parkings waarvan de bouw wordt voorbereid door de stad Antwerpen, het Vlaams gewest, de NMBS en de Regie der Gebouwen. Via een autonoom parkeerbedrijf kunnen de bouw, de financiering en vooral de exploitatie (openingsuren, tarieven, kwaliteitseisen, eenvormige huisstijl) van deze parkings in één onderling afgestemd geheel worden ondergebracht, waarbij uiteraard de specifieke functionaliteit van de diverse parkings (bijv. van de stationparkings) wordt geëerbiedigd. Ook met De Lijn kunnen nieuwe initiatieven op touw worden gezet. Voor bouw, financiering en exploitatie kan het parkeerbedrijf op een soepele wijze gebruik maken van talrijke beschikbare rechtstechnieken, ondermeer met het oog op alternatieve financiering.
Door deze gecoördineerde aanpak kan het parkeerbedrijf meteen een daadkrachtiger houding aannemen tegenover de bestaande private parkings, en incentives creëren om de coöperatieve houding die bij de private
exploitanten recent is ontstaan, te behouden en te versterken. Een belangrijk instrument hierbij zijn de parkeergeleidingsovereenkomsten.”
Deze argumenten zijn nog steeds actueel.
Op 4 december 2013 (jaarnummer 12746) besliste het college in het kader van de nieuwe groepsarchitectuur om GAPA maximaal in te kantelen en vervolgens te vereffenen. Na een fiscale audit door fiscaal advocaten Tiberghien besliste het college op 20 juni 2014 (jaarnummer 06457) dat GAPA blijft bestaan als operationeel bedrijf en juridische werkgever. Het college keurde tevens goed dat GAPA functioneel ingekanteld werd in de bedrijfseenheid stadsontwikkeling.
Vervolgens werd op 22 september 2014 door de gemeenteraad het statutair doel uitgebreid met mobiliteit en werd de naam van het agentschap
aangepast naar ‘Gemeentelijk Autonoom Parkeer- en mobiliteitsbedrijf Antwerpen’. Daarnaast werd ook de invoering en handhaving van GAS op stilstaan en parkeren en de LEZ-zone ondergebracht in het agentschap.
Op 24 april 2017 keurde de gemeenteraad de naamswijziging naar ‘Mobiliteit en Parkeren Antwerpen AG’ (MPA) goed.
Met ingang vanaf 1 juli 2018 werden de processen werfvergunningen en tijdelijke parkeerverboden eveneens ondergebracht in het agentschap.
Welke toegevoegde waarde biedt de verzelfstandigde vorm voor het uitvoeren van de taken (van gemeentelijk belang) die in het agentschap worden uitgevoerd?
Een fiscale audit van Tiberghien in 2014 toonde aan de verzelfstandigde vorm dermate belangrijk was dat de beslissing om MPA te vereffenen werd teruggedraaid.
Ook in een recente nota stelt Tiberghien met betrekking tot een volledige inkanteling met navolgende vereffening en ontbinding van het agentschap in de stad onder meer:
“Een inkanteling van de mobiliteits- en parkeergerelateerde activiteiten bij de stad Antwerpen zou, vanuit fiscaal oogpunt, een aantal negatieve gevolgen met zich meebrengen. Ten eerste zou een volledige inkanteling tot gevolg hebben dat MPA ontbonden en vereffend wordt en bijgevolg onder meer belast wordt over haar latente meerwaarden. Ten tweede kan de stad
Antwerpen in de rechtspersonenbelasting niet genieten van een aantal fiscale
vennootschapsbelasting wel beroep kan doen. Zo zouden bijvoorbeeld in het geval van een inkanteling in de stad de roerende inkomsten (met
uitzondering van de dividenden) belastbaar zijn bij de stad tegen een tarief van 30% roerende voorheffing. Deze roerende voorheffing is in hoofde van de stad noch verrekenbaar noch terugbetaalbaar. Verder zou dit ook een negatieve impact hebben op de btw-aftrekpositie. Tot slot is het daarenboven niet ondenkbaar dat de fiscale behandeling van deze activiteiten, zowel op vlak van inkomstenbelastingen als op vlak van btw, bij de stad Antwerpen in de toekomst minder gunstig zal worden. Wij verwijzen hiervoor o.a. naar recente evoluties in andere landen en in het bijzonder naar de evoluties in Nederland.
