Inventaris van het archief van de Centrale Dienst der Arbeidsinspectie: Directeur-Generaal van de Arbeid,
1888-1950 (ca. 1975)
Versie: [samengevoegde versie 2010]
O.W. Hoogerhuis
Nationaal Archief, Den Haag 1981
This finding aid is written in Dutch.
I N H O U D S O P G A V E
Beschrijving van het archief...7
Aanwijzingen voor de gebruiker...8
Openbaarheidsbeperkingen... 8
Beperkingen aan het gebruik... 8
Materiële beperkingen... 8
Aanvraaginstructie... 8
Citeerinstructie... 8
Archiefvorming...9
Geschiedenis van de archiefvormer... 9
1. Ontstaan en ontwikkeling... 9
2. Organisatie, taak en werkterrein... 12
2.1 Arbeidsinspectie... 13
2.2 Inspectie van de Havenarbeid... 13
Geschiedenis van het archiefbeheer... 13
De verwerving van het archief... 14
Inhoud en structuur van het archief...15
Inhoud... 15
Aanvullingen... 15
Verantwoording van de bewerking... 15
De bewerking van het archief... 15
Bewerking van de toegang... 17
Verwant materiaal...18
Beschikbaarheid van kopieën... 18
Publicaties... 18
Geraadpleegde literatuur... 18
Beschrijving van de series en archiefbestanddelen...19
I. Archief van de Centrale Dienst van de Arbeidsinspectie...19
A Stukken van algemene aard...19
B Stukken betreffende bijzondere onderwerpen...21
Organisme...21
1 Organisatie van de Arbeidsinspectie...21
1.1 Reorganisatie...21
1.2 Benodigheden en hulpmiddelen...21
1.3 Uitoefening van de dienst...23
1.3.1 Advisering van de minister...23
1.3.2 Dienstreizen...23
1.3.3 Samenwerking met justitiële en lokale autoriteiten...23
1.3.4 Voorlichting en informatieverstrekking...24
1.4 Verslaglegging...24
2 Personeel van de Arbeidsinspectie...26
2.1 Bezoldiging, voorschotten en kortingen...26
2.2 Overige personeelsaangelegenheden...26
Taakuitoefening...27
1 Arbeidersbescherming...27
1.1 Tegengaan van overmatige arbeid...27
1.1.1 Advisering inzake wijzigingen Arbeidswet en Arbeidsbesluit...27
1.1.2 Arbeid door vrouwen en jeugdige personen...28
1.1.3 Zondagsarbeid...29
1.1.4 Regeling van werk- en rusttijden...29
1.1.4.1 buiten fabrieken, werkplaatsen of winkels...29
1.1.4.2 in fabrieken of werkplaatsen...30
1.1.4.3 in bakkerijen...30
1.1.4.4 in winkels...31
1.1.4.5 in kantoren...31
1.1.4.6 in apotheken...31
1.1.4.7 in koffiehuizen en hotels...31
1.1.4.8 in verpleeginrichtingen...31
1.1.5 Arbeid in de huisindustrie...32
1.1.6 Arbeid op schepen...32
1.1.7 Arbeid in het wegverkeer...33
1.1.8 Advisering inzake wijzigingen van de Stuwadoorswet...33
1.2 Tegengaan van gevaarlijke arbeid...33
1.2.1 Advisering inzake wijzigingen Veiligheidswet en Veiligheidsbesluit...33
1.2.2 Advisering inzake vrijstellingen bepalingen Veiligheidswet...34
1.2.3 Voorschriften voor en keuring van materialen...34
1.2.4 Onderzoek van arbeidsongevallen...34
1.2.5 Advisering inzake vervoer gevaarlijke stoffen...35
1.2.6 Advisering inzake wijzigingen Wet op de gevaarlijke werktuigen...35
1.3 Bevordering van de gezondheid...35
1.3.1 Lid van de (Centrale) Gezondheidsraad...35
1.3.2 Tegengaan beroepsziekten...35
1.3.3 Bevordering E.H.B.O. in bedrijven...37
1.3.4 Tegengaan waterverontreiniging...38
1.3.5 Overige medische en hygiënische vraagstukken...39
1.4 Handhaving wettelijke bepalingen...40
1.4.1 Procedure...40
1.4.2 Processen-verbaal...40
1.4.3 Vonnissen...41
2 Bevordering van economische belangen...42
2.1 Onderzoek van de economische toestand...42
2.1.1 Lid Centrale Commissie voor de statistiek...42
2.1.2 Lid Economische Raad...43
2.1.3 Lid Commissie inzake economische verdedigingsvoorbereiding...45
2.1.4 Overige aktiviteiten...45
2.2 Bevordering van bedrijfsbelangen...46
2.2.1 Bedrijfsordening...46
2.2.2 Efficiency en rationalisatie...46
2.2.3 Vrijstelling van dienstplicht...47
2.2.4 Onderzoek t.b.v. de nijverheid...47
2.2.5 Controle van subsidievoorwaarden...48
2.2.6 Bevordering bedrijfsbelangen in afzonderlijke sectoren...48
2.2.7 Crisismaatregelen...50
2.2.8 Maatregelen tijdens de bezetting...51
3 Bemiddeling inzake arbeidsverhoudingen...52
3.1 Verbetering van arbeidsvoorwaarden...52
3.1.1 Arbeidsvoorwaarden in bedrijven...52
3.1.2 Arbeidsvoorwaarden van personeel in overheidsdienst...52
3.1.3 Loonregelingen...54
3.1.4 Opleiding van werknemers...55
3.1.5 Ontspanning en ontwikkeling...55
3.1.6 Vakantie...55
3.1.7 Overige immateriële algemeen...56
3.2 Samenwerking werkgevers en werknemers...56
3.2.1 Vakorganisaties...56
3.2.2 Samenwerking werkgevers en werknemers in bedrijven...56
3.3 Bemiddeling bij arbeidsconflicten...57
4 Regularisatie van werkgelegenheid...58
4.1 Bestrijding van werkloosheid...58
4.1.1 Werkloosheidsbestrijding en steunverlening...58
