• No results found

[inhoud: hoofdartikelen… …en verder]

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "[inhoud: hoofdartikelen… …en verder]"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)



NMagazine | maart 006



NMagazine | maart 006

[column]

Samenwerking

Begin januari mocht ik de NMa Agenda 2006 overhandigen aan minister Brinkhorst van Economische Zaken. Bij die gelegenheid maakten we wereld- kundig dat de NMa dit jaar de media- en communicatiemarkten tot een van de centrale aandachtsvelden heeft benoemd. ‘Het gaat hier om maatschappe- lijk belangrijke markten waar de innovatie en dynamiek niet mogen worden belemmerd door concurrentiebeperkingen’,

zei ik tijdens die bijeenkomst, zonder de gelegenheid te hebben daar dieper op in te gaan. Dat kunnen we goedmaken in dit nummer van NMagazine, waarin u een uit- gebreid artikel aantreft over de achtergron- den van deze beslissing.

Vanzelfsprekend is de markt van de media niet de enige markt die we het komende jaar onder de loep nemen. Traditiegetrouw besteden we aandacht aan de energiesector, de zorg, de bouw, de financiële sector, het vervoer en de vrije beroepen. Ook daarover

leest u meer in dit blad. Over het convenant betalingsverkeer bijvoorbeeld, waarin de detailhandel en de banken mede door bemoeienis van de NMa afspraken hebben gemaakt over – lagere – pin-tarieven. Over de toekomstvisie van de Vervoerkamer op de ingewikkelde markt van het spoor, waar ProRail, de beheerder van het spoor, nog steeds monopolist is. En over de meest recen- te ontwikkeling op de elektriciteitsmarkt, waar nu zelfs in Europees verband wordt gewerkt aan marktintegratie.

‘Samen markten laten werken’ – onder die noemer hebben we de NMa Agenda 2006 gepresenteerd. We kunnen het niet alleen, willen we daarmee zeggen. We doen het samen met u. Maar we hebben er natuurlijk wel een duidelijke visie op.

pieter kalbfleisch

voorzitter Raad van Bestuur NMa

fotografie corb!no

[inhoud: hoofdartikelen… …en verder]

4 [case]

meer pinnen en chippen

De strijdbijl is begraven. Banken en detailhandel hebben een convenant bereikt over de pintarieven. De lagere tarieven schelen de detailhandel veertien miljoen op jaarbasis.

8 [branche en beeld]

‘klokkenluiders zijn niet geliefd. beloon ze goed’

Hij looft de aanpak van de Nederlandse bouwfraude. Bill Kovacic, bestuurder van de Federal Trade Commission, de Amerikaan- se NMa, over toepassing van het strafrecht in het mededingingsbeleid, informanten en het koesteren van goed personeel.

11 stroom van de buren

De liberalisering van de Nederlandse energiemarkt betekent dat er concur- rentie moet kunnen bestaan met marktpartijen uit het buitenland. DTe ontwikkelde een stappenplan voor grensoverschrijdende handel.

12 nm

a

agenda 2006

Media en communicatie: dat is het belangrijkste nieuwe aandachtsveld van de NMa Agenda 2006. Daarnaast dit jaar ook weer aandacht voor de energie- sector, de zorg, de bouw, de financiële sector, de vervoerssector en de vrije beroepen.

15 het argument

Als de Nederlandse Spoorwegen geen treinen laten rijden, komt er dan nog iets terecht van het openbaar vervoer?

16 gevoelig vervoer

De Vervoerkamer van de NMa heeft in- grijpende bevoegdheden. In een markt in beweging moet de toezichthouder uiterst zorgvuldig opereren, vertelt directeur Marga Zuurbier.

18 NMa-Nieuws

In de zomer van 2006 komt er één loket voor alle consumentenvragen, een loket speciaal voor ondernemers is al operationeel.

colofon

De NMa werkt aan gezonde con- currentie, die uiteindelijk ten goede komt aan de consument.

De NMa staat op de bres voor de keuzevrijheid van consumenten en de concurrentiemogelijkhe- den van bedrijven. De NMa treedt op tegen kartels, misbruik van economische machtsposi- ties en fusies en overnames die de concurrentie belemmeren.

DTe werkt aan elektriciteits- en gasmarkten. Deze kamer binnen de NMa reguleert de toegang tot de energietransport- en distribu- tienetten en bevordert waar mo- gelijk de concurrentie op de energiemarkten. DTe streeft naar efficiëntie en kwaliteit, ten be- hoeve van consumenten. Lei- dend principe is: waar mogelijk marktwerking stimuleren en waar nodig de effecten van marktwerking simuleren.

De Vervoerkamer werkt aan vervoersmarkten. Deze kamer binnen de NMa bewaakt en be- vordert de eerlijke toegang van bedrijven tot de vervoersmarkt en tot essentiële voorzieningen.

De Vervoerkamer voorkomt mis- bruik van economische machts- posities en treedt daartegen op.

NMagazine is de kwartaal- uitgave van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, waartoe ook DTe en de Vervoerkamer behoren. ISSN-nummer:

1571- 0394.

Redactiecommissie:

Christward Dieterman, Winnie van Heesch, Esther Jacobs, Esther Knabben, Mike Muires, Rogier van der Oord, Laura van den Ouden, Barbara Roest.

Aan dit nummer werkten mee:

ANP Foto, Joep Bertrams, Bert Bukman, Michel Campfens, Corb!no, Guido van Damme, Gert Hage, Els Kalkman, Michel Knapen, Jelle Leenes, Urtha Ririhatuela, ZEFA/Corbis

Art direction & vormgeving Curve grafische vormgeving Haarlem.

Redactieadres:

NMa

Afdeling Strategie en Communicatie Mike Muires Postbus 16326 2500 BH Den Haag tel: 070 330 1345 e-mail: m.muires@nmanet.nl

Concept & realisatie:

vdBJ/Communicatie Groep, Bloemendaal

www.vdbj.nl

NMagazine 0601 maart.indd 2-3 23-02-2006 16:54:57

(2)



NMagazine | maart 006

War on cash Pinnen per transactie 1 cent goedkoper

Nederland moet meer pinnen en chippen. Dat is goedkoper, efficiënter én veiliger. Een innovatiefonds bereidt die omslag voor. Banken en detailhandel werken weer samen. En nog mooier: de tarieven voor het elektronische beta- lingsverkeer zijn intussen verlaagd. Precies wat de NMa voor ogen had.

Tekst Jelle Leenes/fotografie

E

en foto in de werkkamer van Henk van den Broek, directeur van de Samenwerkende Dirk van den Broek Bedrijven, met daarop de opgeplakte tekst:

‘Beste Henk, bedankt voor de goede en plezierige samenwerking in het kader van het convenant betalingsverkeer 2005. Rien Hinssen.’

