PA\434490NL.doc PE 294.453
NL NL
EUROPEES PARLEMENT
1999 «
«««
««
««
««
« «
2004
Commissie begrotingscontrole
VOORLOPIGE VERSIE 14 mei 2001
ONTWERPADVIES
van de Commissie begrotingscontrole
aan de Commissie buitenlandse zaken, mensenrechten, gemeenschappelijke veiligheid en defensiebeleid
inzake het verzoek van Bulgarije om toetreding tot de Europese Unie en de stand van de onderhandelingen
(COM(2000) 701 – C5-0601/2000 – 1997/2179(COS))
Rapporteur voor advies: ...
PA\434490NL.doc 2/6 PE 294.453
NL
PA\434490NL.doc 3/6 PE 294.453
NL
PROCEDUREVERLOOP
De Commissie begrotingscontrole benoemde op haar vergadering van 26 april 2001 ... tot rapporteur voor advies.
De commissie behandelde het ontwerpadvies op haar vergadering(en) van ....
Op dezelfde/laatstgenoemde vergadering hechtte zij met ... stemmen voor en ... tegen bij ...
onthouding(en)/met algemene stemmen haar goedkeuring aan de hierna volgende conclusies.
Bij de stemming waren aanwezig: ... (voorzitter/waarnemend voorzitter), ... (ondervoorzitter), ... (rapporteur), ... (verving ...), ... (verving ... overeenkomstig artikel 153, lid 2 van het
Reglement), ... en ....
PA\434490NL.doc 4/6 PE 294.453
NL
BEKNOPTE MOTIVERING
De Commissie heeft op 8 november 2000 het periodieke verslag voorgelegd over de diverse kandidaat-landen en hun vorderingen met het oog op de toetreding. Hoofdstuk 28 van het communautaire acquis (financiële controle) werd dus voor elk van de kandidaat-landen afzonderlijk áan een grondig onderzoek onderworpen. Sedertdien hebben in de kandidaat- landen aanpassingen plaatsgevonden.
Met ingang van 2002 moesten de kandidaat-landen zorgen voor een decentralisering van de communautaire fondsen (PHARE, ISPA, SAPARD) alsmede voor meerjarige programmering zodat de structuurfondsen na de toetreding ten uitvoer kunnen worden gelegd. Hiertoe moet worden voldaan aan de voorwaarden voor het goed functioneren van passende systemen voor financiële controle en beheer.
In het hiernavolgende advies aan de Commissie buitenlandse zaken, mensenrechten, gemeenschappelijke veiligheid en defensiebeleid wordt de aandacht gevestigd op bepaalde aspecten van de interne controle, de externe controle, het beheer van de communautaire fondsen, de bescherming van de financiële belangen van de Europese Unie en de
controlemaatregelen inzake de eigen middelen waaraan nog moet worden gewerkt om aan de communautaire normen te kunnen beantwoorden.
De navolgende aanbevelingen berusten op een compilatie van gegevens (deze zijn
toegezonden door het Directoraat-generaal studies van het Europees Parlement, de Commissie - Directoraat-generaal Uitbreiding - en de betrokken kandidaat-landen via hun permanente vertegenwoordiging bij de Europese Unie) die hieronder worden samengevat.