4.1.2 Lid commissies op gebied werkloosheidsbestrijding...60
a Rijkscommissie voor verruiming en regularisatie van werkgelegenheid...60
b Rijkscommissie werkverruiming...60
c Commissie inzake steunregeling/armenzorg...61
d Werkfonds...61
e Rijkscommissie inzake werkloosheid...61
f Werkcommissie werkloosheidsbestrijding...61
g Rijkscommissie van advies inzake het vraagstuk van de jeugdwerkloosheid...62
h Hoge Raad van Arbeid...62
4.2 Behoud van werkgelegenheid...62
4.2.1 Wering en vestiging buitenlandse industriëlen en arbeiders...62
4.2.2 Uitvoering van de ontslagverordening van 27 mei 1940...63
4.3 Arbeidsbemiddeling...68
5 Werkzaamheden in verband met de economische crisis tijdens de Eerste Wereldoorlog...69
5.1 Onderzoek van de economische toestand...69
5.2 Bestrijding van de crisisomstandigheden in de nijverheid...69
5.3 Overleg en advies ten aanzien van gerantsoeneerde grondstoffen...72
5.3.1 Kolendistributie...72
5.3.2 Baksteendistributie...73
5.3.3 Turfdistributie...74
5.4 Advies op aanvragen om verlof of uitstel van opkomst voor dienstplichtigen...74
5.5 Afgifte van certificaten van oorsprong...75
5.6 Tewerkstelling van geïnterneerden...75
5.7 Uitgifte van uniformwerk als werkverschaffing...76
5.8 Arbeidsbemiddeling...77
6 Internationale samenwerking...77
6.1 Buitenlandse wetgeving en arbeidsomstandigheden...77
6.2 Volkenbondsaangelegenheden...78
II. Supplementen op het archief 1983, 1984-1986...81
1 Organisme (.07 )...81
1.1 Organisatie van de Arbeidsinspectie...81
1.1.1 Instelling. Ontwikkeling. Opheffing (.07.1)...81
1.1.2 Betrekkingen tot andere lichamen (.07.2)...81
1.2 Functionering van het orgaan. Beheersbehandelingen. (.07.35)...82
1.2.1 Kantoorbenodigdheden. (.07.353.21)...82
1.2.2 Archief(bescheiden). Registratuur (.07.353.221)...82
1.2.3 Publiciteit. Voorlichting (.07.353.3)...82
1.2.4 Vervoermiddelen te water (.07.353.72)...83
1.2.5 Uitoefening van dienst (.07.355)...83
1.2.6 Administratieve organisatie (.07.355.5)...83
1.2.7 Afbakening bevoegdheden (.07.62)...83
1.2.8 Beleidsbepalingen. Regeling, vaststelling en vastlegging van de bestuurs- en beheershandelingen (.07.7)...84
2 Personeel (.08.)...84
2.1 Personeelsdossiers (.08.)...84
2.2 Plichten en verplichtingen van en gezag over het personeel (.08.3)...87
2.3 Categorieën van personeel. (.08.49)...87
2.4 Ambtelijke bevoegdheden van het personeel (.08.5)...88
2.5 Rechten van het personeel (.08.7)...88
2.6 Andere personeelsaangelegenheden (.08.8)...88
3 Taak. Belangenbehartiging (351)...89
3.1 Eigendom. Producten. Belastingen. Retributies (-1.71)...89
3.2 Openbare gezondheid. Milieu. (-1.77)...89
3.3 Openbare Veiligheid. (-1.78)...90
3.4 Verkeer en vervoer (-1.81)...90
3.5 Economische aangelegenheden (-1.82)...90
3.6 Arbeidsverhoudingen...92
3.6.1 Algemeen...92
3.6.2 Collectieve Arbeidsovereenkomsten (CAO's)...92
3.6.3 Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen (BBA)...100
3.6.4 Werkgelegenheid. Werkeloosheid...102
3.6.5 Enquête's...104
3.7 Arbeidersbescherming. Wetten. (-1.838)...105
3.7.1 Wetten algemeen...105
3.7.2 Arbeidswet (AW) (-1.838)...106
3.7.3 Werktijden/Rusttijden...124
3.7.4 Rijtijdenwet/-besluit (99)...130
3.7.5 Stuwadoorswet en andere wetten...132
3.7.6 Veiligheidswetgeving...135
3.8 Sociale verzekeringen (-1.848)...145
3.9 Justitie (1.87)...145
4 Gedeponeerde archieven...146
4.1 Opstellen Nijverheidsstatistiek...146
4.2 Vergaderingen van de Inspecteurs van de Arbeid...146
4.3 Districten Arbeidsinspectie...147
Bijlagen...151
Concordantie van de inventarisnummers en de bij de archiefvorming toegepaste code...151
Beschrijving van het archief
B E S C H R I J V I N G V A N H E T A R C H I E F
Naam archiefblok:
Centrale Dienst van de Arbeidsinspectie Periodisering:
archiefvorming: 1888-1950
oudste stuk - jongste stuk: 1888-1975 Archiefbloknummer:
S28505 Omvang:
1976 inventarisnummer(s); 108,80 meter Taal van het archiefmateriaal:
Het merendeel der stukken is in het Nederlands.
Archiefbewaarplaats:
Nationaal Archief, Den Haag Archiefvormers:
Centrale Dienst van de Arbeidsinspectie / Directeur-Generaal van de Arbeid Samenvatting van de inhoud van het archief:
Het archief bevat naast jaarverslagen en notulen onder meer stukken betreffende organisatie en personeel van de Centrale Dienst Arbeidsinspectie. Verder bevat het stukken betreffende taken van de dienst als arbeidersbescherming, bevordering van economische belangen, bemiddeling inzake arbeidsverhoudingen, regulering van de werkgelegenheid, werkzaamheden in verband met de economische crisis tijdens de Eerste Wereldoorlog, en internationale samenwerking.