De opname zelf toont drie vrolijke man- nen, vorig jaar december bijeen. Links supermarktdirecteur Henk van den Broek namens het Platform Detailhandel, in het midden een breeduit lachende minister Zalm van Financiën, en rechts, namens de gezamenlijke banken, Rien Hinssen, lid van de Raad van Bestuur van SNS REAAL Groep.

Foto en tekst spreken volgens Van den Broek boekdelen. Ze bewijzen de nieuwe verstandhouding tussen banken en detail- listen. Een relatie die jarenlang onder druk stond. De toonbankinstellingen – winke- liers, horeca, tankstations – beschuldig- den Interpay en de banken van te hoge monopolietarieven. Ook van die periode is het bewijs terug te vinden in Van den Broeks werkkamer in het centrum van Hoofddorp. Er staat een schaalmodel van een truck met oplegger op tafel. De tekst op de vrachtwagen – ‘Interpay, we komen afrekenen!’ – richt zich dreigend op deze organisatie, die nog altijd, zij het op andere

basis, het elektronische betalingsverkeer van de banken verzorgt.

NMa katalysator

Banken en detailhandel: een tot elkaar veroordeelde twee-eenheid. Hinssen en Van den Broek beseffen dat terdege. Mede door hun, na verloop van tijd ontstane goede, persoonlijke verhouding, begroeven de achterbannen vorig jaar de strijdbijl.

Met als gevolg een helder convenant dat de grondslag moet bieden voor een goedkoper, efficiënter, veiliger en transparanter elektro- nisch betalingsverkeer. Een door de NMa gesteunde en begeleide overeenkomst die ervoor moet zorgen dat de Nederlandse consument én winkelier veel meer gaat pinnen en chippen. Een akkoord ook dat volgens Hinssen en Van den Broek zonder de bemoeienis van de NMa nooit tot stand zou zijn gekomen. De NMa werkte als katalysator.

Wat houdt het convenant nu precies in?

Eén: detaillisten ontvangen van de banken

met terugwerkende kracht tot 1 januari 2005 voortaan ten minste één eurocent korting per pinbetaling. Het tarief komt daarmee uit op gemiddeld vijf eurocent per transactie. Dat scheelt de detailhandel veertien miljoen euro op jaarbasis.

Twee: de banken en de toonbankinstellin- gen zijn onder voorzitterschap van Henk van den Broek gelijk vertegenwoordigd in een Innovatiefonds dat efficiënter (elektro- nisch) betalen wil stimuleren. De banken hebben tien miljoen euro in dit fonds gestort. De eerste vergadering heeft al plaatsgevonden.

Nieuwe organisatie

De banken besloten begin vorig jaar om de beheerstructuur van hun centrale verwer- kingsorganisatie voor elektronische betalin- gen, Interpay, te wijzigen. Waren winkeliers voorheen ‘veroordeeld’ tot directe contrac- ten, inclusief ‘onwrikbare’ tarieven met deze onderneming, nu sluiten zij tot hun genoegen individuele overeenkomsten met

Zonder de NMa was het convenant nooit bereikt

[case]

NMagazine | maart 006



(3)



NMagazine | maart 006

Interpay sprake was van kartelvorming en of er op basis van kosten en baten door die onderneming uitzonderlijke tarieven werden gehanteerd. Uitgebreid onderzoek van de ‘complexe materie’ leidde tot een bevestigend antwoord op beide vragen.

‘Niet dat de NMa op zich iets heeft tegen bepaalde vormen van samenwerking’, verduidelijkt Tjin-A-Tsoi. ‘Zolang die samenwerking maar niet verder gaat dan noodzakelijk. Bij Interpay was dat niet het geval. De firma fungeerde als een centraal verkoopkantoor richting detailhandel.’ Nu is dat niet meer zo. Bovendien: de gemid- deld vijf eurocent die de banken nu zelf per transactie rekenen, zijn volgens de NMa-directeur ‘substantieel lager’ en ‘een stuk reëler’.

Kleine bedragen

Henk van den Broek vroeg de banken destijds om twee eurocent korting per transactie. Dat het maar één cent is gewor- den, deert hem niet meer. ‘Beter een half ei dan een lege dop, nietwaar?’ Van den Broek kijkt liever vooruit. Hem is er alles aan gelegen om het elektronisch betalen sterk te bevorderen. Nu nog vindt slechts 15 tot 20 procent van het aantal toonbankbetalin- gen op die wijze plaats. Het streven is dat aandeel binnen afzienbare tijd op te rekken tot minstens 25 à 30 procent en vervolgens liefst zo hoog mogelijk.

Winkelier én consument moeten er tijdens deze war on cash van overtuigd worden dat het juist ook in hun eigen voordeel is om zelfs de kleinere bedragen voortaan elektro- nisch af te handelen. In het verleden is dat beide groeperingen eigenlijk afgeleerd.

Van den Broek geeft het toe. Die ‘ontmoe-

diging’ had alles te maken met de tarieven- oorlog tussen detailhandel en banken.

Nog altijd adviseren veel winkeliers hun klanten om kleine bedragen contant te be- talen. Of ze vragen wat extra geld. Wie kent niet de stickers op toonbanken en kassa’s dat onder een bepaald bedrag een pintoeslag in rekening wordt gebracht? Dat moet nu snel verleden tijd worden, vindt Van den Broek. Het is zaak om via de media maar zeker ook in de winkels zelf de gehele

maatschappij te overtuigen van het nut en voordeel van elektronisch betalen. Uiter- aard moeten de bijbehorende kosten voor de detailhandel dan steeds verder dalen.

Meer concurrentie

De Nederlandsche Bank acht een verdubbe- ling van het aantal elektronische betalingen de komende jaren goed mogelijk. Een verdubbeling die volgens de centrale bank een maatschappelijke kostenbesparing kan opleveren van ruim 100 miljoen euro.

Minister Zalm herhaalde deze verwachting bij de ondertekening van het convenant.

Met ‘positieve prikkels’ kunnen consument én winkeliers over de streep getrokken worden, meent hij. Overwogen kan worden om de kosten van pinpas en chipknip te drukken. Of om de rente op lopende rekeningen te verhogen. Meer acceptatie- punten voor pinpassen biedt volgens Zalm

ook soelaas, net als het betalen via internet.

De minister gaf nadrukkelijk steun aan het uitgangspunt van de NMa dat er intussen ruimte is voor concurrentie. Want ook dat leidt tot lagere prijzen. Het gaat er volgens de bewindsman ‘uiteindelijk om dat po- tentiële besparingen terechtkomen bij de consument’.

