• No results found

Beslisschema verwijzen aangeboren hartafwijkingen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Beslisschema verwijzen aangeboren hartafwijkingen"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Beslisschema verwijzen aangeboren hartafwijkingen

Centrale cyanose en/of kortademigheid in anamnese of bij

inspectie (bij verdenking op hartafwijking)

Aanwezigheid hartgeruis

Pulsaties aa. femorales bij herhaling afwezig/zwak (zie onder) Geen actie Spoedverwijzing kinderarts/-cardioloog2 Inspannings intolerantie Jonger dan 6 maanden Verdacht of pathologisch geruis1 Achterblijvende groei Hartafwijking in de familie

Ja

Nee

Nee

Nee

Ja

Ja

Ja

Ja

Nee

1

Bij twijfel over de aard van het hartgeruis, wordt bij zuigelingen een vervolgafspraak gemaakt na maximaal vier weken. Bij oudere kinderen kan eventueel langer gewacht worden.

2

Verwijzing geschiedt altijd met kennisgeving aan of na overleg met de huisarts

Nee

Nee

Nee

Nee

Verwijzing kinderarts/-cardioloog2

Ja

Verwijzing kinderarts/-cardioloog2

Ja

Verwijzing kinderarts/-cardioloog2

Ja

Indicaties voor controle en verwijzen in verband met coarctatio aortae:

Op leeftijd 4 (3-5) weken:

·

Bij twijfel aan de (kwaliteit van) de femoralispulsaties en de aanwezigheid van een geruis op de rug tussen de schouderbladen:

verwijzen naar de kinderarts/kindercardioloog

·

Indien de femoralispulsaties zwakker zijn dan de brachialispulsaties (en/of radialispulsaties): verwijzen naar de kinderarts/

kindercardioloog

·

Bij twijfel aan de (kwaliteit van) de femoralispulsaties, in afwezigheid van zwakkere brachialispulsaties (en/of radialispulsaties)

en geen geruis op de rug wordt gehoord: controle op de leeftijd van 3 maanden.

Bij tweede contactmoment jeugdarts (bijvoorbeeld op leeftijd 3 maanden):

·

Bij (aanhoudende) twijfel aan de (kwaliteit van) de femoralispulsaties, ongeacht de aanwezigheid van een geruis op de rug

tussen de schouderbladen: verwijzen naar de kinderarts/kindercardioloog

·

Indien de femoralispulsaties zwakker zijn dan de brachialispulsaties (en/of radialispulsaties): verwijzen naar de kinderarts/

kindercardioloog

(2)

Indicaties voor verwijzen in verband met mogelijke aritmieën:

· klachten in combinatie met afwijkingen bij lichamelijk onderzoek

· onregelmatige pols die toeneemt bij inspanning

· (anamnestisch) aanvallen van tachycardieën

· persisterende bradycardie

· positieve familieanamnese op ernstige, erfelijke ritmestoornissen (Zoal het lange QT syndroom) Indicaties voor controle en verwijzen naar aanleiding van bloeddrukmeting:

Eerste meting:

· bloeddruk >P95: controle na 3-6 weken

· bloeddruk ≥ 20 mmHg boven de P95: verwijzen naar de kinderarts/kindercardioloog Tweede meting:

· bloeddruk >P95: verwijzing naar huisarts/kinderarts voor verder onderzoek en behandeling Indicatie voor verwijzen in verband met de psychosociale gevolgen van een (aangeboren) hartafwijking:

· Indien er twijfel is over het psychosociaal functioneren van een jeugdige wordt zo nodig verwezen voor psychosociale begeleiding naar een maatschappelijk werker, gespecialiseerde psycholoog’of de behandelend kindercardioloog.

