• No results found

Het effect van de voorgenomen veranderingen op de eigenschappen van de accountant

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Het effect van de voorgenomen veranderingen op de eigenschappen van de accountant"

Copied!
39
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

Het effect van de voorgenomen

veranderingen op de eigenschappen

van de accountant

Bachelor Scriptie

Naam: Catharina Maria Zwarthoed

Studentnummer: 10004955 Inleverdatum: 29-06-2015

Opleiding: BSc Accountancy & Control Universiteit: Universiteit van Amsterdam

(2)

2 Statement of Originality

Hierbij verklaar ik, Catharina Zwarthoed, dat ik deze scriptie zelf geschreven heb en dat ik de volledige verantwoordelijkheid op me neem voor de inhoud ervan.

Ik bevestig dat de tekst en het werk dat in deze scriptie gepresenteerd wordt origineel is en dat ik geen gebruik heb gemaakt van andere bronnen dan die welke in de tekst en in de referenties worden genoemd.

De Faculteit Economie en Bedrijfskunde is alleen verantwoordelijk voor de begeleiding tot het inleveren van de scriptie, niet voor de inhoud.

(3)

3 Inhoudsopgave

Abstract 5

1. Inleiding 6

2. De accountant en de accountantscontrole 8

2.1 De werkzaamheden van de externe accountant 8

2.2 Het afgeven van een goedkeurende verklaring 9

3. De accountant tijdens de accountantscontrole 10

3.1 Het gedrag van de accountant tijdens de accountantscontrole 10

4. De financiële crisis van 2007/2008 12

4.1 Het ontstaan van de financiële crisis 13

4.2 De rol van de accountant voor en tijdens de financiële crisis 13 5. De rapporten van de Europese Commissie, de IAASB en de PCAOB met betrekking tot de

financiële crisis. 16

5.1 Verbeterpunten voor de communicatie in de accountantscontrole 16 5.2 Verbeterpunten voor de accountantsverklaring 18 6. Diverse meningen over de vernieuwde regels in de accountantscontrole 20

6.1 Wetenschappers over de veranderingen 20

6.2 Accountants over de veranderingen 23

6.3 Belanghebbenden over de veranderingen 23

7. Discussie 30

7.1 Verwachting van de voorgenomen veranderingen 30 7.2 De verandering van de hoeveelheid informatie in de accountantsverklaring 31

7.3 Verwachtingskloof 33

7.4 De handtekening van de opdrachtgever in de accountantsverklaring 32

7.5 Inzicht in het proces 33

7.6 Het taalgebruik in de accountantsverklaring 34

8. Conclusie 34

(4)

4 Lijst van tabellen en figuren

Figuur 2.1 9

Afbeelding van de verwachtingskloof onderverdeeld in een reasonableness gap en een performance gap (onderverdeeld in deficient performance en deficient standards)

Tabel 6.3 26

De meningen van onderzoekers, accountants en belanghebbenden onderverdeeld in de diverse voorgenomen veranderingen.

(5)

5 Abstract

In deze scriptie wordt onderzoek gedaan naar de effecten die de veranderingen in de regelgeving van de Europese Commissie (2010) de IAASB (2012) en de PCAOB (2013) op de eigenschappen van accountants zullen hebben. Dit gebeurt middels een literatuuronderzoek. Dit onderzoek is een uitbreiding op bestaande onderzoeken en kan gebruikt worden bij toekomstige onderzoeken. De veranderingen werden voorgesteld naar aanleiding van de financiële crisis die ontstond in 2007 en waarbij diverse banken failliet gingen. De externe accountants werden ook als verantwoordelijken gezien van de crisis, omdat zij

goedkeurende verklaringen hebben afgegeven aan banken die vervolgens failliet gingen of staatssteun nodig hadden.

Uit dit onderzoek komt naar voren dat de grootste effecten wat de voorgenomen veranderingen hebben op accountants zijn dat ze meer gaan communiceren met de

belanghebbenden en kritischer zijn. Ook krijgen accountants meer verantwoordelijkheden, worden ze onafhankelijker, integerder, deskundiger en zorgvuldiger. Doordat er meer informatie wordt verstrekt is de accountant meer te vertrouwen Het enige negatieve effect dat de voorgenomen veranderingen lijken te hebben is dat het voor meer tijdsdruk zorgt bij de accountant, omdat er meer informatie openbaar moet worden gemaakt. De conclusie is dan ook dat de voorgenomen een positief effect hebben op de eigenschappen van de accountant.

(6)

6 1. Introductie

Na iedere crisis zijn de accountants onderwerp van discussies. Dit gebeurde na het schandaal met Enron, WorldCom en ook na de financiële crisis van 2007/2008. Bij de

laatstgenoemde, ook wel bekend als de subprime crisis, stond de accountant wel minder ter discussie dan na Enron en WorldCom (Woods e.a., 2009, p. 115).

De crisis begon met het ineenstorten van de woningmarkt; hypotheken konden niet meer afbetaald worden en vervolgens gingen verschillende banken, zoals Lehman Brothers en Bear Stearns, failliet (Barth & Landsman, 2010, p. 400). De accountants werden

medeverantwoordelijk gehouden voor de crisis. Zij kregen veel verwijten van de aandeelhouders dat ze goedkeurende accountantsverklaringen hadden afgegeven aan banken, terwijl deze banken vervolgens wel in de problemen kwamen (Sikka, 2009). Een symptoom hiervan is de verwachtingskloof. Een kloof tussen wat belanghebbenden verwachten van een accountant en wat de accountant daadwerkelijk biedt (Lowe, 1994, p. 39). De verwachtingskloof bestaat volgens Porter (1993, p. 50) uit een performance gap en reasonableness gap. De performance gap is een kloof tussen wat de belanghebbenden mogen verwachten van wat een accountant levert en wat de accountant uiteindelijk waarneemt. Terwijl de reasonableness gap een kloof is tussen wat de belanghebbenden verwachten dat accountants leveren en wat de belanghebbenden van de accountant mogen verwachten.

Na de financiële crisis verschenen er diverse rapporten van onder andere de Europese Commissie (2010), de IAASB (2012) en de PCAOB (2013) over voorgenomen veranderingen die moesten worden ingevoerd om de accountantscontrole te verbeteren en de verwachtingskloof te verkleinen. Naar aanleiding van deze rapporten zijn diverse

wetenschappelijke artikelen, zoals Vanstraelen e.a. (2012), Ruhnke en Schmidt (2014), Okafor en Otalor (2013) en Mock e.a. (2013), verschenen. Zij bekijken wat de accountants, de

belanghebbenden en zij zelf van de veranderingen vinden. Er is alleen nog niet duidelijk wat voor effecten de voorgenomen veranderingen op de eigenschappen van de accountant zullen hebben. De voorgenomen veranderingen uit de rapporten worden in deze scriptie besproken en er wordt geprobeerd verbanden te leggen tussen de veranderingen en het effect op de eigenschappen van de accountant. De onderzoeksvraag is:

(7)

7

Wat hebben de veranderingen die zijn ingevoerd voor effect op de eigenschappen van de accountant?

Het antwoord op deze vraag wordt gezocht door middel van een literatuuronderzoek. Er zijn diverse wetenschappelijke artikelen geschreven over de voorgenomen veranderingen, maar nog geen enkel artikel over wat voor effect dit heeft op de eigenschappen van de accountant. Deze scriptie is dan ook een uitbreiding op de bestaande literatuur. Door middel van de wetenschappelijke artikelen over dit onderwerp en de eigenschappen van de

accountant wordt er geprobeerd om tot een conclusie te komen.

Het doel van deze scriptie is om een conclusie te trekken uit het steeds voortdurende debat over de externe accountant en te kijken wat voor gevolgen de voorgenomen

veranderingen in de regelgeving hebben op de accountant. Tevens worden er verbanden gelegd tussen de voorgenomen veranderingen en het effect dat dit heeft op de

eigenschappen van accountants.

Deze scriptie is als volgt ingedeeld. In het volgende hoofdstuk worden de

werkzaamheden van de accountant voor de financiële crisis besproken. Tevens wordt er uitgelegd wanneer de accountant een goedkeurende verklaring afgeeft en wat er precies in deze verklaring staat. Ook wordt besproken hoe de inzet van accountants leidt tot een bepaalde audit kwaliteit. Vervolgens worden in hoofdstuk drie de eigenschappen van de accountants besproken. In hoofdstuk vier wordt uitgelegd wat er mis ging tijdens de financiële crisis en wat de accountant daarmee te maken had. Vervolgens worden in hoofdstuk vijf de rapporten van de Europese Commissie, de IAASB en de PCAOB besproken. Ook de regels die zijn ingevoerd met betrekking tot de rol van de accountant worden uitgelegd. In hoofdstuk zes komen diverse onderzoeken aan bod naar de

voorgenomen veranderingen in de regelgeving en de effecten daarop. Vervolgens wordt er gediscussieerd over, en verbanden gelegd tussen de meningen op de voorgenomen

veranderingen en de eigenschappen van accountants en tenslotte wordt er een conclusie getrokken.