Een opmerking die Henk van den Broek uit het hart is gegrepen. Hij is ‘tevreden’ dat de

‘oorlog’ met de banken voorbij is. Maar op zijn hoede blijft hij wel.

rien hinssen:

‘Eigenlijk was er geen ruimte voor korting op de pintarieven’

Verlaagd tarief scheelt detailhandel veertien miljoen euro op jaarbasis

6

NMagazine | maart 006

de banken afzonderlijk. De nieuwe Inter- pay-organisatie is nog wel eigendom van de banken maar zorgt als processor voor een vlotte administratieve verwerking van de circa 1,4 miljard pintransacties plus andere elektronische betalingen per jaar. Eigendom en beheer van de collectieve betaalproduc- ten PIN en Chipknip zijn ondergebracht in een aparte organisatie, ‘Currence Nederland’. Currence heeft als doel meer transparantie te bieden en marktwerking te faciliteren. Dat alles onder toezicht van gedeeltelijk onafhankelijke commissarissen onder leiding van Annemarie Jorritsma, oud-minister en burgemeester van Almere.

Boetes verlaagd

Een nieuwe situatie rond het elektronische betalingsverkeer waar de NMa volgens Tjark Tjin-A-Tsoi, directeur bij de Directie Concurrentie Toezicht, goed mee kan leven.

Over het convenant heeft de NMa vooraf een informele zienswijze afgegeven. ‘De NMa staat voor het vergroten van economi- sche efficiency en het stimuleren van in- novatie. Voor het betalingsverkeer betekent dat meer efficiency: snellere doorstroming bij de kassa, minder veiligheidsrisico’s, minder maatschappelijke kosten, meer betalingsgemak, betere dienstverlening en lagere tarieven. De ontstane concurrentie tussen banken en de huidige afspraak tus- sen detailhandel en banken bevordert dit alles. Voor de NMa dus een enorm positieve ontwikkeling.’ Sterker nog: de NMa was nauw betrokken bij de totstandkoming van het convenant tussen banken en detailhan- del. De overeenkomst werd vooraf zelfs, met gunstig resultaat, door de toezichthou-

der mededingingsrechtelijk getoetst via een zogenoemde informele zienswijze.

De NMa besloot, mede op basis hiervan, tot verlaging van de boetes (14 miljoen in plaats van 47 miljoen euro) aan de acht grote, in Interpay deelnemende banken. De boetes had de NMa uitgedeeld voor de door Interpay-oude-stijl gehanteerde excessieve tarieven. De boete voor Interpay werd inge- trokken.Volgens Tjin-A-Tsoi niet omdat de NMa nu definitief zou hebben vastgesteld dat er geen sprake was van het misbruik van een economische machtspositie. Dit leek Interpay publiekelijk te suggereren.

Wel was in de bezwaarprocedure een tijd- rovend aanvullend economisch onderzoek geëist naar het misbruik door Interpay. De daaruit voortkomende jarenlange, slepende procedures achtte de NMa niet in het belang van de consument, de detailhandel en het betalingsverkeer.

Vlug, veilig, voordelig

Meer en moderner elektronisch betalingsverkeer: wat vinden burgers daar eigenlijk van? Voor de Consumentenbond liggen de zaken eenvoudig. De bond is bereid nieuwe ontwikkelingen te aanvaarden mits aan enkele voorwaarden wordt voldaan. Zo dienen alle betaalmogelijkheden in principe voor iedere consument toegankelijk te zijn. De klant moet via goede voorlichting in staat zijn om de juiste keuzes te maken. Klacht- en verhaalregelingen kunnen beter. Fraude met passen en/of rekeningen moet onmogelijk worden. Speciale aandacht moet er zijn voor ouderen en gehandicapten zoals blinden en slechtzienden. De bond is volgens een woordvoerder graag bereid over het betalingsverkeer mee te praten en te denken. ‘Want iedereen heeft vrijwel dagelijks met geld te maken.’

henk van de broek:

‘ Interpay, we

komen afrekenen!’

De banken kwamen op hun manier tot een soortgelijke conclusie. Zij gaven hun juridische verzet op tegen de opstelling en de boetes van de NMa. Het vooruit- zicht van nog jaren kissebissen zagen ze na een bestuurlijke afweging niet zitten, hoewel er volgens Rien Hinssen eigenlijk geen ruimte was voor een korting op de pintarieven en de NMa het naar zijn mening allerminst bij het rechte eind had. Integendeel. De banken blijven van mening dat de tarievenclaims van de detailhandel en de daaropvolgende NMa-boetes ‘volstrekt onterecht’ waren.

Hinssen: ‘Wij hadden sterk het gevoel met Interpay te worden gestraft. Terwijl mede door dit vroegtijdige, zeer voor- uitstrevende samenwerkingsverband de tarieven van het betalingsverkeer nergens zo laag zijn als in Nederland.’

Kartelvorming

NMa’er Tjin-A-Tsoi realiseert zich dat de tarieven van het elektronische betalings- verkeer in Nederland relatief laag zijn.

‘Het is waarschijnlijk waar dat er in Nederland sprake is van relatief lage ta- rieven, hoewel het vaak appels met peren vergelijken is. Maar relatief lage tarieven impliceren niet noodzakelijkerwijs dat de behaalde rendementen ook in absolute zin laag zijn. Als de kosten laag zijn, dan kan nog steeds een hoog rendement worden behaald.’

En dat heeft de NMa getoetst. Geconfron- teerd met klachten uit de detailhandel en met ‘signalen uit de samenleving’ ging de toezichthouder enkele jaren geleden aan de slag. De NMa onderzocht of er bij de destijds coöperatieve joint venture

NMagazine 0601 maart.indd 6-7 23-02-2006 16:55:04

(4)



NMagazine | maart 006



NMagazine | maart 006

strafrecht in mededingingskwesties vraagt om behoorlijk ingrijpende institutionele veranderingen. Een belangrijke implicatie is dat je een uitvoerende dienst nodig hebt die de rol op zich neemt van openbare aanklager. Dit betekent dat er een hechte samenwerking moet zijn tussen de me- dedingingsautoriteit en de traditionele openbare aanklager. Zelf beschouw ik de ontwikkeling van mededingingssystemen als een evolutionair proces. Er zijn tal van goede redenen en mogelijkheden om met allerlei rechtsvormen te experimenteren.

Als een alternatief dat wat breder kan wor- den getest, kan ik me voorstellen dat aan individuele personen niet-strafrechtelijke sancties worden opgelegd, zoals geldboe- tes. Je kunt met wat bescheidener boetes beginnen en deze op den duur opvoeren.’

