Vraag nr. 291 van 2 juli 1998
van mevrouw PATRICIA CEYSENS Sint-Medardushof Bertem – Onderhoud
Het Sint-Medardushof in Bertem werd omwille van zijn historische en artistieke waarde op ver-zoek van de toenmalige gemeenschapsminister van Cultuur, de heer Gaston Geens, bij besluit van de Vlaamse Executieve van 22 september 1982 beschermd als monument.
In hetzelfde besluit en om dezelfde redenen werd overigens de hele omgeving rond het Sint-Medar-dushof beschermd als dorpsgezicht.
Inmiddels gebeurde er noch met het Sint-Medar-dushof, noch met de omgeving iets wat deze histo-rische en artistieke waarde ten goede komt.
Integendeel, het Hof lig erbij als het eerste beste stort voor schroot. Het is een vuil en zwaar onder-komen gebied bezaaid met oude wrakstukken van wagens en vrachtwagens. De toestand is ronduit schandalig, temeer daar het Sint-Medardushof eigendom zou zijn van een overheid, met name het OCMW van Brussel. Het is zeker geen toonbeeld van hoe Vlaanderen met zijn cultureel erfgoed zou moeten omspringen.
Daarenboven gebruikt het Vlaams Gewest een strook vlak naast het Hof als stockeerplaats voor bouwmaterialen. De gewone burger wordt noch-tans bij iedere aanvraag tot wijziging van een ele-ment aan de woning gewezen op het beschermings-besluit. De minister zal wel begrijpen dat de bur-gers dergelijke houding van de Vlaamse overheid geen pareltje van goed en rechtlijnig bestuur vin-den.
1. Is de beschreven situatie de minister bekend ? 2. Werden er door zijn administratie reeds stappen
ondernomen om deze schrijnende toestand aan te pakken ?
3. Hoe moet het nu verder met dit dossier ?
Antwoord
Het Sint-Medardushof is wel bekend bij de Vlaam-se monumentenzorg. Zo werden onlangs initiatie-ven genomen voor het decantatie- en wachtbekken dat gepland was binnen het beschermde dorpsge-zicht rond het Sint-Medardushof.
Het feit dat de hoeve eigendom is van het OCMW van Brussel, een openbare instelling die niet onder het toezicht valt van het Vlaams Gewest maar van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, heeft tot gevolg dat het Vlaams Gewest niet rechtstreeks via de regeling inzake het administratief toezicht de nodige maatregelen kan treffen. Het decreet van 3 maart 1976 voorziet evenwel in maatregelen om de verwaarlozing van beschermde monumenten te beteugelen.