Het supplement op het archief bestaat grotendeels uit dossiers inzake onder meer de
economische situatie per industrietak, arbeidsverhoudingen en CAO's, het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen (BBA), werkgelegenheid, en wetgeving ten behoeve van
arbeidersbescherming. Het supplement bevat ook een serie personeelsdossiers van hogere
ambtenaren van de Centrale Dienst Arbeidsinspectie.
Aanwijzingen voor de gebruiker
Aanwijzingen voor de gebruiker
Openbaarheidsbeperkingen
OPENBAARHEIDSBEPERKINGEN Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
BEPERKINGEN AAN HET GEBRUIK
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
MATERIËLE BEPERKINGEN
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
AANVRAAGINSTRUCTIE
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
1. Creëer een account of log in .
2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
CITEERINSTRUCTIE
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Centrale Dienst van de Arbeidsinspectie, nummer toegang 2.15.05, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Centrale Dienst Arbeidsinspectie, 2.15.05, inv.nr. ...
Archiefvorming
Archiefvorming
Geschiedenis van de archiefvormer
GESCHIEDENIS VAN DE ARCHIEFVORMER
1. Ontstaan en ontwikkeling
1. ONTSTAAN EN ONTWIKKELING
De Arbeidsinspectie is opgericht op 1 maart 1890. De aanleiding tot de instelling van de inspectie was de onvoldoende naleving van de Kinderwet van Van Houten van 1874.
Deze wet verbood arbeid in de industrie voor kinderen beneden 12 jaar. Het toezicht op de naleving van deze wet was opgedragen aan de plaatselijke politie, die sterk onder invloed stond van de weinig meewerkende lokale autoriteiten.
In 1886 maakte het parlement gebruik van het recht van enquête om een onderzoek in te stellen naar de arbeidsomstandigheden. Het in 1887 gepubliceerde verslag van de enquêtecommissie constateerde dat een verbod van kinderarbeid alleen niet voldoende was om de wantoestanden weg te nemen.
1Gelet op de bedroevende omstandigheden pleitte de commissie voor de instelling van
gelimiteerde werktijden van zowel vrouwen als kinderen. Voorts zou een onafhankelijke instelling moeten worden belast met de naleving van de wettelijke voorschriften met het oog op de
noodzaak van een geregelde controle in fabrieken en werkplaatsen van de veiligheid en de gezondheid. De enquête van 1886 leidde tot de Arbeidswet van 1889 en de oprichting van de Arbeidsinspectie.
Vóór de aanvang van de controlewerkzaamheden door de Arbeidsinspectie werd het land verdeeld in drie districten; de drie inspecteurs ressorteerden rechtstreeks onder het ministerie van Justitie.
Spoedig bleek echter dat het aantal controleurs veel te beperkt was. Vooral het toezicht op de uitvoering van de Veiligheidswet van 1895 betekende voor de ambtenaren een aanmerkelijke taakverzwaring met een omvangrijke technische opdracht. De Veiligheidswet verstrekte slechts algemene voorschriften; voor de afzonderlijke ondernemingen moesten de richtlijnen door de ambtenaren van de Arbeidsinspectie worden geconcretiseerd.
In de beginperiode ondervonden de ambtenaren niet alleen weinig medewerking van de werkgevers, maar vooral ook van de gemeentelijke autoriteiten. Zo verliep met name het onderzoek naar bedrijfsongevallen uitermate stroef. Slechts met grote moeite konden de
gedetailleerde regelingen van de uitdijende beschermende wetgeving in praktijk worden gebracht.
Spoedig manifesteerde zich de behoefte aan medische kennis bij de Arbeidsinspectie. In 1903 werd dan ook een medisch adviseur benoemd met de taakopdracht: "dat hij zich in de eerste plaats voortdurend op de hoogte zal hebben te houden van al hetgeen in verband staat met de bescherming van de arbeiders uit hygiënisch oogpunt. Daartoe zal hij o.a. dagelijks allerlei
inrichtingen, waar de arbeiders aan nadeelige invloeden blootstaan, hebben te bezoeken".
2Gemis aan specialistische kennis speelde in datzelfde jaar eveneens een rol bij het aantrekken van een elektrotechnicus.
Ter bevordering van de coördinatie van de inmiddels negen districten werd in 1908 de Centrale Dienst der Arbeidsinspectie opgericht. De medisch adviseur en de elektrotechnicus werden nu aan de eerste directeur-generaal, ir. H.A. van IJsselsteyn, toegevoegd.
3Nieuwe taken voor de Centrale
1 Parlementaire enquête betreffende werking en uitbreiding van de wet van 19 september 1874 (Staatsblad nr. 130) en naar de toestand van fabrieken en werkplaatsen. Sneek, 1887.
2 N.C. Winkel, in: Gedenkboek 50-jarig bestaan van de Arbeidsinspectie, 's-Gravenhage, 1940, blz. 24.
3 Vanaf 1920 was de leiding in handen van C.J.P. Zaalberg. Dr. ir. A.H.W. Hacke (1932-1946) werd in 1947 als directeur-generaal opgevolgd door ir. Z.Th. Fetter.
Dienst waren o.a. het verwerken van de in de districten verzamelde gegevens over
arbeidsomstandigheden, het samenstellen van een algemeen jaarverslag en het rapporteren aan de minister van Landbouw, Nijverheid en Handel over bijzondere aangelegenheden.
Nog in het jaar van oprichting kreeg de nieuw benoemde directeur-generaal de opdracht een wettelijke regeling ten behoeve van het havenbedrijf te concipiëren.