In de Amerikaanse cultuur worden over- tredingen van het mededingingsrecht als ernstiger beschouwd dan in Nederland.

Wat kunnen we in Nederland van de Amerikaanse voorgeschiedenis leren?

‘In de Verenigde Staten was de ontwik- keling van de strafrechtelijke aanpak van het mededingingsrecht een langzaam voortschrijdend proces. In 1974 nam het Congres een wetswijziging aan die bepaalde dat de maximumboete voor bedrijven werd verhoogd van vijftigdui- zend naar een miljoen dollar. Dit was een belangrijk keerpunt. Vanaf die datum vervolgde het ministerie van Justitie indi- viduele personen voor kartelvorming. Een goede manier daarvoor is om de veront- waardiging van een groot publiek los te maken. Je kunt bijvoorbeeld vaststellen dat bouwbedrijven de prijzen voor nieuwe ziekenhuizen kunstmatig hoog hebben gehouden, waardoor er in een bepaald gebied maar tien ziekenhuizen zijn gebouwd, in plaats van de noodzakelijke twaalf. Of je kunt bedrijven aanklagen die de prijs van schoolmelk hebben opgedreven, waardoor kleine kinderen te weinig melk hebben gekregen. Wil je een maatschap- pelijk draagvlak creëren voor de gedachte dat dergelijk gedrag verwerpelijk is en het waard is strafrechtelijk te worden vervolgd, dan kun je zo beginnen. Achter de tralies met die lui!’

Wat is naar uw mening nodig om het Nederlandse mededingingsbeleid effectie- ver te maken?

‘Een van de belangrijkste middelen is het uitdelen van strengere straffen. De NMa heeft dit al gedaan in het geval van de bouwfraude. Een boete van tientallen miljoenen euro’s is een geloofwaardige De FTC is het Amerikaanse equivalent van

de NMa. Wat is het verschil tussen de twee mededingingsautoriteiten?

‘De verschillen zijn groot. Om te begin- nen is de FTC al in 1914 opgericht en de NMa pas in 1997. Daarnaast kan de FTC terugvallen op het strafrecht, een bevoegd- heid die de NMa ontbeert. Toch vind ik dat de NMa, ondanks deze beperkingen, veel heeft bereikt. Neem de recente kwestie met de bouwfraude. De aanpak van de bouwkar- tels is van groot belang voor de mondiale regelgeving op het gebied van mededin- gingsrecht. Onderlinge prijsafspraken bij de aanbesteding van publieke werken komen veel voor, overal ter wereld, en zijn buitengewoon schadelijk. Het feit dat de NMa in een relatief kort tijdsbestek deze problemen met succes heeft aangepakt en de opmerkelijk effectieve oplossingen die daarbij zijn aangedragen, vormen een geweldig voorbeeld voor andere mededin- gingsautoriteiten in de wereld.’

Is het Nederlandse mededingingsbeleid minder effectief dan het Amerikaanse, omdat het strafrecht niet kan worden toegepast?

‘Ik denk eerlijk gezegd niet dat strafrecht absoluut nodig is. Tot nu hebben we op dit vlak alleen maar ervaring in de Ver- enigde Staten en zijn in Groot-Brittannië experimenten gaande. Invoering van het

Bill Kovacic is een autoriteit op het gebied van internationaal mededingingsrecht. Daags voordat hij door de Senaat werd benoemd tot een van de bestuurders van de Federal Trade Commission (FTC), de Amerikaanse NMa, bracht hij een bezoek aan Nederland.

In NMagazine ontvouwt hij zijn visie op de effectiviteit van het mededingingsbeleid

tekst Mike Muires/fotografie Corb!no

[branche & beleid]

‘ Beloon klokken luiders’

Bill Kovacic, topman van de Amerikaanse NM a :

‘ Wat de NMa in

zo korte tijd met

het bouwfraude-

schandaal heeft

bereikt, is een

voorbeeld voor

de hele mede-

dingingswereld.’

(5)

10

NMagazine | maart 006

11

NMagazine | maart 006

[europa]

M

eer concurrentie tussen elektriciteitsbedrijven in Nederland, België en Frankrijk, dat is uiteindelijk de bedoeling van een ‘stappenplan’ voor regionale marktintegratie dat onlangs verscheen. Onder verantwoordelijk- heid van de Nederlandse energietoezichthouder DTe, onderdeel van de NMa en de Franse en Belgische zusterorganisaties CRE en CREG, werd in december het document ‘Regionale marktin- tegratie van de elektriciteitsgroothandelsmarkten in België, Frankrijk en Nederland’ gepubliceerd.

De liberalisering van de Nederlandse energiemarkt brengt met zich mee dat er ook concurrentie moet kunnen bestaan met marktpartijen uit het buitenland. Dit

is vastgelegd in de richtlijnen van de Europese Unie. Concurrentie vanuit de omringende landen ligt momen- teel het meest voor de hand. Omdat in Duitsland de wetgeving en het toezicht tot voor kort onvoldoende waren geregeld, is in eerste instantie gekozen voor samenwerking met België en Frankrijk.

Het stappenplan heeft specifiek betrekking op bevordering van de grensoverschrijdende handel tus- sen de Nederlandse, Belgische en Franse groothandelsmarkten voor elektriciteit. Uit de reacties op een consultatiedocument dat de NMa medio vorig jaar uitbracht, bleek dat er tussen deze drie landen tal van handelsbelemmeringen zijn die de grensoverschrijdende concurrentie beperken. Maatregelen die export en import van elektriciteit efficiënter maken of de samenwerking tussen de drie toezichthouders verbeteren,

nemen deze handelsbelemmeringen weg. Dit heeft een gunstig effect op de prijzen voor de Nederlandse afnemers. Een der- gelijke vorm van grensoverschrijdende mededinging is op het gebied van energie in Europa nog niet eerder vertoond. In het buitenland worden de ontwikkelingen dan ook met belangstel- ling gevolgd.

Een grotere transparantie, dat is een van de belangrijkste doelstellingen van het stappenplan. De Nederlandse groothan- delsmarkt is op onderdelen transparanter dan de Belgische en de Franse. In Nederland zijn meer producentengegevens beschikbaar, bijvoorbeeld over de beschikbare productie en

capaciteit van elektriciteit. België en Frankrijk scoren op andere onder- delen weer beter. Uit de reacties op het consultatiedocument bleek het streven naar meer transparantie bij alle marktpartijen op veel steun te kunnen rekenen.

De implementatie van het stap- penplan is op 1 januari van dit jaar begonnen. Het plan beslaat grofweg een vijftal onderwerpen, die allemaal bijdragen aan het bereiken van een meer competitieve, regionale markt.