1. Anamnese 2. Groei 3. Lichamelijk onderzoek a. Inspectie: · Algemene indruk · Dysmorfieën · Huid · Thorax · Ademhaling · Hoofd-hals en extremiteiten b. Palpatie: · Pols

· Ictus cordis (op indicatie, bij hartgeruis)

· Thrills (op indicatie, bij hartgeruis)

· Lever en milt c.Auscultatie:

· Tweede intercostaal ruimte rechts naast sternumrand

· Tweede intercostaal ruimte links naast de linker sternumrand

· Vierde intercostaal ruimte links naast de linker sternumrand

· Vijfde intercostaal ruimte op de midclaviculairlijn links t.h.v. apex d. Bloeddrukmeting (bij jeugdigen > 5 jaar met overgewicht)

Anamnese en lichamelijk onderzoek, gericht op de opsporing van hartafwijkingen in de JGZ

Kenmerk Kenmerken, die meestal wijzen op een onschuldig geruis Kenmerken, die vrijwel altijd wijzen op een

pathologisch geruis

Intensiteit Zacht muzikaal geruis (graad 1-2) Luid geruis (graad 3 en luider)

Timing: systolisch vs. diastolisch Systolisch ejectiegeruis (met uitzondering van continu veneus geruis)

Diastolisch, holosystolisch of continu geruis

Vorm Ejectiefase (ruitvormig, crescendo-decrescendo) Holosystolisch (bandvormig)

Lokalisatie (punctum maximum) Te horen in de tweede of vierde intercostaal ruimte links Tweede intercostaal ruimte rechts

Voortgeleiding Geen voortgeleiding Voortgeleiding naar rug, oksels en/of hals

Houdingsafhankelijkheid Wisselende intensiteit bij verandering van houding (van zitten/staan naar liggen en andersom) en/of bij ademhaling. Luider bij inspanning

Niet houdingsafhankelijk (verdwijnt zelden)

Aanwezigheid andere geluiden Geen 3e harttoon; 4e harttoon. Kan vergezeld gaan van

klik of galopritme

Indicaties voor controle en verwijzen 0-18 jaar

Alarmsignalen bij syncope (plotseling en voorbijgaand verlies van bewustzijn, vaak als ‘flauwvallen’ benoemd):

· syncope tijdens inspanning

· pijn op de borst voorafgaand aan syncope tijdens inspanning

· hartkloppingen voorafgaand aan syncope,

· de afwezigheid van prodromale verschijnselen (bleekheid, misselijkheid, zweten) voor syncope

· syncope na schrikken, hard geluid of emotionele stress

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

oudervragenlijst met behulp van een oudervragenlijst (SPARK, DMO-protocol, NOSIK, KIPPPI of b.v. de vragenlijst "vroegsignalering psychosociale problematiek" of van

In dit onderzoek is een analyse gemaakt van de verwachte kosten van het systematisch opsporen van aangeboren hartafwijkingen bij jonge kinderen in de jeugdgezondheidzorg met

Hoewel deze brochure uw huisarts helpt om u beter te begeleiden, zal uw huisarts geen specialist worden op het gebied van aangeboren hartafwijkingen.. Daarvoor ziet hij/zij te

Het NHG, de Patiëntenvereniging Aangeboren Hartafwijkingen (PAH) en de VSOP – Patiëntenkoepel voor zeldzame en genetische aandoeningen, ontwikkelden gezamenlijk een digitale

Voor sommige instrumenten zijn voldoende alternatieven – zo hoeft een beperkt aantal mondelinge vragen in de meeste gevallen niet te betekenen dat raadsleden niet aan hun

Uit het onderhavige onderzoek blijkt dat veel organisaties in de quartaire sector brieven registreren (van 51% in het onderwijs tot 100% of bijna 100% in iedere sector in het

De waardering voor de samenwerking tussen deze organisaties is ten opzichte van vorig jaar niet significant veranderd, maar over de langere termijn zien we een positieve

De procedure Terugmeldingen is bekend, papieren dossiervorming mogelijk belemmering voor centrale regie.. De 5-dagen termijn wordt door een