Minister Talma wilde de bestaande bepalingen betreffende het laden en lossen van schepen zo snel mogelijk in een afzonderlijke wet neerleggen. Op 1 november 1916 werd de Stuwadoorswet met de verschillende besluiten van kracht.
4Voor de controle op de naleving van deze wet werd de Inspectie van de Havenarbeid in het leven geroepen.
In verband met beroepszaken ingevolge de Hinderwet kreeg de Arbeidsinspectie tot taak om advies uit te brengen over waterverontreiniging door fabrieken.
5Dit resulteerde in 1910 tot de benoeming van een scheikundig ingenieur.
In de jaren voor de Eerste Wereldoorlog brachten zowel de Arbeidswet 1911 als de herziening van de Veiligheidswet opnieuw een belangrijke werkvergroting mee.
6Tijdens de oorlog 1914-1918 stagneerden de normale werkzaamheden vrijwel geheel. De Arbeidsinspectie kreeg toen een belangrijke taak toebedeeld bij de uitvoering van de crisismaatregelen.
Zo bracht de inzameling en bewerking van gegevens betreffende de toestand van het bedrijfsleven veel werk mee. De Arbeidsinspectie verschafte het belangrijkste deel van de informatie voor de
"nota's betreffende den economischen toestand" van de minister van Landbouw, Nijverheid en Handel.
7Veel bedrijven riepen de inspectie te hulp wanneer zich een gebrek aan grondstoffen en brandstoffen openbaarde en stagnaties bij de in- en uitvoer ontstonden.
De werkzaamheden van het onderzoeken en aanvragen van verlof of uitstel van opkomst door dienstplichtigen brachten eveneens veel werk mee. Door de ministers van Oorlog en Marine werden deze verzoeken aan de directeur-generaal om advies gezonden. Het hoofd van de afdeling Internering van het Algemeen Hoofdkwartier vroeg tijdens de oorlogsperiode regelmatig advies over verzoeken vanuit het bedrijfsleven om geïnterneerde militairen te werk te stellen.
Een nieuwe taak aanvaardde de Arbeidsinspectie in maart 1915.
8De verbonden mogendheden (Entente) streefden naar belemmering van de Duitse en Oostenrijkse export. Hierdoor werd het noodzakelijk dat ten behoeve van de Nederlandse exportindustrie "certificaten van oorsprong"
werden afgegeven; de scheepvaartlijnen weigerden goederen die niet gecertificeerd waren. Een belangrijk onderwerp van zorg in deze periode betrof verder de uitgifte van uniformwerk. De Arbeidsinspectie kreeg als taak de hoeveelheid kleermakerswerk voor de confectie van uniformen over werkloze kleermakers te verdelen.
Dankzij deze regulering kon de ontwrichting van de kledingindustrie tot een minimum worden beperkt.
94 Wet van 16 oktober 1916, Staatsblad nr. 486.
5 Taakuitoefening: rubriek 134.
6 Arbeidswet 1911 (wet van 7 oktober 1911, Staatsblad nr. 314). Veiligheidswet 1915 (wet van 19 juni 1915, Staatsblad nr. 281).
7 Taakuitoefening: rubriek 51.
8 Centraal Verslag van de Arbeidsinspectie over 1915, blz. 296.
9 Centraal Verslag van de Arbeidsinspectie over 1915, blz. 300.
Regelmatig verrichtte de inspectie in de oorlogsperiode ook werkzaamheden in verband met de brandstoffendistributie.
De directeur-generaal van de Arbeid was sedert 1915 aangewezen als regeringsvertegenwoordiger in de Raad van Beheer van de Onderlinge Kolenreserve Maatschappij, welke ten doel had het steenkolenverbruik te beperken. Voorts onderzocht de inspectie op verzoek van de directeur der Rijkskolendistributie de aan dit instituut gerichte verzoeken. Op verzoek van de minister van Landbouw, Nijverheid en Handel werden bijzondere gevallen onderzocht in verband met prijsopdrijving, uitvoervergunningen, dreigend gebrek aan brandstof e.d.
De directeur-generaal van de Arbeid fungeerde als algemeen secretaris van het Koninklijk Nationaal Steuncomité 1914.
10Voor het verrichten van deze werkzaamheden werden een drietal ambtenaren onttrokken aan hun gewone werk en uitsluitend voor dit secretariaat aangewezen.
11Ten behoeve van de ingestelde onderzoekingen werd tevens veel werk door districtshoofden verricht. Zulks betrof zowel plaatselijke als bedrijfsgewijze steunverlening, hulpverlening aan industrieën, werkverschaffing e.d.
Na de Eerste Wereldoorlog hervatte de Arbeidsinspectie de normale werkzaamheden. Met de Arbeidswet 1919 werd de werkingssfeer van het tegengaan van overmatige arbeid verruimd tot alle fabrieken en werkplaatsen.
12Gaandeweg tekende zich in deze jaren een daling van de economische activiteit af, gepaard gaande met een sterke groei van de werkloosheid. De Arbeidsinspectie had een actief aandeel in de bestrijding van de werkloosheid; belangrijk was in dit verband de medewerking aan het Werkfonds 1934. Niettemin constateerde plaatsvervangend directeur-generaal Winkel in 1940:
"dat de coördinatie tussen inspectie en crisisdiensten ontbrak, waardoor gegevens, waarover de inspectie beschikt en de mogelijkheden, welke haar organisatie biedt, onvoldoende benut bleven".
13
De herziening van de Veiligheidswet in 1934 leidde wederom tot een verdergaande specialisering van de inspectietaken.
14De uitvoering van de Rijtijdenwet 1936 werd, gelet op het tweeledige doel van deze wet - arbeidersbescherming en bevordering van de verkeersveiligheid -, opgedragen aan de Arbeidsinspectie en de Rijksverkeersinspectie.