(8)

8 2. De accountant en de accountantscontrole

Om tot een antwoord te komen op de vraag: wat de veranderingen die zijn ingevoerd voor effect op de eigenschappen van de accountant hebben, is het nodig om een overzicht te geven van de werkzaamheden van de accountant en aan welke voorwaarden een goedkeurende verklaring moet voldoen. Ten slotte is het nodig de verschillende soorten accountants onder de aandacht te brengen. Dit is nodig, omdat in deze scriptie een bepaald soort accountant en een deel van zijn werkzaamheden belangrijk zijn. De voorwaarden van een goedkeurende verklaring afleggen is nodig, omdat er veel voorgenomen veranderingen zijn met betrekking tot de goedkeurende verklaring. Er zijn vier soorten accountants, namelijk de externe accountant, de interne accountant, de overheidsaccountant en de accountant in business (Arens e.a., 2014, pp. 35-36). Deze scriptie is gericht op de externe accountant, daarom wordt alleen deze accountant besproken. De externe accountant is verantwoordelijk voor de controle van jaarrekeningen van beursgenoteerde bedrijven.

2.1 De werkzaamheden van de externe accountant

Arens e.a. (2014, p. 24) geven de volgende definitie aan auditing: “the accumulation and evaluation of evidence about information to determine and report on the degree of correspondence between the information and established criteria”. Dit houdt in dat de accountant onderzoekt of de door de onderneming afgegeven informatie aan criteria

voldoet. Deze criteria worden in de volgende paragraaf besproken. Het doel van auditing is om de gebruikers van de financiële overzichten te laten weten of de overzichten een getrouw beeld geven van de werkelijkheid (Arens e.a., 2014, p. 55).

Er zijn een aantal taken die de accountant uitvoert. Er is maar één taak waarop deze scriptie zich richt. Dat is het beoordelen en controleren van de jaarrekening. De accountant beoordeelt en controleert de jaarrekeningen samengesteld door de onderneming. Dit zorgt ervoor dat belanghebbenden zekerheid hebben over de juistheid en volledigheid van de jaarrekeningen (NBA, 2015). De overige taken zijn niet van belang voor deze scriptie en worden dan ook niet besproken.

Bij deze taak is er sprake van een verwachtingskloof tussen accountants en belanghebbenden. De verwachtingskloof is, zoals eerder uitgelegd, een kloof tussen wat mensen verwachten dat een accountant doet en wat een accountant daadwerkelijk doet

(9)

9

(Lowe, 1994, p. 39). De verwachtingskloof bestaat uit een reasonableness gap en een

performance gap. Deze zijn al besproken in de inleiding. De performance gap valt onder te verdelen in deficient performance en deficient standards. Deficient performance is de kloof tussen wat de accountant levert en wat de accountant volgens de regels moet leveren. Terwijl deficient standards de kloof is tussen wat de accountant volgens de regels moet leveren en wat men van de accountant mag verwachten dat hij levert (Porter, 1993, p. 50).

Figuur 2.1: De verwachtingskloof met alle onderdelen (Porter, 1993, p. 50)

2.2 Het afgeven van een goedkeurende verklaring

Als de accountant de jaarrekeningen heeft gecontroleerd zijn er een aantal voorwaarden waaraan de goedkeurende verklaring moet voldoen. De goedkeurende verklaring wordt afgegeven aan de hand van vier voorwaarden:

 Ten eerste moeten alle overzichten in de jaarrekening staan, zoals de balans, de winst- en verliesrekening, het mutatieoverzicht van het eigen vermogen en het kasstroomoverzicht

 Ten tweede moet er bewijs zijn verzameld dat geschikt en voldoende is om een goedkeurende verklaring af te kunnen geven. Bovendien moet de accountant de opdracht op een bepaalde wijze uitgevoerd hebben zodat deze in overeenstemming is met de auditing standaarden.

 Ten derde moet de jaarrekening worden gepresenteerd in overeenstemming met GAAP (generally accepted accounting principles) of een ander accounting framework.

(10)

10

 Ten slotte zijn er geen omstandigheden waardoor er een beperking moet worden toegevoegd of er een wijziging moet worden aangebracht aan de formulering in het rapport (Arens e.a., 2014, p. 71).

Accountants zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van de audit. Goede kwaliteit van de audit kan worden bereikt als het oordeel van de accountant over de jaarrekening gebaseerd is op voldoende informatie verkregen door een accountant team dat:

• geschikte waarden, ethiek en gedrag tentoonstelt

• voldoende deskundig en ervaren is en voldoende tijd heeft gebruikt voor de audit. • een streng accountant proces kwaliteitscontroles toepast

• waardevolle en tijdige rapporten hebben aangeboden

• goed heeft gecommuniceerd met verschillende belanghebbenden (IAASB, 2013, p. 18)

3 De accountant tijdens de accountantscontrole

Er zijn vele regels waaraan een accountant moet voldoen. Door het toepassen van deze regels, kunnen accountants de jaarrekeningen beter controleren en een beter

accountantsverklaring maken. In de regels staat dat accountants bepaalde eigenschappen moeten bezitten. De voorgenomen veranderingen in de regelgeving zouden moeten zorgen voor aanpassingen in het gedrag en de eigenschappen die de accountant moet maken. In de paragraaf wordt besproken welke eigenschappen een accountant tijdens de

accountantscontrole hoort te gebruiken. Tevens komen de regels aan bod waar de accountant mee te maken heeft tijdens de accountantscontrole.

3.1 De eigenschappen en het gedrag van de accountant tijdens de accountantscontrole

De accountant hoort zich tijdens zijn werk aan een aantal gedragsregels te houden. De NBA heeft in 2011 een speciale gedragscode uitgebracht die beschrijft welke eigenschappen de accountant tijdens de accountantscontrole moet bezitten en hoe een accountant zich dient te gedragen.

(11)

11

 De belangrijkste eigenschappen van een accountant zijn dat de accountant

onafhankelijkheid en objectief is. Uit een artikel van Reynolds e.a. (2004, p. 31) blijkt dat de accountant onafhankelijk en objectief moet zijn om een eerlijk oordeel te vellen over de jaarrekening van een bedrijf en daarbij niet wordt beïnvloed van buitenaf, door een vooroordeel of door een belangentegenstelling. Daardoor moeten situaties, zoals non-audit diensten, die verleend worden aan een auditklant, worden vermeden die effect kunnen hebben op de objectiviteit en onafhankelijkheid van de accountant.

 Integer is een eigenschap die de accountant ook moet bezitten. De accountant is eerlijk en oprecht tijdens de controles en tegen zijn cliënten. De accountant mag geen leugens verspreiden over de onderneming.

 De volgende eigenschappen die een accountant moet bezitten zijn deskundigheid en zorgvuldigheid. De accountant houdt zijn deskundigheid en vaardigheid op een vereist niveau om aan een cliënt een goede accountantscontrole en uiteindelijk een goede accountantsverklaring te geven. De accountant voert de controle zorgvuldig en in overeenstemming met de regels uit die gelden voor de accountant.

 Ook moet de accountant betrouwbaar en te vertrouwen zijn. De accountant mag geen informatie verstrekken die door de cliënt in vertrouwen is afgegeven. De

vertrouwelijke informatie die door de cliënt is afgegeven is informatie die de accountant nodig heeft om een onafhankelijk oordeel te vellen over de

jaaroverzichten van de onderneming. De accountant mag alleen informatie aan een derde verstrekken, als dit wettelijk of beroepshalve verplicht is.

 Professioneel gedrag is de laatste eigenschap waarvan de NBA aangeeft dat de accountant dit moet naleven. De accountant moet zich houden aan de regels en wetten en zorgt ervoor dat hij het accountantsberoep niet negatief in het nieuws komt. Dit moet de accountant mogelijk maken door geen informatie te verstrekken waardoor belanghebbenden verkeerde conclusies zullen trekken (NBA, 2011). Uit onderzoek blijkt dat de accountant nog een aantal andere eigenschappen moet bezitten.

 Ook een eigenschap van de accountant is dat de accountant een professioneel-kritische instelling heeft. Dit houdt in dat accountants getraind zijn om bewijs te vinden dat het risico om materiele fouten niet op te merken in de jaaroverzichten

(12)

12

verkleind (McMillan & White, 1993, p. 445). De accountant houdt er rekening mee dat er fouten in de jaaroverzichten zitten. Er is dus grote behoefte om voldoende bewijs te vinden dat de jaaroverzichten goed zijn (Quadackers, 2010, p. 26). Dit is niet alleen informatie verkregen van de onderneming, ook zal de accountant informatie van externe bronnen moeten verkrijgen (AFM, 2013, p.18).

 Tevens moet de accountant goed kunnen communiceren. De accountant moet over zogenaamde soft skills beschikken. De accountant moet namelijk niet alleen de jaaroverzichten controleren, ook moet hij veel contact hebben met de cliënt om bijvoorbeeld aan informatie te komen. Als de accountant niet goed kan

communiceren is het lastiger om informatie uit de cliënt te krijgen. Hierdoor kan er geen goed oordeel worden geveld over de jaaroverzichten. Ook moet de accountant aanvoelen welke informatie belanghebbenden willen hebben (Boxmeer, 2012, p. 22).

 De accountant moet ook flexibel en veelzijdig zijn. Aan de ene kant moeten ze zich aan strikte regels houden, maar aan de andere kant moeten ze flexibel en veelzijdig zijn. De accountant moet zich snel aan kunnen passen en van vele markten thuis zijn (Boxmeer, 2012, p. 22).

 Ook moet de accountant inzicht hebben en dus goed kunnen interpreteren. Dit zorgt ervoor dat de accountant niet alleen de cijfers controleert, maar ook ziet waar in de jaaroverzichten bijvoorbeeld materiele fouten zitten en hij moet verbanden kunnen leggen (Boxmeer, 2012, p. 22).