I. INTERN FINANCIEEL CONTROLESYTEEM Verantwoordelijke centrale organen
Openbaar intern financieel controlebureau (PIFCA)
- onderdeel van het Ministerie van Financiën met autonome werking
- 63 personeelsleden/1.400 man personeel in regionale administratieve diensten - voert ex post-controles uit en houdt toezicht op controlestructuren in openbare
organen
- management-strategie ter voorbereiding van de goedkeuring van acquis en de bestrijding van georganiseerde misdaad
- februari 2000: beleidsdocument over de ontwikkeling van de interne financiële controle op grond waarvan in oktober 2000 wetgeving is goedgekeurd en de PIFCA werd opgericht ter vervanging van het voormalige staatsbureau voor financiële controle - de nieuwe wetgeving is in overeenstemming met een groot deel van navolgende
aanbevelingen van de Commissie
PA\434490NL.doc 5/6 PE 294.453
NL
Operationele organen
Interne controlediensten in ministeries die publieke gelden uitgeven (een centrale rol voor PIFCA bij de harmonisatie van de methoden voor het nazien van de rekeningen en controle) - functionele onafhankelijkheid van interne verificatie
Aanbevelingen van de Commissie
- werkingssfeer en taken van de interne controle moeten duidelijk worden afgebakend - er moeten langdurige en vastberaden inspanningen worden geleverd om nieuwe
wetgeving uit te voeren
- aanpak van een zekere nog voortdurende overlapping tussen de Nationale Rekenkamer (NAO) en de interne regeringscontrole
- herstructurering van het Ministerie van Financiën met inbegrip van de
personeelsopleiding en de ontwikkeling van een strategische benadering van openbare uitgaven
- organisatie van interne verificatiediensten in ministeries die publieke gelden besteden - herziening van de praktijk dat de FSCO ten dele worden gefinancierd met middelen die
via controle en bevindingen bij het nazien van rekeningen werden terugontvangen (een dergelijke financiering schept het risico dat de functionele onafhankelijkheid van SFCO wordt aangetast)
II. EXTERN FINANCIEEL CONTROLESYSTEEM Nationaal auditbureau (NAO)
- geen justitiële bevoegdheden; collegiale besluitvormingsprocedures - 470 man personeel
- werkingssfeer: begrotingen van gemeenten en fondsen van internationale donors (en EU-fondsen); advies inzake het ontwerp van jaarlijkse begroting; uitvoering van het strategisch ontwikkelingsplan (1998)
- betrekkingen tussen het nationale auditbureau en het SFCO zijn verbeterd doordat in de nieuwe wetgeving een duidelijke afbakening van hun respectieve taakgebied is gegeven.
Aanbevelingen van de Commissie
- nieuwe wetgeving voor het NAO (de Europese Rekenkamer werd geraadpleegd maar het wetsontwerp wordt nogmaals herzien); een van de doelstellingen moet een
harmonisatie van het juridisch kader met de praktijk in de EU zijn en een verbetering van de kwaliteit van de controle (INTOSAI-normen)
- een evenwichtige verdeling van de verantwoordelijkheden tussen de financiële controle- instanties
- betere controle, meer economische, financiële en bankiersvaardigheden.
PA\434490NL.doc 6/6 PE 294.453
NL
III. UITGAVEN VOOR FINANCIËLE STRUCTUURMAATREGELEN EN BESCHERMING VAN FINANCIËLE BELANGEN
- juni 2000: amendement op het wetboek van strafrecht: "Gebruik van rijksmiddelen voor niet-wettelijke doeleinden (toepassing van het Verdrag voor de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen van 1995)
- Het NAO heeft de uitvoering van het strategisch ontwikkelingsplan (1998) voortgezet Aanbevelingen van de Commissie
- het beheer van het regionaal beleid moet nog verder beter worden verbeterd
- de regelingen voor controle en toezicht op het gebruik van EU-fondsen moeten worden verbeterd
IV. CONTROLEMAATREGELEN INZAKE DE EIGEN MIDDELEN
- Nationaal Fonds (in het Ministerie van Financiën) verantwoordelijk voor het beheer van EU-fondsen
- Centrale eenheid voor financiering en aanbesteding: is verantwoordelijk voor de aanbesteding van een groot deel van de bijstand van PHARE
- BTW en accijnzen: aanzienlijke vooruitgang op wetgevingsgebied in januari 1999 Aanbevelingen van de Commissie
- de hervorming van de belastingdienst bespoedigen
- de capaciteit en de doeltreffendheid van het Nationale Fonds en van de Centrale eenheid voor financiering een aanbesteding versterken
- verbetering van de centrale coördinatie voor een behoorlijke ontvangst, toezicht op en uitbetaling van fondsen aan en uit de EU-begroting
- versterking van het bestuurlijk vermogen
- BTW en accijnzen: de verfijning van de wetgeving vervolgen om een grotere overeenstemming met het "acquis" te bewerkstelligen.
CONCLUSIES
De Commissie begrotingscontrole verzoekt de ten principale bevoegde Commissie buitenlandse zaken, mensenrechten, gemeenschappelijke veiligheid en defensiebeleid onderstaande suggesties in de goed te keuren ontwerpresolutie op te nemen:
1. wenst Bulgarije geluk dat als eerste kandidaatland voldoet aan de voorwaarden voor een delegatie door de Commissie van het beheer van de steun van het SAPARD-programma;
2. verzoekt Bulgarije een authentiek stelsel voor fraudebestrijding in te voeren dat kan samenwerken met de systemen van de Europese Unie, in het bijzonder met OLAF.