De Duitse inval van 10 mei 1940 leidde tot ontwrichting van het economisch leven; ontslag op grote schaal was hiervan het gevolg. Met de ontslagverordening van 27 mei 1940 poogde de Duitse bezetter het getij te keren. De uitvoering van deze maatregel werd in handen gelegd van de directeur-generaal van de Arbeid.
15In juni 1940 kwam voor de ontslagverordening een uitvoeringsbesluit in de plaats; ontslag was nu alleen mogelijk met toestemming van de Arbeidsinspectie.
16De uitvoering geschiedde met behulp van vertrouwensinstanties uit het bedrijfsleven, die advies verstrekten over aan de orde zijnde ontslagkwesties. De bevoegdheid tot ontslagverlening werd in 1943 toebedeeld aan de
Rijksarbeidsbureaus.
1710 Commissie-archief nr. 2.
11 Centraal Verslag van de Arbeidsinspectie over 1915, blz. 293.
12 Wet van 1 november 1919, Staatsblad nr. 624.
13 N.C. Winkel, in: Gedenkboek 50-jarig bestaan van de Arbeidsinspectie, 's-Gravenhage, 1940, blz. 33.
14 Wet van 2 juli 1934, Staatsblad nr. 352.
15 Besluit van de Opperbevelhebber van Land- en Zeemacht van 27 mei 1940, Staatsblad nr. 0 801.
16 Verordening nr. 8/1940 van 11 juni 1940 van de Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandse gebied.
17 Verordening nr. 20/1943 van 1 maart 1943 van de Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandse gebied.
In de laatste oorlogsjaren vroeg het Centraal Distributiekantoor de Arbeidsinspectie herhaaldelijk om advies in verband met het verstrekken van extra bonnen voor levensmiddelen wegens het verrichten van zwaar werk.
Van Dodeweerd is van mening dat de Arbeidsinspectie in de oorlogsjaren een van de weinige Rijksdiensten was waar de NSB en de bezetters geen greep op konden krijgen. De Dienst heeft in het algemeen normaal gefunctioneerd.
18Na de Tweede Wereldoorlog ligt het accent van het werk van de Arbeidsinspectie, naast
verdergaande technische specialisatie, vooral op het scheppen van goede werkverhoudingen in de ondernemingen.
In 1963 werd de Centrale Dienst van de Arbeidsinspectie opgeheven en met de afdeling Arbeidersbescherming van het ministerie van Sociale Zaken omgevormd tot het huidige Directoraat-generaal van de Arbeid.
2. Organisatie, taak en werkterrein
2. ORGANISATIE, TAAK EN WERKTERREIN
Onder het Directoraat-generaal van de Arbeid, vroeger Centrale Dienst van de Arbeidsinspectie, ressorteren momenteel:
a. de Arbeidsinspectie;
b. de Inspectie van de Havenarbeid;
c. de Dienst voor het Stoomwezen.
De directeur-generaal van de Arbeid wordt geassisteerd door een plaatsvervangend directeur- generaal en een hoofdinspecteur-directeur in algemene dienst. Aan de directeur-generaal zijn voorts een Medische, een Kernfysische, een Elektrotechnische, een Werktuigbouwkundige, een Landbouwkundige en een Scheikundige Dienst verbonden. Daarnaast zijn er nog twee
hoofdafdelingen: Wetgevingsbeleid en Sociaal Bedrijfsbeleid.
Met betrekking tot de werkzaamheden van de Arbeidsinspectie is het land verdeeld in 10 districten.
19Aan elk districtshoofd zijn een of meer inspecteurs toegevoegd, een secretaris, een aantal technische ambtenaren, een aantal controleurs en een administratieve staf.
De in elk district werkzame medicus ressorteert onder de Medische Dienst bij het Directoraat- generaal.
De Inspectie van de Havenarbeid bestaat uit twee districten.
De leiding van de districten is in handen van de districtshoofden van de Arbeidsinspectie te Rotterdam (1e district) en Amsterdam (2e district). In elk district zijn werkzaam een inspecteur, enkele technische ambtenaren/controleurs en een administratieve staf.
De Dienst voor het Stoomwezen dateert reeds van 1855. Het hoofdbureau in 's-Gravenhage heeft een coördinerende en ondersteunende functie ten behoeve van de zes districten in het land. Het archiefmateriaal van de Dienst voor het Stoomwezen blijft hierna buiten beschouwing.
Veel wettelijke maatregelen, waarvan de uitvoering aan het Directeur-generaal van de Arbeid is opgedragen, stammen uit de eerste helft van deze eeuw. Vooral na de Tweede Wereldoorlog hebben zich in het kader van de arbeidersbescherming veel nieuwe ontwikkelingen voorgedaan en leidde dit tot nieuwe wetten en vernieuwing van de bestaande wetgeving.
18 J.J. van Dodeweerd, De Arbeidsinspectie bestaat 90 jaar, in: Sociaal Maandblad Arbeid, 1980, blz. 382.
19 Bij K.B. van 30 december 1933 gewijzigd van 9 in 10 districten.
De wetgeving van na 1950 en de bemoeienis van de Centrale Dienst der Arbeidsinspectie met de uitvoering hiervan valt buiten de periode van dit archief.
2.1 Arbeidsinspectie
2.1 ARBEIDSINSPECTIE
De arbeidsinspectie is o.a. belast met de uitvoering van de volgende wetten:
– Steenhouwerswet 1911 (gewijzigd in 1921);
– Arbeidswet 1919 en de op deze wet gebaseerde uitvoeringsbesluiten. In het algemeen heeft deze wet als oogmerk de arbeidsduur te limiteren;
– Veiligheidswet 1934 en de op deze wet gebaseerde uitvoeringsbesluiten. Deze wet beoogt de bestrijding van de gevaren van bedrijfsongevallen en verbetering van de hygiënische omstandigheden in de arbeidsomgeving;
– Huisarbeidswet 1933;
– Rijtijdenwet 1936 (belangrijk gewijzigd in 1971);
– Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945. Dit besluit behelst regelingen
betreffende arbeidsverhoudingen en een verbod om de werktijd te beperken tot minder dan 48 uur.