Rekening houdend met het feit dat de mobiliteits- en parkeergerelateerde activiteiten, die op dit ogenblik bij MPA zijn ondergebracht, activiteiten zijn die effectief inkomsten genereren en waarvan de meeste ook gekoppeld kunnen worden aan investeringen - waardoor het fiscaal regime niet noodzakelijk minder gunstig is dan het fiscaal regime van de stad (zie supra) - kan geconcludeerd worden dat een dergelijke inkanteling, vanuit fiscaal oogpunt, niet opportuun is.”
Samenwerking stad / OCMW en groep Antwerpen:
Hoe werden de samenwerkingsafspraken met de stad / het OCMW concreet uitgewerkt en hoe verliep de samenwerking? Wat waren eventuele knelpunten in de samenwerking en hoe werd daar gevolg aan gegeven in de relatie stad / OCMW – verzelfstandigd agentschap?
De functionele werking van het agentschap werd voor 100% ingekanteld in de werking van de stad.
Hoe verloopt de inhoudelijke en praktische opvolging van het
verzelfstandigd agentschap door de stad / het OCMW? Wie is binnen de stads-/OCMW-administratie het aanspreekpunt voor deze permanente opvolging?
De functionele werking van het agentschap werd voor 100% ingekanteld in de werking van de stad. De bedrijfsdirecteur van stadsontwikkeling neemt ook de taak op van algemeen directeur bij het agentschap.
De voorzitter van de raad van bestuur van het agentschap is tevens de bevoegde schepen voor mobiliteit.
Het personeel(sbeleid) van het agentschap:
In welke mate loopt het personeelsbeleid van het agentschap gelijk met het personeelsbeleid van stad / OCMW?
Het agentschap heeft de rechtpositieregeling van de stad integraal
overgenomen. Er werden enkel nog noodzakelijke afwijkingen vastgesteld die eigen zijn aan de structuur van een autonoom gemeentebedrijf (bv.
directiecomité i.p.v. college van burgemeester en schepenen en raad van bestuur i.p.v. gemeenteraad) en de opname van specifieke uurroosters gerelateerd aan de werking van het agentschap (bv. voor parkeerwachters).
Doordat de uitvoering van het personeelsbeleid gedelegeerd werd aan het directiecomité van het agentschap, kan er binnen de vastgestelde
personeelsenveloppe snel en flexibel omgegaan worden uitbreidingen van het takenpakket, met pieken in de werklast, …bijvoorbeeld door het verrichten van bijkomende aanwervingen, het doorvoeren van vervanging van tijdelijke afwezigen en het inzetten van interimmedewerkers.
Hoe worden afwijkingen van het personeelsbeleid van stad / OCMW gemotiveerd?
Deze zijn gemotiveerd in een bijlage van de rechtspositieregeling. De afwijkingen werden, na overleg met de vakbonden, goedgekeurd door de raad van bestuur van het agentschap en werden ter goedkeuring voorgelegd aan het college.
Hoe wordt overhead gedefinieerd binnen het agentschap?
Hoe verhoudt de overhead zich tot het totale personeelsbestand?
Hoe evolueerde deze verhouding tussen het ogenblik van oprichting van het agentschap en de actuele toestand? Hoe is deze evolutie te verklaren?
Een vergelijking van de overhead met het ogenblik van oprichting is weinig zinvol omdat er aanvankelijk maar circa 7 VTE’s waren.
Voor een vergelijkingspunt verwijzen we naar de optimalisatieaudit van Mobius in 2013. Er waren toen 71,8 VTE’s en volgens de opgave van het agentschap bedroeg de overhead tussen 16% en 19% dit is tussen 11,5 VTE en 13,6 VTE. Volgens Mobius was dit te laag ingeschat en voor de stad werd een overhead van 22% gehanteerd; dit geeft 15,8 VTE.
