• No results found

Eindexamen economie 1-2 vwo 2005-II

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Eindexamen economie 1-2 vwo 2005-II"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Antwoorden Deel- scores

Opgave 2

Maximumscore 2

6 † Een voorbeeld van een juist antwoord is:

Een antwoord waaruit blijkt dat er een vordering van de klant op het concern ontstaat / dat de betaling in euro’s voor de aankoop van Supers voorafgaat aan de daadwerkelijke aanschaf van de goederen.

Maximumscore 2

7 † Uit het antwoord moet blijken dat E-Super voor dezelfde producten:

•werknemers en klanten een verschillende prijs (in euro’s omgerekend) berekent, en 1

•kaarthouders en niet-kaarthouders een verschillende prijs berekent 1

Eindexamen economie 1-2 vwo 2005-II

havovwo.nl

 www.havovwo.nl

Maximumscore 2

8 † Een voorbeeld van een juiste berekening is:

prijs omgerekend in euro’s: 7.200

5 = 1.440, dus in totaal 2.000 1.440

2.000

 u 100% = 28% goedkoper

Maximumscore 2

9 † Een voorbeeld van een juist antwoord is:

Een antwoord waaruit blijkt dat een hogere liquiditeit van de algemene banken er toe leidt dat deze algemene banken bij hun kredietverlening minder afhankelijk worden van de centrale bank (en meer een eigen kredietbeleid kunnen volgen).

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

2p 27 † Is voor Metavo in het derde kwartaal het verlies bij stopzetten van de productie groter of kleiner dan in het geval de productie was voortgezet bij

Een antwoord waaruit blijkt dat de quartaire sector (voornamelijk) wordt gefinancierd uit belastingen en dat een daling van het aandeel van de quartaire sector tot een daling van de

Een antwoord waaruit blijkt dat de minimumprijs boven de evenwichtsprijs ligt zodat er in de EU aanbodoverschotten ontstaan waarvoor buiten de EU afzetmogelijkheden worden

Indien de koers van deze munt in euro’s de bandbreedte overschrijdt, grijpt de centrale bank (CB) van dit land in door interventie op de valutamarkt.. Omdat daarmee de

2p 17 † Leg uit hoe de in figuur 2 aangegeven ontwikkeling van de conjunctuur in 2000 en 2001 kan leiden tot de in figuur 3 gegeven ontwikkeling van de loonkosten per werknemer in

2p 20 † Toon met een berekening aan dat de prijs per kWh die een gemiddeld Vlaams huishouden betaalt voor het niet-gratis deel van het stroomverbruik, hoger is dan de prijs vóór de

1p 26 † Noem een structurele economische ontwikkeling die er voor kan hebben gezorgd dat in Nederland in de jaren 1976-2000 naar verhouding meer arbeidsplaatsen door vrouwen zijn

• Een antwoord waaruit blijkt dat in een periode met een relatief hoge groei van het BBP sprake kan zijn van kleinere uitgaven dan verwacht, hetgeen leidt tot extra financiële ruimte