De ambtenaren van de Arbeidsinspectie bezitten de bevoegdheid bij overtredingen van een wettelijk voorschrift proces-verbaal op te maken. In eerste instantie probeert men echter via overleg tot een oplossing te geraken. Wegens de onmogelijkheid om alle bedrijven regelmatig te bezoeken speelt het verstrekken van voorlichting door de inspectie een belangrijke rol.
Tevens heeft de Arbeidsinspectie een aantal technische en economische taken die niet direkt uit wettelijke voorschriften voortvloeien, maar een gevolg zijn van werkzaamheden van ambtenaren in de praktijk. Het merendeel van deze neventaken richt zich op het in stand houden van
werkgelegenheid.
2.2 Inspectie van de Havenarbeid
2.2 INSPECTIE VAN DE HAVENARBEID
De Inspectie van de Havenarbeid is belast met de uitvoering en handhaving van de volgende wetten:
– Stuwadoorswet 1914 en het op deze wet gebaseerde Werktijdenbesluit-Stuwadoorswet en het Veiligheidsbesluit-Stuwadoorswet;
– Arbeidswet 1919 voor zover het aangaat het Arbeidsbesluit-Jeugdigen;
– Veiligheidswet 1934 ten aanzien van de bepalingen van het Veiligheidsbesluit-Binnenvaart en het Veiligheidsbesluit-Tankschepen.
De ambtenaren van de Inspectie van de Havenarbeid bezoeken regelmatig de aan het toezicht onderworpen bedrijven, haventerreinen en schepen. Spontane inspectie en controle vinden in tegenstelling tot de Arbeidsinspectie - zeer veel plaats.
Geschiedenis van het archiefbeheer
GESCHIEDENIS VAN HET ARCHIEFBEHEER
Archiefstukken van de Centrale Dienst der Arbeidsinspectie zijn in september 1946 aan het Nederlandsch Economisch-Historisch Archief (NEHA) overgedragen.
20In 1972 besloot het NEHA tot overdracht van de in de afgelopen jaren verzamelde archieven aan de Rijksarchiefdienst. In dit archiefmateriaal bevond zich onder andere een groot aantal dossiers behorende tot het archief van de Centrale Dienst der Arbeidsinspectie.
20 Brief Algemene Rijksarchivaris nr. 84 B/D van 10 september 1946.
Uit dit archief zijn op grond van de door de Algemene Rijksarchivaris verleende machtiging, als bedoeld in artikel 5 van het Archiefbesluit overeenkomstig de voor overheidsarchieven geldende normen, de onderstaande archiefcategorieën vernietigd (22 strekkende meter):
211. Stukken betreffende adviezen van de directeur-generaal van de Arbeid aan de minister van Oorlog naar aanleiding van verzoeken om gedeeltelijke vrijstelling van opkomst in
mobilisatietijd c.q. vervroegde demobilisatie 1914-1918;
2. Gedrukte stukken van de Handelingen der Staten-Generaal;
3. Doublure-stukken van de Economische Raad;
4. Doublure-jaarverslagen van de Haveninspectie over de periode 1916-1921.
Van het resterende archiefgedeelte zijn twee plaatsinglijsten opgemaakt. Een over de periode 1909-1940 (49 dozen) en een over de periode 1907-1944 (150 dozen). Het archief is destijds in het hulpdepot van het Algemeen Rijksarchief te Schaarsbergen geplaatst en begin 1980 naar de nieuwe depotruimte van de Tweede Afdeling overgebracht.
Medio juli 1980 is hier nog 7,5 meter aan toegevoegd; bij de ontruiming van het NEHA-depot was dit archiefmateriaal abusievelijk naar het Gemeentearchief van Amsterdam verzonden.
Het ministerie van Sociale Zaken ging in augustus 1980 akkoord met een ruilvoorstel van de Tweede Afdeling met betrekking tot de bij dit ministerie berustende archiefbescheiden van de Centrale Dienst der Arbeidsinspectie.
Met het oogmerk van inventarisatie kwam men overeen dit archief te ruilen tegen het bij de Tweede Afdeling gedeponeerde archief inzake de uitvoering van de Hinderwet 1893-1914. Totaliter bedroeg het archiefmateriaal na deze transactie ongeveer 42 strekkende meter.
In veerwil van de vorengeschetste verplaatsingen is de materiële toestand van het archief redelijk te noemen. Wel heeft corrosie van de gebruikte dossierhouders in sommige gevallen tot
aantasting van archiefstukken geleid.
Het begin van de archiefvorming valt in grote lijnen samen met de oprichting van de Centrale Dienst der Arbeidsinspectie.
De jongste stukken dateren uit 1950. Vanaf die tijd is het Directoraat-generaal van de Arbeid zijn archiefadministratie gaan inrichten met behulp van een fiche-doorschrijfsysteem en is de archiefordening opgezet volgens een van de UDC afgeleide code. De invoering van een nieuw registratuurplan was de overweging om het archief tot 1950 als een geheel te beschouwen.
Veel stukken uit de periode 1945-1950 zijn overgebracht naar het dossier-archief van na 1950, zodat het archief van dit tijdvak zeer incompleet is.
De verwerving van het archief
DE VERWERVING VAN HET ARCHIEF Overbrenging van een overheidsarchief
21 Brief Algemene Rijksarchivaris nr. F 19 van 15 januari 1973.
Inhoud en structuur van het archief
Inhoud en structuur van het archief
Inhoud
INHOUD
In het voorafgaande kwam reeds aan de orde dat de werkzaamheden van de Arbeidsinspectie in de beginperiode grotendeels bestonden uit controle op de naleving van de wettelijke
voorschriften.