Naast het bevorderen van transpa- rantie gaat het bijvoorbeeld om het invoeren van efficiënte veilingen tussen de drie landen, het mogelijk maken van grensoverschrijdende handel op het laatste moment (na sluiting van de elektriciteitsbeurs) en gezamenlijke marktmonitoring door de toezichthouders. De daadwerke- lijke invoering van alle actiepunten (maar liefst 21) duurt, als alles mee- zit, tot medio 2007.

Routekaart voor regionale marktintegratie

Grenzeloze stroom

Grensoverschrijdende concurrentie in levering van energie: het is nog niet eerder vertoond, maar in 2007 wordt het realiteit. Een van de doelstellingen is een grotere transparantie, groter nog dan we nu al in Nederland kennen. tekst Bert Bukman/illustratie Joep Bertrams

sanctie. Je geeft een signaal dat je bereid bent je macht te gebruiken en dat draagt bij aan je geloofwaardigheid. Een andere maatregel betreft de complianceregelingen, die van groot belang zijn voor een goede uitvoering van de Mededingingswet. Ga na welke bedrijven zich op dat vlak netjes gedragen. Philips is een voorbeeld van een goed geadviseerd bedrijf met een uitste- kende interne deskundigheid. Ik heb er alle vertrouwen in dat Philips uitstekend aan de nalevingsvereisten voldoet. Dit soort bedrijven moet tot voorbeeld worden gesteld voor andere. Waarom ontwikkelen zij nalevingsprogramma’s en hoe worden deze vormgegeven? Gebruik het als een

voorbeeld van “best practice” op dat vlak.

Andersom kan het belangrijk zijn contact te houden met besmette bedrijfstakken, zodat deze herhaaldelijk worden gewezen op het belang van de zaak. Zorg ook dat je

je gezicht laat zien bij beroepsverenigingen en zorg voor een voortdurende stroom van publicaties. Kortom, wees duidelijk in het publieke debat.’

Wat zijn effectieve maatregelen om kartelvorming tegen te gaan?

‘Leg advocaten uit dat clementieprogram- ma’s noodzakelijk zijn voor effectieve naleving. Een eventuele volgende stap op het gebied van clementie, iets waarover mo- menteel veel wordt gespeculeerd in de aca- demische wereld, is om een percentage van de schadeclaims van de mededingingsau- toriteit ter beschikking te stellen van klok- kenluiders. In de Verenigde Staten kunnen

informanten een vergoeding krijgen van maximaal dertig procent van het bedrag dat de overheid verdient als deze een geldboete oplegt. Door dit systeem heeft een groot aantal Amerikanen het inmiddels geschopt tot miljonair. Klokkenluiders zijn bepaald niet geliefd binnen hun bedrijf en dus moet de beloning hoog zijn. Een soort gouden vangnet, zeg maar. Ik voorspel dat de volgende stap is dat informanten worden

betaald. Dat zal de kartelvorming dwarsbo- men. Het topmanagement beseft dan dat elk van hun medewerkers in het geheim kan aanbellen bij de mededingingsautori- teit. Op deze manier hebben zij niet langer alle touwtjes in handen.’

Hebt u tot slot een goede raad voor de NMa?

‘Mededingingsbeleid moet je beschouwen als werk in uitvoering. De bedreigingen komen onder meer van het bedrijfsleven.

Hoe meer succes de NMa heeft, hoe meer de particuliere sector zal proberen haar mensen te werven. Je moet ervoor oppassen dat je geen kweekvijver wordt voor de par- ticuliere sector, de universiteiten en andere potentiële werkgevers. Dit betekent dat je altijd gericht moet blijven op het werven van goede nieuwe medewerkers. Het is van belang dat als medewerkers vertrekken knowhow en institutionele kennis behou- den blijven voor de organisatie. Ook moet je ervoor zorgen dat je trainingsprogram- ma’s zo zijn opgezet dat nieuwe mensen hun werk direct kunnen overnemen. Het gaat dus om een goed beheer van menselijk kapitaal. Leun niet tevreden achterover als je successen hebt behaald. Dit is maar al te vaak de voornaamste reden van misluk- kingen. Zodra je denkt dat succes verzekerd is vanwege de successen uit het verleden, kun je wachten op de eerste onaangename verrassing. Daarom moet je altijd voor de troepen uit blijven lopen.’

Mondiale oriëntatie

Bill Kovacic is hoogleraar rechten aan de George Washington Universiteit en heeft jaren gewerkt als advocaat bij het gerenommeerde advocatenkantoor Bryan Cave in Washington.

Tijdens zijn studie koos Bill Kovacic voor een specialisatie in internationaal mededingingsrecht; een relatieve zeldzaamheid in de jaren zeventig. Ook nadien is zijn oriëntatie mondiaal gebleven. Zo heeft hij advieswerk verricht voor veertien verschillende landen, waaronder Zimbabwe, El Salvador en Mongolië. ‘Het was een bevredigende ervaring, maar het heeft mij er ook van doordrongen hoe weinig invloed je eigenlijk kunt uitoefenen. Sommige landen hebben te kampen met zeer ongunstige economische en politieke omstandigheden, zoals Zimbabwe en Nepal. Maar er zijn ook landen met positieve ontwikkelingen, zoals Vietnam en Marokko. Er is echter één aspect waarin ik het grootste vertrouwen heb. Bij veel projecten heb ik mogen samenwerken met enthousiaste en kundige jonge mensen, die werkzaam zijn bij mededingingsautoriteiten, universiteiten of overheidsinstellingen. Mijn verwachting is dat een aantal van hen belangrijke posities gaat bekleden. In Mongolië en Indonesië hebben mensen met wie ik heb samengewerkt het geschopt tot minister van Financiën.’

‘ De ontwikkeling van mededingingssystemen is een evolutionair proces’

NMagazine 0601 maart.indd 10-11 23-02-2006 16:55:18

(6)

1

NMagazine | maart 006

D

e markt van de media en de com- municatietechnologie is enorm in beweging. Traditionele uitingsvor- men veranderen in hoog tempo. Zo zijn kranten, om maar eens een van de meer traditionele media te noemen, al langer ac- tief met internet en de laatste tijd in toene- mende mate ook met televisie. Ook groeien content en distributie steeds meer naar elkaar toe. Een aansprekend voorbeeld is Versatel, een bedrijf dat als kabelaar begon, maar dat nu ook uitzendrechten van voetbal heeft verworven en wedstrijden digitaal be- schikbaar stelt voor betalende klanten. Het bedrijf is bovendien recentelijk overgeno- men door telecombedrijf Tele2.