 Ten slotte moeten accountants tegen tijdsdruk kunnen. Accountants mogen maar een bepaalde tijd besteden aan de accountantscontrole en het opstellen van de

accountantsverklaring. De tijd die een accountant nodig heeft om tot een goede conclusie te komen verschilt per accountantscontrole. Wel is er een druk voor de accountants om dit in een zo snel mogelijke tijd te doen (Otley & Pierce, 1996).

4. De financiële crisis van 2007/2008

In dit hoofdstuk wordt het ontstaan van de financiële crisis besproken. Vervolgens wordt er gekeken wat de rol van de accountant was voor en tijdens de crisis. De financiële crisis leidde tot diverse onderzoeken naar de oorzaak van de crisis en de schuldigen. Accountants

(13)

13

kwamen in deze onderzoeken ook naar voren als schuldigen en de roep om veranderingen werd sterker.

4.1 Het ontstaan van de financiële crisis

In februari 2007 ontstond de financiële crisis in Amerika. De meest waarschijnlijke oorzaak daarvan is het barsten van de huizenbubbel gevolgd door het snel minder waard worden van subprime hypotheken (Barth & Landsman, 2010, p. 400)(Ivashina & Scharfstein, 2009, p. 320). Rond september 2008 was dit uitgegroeid tot een wereldwijde financiële crisis en was de crisis op een hoogtepunt. De crisis resulteerde in een ineenstorting van de bankensector. Lehman Brothers en DSB bank gingen failliet en andere banken, zoals in Nederland de ABN Amro bank en in Amerika Fannie Mae, werden opgekocht door de overheid om een

faillissement te voorkomen (Woods e.a., 2009, p. 115).

De huizenbubbel ontstond rond 2000, toen de verkoopwaarde van de huizen in Amerika plotseling snel steeg. Vele Amerikanen kochten huizen en namen daar hypotheken op (Goetzmann e.a., 2012, p.37). Rond 2007 konden ze dit niet meer afbetalen en raakten de banken die de hypotheken hadden verstrekt in de problemen.

De obligaties, die uitgegeven worden op subprime hypotheken, worden meer waard naarmate het verwachte risico lager wordt. De investeerders moeten er vertrouwen in hebben dat het risico niet te hoog wordt. Tijdens de financiële crisis kregen de investeerders minder vertrouwen en daalde de prijs van de obligaties snel. Door deze daling behaalden banken forse verliezen, wat ervoor zorgde dat investeerders nog minder vertrouwen kregen (Woods e.a., 2009, p. 116-117). Doordat de subprime hypotheken en de huizenmarkt in contact met elkaar staan, zorgde dit voor een constante negatieve spiraal. De huizenmarkt stortte nog meer in en alle investeerders wilden van hun obligaties af, zodat alles nog minder waard werd (Ryan, 2008, p. 1608).

4.2 De accountant voor en tijdens de financiële crisis

Voor de financiële crisis begon waren er al een aantal problemen met het accountantsvak. Het onderzoek van Hegarty e.a. (2004) laat een overzicht zien van het programma van de ROSC (Reports on the Observance of Standards and Codes). Hierin een overzicht van de belangrijkste bevindingen van 38 evaluaties van de uitdaging van een land om succesvol de

(14)

14

internationale accounting standaarden en regels te implementeren. Hieruit blijkt dat dat de standaarden niet altijd focussen op de bescherming van de belangen van de aandeelhouders. Ook blijkt dat het lastig is voor landen om de internationale standaarden op te nemen in de nationale regelgeving. Dit heeft tot gevolg dat de regels niet ingevoerd worden en er internationaal verschillen zijn in de accountantscontrole. Als belanghebbenden de

internationale standaarden raadplegen krijgen ze een verwachting van wat de accountant controleert. Hierdoor verwijdt de verwachtingskloof. Church e.a. (2008) hebben onderzoek gedaan naar aanleiding van twee belangrijke thema’s die de PCAOB ter discussie bracht. Deze twee thema’s zijn de beslissing van de accountant over het rapport en de inhoud van de accountantsverklaring. Ze kwamen tot een antwoord op de onderzoeksvraag door de drie onderdelen die tot een conclusie van de accountant leiden nader te discussiëren. Zij (2008, pp. 69-70) stellen dat accountants in de accountantsverklaring weinig communicatieve waarde toevoegen. De communicatie van accountants naar de belanghebbenden was dus ondermaats voor en tijdens de financiële crisis.

Tijdens de financiële crisis kwamen diverse banken in de financiële problemen en hadden ze hulp nodig van de overheid om niet failliet te gaan (Barth & Landsman, 2010, p. 400). Dit terwijl de accountants van grote accountantskantoren goedkeurende verklaringen hadden afgegeven, net voordat deze banken in de financiële problemen kwamen (Sikka, 2009). Jin e.a. (2011) hebben een empirisch onderzoek gedaan naar de impact van de audit kwaliteit op het faillissement van banken tijdens de financiële crisis. Zij bewijzen dat banken die zijn gecontroleerd door accountants van de Big 4 een kleinere kans op een faillissement hebben. De PCAOB (2008) heeft echter ten tijde van de financiële crisis aangegeven, dat accountants sneller een goedkeurende verklaring en een going concern mochten afgeven aan ondernemingen. Ook al was het onzeker of de onderneming failliet zou gaan. Dit om te zorgen voor minder faillissementen onder ondernemingen die in de problemen zaten. Als de accountants namelijk geen going concern zouden geven aan ondernemingen die het

financieel zwaar hadden zouden deze ondernemingen in ieder geval failliet gaan. Door het afgeven van een going concern hadden deze ondernemingen nog een kans. Hierdoor zijn echter wel meer bedrijven met een goedkeurende verklaring tijdens de crisis failliet gegaan, dan voor de financiële crisis. Uit onderzoek van Geiger e.a. (2014, p. 71) onder 414

(15)

15

accountantskantoren als de kleinere accountantskantoren het aantal goedkeurende verklaringen significant heeft verhoogd, ten opzichte van voor de financiële crisis, aan ondernemingen die vervolgens failliet gingen. Dit onderzoek ondersteunt dan ook de uitlatingen van de PCAOB. Doordat de accountants sneller een goedkeurende verklaring af mochten geven, hielden ze informatie achter voor belanghebbenden. Ik vind dat ze hierdoor niet integer waren richting belanghebbenden.

Het artikel van Sikka (2009) dat bedoelt is om een discussie op gang te brengen over de kwaliteit van de externe accountant, stelt dat onverwachte gebeurtenissen, zoals de financiële crisis, ervoor zorgen dat de accountant niet langer als onafhankelijk en deskundig wordt gezien. Ook lijkt het door deze onverwachte gebeurtenissen alsof de accountant niet samenstelt volgens het ‘true & fair’-principe. Tevens komt uit het onderzoek van Sikka (2009) naar voren dat accountants non-audit services verrichtten bij de banken, wat vragen oproept over de onafhankelijkheid van accountants. In SOX, die uitkwam in 2002, stond dat het verboden is voor accountants om non-audit services te verstrekken aan hun eigen cliënten. Arnold (2009) onderzocht middels een literatuuronderzoek waarom onderzoekers de

financiële crisis niet zagen aankomen. Uit haar onderzoek blijkt tevens dat het verbod op het verrichten van non-audit services toch werd genegeerd. Dit zorgt ervoor dat de accountant een te hechte relatie met een cliënt krijgt en toch een goedkeurende verklaring afgeeft, terwijl de goedkeurende verklaring helemaal niet mag worden afgegeven. Ten slotte stelt Sikka (2009) dat accountants inkomsten kregen van de banken, wat kan zorgen voor

belangenverstrengeling. Dit alles zorgde ervoor dat de onafhankelijkheid, objectiviteit en integriteit van de accountant in twijfel werden getrokken tijdens de crisis.

Woods (2009, p. 118) heeft een literatuuronderzoek gedaan naar accounting

problemen die tijdens de crisis ontstonden. Hieruit blijkt dat een belangrijk probleem voor accountants de verificatie van de waardering van illiquide activa is. De rol van de accountant is om een getrouw beeld van de financiële positie en prestatie te geven. Dit is in volatiele markten een groot probleem en zo ook bij de banken. Als de marktliquiditeit daalt, is het lastiger voor accountants om een goed oordeel te vellen over de jaarrekening van een bedrijf. Tevens stelt Woods (2009, p. 120) dat de markt tijdens de financiële crisis ook gevoelig was voor het werk dat de accountants verrichtten en hun reacties op waarderingsprocessen.

(16)

16

5. De rapporten van de Europese Commissie, de IAASB en de PCAOB met betrekking tot de financiële crisis.

Er zijn diverse rapporten verschenen naar aanleiding van de financiële crisis. In dit

hoofdstuk worden de rapporten besproken van de Europese Commissie (2010), de IAASB (2012) en de PCAOB (2013). In deze rapporten staan onder andere de voorgenomen regels die worden ingevoerd om onduidelijkheden in het accountantsverklaring weg te nemen en de communicatie te verbeteren en dus de verwachtingskloof tussen de belanghebbenden en de accountant te verkleinen. Deze regels zijn belangrijk voor het beantwoorden van de onderzoeksvraag en daarom worden deze regels besproken.