De bekendheid van de ambtenaren met de gang van zaken in het bedrijfsleven leidde bovendien tot velerlei onderzoek op technisch en economisch terrein. Alle verrichte werkzaamheden werden jaarlijks uitvoerig verantwoord.
Raadpleging van de jaarverslagen is voor doelmatig onderzoek o.i. een noodzakelijke voorwaarde.
Met behulp van de verslaglegging - voorzien van alfabetische klappers - kan de gebruiker zich snel een gedetailleerd beeld vormen van de grote (taken)verscheidenheid van de Centrale Dienst der Arbeidsinspectie. De bevindingen van de ingestelde onderzoekingen zijn veelal gekwantificeerd en in tabellen en grafieken weergegeven.
Aanvullingen
AANVULLINGEN
In 1983, 1984 en 1986 zijn aanvullingen op het archief gedaan.
Verantwoording van de bewerking
VERANTWOORDING VAN DE BEWERKING
De bewerking van het archief
DE BEWERKING VAN HET ARCHIEF
Afgezien van een klein aantal dossiers kende het archiefmateriaal grotendeels een rubrieksmatige ordening. Het gehele archief was in chronologische orde gevormd en opgeborgen in
dossiermappen. Als eigentijdse ingang waren in veel gevallen zgn. resumptielijsten aanwezig, vermeldende een summiere opsomming van de inhoud van elke dossiermap.
Als richtsnoer voor de herordening diende in eerste aanleg de door de Centrale Dienst der
Arbeidsinspectie ontwikkelde "dossierlijst".
22Deze archiefcode is door de administratie in de jaren 1938 en 1939 ingevoerd en omstreeks 1950 vervangen door het vorengenoemde registratuurstelsel volgens een van de UDC afgeleide code.
Alle niet-gecodeerde "dossiermappen" van het voorafgaande tijdvak (met archiefmateriaal dat reeds voorzien was van de UDC-code) zijn in de eerste fase van de inventarisatie in dit decimale rubriekenstelsel ondergebracht.
Na het herstel van de "oude orde" bleek dat de gehanteerde "dossierlijst" minder goed bruikbaar was voor de definitieve ordening. Lettend op de organisatie en de werkwijze van de archiefvormer, lag het voor de hand de inventarisatie te stoelen op basis van het functioneel beginsel.
23Een dergelijke systematische onderverdeling van intern en extern gerichte bemoeiingen maakte een groot aantal herplaatsingen onontkoombaar.
In onderstaand overzicht is in hoofdlijnen het verband tussen de oude orde en het archiefschema weergegeven:
Hoofdindeling van de dossierlijst: Archiefschema:
0. Kabinet en Algemene Zaken Organisme (l + 2)
22 Organisme: rubriek 12.
23 Archivistische terminologie nr. 86, 's-Gravenhage, 1975.
Hoofdindeling van de dossierlijst: Archiefschema:
1. Financiën Organisme (1 + 2)
2. Dienst der Arbeidsinspectie Organisme (1 + 2) Taakoefening (1) 3. (Reserve)
4. (Reserve)
5. Veiligheid Taakoefening (1)
6. Hygiëne Taakoefening (1)
7. Sociale en economische zaken Taakoefening (1 t/m 6)
8. Arbeidswet Taakoefening (1)
9. Wetten en wetsontwerpen (behalve Arbeidswet)
Taakoefening (1 t/m 4)
In de aanhef releveerden wij reeds dat aan het Directoraat-generaal van de Arbeid een aantal ondersteunende Diensten zijn verbonden. Met uitzondering van een kleine hoeveelheid archiefmateriaal van de Medische Dienst is hiervan niets bewaard gebleven.
Het beperkte archief van de Medische Dienst (archief van de medisch adviseur + bemoeienissen met de oprichting van de E.H.B.O.)is in zijn geheel onder de rubriek "bevordering van de
gezondheid" geplaatst.
24De medisch adviseur is maar zeer ten dele als zelfstandig archiefvormer te kenschetsen; meestentijds fungeerde hij als gedelegeerde namens de directeur-generaal in diverse commissies.
Evenals de UDC-code kende het registratuurplan van de Centrale Dienst van de Arbeidsinspectie een verdergaande uitwerking van de respectieve classificatienummers. In de eerste onderverdeling werden veelal de algemeenheden gerubriceerd.
Voorbeeld:
25– 642 Straling – 6420 Algemeen – 6421 Warmtestraling – 6422 Lichtstraling
– 6423 Ultraviolette en infrarode straling
Dergelijke algemene dossiers bleken tijdens de inventarisatiewerkzaamheden moeilijk nader onder te brengen; ze zijn dientengevolge in de beschrijvingen gehandhaafd.
Bij eerste kennismaking bleek het archief grote hiaten te vertonen; zeer incompleet was onder andere het archiefmateriaal betreffende de organisatie van de Dienst. In de loop van de
inventarisatieperiode 1980/1981 zijn in dit verband bezoeken gebracht aan de afdeling Post- en Archiefzaken van het Directoraat-generaal te Voorburg. Op basis van een ruwe schatting konden wij vaststellen dat zich nog ongeveer de helft van het archief van vòòr 1950 in het depot van de archiefvormer bevindt; onvoorziene omstandigheden voorbehouden zal dit begin 1982 worden overgedragen.
Voor de selectie van voor vernietiging in aanmerking komende archiefbescheiden is raadpleging van het archief in zijn geheel een noodzakelijke voorwaarde; de samenstelling van een
vernietigingslijst is derhalve naar een later tijdstip verschoven.
24 Taakuitoefening: rubriek 13.
25 Dossierlijst van de Directie van de Arbeid, 1938, blz. 45.
In het licht van deze ontwikkelingen draagt de inventaris een voorlopig karakter.
