• No results found

Rapport van de commissie Gedragscode

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Rapport van de commissie Gedragscode"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Rapport van de commissie Gedragscode

1. Opdracht

Voor de commissie Gedragscode Predikanten en Kerkelijk Werkers is door u de volgende opdracht opgesteld:

a) het opstellen van een concept-gedragscode met een toelichting;

b) het daartoe vaststellen van de relevante thema’s1; c) het doen van onderzoek naar bestaande gedragscodes2;

d) het voeren van overleg met deskundigen3 of vertegenwoordigers van instanties of organen, waarmee de Commissie Gedragscode overleg nuttig acht4;

e) al het overige te verrichten, dat dienstbaar kan zijn aan de totstandkoming van de gedragscode.

In de commissie zijn benoemd:

Dhr. dr. F.T. Bos (namens de Bond van Nederlandse Predikanten)

Mw. mr. D.E. de Bruijn (namens het Generale College voor de Ambtsontheffing) Mw. drs. H. van Camp (namens Beleidscommissie Predikanten)

Mw. T. van Gijzen (namens het Generale College voor de Ambtstoelating) Mw. drs. J.H. van Haeringen (namens het Generale College voor de Visitatie) Dhr. mr. J.S.W. Holtrop (namens het Generale College voor het Opzicht) Dhr. H. Jonkvorst (namens de Vereniging voor Kerkrentmeesterlijk Beheer) Dhr. ds. H.J. Reinders (namens het Generale College voor de Ambtstoelating) Dhr. drs. A. Steensma (namens het Generale College voor het Opzicht) Dhr. R. Verkaik (namens de Vereniging van Kerkelijk Werkers).

De commissie is op 19 januari 2010 geïnstalleerd. Zij koos H.Jonkvorst tot voorzitter en F.T.Bos tot secretaris. De commissie kreeg ondersteuning van ds. M.G. Rietberg.

2. Werkwijze

De commissie heeft geconstateerd dat naast de gedragsregels van de BNP op kerkelijk terrein nog te vinden zijn de oudere regels van de Gereformeerde Predikantenvereniging, de beroepscode voor predikanten van de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt), de deels van de gedragsregels van de BNP afhankelijke beroepscode van de (RK) Vereniging Pastoraal Werkenden Nederland en de beroepscode van de Vereniging van Geestelijk Verzorgers in Zorginstellingen. Buitenlandse gedragsregels heeft de commissie niet gevonden.

De commissie heeft daarnaast gekeken naar verschillende beroepscodes in de (geestelijke) gezondheidszorg en naar de modelgedragscode integriteit rijk en beroepscode politie.

De commissie heeft kennisgenomen van de visie van dr. Schenderling, zoals neergelegd in zijn boek en in verschillende artikelen, en in zijn commentaar op de gedragsregels van de Bond. Hem

1 Bijvoorbeeld: (hoe om te gaan met:) ambtsgeheim, giften

2 Daarbij kan uiteraard gedacht worden aan de huidige gedragscode van de BNP, maar ook aan eventuele codes bij buitenlandse kerken.

3 Het ligt voor de hand dat gebruik wordt gemaakt van de expertise van dr. J. Schenderling

4 Het gaat hier om instanties waarvan het werkterrein wellicht te specifiek is om hen uit te nodigen in de Commissie Gedragscode, maar waar bepaalde expertise aanwezig mag worden geacht.

Bijvoorbeeld het SMPR of JOP, vanwege de jeugdwerkers.

(2)

is commentaar gevraagd op het concept, zoals dat door de commissie is vastgesteld, maar dr.

Schenderling heeft hiervan door tijdgebrek afgezien.

De commissie heeft met de SMPR overlegd over de in dat kader relevante regels. De commissie zag geen bijzondere problematiek die het apart horen van JOP noodzakelijk maakte.

De commissie heeft zich in eerste instantie gebogen over de aard en bedoeling van een gedragscode. In de inleiding is dit nader verwoord.