‘Dat is allemaal nieuw en daar willen we bij zijn’, zegt Raymond de Rooij, program- mamanager media bij de NMa en in die hoedanigheid verantwoordelijk voor het onderzoeksprogramma dat de komende tijd wordt opgesteld. ‘Dynamiek is in principe natuurlijk een goede zaak. Je zou dus in eerste instantie verwachten dat de NMa zich niet actief met dynamische mark- ten bemoeit. Deze markten ontwikkelen zich echter zeer snel. Als er sprake is van mededingingsbeperkende gedragingen moet je snel kunnen ingrijpen. Dan moet je uiteraard goed weten waar het over gaat.

Dat is een van de redenen dat de markten van media en communicatietechnologie een belangrijke plek hebben gekregen in de NMa Agenda 2006.’

Volgens De Rooij zijn er allerlei ontwik- kelingen denkbaar die de dynamiek van mediamarkten kunnen belemmeren .‘Een potentieel gevaar is bijvoorbeeld dat ergens een te grote machtsconcentratie ontstaat, waardoor één of enkele aanbieders de markt kunnen gaan beheersen – hetzij door een kartel te vormen of door misbruik te maken van een economische machts- positie. Ik wil er overigens nadrukkelijk op wijzen dat het feit dat we deze markt onderzoeken, niet betekent dat er directe verdenkingen zijn. We willen graag de ontwikkelingen op dit gebied goed volgen, om tijdig te kunnen ingrijpen als dat nodig mocht blijken.’

Schoolboeken

In het onderzoeksprogramma, waarover Raymond de Rooij logischerwijs weinig specifieke mededelingen kan doen, valt wel een aantal aandachtsgebieden te onder- scheiden. De markt van schoolboeken is er één van. ‘De meest in het oog lopende ontwikkeling op die markt is het loslaten van de vaste boekenprijs per 1 januari 2005.

De vraag is natuurlijk: hoe gaan de diverse marktpartijen zich door dit wettelijke be- sluit gedragen? Vooralsnog is de indruk dat de concurrentie op prijs nog niet echt op gang komt, maar dat hoeft natuurlijk niet te betekenen dat er sprake is van een kartel.

Het kan net zo goed zijn dat de vraag niet helemaal optimaal is georganiseerd. De markt van schoolboeken is namelijk op een specifieke manier ingericht: de gebruikers – de ouders van schoolgaande kinderen – betalen de boeken, terwijl de scholen bepalen welke boeken zij moeten aanschaffen. Degene die de uiteindelijke vraag bepaalt, heeft een veel minder groot belang bij een lage prijs dan de gebruiker.

Dit soort ontwikkelingen willen we goed in de gaten houden. Tenslotte gaat er in deze markt jaarlijks vierhonderd miljoen euro om, en dat is toch een aanzienlijk bedrag.’

Daarnaast willen we kijken naar de rol die software en ICT spelen in de media- en communicatiemarkten. Zoals we in onze Agenda 2006 hebben aangegeven, nodigen we het komende jaar een aantal software- bedrijven uit om met ons van gedachten te wisselen over wat mededingingsrechtelijk is toegestaan op het gebied van de verkoop van softwareproducten en aanverwante diensten.’

Pluriformiteit

De keuze van de media- en communi- catiemarkten in de NMa Agenda is niet toevallig, benadrukt Raymond de Rooij.

‘De media vertegenwoordigen een publiek belang, dat is duidelijk. En al toetsen wij niet op de pluriformiteit van de pers, omdat wij daartoe op grond van de Mededingings- wet niet zijn bevoegd, toch zou je kunnen stellen dat er een relatie is tussen de mate

Media en communicatie: dat is het belangrijkste nieuwe aandachtsveld van de NMa Agenda 2006. Deze markten ontwikkelen zich razendsnel.

Met een onderzoekspro- gramma – gericht op zowel oude als nieuwe media – wil de NMa de ontwikkelingen op de voet volgen.

Tekst Bert Bukman/fotografie

Grote economische belangen [in voorbereiding]

NMagazine | maart 006

1

Nieuwe media in beeld

(7)
(8)

1

NMagazine | maart 006

in de markt. Zuurbier: ‘Het gaat ons erom dat men zich aan de regels houdt. In 2008, bij de evaluatie van de Spoorwegwet, zal blijken of die positieve ontwikkeling zich ook echt heeft doorgezet. Als dat niet het geval is, zullen de teugels alsnog moeten worden aangehaald en er strengere regels moeten komen. Nu heeft ProRail nog veel mogelijkheden de wet zelf in te vullen en toetst de Vervoerkamer vooral achteraf, het zogenoemde ex-posttoezicht.’

Gemeentelijke Vervoerbedrijven

De Wet personenvervoer (Wp2000) regelt het toezicht van de Vervoerkamer op de ge- meentelijke vervoerbedrijven, een taak die beperkter is dan die bij het spoorwegver- voer. Zo kent de Wp2000 geen wettelijke klachtenprocedure.

Het draait bij deze bedrijven vooral om het toezicht op de zogenaamde kruissubsidies.

Gemeentelijke vervoerbedrijven, zo schrijft de wet voor, mogen alleen openbaar vervoer uitvoeren, andere activiteiten moeten zij afsplitsen. De Vervoerkamer controleert of dit ook echt gebeurt.

Die controletaak blijft de Vervoerkamer uitoefenen. Tenminste voor zolang het openbaar vervoer nog niet is aanbesteed, het uiteindelijk doel van de wetgever.

Oorspronkelijk was de bedoeling dat de aanbestedingsplicht al in 2007 een feit moest zijn, maar de Tweede Kamer heeft de gemeentelijke vervoerbedrijven respijt gegund.Voor het busvervoer in de vier grote steden tot uiterlijk 2012, het railvervoer van deze bedrijven – tram en metro – krijgt tot 1 januari 2017 de tijd. ‘We hadden het liever anders gezien’, bekent Marga Zuurbier.

‘Wat ons betreft gingen die markten zo snel mogelijk open, maar het is aan de politiek om daar een beslissing over te nemen. Uit de wetsevaluatie blijkt dat het aanbesteden van vervoer een efficiëntie heeft opgeleverd van 10 tot 20 procent. De reizigers hebben dat gemerkt in de vorm van nieuwe, beter toegankelijke en milieuvriendelijkere bus- sen en/of meer bussen die rijden.’

Luchtvaart en loodswezen

De twee andere markten waarop de Ver- voerkamer toezicht houdt zijn de luchtvaart en het loodsen van zeeschepen. Voor beide markten geldt dat de Vervoerkamer hier vooralsnog alleen een adviserende taak heeft. In de nieuwe Luchtvaartwet die nu bij de Eerste Kamer ligt, zal nader worden om- schreven welke taken de wetgever voor de Vervoerkamer in gedachten heeft. Ook de loodsen krijgen te maken met een nieuwe wet. Daarin krijgt de Vervoerkamer de bevoegdheid om de tarieven vast te stellen.