5.1 Verbeterpunten voor de communicatie in de accountantscontrole

De rapporten van de IAASB (2012), de PCAOB (2013) en de Europese Commissie (2010) hebben vele gelijkenissen. Eén van de belangrijkste voorgestelde veranderingen die in alle rapporten naar voren komt is de communicatie tussen de accountants en de

belanghebbenden. De accountants moeten goede soft skills hebben of hun soft skills indien mogelijk verbeteren. Zo geeft de IAASB (2012, p. 6) aan dat de accountant extra informatie in de accountantsverklaring moet zetten. Dit is informatie waarvan de accountant denkt dat het belangrijk is voor het begrijpen van de gecontroleerde jaarrekening door belanghebbenden van het bedrijf. Dit zal dan worden aangegeven in de verklaring onder de kop ‘commentaar van de accountant’. Belangrijkste reden voor het toevoegen van deze regel is om meer transparantie te krijgen voor belanghebbenden (IAASB, 2012, p. 22). Tevens moet de accountant volgens de IAASB (2012, p. 6) aangeven of hij denkt dat er materiele

onzekerheden aanwezig zijn in de gecontroleerde jaarrekening en in ‘andere informatie’, dit is informatie buiten de jaarrekening om. Ook moet de accountant volgens de PCAOB (2013, p. 21) aangeven wat hij voor belangrijke informatie in ‘andere informatie’ gevonden heeft.

De PCAOB (2013, pp. 14-17) verplicht de accountant om in de accountantsverklaring Critical Audit Matters (CAM) te vermelden die in dat jaar gebeurd zijn. Critical Audit Matters zijn kwesties die zijn ontdekt tijdens de controle en waar de accountant de meeste tijd aan heeft besteed. De accountant heeft hierbij de meeste moeite gehad voldoende bewijs te vinden of de accountant heeft de meeste moeite gehad een oordeel te vormen over de waardering in de jaarrekening. Dit wordt ingevoerd, om belanghebbenden een overzicht te

(17)

17

geven van de belangrijkste kwesties die in dat jaar gebeurd zijn. Als er geen kritieke controlekwesties zijn geweest in het afgelopen jaar, moet dit ook vermeld worden. Het openbaar maken van Critical Audit Matters zou moeten leiden tot meer relevantie van de accountantsverklaring. Ook zou het moeten leiden tot het verstrekken van belangrijke informatie over hoe de accountant zijn werk uitvoert en hoe hij tot een conclusie komt (PCAOB, 2013, p. 15). Dit zou voor effect kunnen hebben dat de accountant zich beter inzet, omdat openbaar wordt hoe de accountant zijn werk uitvoert. Ook zou dit ervoor kunnen zorgen dat de accountant deskundiger en zorgvuldiger te werk gaat.

De Europese Commissie (2010) heeft een zestal veranderingen voorgesteld die de communicatie tussen de accountant en de belanghebbenden zou moeten verbeteren.

 Het eerste punt dat ze geven is dat er een hogere mate van zekerheid zou moeten komen. De redelijke mate van zekerheid die een accountant hiervoor aangaf in zijn rapport was steeds minder gericht op het feit dat de jaarrekening een getrouw beeld geeft, maar meer op de overeenstemming met de regels voor financiële

verslaggeving. De gebruikers van deze verklaringen moeten juist een hogere mate van zekerheid over het beeld van de jaarrekening krijgen. De inhoud van het oordeel van de accountant na de controle moet belangrijker zijn dan de naleving en werking van procedures en waarderingsvoorschriften.

 Het tweede punt wat de Europese Commissie wil verbeteren is het gedrag van de accountant. De accountant zou vanuit het perspectief van de belanghebbenden het management met een actief kritische houding moeten benaderen. Door deze houding kan de accountant genoeg informatie van het management verkrijgen. Wel moeten deze accountants voorkomen een overdaad aan toelichtingen te geven die niet van belang zijn voor belanghebbenden. Te veel informatie is namelijk ook niet goed.

 Het derde punt dat moet zorgen voor een betere communicatie, volgens de Europese Commissie, is een verandering van de goedkeurende verklaring met beperking. De accountants en de belanghebbenden vinden het uitgeven van deze verklaring niet prettig. Als onderdeel van de accountantscontrole is het een oplossing om informatie die belangrijk is voor belanghebbenden toe te voegen, zoals ontwikkelingen in de sector waar de onderneming zich in bevindt of risico’s van wisselkoersen.

(18)

18

 Het vierde punt dat verbeterd moet worden is de externe communicatie. De

communicatie van de accountant naar de belanghebbenden moet verbeterd worden met als doel meer waarde toe te voegen aan de controle van de jaarrekening. Tevens moet de accountant de informatie tijdig bekend maken en moet de accountant vaker informatie geven. Zo is het een mogelijkheid om net als het Verenigd Koninkrijk de verklaring bondiger en informatiever te maken of net als Frankrijk de accountant zijn oordeel openbaar te motiveren.

 Het vijfde punt dat de Europese Commissie wil verbeteren is de interne

communicatie. Er zou sprake moeten zijn van meer en betere communicatie tussen de externe accountant, de interne accountant en het auditcomité van de onderneming. Dit moet zorgen voor een totale dekking van naleving, risicotoezicht en het weten van de opbrengsten en kosten van het bedrijf. Deze interne communicatie mag echter niet ten koste gaan van de onafhankelijkheid van de accountant.

 Het laatste punt dat verbeterd moet worden volgens de Europese Commissie is dat de accountant inzicht moet krijgen in informatie over de toekomst. Tot 2010 werd er steeds gekeken naar de verleden, maar dit zegt niet wat de toekomst brengt. Met de informatie die ze dan krijgen kunnen ze een betrouwbaardere mening vormen over de toekomst (Europese Commissie, 2010, pp. 7-10).

5.2 Verbeterpunten voor de accountantsverklaring

Naast de veranderingen in de communicatie worden in de rapporten ook nog

verbeterpunten voor de accountantsverklaring genoemd. Deze veranderingen hebben namelijk ook effect op accountant. In de vorige paragraaf werden ook een aantal punten genoemd die zowel effect hebben op de communicatie en de accountantsverklaring. Deze punten worden hier niet meer genoemd.

De IAASB (2012, p. 6) stelt dat de accountant in de accountantsverklaring moet aangeven of de door het management afgegeven going concern bij het opstellen van de jaarrekening van een bedrijf terecht is. Tevens moet er een verklaring komen van de accountant met daarin de vraag of er materiele onzekerheden zijn geïdentificeerd met betrekking tot de going concern. Bovendien moet volgens zowel de IAASB als de PCAOB (2013, p. 10) in de accountantsverklaring een prominente plaats komen voor de mening van

(19)

19

de accountant en andere specifieke informatie van het bedrijf. Hierdoor valt de mening van de accountant op voor de belanghebbenden en de belanghebbenden kunnen sneller zien wat de belangrijke onderdelen zijn. Het effect dat dit zou kunnen hebben op accountants, is dat ze een sterke professioneel-kritische houding moeten aannemen, om hun eigen mening te kunnen vormen. Tevens zouden ze integer moeten zijn, omdat hun mening geen leugens mag bevatten.

De IAASB en de PCAOB willen ook de opdrachtgever in de accountantsverklaring. De voorgenomen verandering van de IAASB is om de handtekening van de opdrachtgever onder het rapport te zetten en de PCAOB wil alleen de naam van de opdrachtgever in de accountantsverklaring. Dit zou voor effect moeten hebben op de accountant dat hij beter zijn best gaat doen tijdens de controle en dus een kritischere houding aanneemt, omdat de opdrachtgever dan meer verantwoording heeft en het rapport dus kritischer doorleest.

Ten slotte geeft de IAASB (2012, p. 6) andere suggesties om de uitgevoerde audit transparanter te maken en verduidelijking van de verantwoordelijkheden van de accountant, het management en de TCWG (de persoon of organisatie die de verantwoordelijkheid heeft voor het overzicht van de strategische beslissingen gerelateerd aan de accountability van de onderneming) tijdens de controle. Er wordt geprobeerd de audit transparanter en te maken en te verduidelijken door het toevoegen van de naam van de opdrachtgever in de

accountantsverklaring, een expliciete verklaring van overeenstemming met ethische verplichtingen in de accountantsverklaring of het openbaar maken van de betrokkenheid van andere accountants tijdens de accountantscontrole (IAASB, 2012, pp. 30-31). Dit zou behalve voor effect hebben op de accountant dat hij meer tijd kwijt is aan de opmaak van het rapport, ook voor effect hebben dat hij meer flexibel is. In de accountantsverklaring wordt dan namelijk opgeschreven hoeveel uur de accountants gecontroleerd hebben. De

accountants zouden dan meer bereid kunnen zijn over te werken, om meer tijd achter hun naam te hebben staan.

De PCAOB (2013, p. 10) zou graag een verduidelijking van het standaard accounting rapport willen. Tevens willen ze dat de accountant zekerheid geeft over andere informatie die buiten de jaarrekening valt. Bovendien wil de PCAOB (2013, pp. 17-18) dat de

gestandaardiseerde taal in de accountantsverklaring veranderd wordt, zodat

(20)

20

gerelateerd aan de onafhankelijkheid van de accountant, toe te voegen aan de

accountantsverklaring, hoe lang de accountant de controle uit mag voeren bij dezelfde onderneming en de verantwoordelijkheid en evaluatie van de accountant van andere informatie in het gecontroleerde jaarverslag en het rapport. Het laatste punt dat de PCAOB (2013, pp. 18-19) aangeeft is dat er uitleggende paragrafen worden toegevoegd aan de

accountantsverklaring als er sprake is van bijvoorbeeld een onzekere toekomst over de going concern van de onderneming.