In een aantal bijeenkomsten heeft de commissie geïnventariseerd welke regels wenselijk zijn en zich gebogen over de formulering. De leden van de commissie hebben de concepttekst

vervolgens voorgelegd aan de gremia waaruit zij afkomstig waren. De Bond van Nederlandse Predikanten en de Vereniging Kerkelijk Werkers hebben de concepttekst met toelichting ter kennis gebracht van de leden. Naast kritische opmerkingen vooral op detailniveau waren de reacties overwegend positief.

De commissie heeft de reacties verwerkt in haar definitieve voorstel dat zij bij dezen aan u aanbiedt.

3. Korte samenvatting Doelgroep

Zoals in de inleiding wordt vermeld is de gedragscode bestemd voor allen die in of namens de kerk als predikant of kerkelijk werker werken. Daarbij is de formulering afgestemd op de gemeentepredikant en de kerkelijk werker met een pastorale opdracht. Voor degenen die anderszins werkzaam zijn zal in een aantal gevallen een ‘vertaalslag’ moeten worden toegepast, bij voorbeeld omdat niet de kerkenraad maar een andere instantie mee verantwoordelijk is.

Om aan te duiden dat de regels niet afstandelijk zijn om niet steeds ‘de predikant en de kerkelijk werker’ en ‘zijn of haar’ te hoeven schrijven worden de predikanten en kerkelijk werkers in de regels met je aangesproken.

Kernwaarden en rollen

In de inleiding worden een aantal kernwaarden genoemd, waaraan predikanten en kerkelijk werkers hun gedrag kunnen ijken. Deze kernwaarden hebben de commissie geholpen om de regels nader te formuleren, al zijn de kernwaarden en de regels niet één op één met elkaar te verbinden. Als ordeningsprincipe zijn verschillende relaties (“rollen”) benoemd (collega, vertrouwenspersoon enz.). Deze rollen (relaties) zijn niet van elkaar gescheiden, maar zijn uitsluitend bedoeld als ordeningsprincipe voor de regels.

De predikant / kerkelijk werker als professional

In dit deel gaat het over de eigen inzet en attitude van de predikant / kerkelijk werker. De eerste regels betreffen de zorg om het dienstwerk op goede wijze uit te oefenen (regels A1-A3).

Vervolgens wordt gesproken over het kader waarbinnen je werkt (regel A4) en de wijze waarop je werkt (regels A5-A12). Betrouwbaarheid (regel A5), open communicatie (regel A8), goede

tijdbewaking (regel A9) ruimte geven aan anderen (regel A10) en zorg voor onafhankelijkheid (regel A12) komen daarbij aan de orde.

Bijzondere aandacht wordt geschonken aan probleemsituaties. Bij professionaliteit hoort dat de predikant / kerkelijk werker gericht hulp vraagt als deze dreigt over te gaan of overgegaan is tot handelingen die de geloofwaardigheid aantasten (regel A6) en dat grensoverschrijdend handelen wordt gemeld(regel A7). Het lijkt misschien vreemd dat iemand zo zichzelf moet aanklagen. Maar het is minder vreemd dan het lijkt. In de medische wereld is er ook de plicht om fouten te melden.

(3)

De predikant / kerkelijk werker als vertrouwenspersoon

Nadrukkelijk is opgenomen dat de predikant / kerkelijk werker de vrijheid van de gesprekspartner moet respecteren. (regel B2) en moet waken tegen machtsmisbruik (regel B13). Uitgebreid is gesproken over de geheimhoudingsplicht (regels B 4-B11). Je spreekt alleen met anderen over wat in geheim is verteld als dat in het belang is van betrokkene en als deze ermee instemt. Hierbij wordt onderscheiden tussen derden die buiten staan en anderen met wie je de pastorale zorg deelt: expliciet moet in het eerste geval om instemming worden gevraagd, in het tweede geval moet duidelijk zijn dat betrokkene op de hoogte is en geen bezwaar maakt. De verschillende formulering geeft aan dat een overleg met b.v. een ouderling vanzelfsprekender is dan een overleg met iemand buiten de kerkelijke kring.

Het doorbreken van de geheimhouding zonder toestemming van betrokkenen is aan strenge regels gebonden. Deze regels zijn gelijk aan die bij andere beroepsgroepen met geheimhouding.