Dat geldt in ieder geval tot 2019, want tot die tijd behouden de loodsen het monopolie op het loodsen van zeeschepen.

Open sfeer

Marga Zuurbier is niet ontevreden over wat er de afgelopen anderhalf jaar is bereikt. ‘Er is wel degelijk vooruitgang geboekt bij het spoor en – in mindere mate – het busver- voer. En de gesprekken die we voeren met marktpartijen vinden in een open sfeer plaats. Natuurlijk kan het altijd beter en sneller, maar je hebt nu eenmaal te maken met markten waar partijen of nog een monopolie hebben of dat heel lang hebben gehad. Scherp toezicht op de mededinging in vervoermarkten is noodzakelijk. Zeker zolang ondernemingen een (tijdelijk) mo- nopolie of een economische machtspositie hebben voor het beheer van infrastructuur of een dienst als het loodsen van zeesche- pen. Als toezichthouder heb je vrij ingrij- pende bevoegdheden. Daar moet je uiterst zorgvuldig mee omgaan. Soms zal dat ten koste gaan van de snelheid waarmee veran- deringen in de markt gestalte krijgen, maar liever dat dan het verwijt van de rechter dat we onzorgvuldig te werk zijn gegaan. Het beter laten werken van de vervoermarkten, daar gaat het ons uiteindelijk om.

H

et spoor, de gemeentelijke ver- voerbedrijven, het loodswezen en de luchtvaart: het zijn niet bepaald de makkelijkste markten voor een toezichthouder. Temeer niet omdat de Vervoerkamer van de NMa, behalve met de gevoeligheden in de sectoren zelf, ook nog eens rekening moet houden met andere partijen die, direct of indirect, betrokken zijn bij het toezicht op deze nieuwe mark- ten. Zoals de ministeries van Economische Zaken en Verkeer & Waterstaat. De eerste is beheersmatig verantwoordelijk voor de Vervoerkamer, de financiële middelen worden verschaft door V&W. De minis- ter van dit laatste departement is tevens beleidsmatig en politiek verantwoordelijk voor de goede uitvoering van de wetgeving waarop de Vervoerkamer toezicht houdt.

Volgens Marga Zuurbier, directeur van de Vervoerkamer, zijn de raakvlakken tussen de Vervoerkamer en de andere toezichthou- ders geringer dan op het eerste gezicht lijkt.

‘Natuurlijk vindt er regelmatig afstemming plaats, maar dat is vooral om te voorkomen dat de onder toezicht gestelden de ene dag de Vervoerkamer over de vloer hebben en de andere dag V&W.’

23 vervoerders actief

De meeste aandacht van de Vervoerkamer is het afgelopen jaar uitgegaan naar het spoor.

Het toezicht vindt plaats op basis van de vorig jaar in werking getreden Spoorwegwet en

richt zich primair op de naleving van regels voor het beheer van de hoofdspoorwegen en van de spoorwegdiensten. Railinfrabeheerder ProRail, een monopolist, dient de verschil- lende vervoerders tegen een goede prijs en op gelijke voorwaarden toegang te bieden tot zijn spoorwegnet. In de praktijk blijkt dat niet al- tijd het geval, getuige de twee klachten die het afgelopen jaar tegen ProRail zijn ingediend door een vervoerder. Het draaide hierbij om vragen als: ‘Heeft de vervoerder zeggenschap over de kosten van het door ProRail verrichte onderhoud?’ En: ‘Moet de vervoerder ook betalen voor het gebruik van het spoornet, als zijn trein veel te laat aankomt?’ Nieuwe vragen op een markt waarop ProRail tot voor kort de voorwaarden dicteerde.

Het feit dat de NS, van oudsher nauw verweven met beheerder ProRail, nog steeds 90 procent van het spoorwegvervoer

in Nederland verzorgt, doet vermoeden dat van de beoogde concurrentie op het spoor vooralsnog weinig is terechtgekomen.

Marga Zuurbier: ‘We houden scherp in de gaten of de NS geen misbruik maakt van haar dominante positie en bijvoor- beeld voorrang krijgt bij de verdeling van de schaarse netcapaciteit. Ik begrijp dat menigeen de indruk heeft dat de NS nog steeds een machtspositie heeft. Ook wij zijn van mening dat de snelheid waarmee de spoorwegmarkt wordt geliberaliseerd wel wat verhoogd mag worden. Dat neemt niet weg dat de markt wel degelijk in beweging is, zeker wat het goederenvervoer betreft. Vergeet niet dat er inmiddels 23 vervoerders actief zijn op het Nederlandse spoorwegnet.’

De Vervoerkamer wil vervoermarkten laten werken en ziet positieve ontwikkelingen

[in beweging]

‘Vervoermarkten laten werken’ is de missie waarmee de Vervoerkamer anderhalf jaar geleden van start is gegaan. Directeur Marga Zuurbier is niet ontevreden over de bereikte resultaten. ‘Er is wel degelijk vooruitgang geboekt.’Tekst Gert Hage/fotografie

Gevoelig vervoer

NMagazine | maart 006

16

(9)

1

NMagazine | maart 006

1

NMagazine | maart 006

van sinderen eerste

chief economist nm a

Informanten kunnen op verschillende manieren informatie over een mogelijke overtreding van de Mededingingswet verschaffen aan de NMa:

• Een e-mail sturen naar info@nmanet.nl

• Bellen naar de informatielijn van de NMa via (000) 0 1 . Dit nummer is op werkdagen bereikbaar tussen 0.00 en 1.00 uur.

• Bellen naar meldpunt M, de landelijke tiplijn voor het anoniem melden van misdaden: (000) 0 00.

Dit nummer is zeven dagen per week bereikbaar van 10.00 tot .00 uur.

• Via de post, door het opsturen van informatie aan:

Nederlandse Mededingingsautoriteit Postbus 166

00 BH te Den Haag

één loket voor

alle consumentenvragen

Prof. dr. Jarig van Sinderen wordt per 1 april 2006 de eerste Chief Economist van de NMa. Hij gaat leiding geven aan het nieuwe Economisch Bureau, dat zich richt op de maatschappelijke opbrengsten van het toezicht. Van Sinderen is ook deeltijd- hoogleraar economische politiek aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Nu is Van Sinderen (52) nog plaatsvervan- gend directeur-generaal van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Ook was hij bij het ministerie van Economische Zaken in diverse functies verantwoordelijk voor de wetenschappelijke onderbouwing van het marktwerkingsbeleid en van andere onderwerpen op het gebied van economi- sche politiek.