Tenslotte wil de Europese Commissie (2010,pp. 12-15) een aantal veranderingen invoeren die niets met de accountantscontrole te maken hebben, zoals accountants laten uitbetalen door een extern bedrijf in plaats van de onderneming waarvoor ze een controle uit moeten voeren, de verplichte roulatie van accountants en het feit dat de accountant geen non-audit diensten mag uitvoeren bij het bedrijf waarvan hij de accountantscontrole uitvoert. Deze punten wil de Europese Commissie veranderen, om de accountant onafhankelijker te maken.

6. Diverse meningen over de vernieuwde regels in de accountantscontrole

Naar aanleiding van de rapporten van de Europese Commissie (2010), de IAASB (2012) en de PCAOB (2013) zijn er diverse onderzoeken gedaan, zoals door Vanstraelen e.a. (2012) en Ruhnke & Schmidt (2014), met als vraag of de veranderingen een verbetering zijn ten opzichte van de vorige regels. Ook werd in deze onderzoeken gekeken naar de effecten die de nieuwe regels hebben op de accountant en wat de accountants en belanghebbenden vinden van de veranderingen.

6.1 Wetenschappers over de veranderingen

Vanstraelen e.a. (2012, p. 198) hebben onderzoek gedaan door een twintigtal interviews af te nemen. Dit werd onderverdeeld in tien interviews onder belanghebbenden van

accountantsverklaringen, zoals investeerders en financiële analisten, en tien interviews onder accountants. Zelf stellen Vanstraelen e.a. (2012, p. 194) dat de veranderingen een kans van slagen hebben als deze veranderingen in overeenstemming zijn met wat de accountants willen. Tevens stellen zij en Ruhnke en Schmidt (2014, p. 594) dat de Europese Commissie, de IAASB en de PCAOB elke keer de verwachtingskloof willen verkleinen, maar dat dit nog

(21)

21

tot nog toe nooit is gelukt. Dit komt volgens Ruhnke en Schmidt (2014, p. 594) en Vanstraelen e.a. (2012, p. 202) doordat de sociale rol van de jaaroverzichten telkens verandert, oftewel de verwachtingen van de belanghebbenden veranderen voortdurend. Vanstraelen e.a. (2012, p. 198) stellen ook dat de verwachtingskloof nog niet is verkleind doordat verschillende partijen de voorgestelde veranderingen steeds wegstemmen. Uit het onderzoek van Okafor en Otalor (2013, p. 47) onder 94 studenten en leraren van een

Universiteit van Benin blijkt dat belanghebbenden niet weten wat de werkzaamheden van de accountant zijn en ze daardoor te hoge verwachtingen hebben van wat de accountant voor werkzaamheden uitvoert. Aan de belanghebbenden zal uitgelegd moeten worden wat de accountant voor controles uitvoert, zodat ze een realistischer beeld krijgen van de rol van de accountant. Uit het onderzoek van Vanstraelen e.a. (2012, p. 195) blijkt echter dat de

belanghebbenden meestal investeerders met verstand van accountantscontroles zijn. Tevens blijkt uit het onderzoek van Mock e.a. (2013) dat de verwachtingskloof niet vernauwt als de verantwoordelijkheden van de accountant en het management aan de belanghebbenden worden uitgelegd. Dus de verantwoordelijkheden uitleggen aan de belanghebbenden heeft ook geen effect. Omdat het onderzoek van Okafor en Otalor (2013) is uitgevoerd onder 94 studenten van een universiteit denk ik dat het onderzoek van Vanstraelen e.a. (2012) onder verschillende soorten belanghebbenden van verschillende ondernemingen meer waarde toevoegt. Ik denk dan ook dat de verwachtingskloof nooit zal verdwijnen, omdat de belanghebbenden te hoge verwachtingen hebben en het onmogelijk is dit aan de

belanghebbenden uit te leggen. Dit omdat de verwachtingen van belanghebbenden steeds veranderen en het lastig is de verwachtingen van belanghebbenden te ontdekken. Ook vernauwt de verwachtingskloof niet, zoals Mock e.a. (2013) hebben geconcludeerd. Hierdoor blijft de reasonableness gap altijd bestaan.

Uit onderzoek van Carcello en Li (2013, p. 1513) blijkt dat de audit kwaliteit in het Verenigd Koninkrijk is verbeterd nadat het verplicht werd voor de opdrachtgever om zijn handtekening onder de accountantsverklaring te zetten. In het Verenigd Koninkrijk is dit een aantal jaar geleden ingevoerd en een van de voorgestelde veranderingen van de PCAOB lijkt hier op. De IAASB heeft aangegeven deze regel ook in te willen voeren (Simnett & Huggins, 2014). In het Verenigd Koninkrijk verbeterde de audit kwaliteit doordat abnormale accruals daalden, de hoeveelheid bedrijven die een kleine stijging van de opbrengsten hadden,

(22)

22

daalden in aantal, er meer informatie naar buiten kwam over de opbrengsten en er meer goedkeurende verklaringen werden afgegeven. Grootste punt blijft dat de regel van het Verenigd Koninkrijk en de PCAOB niet geheel overeenkomen. De voorgenomen verandering van het PCAOB houdt in dat alleen de naam van de opdrachtgever in de

accountantsverklaring wordt vermeld, het hoeft niet ondertekend te worden door de opdrachtgever (Carcello & Li, 2013, p. 1543). Dit kan ervoor zorgen dat de audit kwaliteit niet dezelfde verbetering heeft als in het Verenigd Koninkrijk. Mock (2013) stelt dat er

empirisch bewijs is dat de toevoeging van de handtekening van de opdrachtgever zorgt voor een hogere kwaliteit van de audit, maar historisch onderzoek vindt geen effect (Chi & Chin, 2011; Blay e.a., 2012a; Schatzberg, 2005; Blay e.a., 2012b; Davis e.a., 2012). Wel stellen ze dat de handtekening van de opdrachtgever geen effect heeft op de beslissing van de

belanghebbende. Ik denk dat het vermelden van de naam van de opdrachtgever de audit kwaliteit verbeterd, omdat dit uit diverse onderzoeken naar voren is gekomen. De opdrachtgever wil een goede accountantsverklaring en wil niet aansprakelijk worden

gehouden voor fouten in de accountantsverklaring, omdat dit slecht is voor de onderneming zelf.

Humphrey e.a. (2011, p. 451) vinden het een goed idee om meer inzicht te hebben in de technologie, de data en het personeel van de audit. Dit wordt in volgende paragrafen ook uitgebreid besproken. Zij zien tevens voordelen in een nauwere samenwerking tussen accountantsbedrijven, beroepsorganisaties en regulatoren.

Carson e.a. (2013) staan achter de voorgenomen verandering om in de accountantsverklaring de gestandaardiseerde taal aan te pakken. Hierdoor is de

accountantsverklaring beter te begrijpen voor belanghebbenden. Uit eerdere onderzoeken, zoals Chow & Rice (1982), Smith (1986), Geiger e.a. (1998), Carcello & Neal (2003), is gebleken dat de mening over een onderneming sneller verandert als er een andere accountant komt. Daarom is het slim de voorgenomen verandering om vaker een accountantswissel toe te passen, zodat de mening over een bedrijf ten alle tijden onafhankelijk blijft.

(23)

23 6.2 Accountants over de veranderingen

Vanstraelen e.a (2012) hebben onderzoek gedaan naar wat de accountants van de

voorgenomen veranderingen vinden, door middel van het afnemen van interviews. Een van de voorgenomen veranderingen is dat in de accountantsverklaring staat aangegeven wie er mee werkten aan de controle. De accountants zelf denken dat het niet van toegevoegde waarde is voor belanghebbenden om informatie te hebben over wie de controle heeft

uitgevoerd, hoe lang ze daarmee bezig zijn geweest en wie de opdrachtgever is (Vanstraelen e.a., 2012, p. 203). Dit zou namelijk niets over de kwaliteit van de controle zeggen en de informatie is makkelijk te manipuleren. Tevens kan, volgens accountants, het openbaar maken van de opdrachtgever de relatie tussen de accountant en de cliënt verstoren. Uit onderzoek van Simnett en Huggins (2014) blijkt echter dat een ruime meerderheid van de belanghebbenden de toevoeging van de handtekening van de opdrachtgever een goed idee vinden. Echter vooral belanghebbenden uit Noord-Amerika steunen deze voorgenomen verandering niet.

Accountants vinden dat de inhoud van de accountantsverklaring belangrijker is dan de lengte van het rapport. Dit terwijl er veel is toegevoegd aan de accountantsverklaring en het daardoor een stuk langer is. De accountants denken dat meer informatie in de

accountantsverklaring leidt tot een toename van litigation, het meer kosten met zich meebrengt en dat de hoeveelheid informatie lastiger te begrijpen is (Vanstraelen e.a., 2012, pp. 202-203). De accountants zouden tevens extra informatie toevoegen als hierdoor de verwachtingskloof wordt verkleind. Uit eerdere onderzoeken blijkt echter dat het verkleinen van de verwachtingskloof nog nooit is gelukt (Vanstraelen e.a., 2012; Ruhnke & Schmidt, 2014; Mock e.a., 2013). Ten slotte stellen alle accountants dat de gestandaardiseerde taal en onderwerpen moet worden ingevoerd en de uitbreiding van de reikwijdte van accounting goed gedefinieerd moet worden (Vanstraelen e.a., 2012, p. 204). Hierdoor zou de

reasonableness gap verkleinen, omdat voor belanghebbenden duidelijker is wat de werkzaamheden van de accountant zijn.