Op 31/12/2018 waren er 119,9 VTE’s in dienst van MPA. Deze toename is uitsluitend te wijten aan de aanzienlijke uitbreiding van de activiteiten van het agentschap in de loop der jaren (bv. uitbreiding maatschappelijk doel van parkeren naar mobiliteit, vaststelling en organisatie GAS stilstaan en parkeren, organisatie en handhaving lage emissiezone, overname van de processen werfvergunningen en tijdelijke parkeerverbodsborden). Voor de processen werfvergunningen en tijdelijke parkeerverbodsborden nam MPA 20 VTE’s over van de stad.
Door de functionele inkanteling bij SW is de overhead van MPA fors afgenomen en beperkt tot taken die specifiek voor MPA zijn. Zo werden bijvoorbeeld drie directiefuncties niet meer vervangen binnen MPA:
- Financiën: 2,5 VTE (MPA voert naast een BBC-boekhouding ook een bedrijfsboekhouding, is onderworpen aan vennootschapsbelasting en kent ook een complex btw-statuut)
- Personeel: 1 VTE (parkeerwachters)
- ICT: 3 VTE (parkeermeters en backoffice retributies, GAS en LEZ) - Juridische dienst: 1 VTE (bestekken MPA, rechtszaken
parkeergelden, …)
- Secretariaat RvB en dircom: 0,5 VTE
Dit geeft een overheid van 8 VTE of 6,7%.
Algemeen:
Formuleer hier eventuele andere aandachtspunten, suggesties, opmerkingen,… met betrekking tot het agentschap op zich.
/
E
VALUATIE UITVOERING BEHEERS-
EN SAMENWERKINGSOVEREENKOMST EN EVALUATIE AGENTSCHAP:
SAMENVATTING EN CONCLUSIE Op 4 december 2013 (jaarnummer 12746) besliste het college in het kader van de nieuwe groepsarchitectuur om GAPA maximaal in te kantelen en vervolgens te vereffenen. Na een fiscale audit door fiscaal advocaten Tiberghien besliste het college op 20 juni 2014 (jaarnummer 06457) dat GAPA blijft bestaan als operationeel bedrijf en juridische werkgever. Het college keurde tevens goed dat GAPA functioneel ingekanteld werd in de bedrijfseenheid stadsontwikkeling.Vervolgens werd op 22 september 2014 door de gemeenteraad het statutair doel uitgebreid met mobiliteit en werd de naam van het agentschap aangepast naar ‘Gemeentelijk Autonoom Parkeer- en mobiliteitsbedrijf Antwerpen’. Op 24 april 2017 keurde de gemeenteraad de naamswijziging naar ‘Mobiliteit en Parkeren Antwerpen AG’ (MPA) goed.
De argumenten voor de oprichting van het agentschap zijn nog steeds actueel. De doelstellingen en taken met betrekking tot parkeren en mobiliteit werden tijdens de voorbije periode verder ontwikkeld. Daarnaast werd ook de invoering en handhaving van GAS op stilstaan en parkeren en de LEZ-zone
opgenomen. Met ingang vanaf 1 juli 2018 werden de processen werfvergunningen en tijdelijke parkeerverboden eveneens ondergebracht in het agentschap.
Door de functionele inkanteling bij SW is de overhead van MPA fors afgenomen en beperkt tot taken die specifiek voor MPA zijn. De overhead bedraagt nog 6,7%.
Het agentschap suggereert volgende aanpassingen van de huidige beheersovereenkomst:
- De formulering met betrekking tot de activiteiten met betrekking tot GAS stilstaan en parkeren dient herbekeken te worden, zodat de vlag de lading blijft dekken. Het agentschap staat niet enkel in voor het verrichten van de vaststellingen, maar organiseert eveneens het administratieve luik dat volgt op het uitschrijven van de boetes.
- Voor wat betreft de lage-emissiezone kan het voorwaardelijke deel worden geschrapt. De Vlaamse regelgeving laat het toe om deze activiteiten onder te brengen in een autonoom gemeentebedrijf.