Expliciet wordt ingegaan op de vraag wat te doen bij (vermoeden van) seksueel misbruik,

mishandeling, met name ook als minderjarigen in het geding zijn, en huiselijk geweld (regel B12).

Hier strijden de plicht tot geheimhouding en de noodzaak het kwaad te stuiten. Aangegeven wordt dat in ieder geval bij minderjarigen de noodzaak het kwaad te stuiten prevaleert.

Nadrukkelijk wordt aangegeven dat de predikant / kerkelijk werker de grenzen van het pastorale contact moet bewaken. Enerzijds dient deze zich niet op het terrein van andere disciplines te begeven (regel B3), anderzijds dient deze te bezien of hij/zij nog in staat is op een juiste wijze pastorale zorg te geven (regel B16).

Uitgebreid is gesproken over de mogelijkheid van een liefdesrelatie tussen predikant en

gemeentelid. Aansluitend bij de beroepscode van de Nederlandse Vereniging van Psychotherapie is als regel opgenomen dat een predikant / kerkelijk werker bij het aangaan van een liefdesrelatie na een pastorale relatie de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht moet nemen. Uit het protocol van de SMPR is overgenomen dat een dergelijke relatie moet worden gemeld bij het moderamen van de kerkenraad (regel B18).

De predikant / kerkelijk werker als collega

Begonnen wordt met algemene regels over de omgang met collega’s (regels C1-C5). Expliciet is opgenomen dat tuchtwaardig gedrag van een collega niet mag worden toegedekt, en dat een predikant / kerkelijk werker bij een ernstig vermoeden van tuchtwaardig gedrag de bevoegde instanties op de hoogte moet stellen (regel C6), ook als je daarmee de geheimhoudingsplicht moet doorbreken (regel C7). Nadrukkelijk is vastgelegd dat de predikant / kerkelijk werker geen pastorale relatie aangaat met iemand die aan de zorg van een ander is toevertrouwd zonder instemming van die collega of van diens kerkenraad (regel C8). Uiteraard impliceert dit ook dat een terugtredende predikant/kerkelijk werker zijn of haar opvolger ruimte geeft (C9).

De predikant/kerkelijk werker in het geheel van de kerk

In dit onderdeel komt de verhouding tot de kerkenraad, tot kerkelijke instanties en tot anderen die werk verrichten binnen de kerk (niet als professional) aan de orde. In dit deel is opgenomen dat je spanningen bespreekbaar maakt en bij voortdurende spanning de hulp van visitatoren inroept (regel D9). De predikant/kerkelijk werker is er verantwoordelijk voor dat gewerkt wordt aan oplossingen voor spanningen.

In dit deel is het enige artikel waarin onderscheid wordt gemaakt tussen predikanten en kerkelijk werkers: over prioriteiten wordt door beiden overlegd met de kerkenraad, maar predikant en kerkenraad stellen de prioriteiten in overleg vast, en de kerkenraad stelt de prioriteiten voor de kerkelijk werker vast na overleg met betrokkene (regels D11, D12).

(4)

4. Verankering van de gedragscode

De commissie acht het gewenst dat deze gedragscode ook daadwerkelijk een rol gaat spelen in de afwegingen die predikanten en kerkelijk werkers moeten maken. Zij stelt daarom voor de

Gedragscode niet alleen door de synode te laten vastleggen, maar ook in de Kerkorde naar deze regels te verwijzen. Naar het oordeel van de commissie zijn de Generale Regelingen daarvoor de meest geschikte plek.

Zij stelt daarom voor om in de GR Kerkelijk Werkers en aan de GR Predikantstraktementen een artikel toe te voegen met als titel gedragscode:

De gedragscode voor predikanten en kerkelijk werkers, vastgesteld door de generale synode, is een handreiking bij en een toetsingskader voor het gedrag dat van een kerkelijk werker [predikant] verwacht mag worden.

Dit artikel kan in de GR Kerkelijk Werkers worden toegevoegd na artikel 6 (Rechtpositie).

In de GR Predikantstraktementen kan het worden toegevoegd na artikel 3 als slot van het deel Algemeen.

De commissie beseft dat de GR Predikantstraktementen alleen voor gemeentepredikanten geldt.