6.3 Belanghebbenden over de veranderingen

Zowel Vanstraelen e.a. (2012), Ruhnke en Schmidt (2014), Simnett en Huggins (2014) als Mock e.a. (2013) hebben gekeken naar wat de belanghebbenden van de veranderingen in de

(24)

24

accountantsverklaring vinden. Vanstraelen e.a. (2012) hebben onderzoek gedaan naar de mening van zowel de interne als de externe belanghebbenden over de veranderingen en Ruhnke en Schmidt (2014) hebben onderzoek gedaan naar wat 275 interne belanghebbenden van verschillende ondernemingen in Duitsland vinden van vier specifieke veranderingen met betrekking tot de accountantscontrole. De vier veranderingen waarnaar de mening is gevraagd zijn: verplichte accountantswisseling, de accountant wordt benoemd door een onafhankelijk persoon, het verbieden van non-audit diensten aan cliënten en verplichte gezamenlijke audits (Ruhnke & Schmidt, 2014, p. 2). De interne belanghebbenden denken dat alle vier veranderingen voor hogere kosten en minder opbrengsten zorgen, maar dit is niet het belangrijkste. Ze kijken ook naar het effect van de vier veranderingen op ‘gunstige eigenschappen’ van de accountant en de accountantsonderneming, namelijk naar

onafhankelijkheid en professioneel-kritische instelling van de accountant, de reputatie van het accountantsonderneming, algemene vakbekwaamheid en deskundigheid en cliënt-specifieke expertise en kennis. De veranderingen zorgen, volgens de interne

belanghebbenden, voor een verbeterde onafhankelijkheid van de accountant, maar de andere eigenschappen van de audit verslechteren, vooral cliënt-specifieke expertise en kennis

(Ruhnke & Schmidt, 2014, pp. 10-12). Zowel Palmrose (2013, p.791) als Peecher e.a. (2013) stellen echter dat de veranderingen zorgen voor een betere professioneel-kritische instelling van de accountant.

Uit onderzoek van Vanstraelen e.a. (2012, pp. 199-201) blijkt dat de belanghebbenden denken dat er nog veel ruimte is om de informatieve waarde van de accountantsverklaring te verbeteren. Dit zou verbeterd moeten worden door een aantal dingen te veranderen, zoals een verduidelijking van de reikwijdte van de controle van de financiële verslaggeving (met name de verantwoordelijkheid van de accountant jegens fraude), niet-financiële informatie in het jaarrapport, een verduidelijking van de mate van zekerheid en identificatie van items die buiten de auditcontrole vallen. Uit het literatuuronderzoek van Mock e.a. (2013),

gebaseerd op recent onderzoek, blijkt dat de belanghebbenden meer informatie willen over risico’s, materialiteit en andere informatie rond de specifieke audit. Tevens is het toevoegen van niet-financiële informatie van waarde voor belanghebbenden, verbetert het de kwaliteit van deze informatie en verkleint het de verwachtingskloof. Ook Simnett en Huggins (2014) concluderen, uit hun onderzoek onder 165 belanghebbenden onderverdeeld in het

(25)

25

werelddeel waar ze vandaan komen, dat belanghebbenden meer informatie willen over de verantwoordelijkheden van het management, de TCWG en de accountants in de

accountantsverklaring. De voorgenomen veranderingen van de IAASB met betrekking tot dit worden dan ook goed ontvangen.

Volgens Vanstraelen e.a. (2012, pp. 199-201) associëren belanghebbenden een lange accountantsverklaring met kwaliteit, maar willen ze liever een begrijpelijke en leesbare accountantsverklaring. De tijd die belanghebbenden aan een accountantsverklaring kunnen besteden is kort. Daardoor willen ze alleen de belangrijkste informatie in de

accountantsverklaring. Informatie over hoe veel tijd de accountant aan de controle heeft besteed is overbodig. Uit het onderzoek van Simnett en Huggins (2014) blijkt echter dat de belanghebbenden in Europa en Azië, en in minder mate in Noord-Amerika, de voorgenomen verandering om als accountant meer commentaar aan de accountantsverklaring toe te

voegen, een goed idee vinden. Uit onderzoek van Mock e.a. (2013) blijkt dat een paragraaf met belangrijke punten in de accountantsverklaring alleen waarde aan belanghebbenden geeft als er nieuwe informatie in staat. Er moet niet informatie in staan die ook al in de jaaroverzichten stond. Christensen e.a. (2014) onderzochten vooral de invoering van de Critical Audit Matters in de accountantsverklaring onder 141 afgestudeerde studenten die financiële informatie kunnen analyseren. Zij geven aan dat niet-professionele

belanghebbenden sneller stoppen met investeren in een bedrijf als een Critical Audit Matter in de accountantsverklaring is bijgevoegd met daarin onzekere fair value estimates. Dit is, omdat de belanghebbenden zich dan alleen richten op de Critical Audit Matters en niet op de rest van het rapport. Maar uit onderzoek van Vanstraelen e.a. (2012, p. 195) bleek al dat de meeste belanghebbenden professioneel zijn. De onprofessionele belanghebbenden

vertegenwoordigen dus niet het overgrote deel.

Uit het onderzoek van zowel Simnett en Huggins (2014) als Vanstraelen e.a. (2012, pp. 199-201) blijkt dat belanghebbenden niet positief staan tegenover informatie over het accountantsproces. Een minderheid zou dit wel willen. Wel vinden belanghebbenden het belangrijk om te weten of de jaaroverzichten een getrouw beeld laten zien (Vanstraelen e.a., 2012, pp. 199-201).

Simnett en Huggins (2014) hebben onderzocht wat de belanghebbenden van de veranderingen van de IAASB vinden. Driekwart van de belanghebbenden steunen de

(26)

26

voorgestelde veranderingen van de IAASB. Tevens is een kleine meerderheid, Europeanen meer dan Noord-Amerikanen, het eens met de verandering dat de accountant een conclusie moet geven over de afgegeven going concern van het management. Ook vindt een grote meerderheid de veranderingen in ‘andere informatie’ goed. Zoals in het vorige paragraaf is genoemd, vindt een ruime meerderheid het een verbetering om de handtekening van de opdrachtgever onder de accountantsverklaring te plaatsen. Dit terwijl de accountants denken dat het niet van toegevoegde waarde is voor belanghebbenden (Vanstraelen e.a., 2012, p. 203). Ten slotte blijkt uit het onderzoek van Simnett en Huggins (2014) dat de verandering om de mening van accountant aan het begin van de accountantsverklaring te zetten door ruim zeventig procent wordt ondersteund.

Thema’s/ Betrokkenen

Wetenschappers Accountants Belanghebbenden

Verwachting Vanstraelen e.a. (2014) denken dat de

veranderingen een kans van slagen hebben als ze in overeenstemming zijn met wat de

accountants willen. Dan moeten de verschillende partijen de voorgestelde veranderingen echter niet steeds wegstemmen.

Volgens Ruhnke & Schmidt (2014) leiden verplichte accountants-wisseling, het

verbieden van non-audit diensten,

verplichte gezamenlijke audits en accountants benoemd door een onafhankelijk persoon tot hogere kosten en minder opbrengsten. Het leidt tot meer onafhankelijkheid van de accountant, maar alle andere

eigenschappen gaan erop achteruit.

(27)

27

Palmrose (2013) en Peecher (2013) stellen dat de veranderingen tot een betere

professioneel-kritische instelling heeft geleid. Uit onderzoek van Simnett & Huggins (2014) blijkt dat de driekwart van de belanghebbenden de veranderingen goed vindt. Hoeveelheid informatie Vanstraelen e.a (2012) stellen dat dit leidt tot een toename van zowel litigation als kosten en dat het lastiger te begrijpen is.

Vanstraelen e.a. (2012) stellen dat er niet-financiële informatie in het jaarrapport moet komen, maar verder alleen de belangrijkste informatie. Uit

onderzoek van Mock e.a. (2013) blijkt dat belanghebbenden meer informatie willen over risico’s, materialiteit en niet-financiële

informatie, voor een hogere kwaliteit. Ook stellen ze dat een paragraaf met belangrijke punten

(28)

28

alleen van waarde is, als er nieuwe

informatie in staat. Simnett & Huggins (2014) willen meer commentaar van de accountant in het rapport. Verwachtings-kloof

Zowel Vanstraelen e.a. (2014) als Ruhnke & Schmidt (2014) stellen dat de verwachtingen van belanghebbenden steeds veranderen, dus is het elke keer mislukt om de

verwachtingskloof te verkleinen. Vanstraelen e.a. (2014) stellen ook dat belanghebbenden meestal investeerders met verstand van zaken zijn. Volgens Okafor & Otalor (2013) hebben belanghebbenden te hoge verwachtingen, omdat ze niet weten wat voor

werkzaamheden de accountant verricht.

Als de

verwachtingskloof verkleind kan worden door informatie toe te voegen, zouden de accountants dit doen (Simnett & Huggins, 2014)

(29)

29 opdrachtgever

onder accountants-rapport

stellen dat audit kwaliteit is verbeterd nadat dit is ingevoerd in het Verenigd Koninkrijk. Mock e.a. (2013) stellen dat er empirisch bewijs is, maar geen historisch bewijs dat dit zorgt voor een hogere audit kwaliteit.

stelt dat accountants denken dat het niet belangrijk is voor belanghebbenden om dit te weten.