Het Economisch Bureau is door de NMa opgericht om op basis van inzicht in economische effecten de kwaliteit en ef- fectiviteit van het toezicht te versterken.

De ontwikkeling past in de Europese trend om meer aandacht te schenken aan de out-

come van het optreden van toezichthou- ders. Ook voor de Europese Commissie is sinds enkele jaren een Chief Competition Economist actief.

In de zomer van 2006 gaat een gezamen- lijk informatieloket van NMa, OPTA en de Consumentenautoriteit in oprichting van start. NMa en OPTA – de telecommuni- catie- en posttoezichthouder – hebben nu nog elk een eigen loket. De gezamenlijke informatievoorziening moet bijdragen aan een efficiënter werkende overheid.

Bij het nieuwe loket kunnen consumenten en zakelijke eindgebruikers uit het mid- den- en kleinbedrijf via telefoon en e-mail terecht met alle vragen over consumenten- rechten. Voorheen moesten zij zich tot de afzonderlijke toezichthouders richten. Via het gezamenlijk loket krijgen consumenten en mkb’ers oplossingen aangereikt voor problemen, of ze worden doorverwezen naar de juiste instantie. Er is informatie over rechten en plichten op de taakgebieden van de toezichthouders en over de manier waarop zij hun recht kunnen halen.

In Nederland zijn veel organisaties actief op de consumentenmarkt, maar er is nog geen grote onafhankelijke partij die deze dienst- verlening zo laagdrempelig en toegankelijk (zonder lidmaatschap of andere kosten) en met deze ‘autoriteit’ (omdat het de toezicht- houders betreft) aanbiedt.

Tip ons! meld overtredingen

Energietoezichthouder DTe, onderdeel van de NMa, heeft positief gereageerd op de onlangs door EnergieNed opgestelde conceptgedragscode.

Sinds medio 2005 ontving de toezichthouder een toenemend aantal verontrustende signalen van consumenten over klantenwerving. Naar aanleiding daarvan vroeg DTe, in oktober vorig jaar, aan de brancheorganisatie van energiebe- drijven een einde te maken aan de misleidende en oneerlijke wervingspraktijken, door het opstellen van een gedragscode op het gebied van werving, klantcontact én contractbeëindiging.

Juridisch medewerker Melle van Diepen houdt de totstandkoming van de gedragscode nauwlet- tend in de gaten en zegt: ‘Met dit concept laat de sector zich van zijn goede kant zien en toont hij dat hij serieus van plan is om eventuele misstanden rondom werving en klantcontact voortvarend aan te pakken.’

DTe is van plan om in maart een consultatie te houden, zodat de Consumentenbond en ook energiebedrijven die geen lid zijn van Ener- gieNed hun zegje kunnen doen.

energiebedrijven komen met gedragscode klantenwerving

[nieuws]

De Vervoerkamer van de NMa hield op donderdag 26 januari in Den Haag een congres voor de spoorsector. Behalve de toe- zichthouder zelf namen het ministerie van Verkeer en Waterstaat, beheerder ProRail, de NS en vertegenwoordigers van het goe- deren- en personenvervoer deel. De belang- rijkste onderwerpen van het congres waren de gebruiksvergoeding, de capaciteitsverde- ling en de toegangsovereenkomsten.

Naast deze drie onderwerpen gaat de Vervoerkamer nog twee zaken toevoegen aan haar werkpakket. Eén: onderzoeken of er een link te leggen is tussen de prijs voor vervoerders voor gebruik van het spoor en de kwaliteit die de beheerder voor die prijs levert. Twee: het schrijven van een informele zienswijze over de toegang tot de zogenaamde tankplaten, de benzinepom- pen langs het spoor.

congres over toezicht

spoorsector speciaal loket voor

ondernemers

Het naleven van de Mededingingswet is de eigen verantwoordelijkheid van onderne- mingen. De NMa gooit de ondernemingen echter niet in het diepe, maar ondersteunt ze door het geven van voorlichting. De organisatie heeft daarvoor een onderne- mersloket in het leven geroepen, waar on- dernemers met al hun vragen terechtkun- nen. ‘Ondernemingen uit het midden- en kleinbedrijf willen duidelijkheid over wat wel en niet is toegestaan op basis van de Mededingingswet’, is de ervaring van een medewerker van het ondernemersloket.

‘Door het beantwoorden van vragen kun- nen wij daarmee helpen. Wij wijzen op de

risico’s die aan bepaalde regelingen, con- tracten of gedragingen zijn verbonden. Wij geven overigens niet alleen aan wat niet mag, maar juist ook wat wél mag. Mijn eerste vraag aan een ondernemer die belt, is wel altijd: “Wat heeft u zelf al gedaan of onderzocht?” Een onderneming moet er namelijk zelf op toezien dat de mededin- gingsregels worden nageleefd.’

Het ondernemersloket is te bereiken via de algemene informatielijn van de NMa.

Telefoonnummer (gratis): 0800-0231885 E-mail via info@nmanet.nl

Meer informatie: www.nmanet.nl

NMagazine 0601 maart.indd 18-19 23-02-2006 16:55:40

(10)

0

NMagazine | maart 006

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

‘De Ondernemingskamer merkt voorts op dat, mede gelet op hetgeen ingevolge artikel 2:8 BW naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid wordt gevorderd, voor de priva- te

De nieuwe richtlijn om niet langer voorgangers te zenden naar funeraria en crematoria wordt gedragen door alle bisdommen.. Ik doe nooit iets op eigen houtje, maar

De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (de Raad) heeft op 20 juli 2006 een aanvraag ontvangen van de NV Luchthaven Schiphol tot goedkeuring van

Update 16-3-2020 Sommigen benadrukken één eigenschap ten koste van andere eigenschappen..

Indien voor grote (ver-)bouwplannen de omgevingsvergunning reeds is afgegeven, maar de buurt nog niet geïnformeerd is over de bouwplanning, dan is het raadzaam om de

De verdeling van het gemeentefonds zou volgens dit principe moeten worden herijkt. Bekostiging van taken moet waar mogelijk uit eigen inkomsten plaatsvinden, via bijvoorbeeld

Het Meldpunt Rookoverlast krijgt in deze tijd meer meldingen van rookoverlast door de buren.. Volgens van de gaan we uit van de beste van

• Gratis openbaar vervoer voor Albrandswaarders met een sociaal minimum inkomen bijdraagt aan het vergroten van het welzijn, de arbeidsmobiliteit vergroot, de sociale participatie