Maar zij oordeelt dat door deze vastlegging in deze generale regeling andere predikanten niet worden buitengesloten.

De commissie acht het nodig om de gedragscode onder de aandacht te brengen van predikanten en kerkelijk werkers. Zij stelt hiertoe het volgende voor:

Bij aanvaarding wordt de gedragscode toegestuurd aan alle predikanten en kerkelijk werkers;

in de toekomst wordt bij de inschrijving in het register van kerkelijk werkers en bij het colloquium de gedragscode uitgereikt.

Het is daarbij uiteraard van belang dat in de voorbereiding op de toelating aandacht wordt besteed aan de Gedragscode.

Door aan alle predikanten en kerkelijk werkers de gedragscode uit te reiken wordt nogmaals duidelijk dat de gedragscode ook voor niet-gemeentepredikanten geldt.

5. Overige zaken

Tijdens de bespreking van de gedragscode lag de focus uiteraard op het gedrag van de predikant en kerkelijk werker. Daarbij kwam ook de relatie met andere ambtsdragers en met kerkelijke vergaderingen aan de orde. De commissie kwam daarbij tot de overtuiging dat ook een gedragscode voor (andere) ambtsdragers wenselijk is. Ook in het commentaar van predikanten kwam deze wens naar voren. De commissie heeft zich daarmee verder niet beziggehouden omdat dit buiten haar opdracht ligt. Zij volstaat ermee dit onder uw aandacht te brengen.

6. Voorstel tot besluit

De commissie stelt derhalve voor te besluiten:

De synode heeft kennisgenomen van

- de gedragscode voor predikanten en kerkelijk werkers

- het rapport van de door het moderamen ingestelde commissie

De synode overweegt

- de gedragscode voor predikanten en kerkelijk werkers is een handreiking bij en een toetsingskader voor het gedrag dat van een predikant en een kerkelijk werker verwacht mag worden.

De synode besluit

1. de gedragscode voor predikanten en kerkelijk werkers te aanvaarden als een

(5)

Gedragscode

De gedragscode voor predikanten en kerkelijk werkers, vastgesteld door de generale synode, is een handreiking bij en een toetsingskader voor het gedrag dat van een predikant verwacht mag worden.

3. aan Generale Regeling Kerkelijk Werkers een artikel 6a toe te voegen:

Gedragscode

De gedragscode voor predikanten en kerkelijk werkers, vastgesteld door de generale synode, is een handreiking bij en een toetsingskader voor het gedrag dat van een kerkelijk werker verwacht mag worden.

4. De gedragscode toe te zenden aan predikanten en kerkelijk werkers en in de toekomst uit te reiken aan predikanten en kerkelijk werkers bij de toelating tot het ambt of de dienst.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Om voor onszelf een goed beeld te krijgen van wat we nu precies verwachtten van een predikant in onze gemeente èn om een nog beter inzicht te krijgen in elkaars standpunten

Een blijk van de pijn uit de jaren zestig bereikte de deputaten voor kerkelijke eenheid via de raad van de Nederlands Gereformeerde kerk te Kampen: de familie Mulder vroeg om

Het tijdstip voor een kerkelijk huwelijk in één van de kerken van de Pastorale Zone Effata wordt afgesproken in een gesprek met Guido Moeys.. Als je op dat ogenblik

Lumens wil daarin haar verantwoordelijkheid pakken door de samenwerking aan te gaan, een scherpe focus te hebben op de maatschappelijke vraag van inwoners en inspirator te zijn

We zijn op zoek naar twee kerkelijk werkers, die samen met onze predikant Hans-Jan Roosenbrand als professionals het nieuwe gemeenteteam gaan vormen.. Het gaat

(low budget: investering van 80-100 Euro). Met name gericht op de doelgroep jongeren onder cursusdeelnemers. Kennismaking met vaardigheden voor deze nieuwste tak

Gedragingen die volgens de bovenstaande omschrijving vallen onder seksueel grensoverschrijdend gedrag met minderjarigen, kunnen worden gesanctioneerd door een

U moet stappen ondernemen om ervoor te zorgen dat uw werknemers, leveranciers en onderaannemers die bedrijfsactiviteiten voor Life Fitness verrichten, bekend zijn met