(2014) komen tot de conclusie dat een ruime meerderheid dit een goed idee vindt.

Inzicht in proces

Humphrey e.a. (2011) willen meer inzicht in de technologie, de data en het personeel van de audit.

Uit onderzoek van Vanstraelen e.a. (2012) blijkt dat accountants denken dat het niet interessant is om informatie te hebben over wie de controle enz. heeft uitgevoerd.

Simnett & Huggins (2014) stellen dat belanghebbenden meer informatie over de verantwoordelijkheden van het management, de TCWG en de accountants.

Vanstraelen e.a. (2012) stellen dat er een verduidelijking moet zijn van de reikwijdte van de controle. Uit beide onderzoeken blijkt echter dat ze geen informatie over het accountants-proces willen.

Taalgebruik Carson e.a. (2013) stellen dat het goed is

Uit onderzoek van Vanstraelen e.a. (2014)

(30)

30 de gestandaardiseerde

taal aan te pakken, zodat belanghebbenden het beter begrijpen.

blijkt dat alle

accountants vinden dat de gestandaardiseerde taal moet worden ingevoerd.

Tabel 6.3: Overzicht van de meningen van verschillende wetenschappers, belanghebbenden en accountants over diverse veranderingen in het accountantsvak

7. Discussie

In dit hoofdstuk worden meningen van wetenschappers, accountants en belanghebbenden over de veranderingen in het accountantsvak met elkaar vergeleken en wordt er geprobeerd tot een conclusie te komen op de onderzoeksvraag wat het effect is op de eigenschappen van accountants.

7.1 Verwachting van de voorgenomen veranderingen

Ruhnke en Schmidt (2014) hebben onderzocht wat vier specifieke veranderingen voor effect zouden hebben op vijf eigenschappen van de accountant en de accountantsonderneming. De vier veranderingen: verplichte accountantswisseling, de accountant wordt benoemd door een onafhankelijk persoon, het verbieden van non-audit diensten aan cliënten en verplichte gezamenlijke audits zouden volgens 275 belanghebbenden geen positief effect hebben op de ‘eigenschappen’ van de accountant en de accountantsonderneming (2014, p. 2). Alleen de onafhankelijkheid van de accountant zou beter worden volgens de interne belanghebbenden. De overige eigenschappen, de reputatie van het accountantsonderneming, algemene

vakbekwaamheid en deskundigheid, cliënt-specifieke expertise en kennis en de

professioneel-kritische instelling zouden erop achteruit gaan. Peecher (2013) en Palmrose (2013) stellen echter dat de veranderingen voor een betere professioneel-kritische instelling zorgen. Carson e.a. (2013) staan achter het idee om vaker een accountantswissel toe te passen, omdat dan de onafhankelijke mening over de jaarrekening van de onderneming gewaarborgd blijft. Doordat volgens Carson e.a. (2013) uit diverse onderzoeken is gebleken dat de accountantswissel een positief effect heeft en omdat het onderzoek van Ruhnke en Schmidt (2014) is gehouden onder belanghebbenden telt voor mij het onderzoek van Carson

(31)

31

e.a. (2013) zwaarder. De onafhankelijkheid van de accountant wordt verbeterd en het is dus positief om de verplichte accountantswissel in te voeren. Misschien dat de overige vier eigenschappen achteruitgaan maar dit is weegt niet op tegen de voordelen van de grotere onafhankelijkheid van de accountant.

Accountants moeten meer handelingen verrichten en moeten daardoor meer openbaar maken aan de belanghebbenden. Daardoor hebben alle voorgenomen veranderingen naar mijn mening ook als effect om de accountants meer

verantwoordelijkheden te geven.

De voorgenomen veranderingen lijken een positief effect te hebben op de

accountants. Door de voorgenomen veranderingen worden bijna alle eigenschappen van de accountant gestimuleerd. De voorgenomen veranderingen hebben echter wel tot effect dat de accountant meer tijd kwijt is aan de accountantscontrole, de accountantsverklaring en het accountantsrapport. Hierdoor wordt de tijdsdruk op de accountant groter.

7.2 De verandering van de hoeveelheid informatie in de accountantsverklaring De grootste verandering die er plaatsvindt is de hoeveelheid informatie die in de

accountantsverklaring staat. Zo zou er Critical Audit Matters aan de accountantsverklaring moeten worden toegevoegd en paragrafen die de belangrijkste punten weergeven. Deze verandering wordt door belanghebbenden positief ontvangen volgens Simnett & Huggins (2014) en Mock e.a. (2013). De belanghebbenden stellen dan echter wel dat zo’n paragraaf alleen nuttig is als er nieuwe informatie in staat. Deze verandering zorgt ervoor dat de belanghebbenden de accountant vertrouwen als zij iets in een belangrijke paragraaf of in Critical Audit Matters stellen. De accountant mag volgens regels geen verkeerde informatie over de onderneming verspreiden aan belanghebbenden. Verder moet de accountant alleen informatie toevoegen wat echt belangrijk is om te weten voor de belanghebbenden. Daarom zou de accountant als hij een paragraaf toevoegt, volgens mij, kritischer en integerder te werk gaan, dan voordat dit werd ingevoerd.

Ook wil men invoeren dat er meer informatie over de onderneming in de

accountantsverklaring staat. Hoe lang een accountant aan de controle heeft gewerkt, welke data en welke technologie is gebruikt en het accountantsproces worden dan aan de

(32)

32

belanghebbenden om dit soort informatie te hebben (Vanstraelen e.a. 2012). Ook blijkt uit onderzoek dat belanghebbenden alleen belangrijke informatie willen en niet een lange verklaring over onderwerpen die ze niet interesseert (Simnett & Huggins, 2014). De hoeveelheid informatie die aan de accountantsverklaring toegevoegd moet worden zou ervoor zorgen dat de accountant meer tijd kwijt is aan het samenstellen van informatie, omdat ze meer informatie moeten toevoegen. Tevens zou het ervoor moeten zorgen dat er meer gecommuniceerd wordt.

7.3 Verwachtingskloof

Alle voorgenomen veranderingen zijn, naar mijn mening, veranderingen gebaseerd op het beter worden van de communicatie tussen accountant en belanghebbenden, zodat

belanghebbenden niet meer verkeerde interpreteren. Alles wordt eraan gedaan om de verwachtingskloof tussen hen te verkleinen, zodat belanghebbenden geen verkeerde

conclusies meer zullen trekken en vervolgens accountants de schuld geven. Ervaring uit het verleden laat zien, dat er in het verleden ook alles aan gedaan werd de verwachtingskloof te verkleinen, maar dit nooit gelukt is (Vanstraelen, 2012, p. 194; Ruhnke & Schmidt, 2014, p 594). De veranderingen hadden nooit echt effect. Ook zou een grote groep belanghebbenden professionele investeerders zijn en daardoor precies weten wat de accountant voor taken uitvoert. Aan onwetendheid van de belanghebbenden zou het dus niet kunnen liggen. Daarom denk ik het geen effect heeft om de accountant meer handelingen te laten verrichten met als doel de verwachtingskloof te verkleinen, omdat uit onderzoekt blijkt dat dit toch niet mogelijk is. Tevens houden accountants zich aan strikte regels en moeten ze tegelijkertijd flexibel en veelzijdig zijn. Als er nog meer handelingen moeten worden verricht, wordt er van de accountant verwacht dat hij flexibel en veelzijdig is. Ik denk dat er van de accountant wordt verwacht dat hij constant bijleert en alles aan de belanghebbenden kan uitleggen. Dit is voor de accountant niet bij te houden, omdat de verwachtingskloof toch altijd blijft bestaan.

7.4 De handtekening van de opdrachtgever in de accountantsverklaring

Zowel de PCAOB als de IAASB wil de opdrachtgever in de accountantsverklaring betrekken. De PCAOB door de naam van de opdrachtgever te vermelden in de accountantsverklaring

(33)

33

en de IAASB door de opdrachtgever zijn handtekening onder de accountantsverklaring te laten zetten. Uit onderzoek van Carcello en Li (2013) blijkt dat de audit kwaliteit is verbeterd in het Verenigd Koninkrijk, waar dit al is ingevoerd. Zo daalden in het Verenigd Koninkrijk de abnormale accruals, de hoeveelheid bedrijven met een kleine omzetstijging daalden in aantal, er kwam meer informatie naar buiten over de opbrengsten en er werden meer

goedkeurende verklaringen afgegeven. Mock e.a. (2013) stellen dat er wel empirische bewijs, maar geen historisch bewijs is dat de audit kwaliteit verbeterd. Wel kunnen ze melden dat de beslissing van de belanghebbenden niet verandert als de opdrachtgever zijn handtekening onder de accountantsverklaring zet. Tevens willen belanghebbenden dat deze voorgenomen verandering wordt ingevoerd, ook al denken accountants dat de belanghebbenden dit niet willen (Simnett & Huggins, 2014; Vanstraelen, 2012).

Ik denk dat het een positieve verandering is om de opdrachtgever in de

accountantsverklaring te betrekken, omdat bewezen is dat het de audit kwaliteit wordt verbeterd (Carcello & Li, 2013; Mock e.a., 2013). De opdrachtgever wil niet ook

verantwoordelijk worden gehouden voor fouten in de accountantsverklaring. Daarom zou de opdrachtgever meer druk op de accountant uitoefenen en de accountant meer

verantwoording laten afleggen. De accountant zal, doordat hij verantwoording af moet leggen, de jaaroverzichten kritischer en deskundiger controleren en zich meer inzetten om tot een goed oordeel in de accountantsverklaring te komen. Dit doet de accountant, omdat de opdrachtgever de accountantsverklaring ook kritischer zal bekijken. De opdrachtgever is dan namelijk ook verantwoordelijk voor wat er in het rapport vermeld staat. Dit zorgt

uiteindelijk voor een betere professioneel-kritische houding, deskundigheid en inzet van de accountant.

7.5 Inzicht in het audit proces

Humphrey e.a (2011, p. 451) stellen dat het een goed idee is om meer inzicht te hebben in de technologie, de data gebruikt bij de audit en het personeel betrokken bij de audit. Dit terwijl uit onderzoek van Vanstraelen (2012, p. 203) blijkt dat accountants denken dat het niet interessant is voor belanghebbenden om deze informatie te hebben. Uit het onderzoek van Simnett & Huggins (2014) blijkt dat belanghebbenden wel degelijk meer informatie willen over de verantwoordelijkheden van het management, de TCWG en de accountants, maar ze

(34)

34

willen geen informatie over het proces. Het is dus een goed idee om informatie over het personeel in de accountantsverklaring te plaatsen, maar geen informatie over het proces. Dit heeft voor effect op de accountant dat ze meer tijd kwijt zijn aan de opmaak van de

accountantsverklaring.

7.6 Het taalgebruik in de accountantsverklaring

Zowel wetenschappers als accountants staan achter het feit dat de gestandaardiseerde taal wordt veranderd, zodat de accountantsverklaring beter te begrijpen is (Carson e.a., 2013; Vanstraelen e.a., 2012). Dit zou voor betere communicatie tussen accountant en

belanghebbende zorgen. Deze verandering heeft dus voor effect op de accountant dat het goed zou moeten kunnen communiceren. Eerder is gebleken dat accountantskantoren sneller accountants in dienst nemen die goed kunnen communiceren. Als de gestandaardiseerde taal van de verklaring wordt verbeterd, zorgt dit ervoor dat accountants

accountantsverklaringen in begrijpelijke taal moeten opschrijven.

8. Conclusie

De conclusie van dit onderzoek is dat de voorgenomen veranderingen een positief effect hebben op de eigenschappen van de accountant. De accountant zal door alle voorgenomen veranderingen echter wel meer tijd kwijt zijn aan de accountantscontrole, de

accountantsverklaring en het accountantsrapport.

De communicatie van accountants naar belanghebbenden en accountantskantoren zal verbeteren. De communicatie wordt onder andere verbeterd door meer informatie toe te voegen, de gestandaardiseerde taal aan te passen en belanghebbenden meer inzicht te geven in het proces. Belanghebbenden willen echter geen inzicht in het proces, omdat ze niet veel tijd hebben om de accountantsverklaring te lezen en daarom alleen de belangrijkste

informatie willen. De accountant zal echter wel meer tijd kwijt zijn aan de

accountantsverklaring, omdat er meer informatie in komt te staan. Dit terwijl zowel belanghebbenden als accountants geen informatie over het proces willen. Wel vinden belanghebbenden de toevoeging van Critical Audit Matters een goed idee. Hier moet de accountant alle belangrijke informatie inzetten. Dit heeft tot effect op de accountant dat hij kritischer, eerlijker en integerder te werk gaat. Ook hebben de voorgenomen veranderingen

(35)

35

tot effect dat de accountant meer verantwoordelijkheden heeft. De veranderingen zorgen er echter volgens mij wel voor dat de accountant flexibeler en veelzijdiger moet zijn. Hij moet door de nieuwe regels constant bijleren en alles over de jaarrekening aan de accountant uit kunnen leggen. Doordat er vaker een accountantswissel wordt toegepast, wordt de

accountant onafhankelijker.

In het verleden is telkens geprobeerd de verwachtingskloof te verkleinen, wat tot nog toe elke keer mislukte. Ook nu wordt er geprobeerd de verwachtingskloof te verkleinen. De voorgenomen veranderingen lijken een positief effect te hebben op de eigenschappen van de accountant. Wat ervoor zou moeten zorgen dat de verwachtingskloof vernauwt. Omdat ervaring leert dat dit nog nooit is gebeurd, denk ik dat het deze keer ook niet gebeurt. Dit zou dan kunnen komen doordat de verwachtingen van de belanghebbenden telkens veranderen.

Een tekortkoming aan dit onderzoek is dat er geen duidelijke conclusies kunnen worden getrokken, maar er alleen verbanden kunnen worden gelegd. Dit, omdat er geen voorgaand onderzoek is gedaan naar de effecten van de voorgenomen veranderingen op de eigenschappen van de accountant. Het blijft dus gissen of de getrokken conclusies de juiste zijn. Een andere tekortkoming aan dit onderzoek is dat de voorgenomen veranderingen van de IAASB (2012), de PCAOB (2013) en de Europese Commissie (2010) niet op alle punten overeenkomen. Af en toe spreken ze elkaar tegen. Dan is het lastig om te concluderen wat de beste voorgenomen veranderingen zijn.

Voor een vervolgonderzoek zou onderzocht kunnen worden waarom de

verwachtingskloof nog niet verdwenen is. In diverse onderzoeken is naar voren gekomen dat voorgaande veranderingen niet hebben geleid tot een vernauwing van de

verwachtingskloof. Er zijn in deze onderzoeken echter nog geen duidelijke conclusies getrokken waarom de verwachtingskloof niet wordt verkleind.

9. Referenties

AFM (2013). Rapport naar aanleiding van AFM-onderzoek naar kwaliteit accountantscontrole en stelsel van kwaliteitsbeheersing en -bewaking bij negen OOB-vergunninghouders. Gelezen 24 juni 2015

Arens, A.A., R.J. Elder en M.S. Beasley (2014). Auditing and assurance services, an integrated approach. Harlow: Pearson education limited.

(36)

36

Arnold, P.J. (2009). Global financial crisis: the challenge to accounting research. Accounting organizations and society, 34, (6-7), 803-809.

Barth, M.E. en W.R. Landsman (2010). How did financial reporting contribute to the financial crisis? European accounting review, 19, (3), 399-423.

Blay, A., M. Notbohm, C. Schelleman, en A. Valencia (2012a). Audit quality effects of an individual audit engagement partner signature mandate. Working paper. Available at http://ssrn.com/abstract=2061730.

Blay, A., E. Gooden, M. Mellon, en D. Stevens (2012b). Can moral reasoning reduce auditor misreporting? An experimental examination of investor presence and an auditor sign-off requirement. Working paper. Available at: http://ssrn.com/abstract=2061730 Boxmeer, A. (2012). Moderne accountant 8 eigenschappen. De accountant, (10), 22-24. Carcello, J.V. en C. Li (2013). Costs and benefits of requiring an engagement partner

signature: recent experience in the United Kingdom. The accounting review, 88, (5), 1511-1546.

Carcello, J.V. en T.L. Neal (2000). Audit committee composition and auditor reporting. The accounting review, 75, (4), 453-467.

Carson, E., N.L. Fargher, M.A. Geiger, C.S. Lennox, K. Raghunandan en M. Willekens (2013). Audit reporting for going-concern uncertainty: a research synthesis. Auditing: a journal of practice & theory, 32, (1), 353-384.

Chi, H. & C. Chin (2011). Firm versus partner measures of auditor industry expertise and effects on auditor quality. Auditing: A Journal of Practice & Theory, 30, (2), 201-229. Chow, C.W. en S.J. Rice (1982). Qualified audit opinions and auditor switching. The

Accounting review, 57, 326-335.

Christensen, B.E., S.M. Glover en C.J. Wolfe (2014). Do critical audit matter paragraphs in the audit report change nonprofessional investors' decision to invest? Auditing, a journal practice & theory, 33, (4), 71-93.

Church, B.K., S.M. Davis en S.A. McCracken (2008). The auditor’s reporting model: a literature overview and research synthesis. Accounting horizons, 22, (1), 69-90.

Davis, S., R. King, en N. Mintchik (2012). Mandatory disclosure of the engagement partner’s identity: potential benefits and unintended consequences. Accounting Horizons, forthcoming.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In het controleproces van de toekomst zal naar verwachting weer plaats worden ingeruimd voor fraude: risicoanalyse specifiek gericht op fraude, meer aandacht voor

Uit de totstandko­ ming van deze wet kan worden afgeleid, dal de wetgever hierbij geen aanvullend onderzoek door de accountant voor ogen heeft gestaan, maar wel voorschrijft

Dient de accountant die de te verkopen vennootschap controleert doch in het geval die tevens optreedt voor de verkoper, niet het bijzondere belang van de

Neen, in dat opzicht past de gemeente-accountant geen klacht, maar in de uitoefening van die functie betaalt hij wel de prijs voor dat voorrecht in de vorm van het beleven

Ten slotte moet nog worden stilgestaan bij de complicaties, die zich kunnen voordoen, indien een fusie wordt overwogen door twee (of meer) ondernemingen, bij welke

Een van een cliënt ontvangen lijst van openstaande vorderingen b.v. wordt eerst een wezenlijk onderdeel van de werkbescheiden van de accountant, door­ dat deze de op

Deze kantonrechter overwoog: „dat Wij van oordeel zijn dat een accountant een vertrouwensman is van degenen die zijn deskundige hulp inroepen en dat hij zijn

De eerste vraag die daar werd opgeworpen was: bezit de openbare ac­ countant de nodige vakbekwaamheid om als organisatie-adviseur op te treden? De heer Richard