Deze inventaris werd in 1980/1981 vervaardigd door O.W. Hoogerhuis in het kader van de opleiding tot hoger archiefambtenaar aan de Rijksarchiefschool. De inventarisatie van de
commissiearchieven zal in een later stadium ter hand worden genomen.
Bewerking van de toegang
BEWERKING VAN DE TOEGANG
In juni 2010 zijn de toegangen 2.15.05 en 2.15.12, die delen van de beschrijvingen van het archief
van de Centrale Dienst der Arbeidsinspectie bevatten, tot één geheel samengevoegd tot de huidige
versie van deze toegang (2.15.05).
Verwant materiaal
Verwant materiaal
Beschikbaarheid van kopieën
BESCHIKBAARHEID VAN KOPIEËN
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Publicaties
PUBLICATIES
Geraadpleegde literatuur
GERAADPLEEGDE LITERATUUR
Nederlands Bestuursrecht, bewerkt o.l.v. R. Kranenburg, L.J.M. Beel, A.M. Donner, G.A. van Poelje en C.W. de Vries, Deel II (bijzonder deel). Alphen aan den Rijn, 1953.S.J. Foekema Andreae, Een mensenleven in Nederland. Alphen aan den Rijn, 1957.H.F. Beenhakker en H.B. Eldering, Arbeidstijd en veiligheid. Alphen aan den Rijn, 1961.J.C. Vleggeert, Kinderarbeid in de negentiende eeuw. Bussum, 1967.J.J. van Dodeweerd, De Arbeidsinspectie bestaat 90 jaar, in: Sociaal Maandblad, 1980, nr. 5, P.
378-385.Gedenkboek, 50-jarig bestaan van de Arbeidsinspectie. 's-Gravenhage 1940.Arbeid op de
tweesprong, Opstellen ter gelegenheid van het 75 jarig bestaan der Arbeidsinspectie. 's-Gravenhage. 1965.
Beschrijving van de series en archiefbestanddelen
B E S C H R I J V I N G V A N D E S E R I E S E N A R C H I E F B E S T A N D D E L E N
I. Archief van de Centrale Dienst van de Arbeidsinspectie
I. ARCHIEF VAN DE CENTRALE DIENST VAN DE ARBEIDSINSPECTIE
A Stukken van algemene aard.
A STUKKEN VAN ALGEMENE AARD.
1-40 Centraal verslag van de Arbeidsinspectie.
1907-1949 40 delen
1 1907-1908
2 1909
3 1910
4 1911
5 1912
6 1913
7 1914
8 1915
9 1916
10 1917
11 1918
12 1919
13 1920
14 1921
15 1922
16 1923
17 1924
18 1925
19 1926
20 1927
21 1928
22 1929
23 1930
24 1931
25 1932
26 1933
27 1934
28 1935
29 1936
30 1937
31 1938
32 1939
33 1940
34 1941
35 1942
36 1943
37 1944 en 1945
38 1946 en 1947
39 1948
40 1949
41-53 Verslagen van de inspecteurs van de Arbeid.
1899-1916 13 delen
41 1899-1900
42 1901-1902
43 1903-1904
44 1905-1906
45 1907-1908
46 1909
47 1910
48 1911
49 1912
50 1913
51 1914
52 1915
53 1916
54-84 Verslagen over het haventoezicht, met hiaten.
1910-1950 31 delen
54 1910
55 1911
56 1912
57 1913
58 1914
59 1915
60 1916
61 1917
62 1918
63 1920
64 1923
65 1924
66 1925
67 1927
68 1928
69 1929
70 1930
71 1932
72 1933
73 1934
74 1935
75 1936
76 1937
77 1938
78 1939
79 1940
80 1941
81 1942-1945
82 1946-1947
83 1948
84 1949 en 1950
85-94 Notulen van vergaderingen met districtshoofden.
1909-1950 10 delen
85 1909-1916
86 1917-1920
87 1921-1923
88 1924-1927
89 1928-1931
90 1932-1936
91 1937-1940
92 1941-1946
93 1947-1948
94 1949-1950
95-96 Notulen van vergaderingen met inspectrices.
1946-1951 2 delen
95 1946-1948
96 1949-1951
97-103 Notulen van vergaderingen met medici.
1921-1950 7 delen
97 1921-1928
98 1928-1932
99 1933-1936
100 1937-1939
101 1940-1945
102 1946-1948
103 1949-1951
B Stukken betreffende bijzondere onderwerpen.
B STUKKEN BETREFFENDE BIJZONDERE ONDERWERPEN.
Organisme.
ORGANISME.
1 Organisatie van de Arbeidsinspectie.
1 ORGANISATIE VAN DE ARBEIDSINSPECTIE.
1.1 Reorganisatie.
1.1 Reorganisatie.
104 Ingekomen brief van de minister van Landbouw, Nijverheid en Handel betreffende uitstel van overplaatsing van de directeur-generaal naar Amsterdam.
1914 1 stuk
105 Minuut van een uitgaande brief aan de minister van Arbeid, Handel en Nijverheid betreffende doorgevoerde bezuinigingen naar aanleiding van een ingesteld onderzoek door de Algemene Rekenkamer naar de aard van de bestedingen.
1923 1 stuk
1.2 Benodigheden en hulpmiddelen.
1.2 Benodigheden en hulpmiddelen.
106-107 Stukken betreffende vakbladen en vaktijdschriften.
1908-1930 2 omslagen
106 23 oktober 1908-7 maart 1925 107 30 maart 1925-1 januari 1930 108-113 Stukken betreffende bibliotheken en boekwerken.
1909-1937 6 omslagen
108 18 januari 1909-6 november 1922
109 23 november 1922-19 juli 1929
110 30 juli 1929-10 maart 1932
111 11 maart 1932-12 april 1934
112 16 april 1934-10 oktober 1935
113 12 oktober 1935-30 januari 1937
114-116 Stukken betreffende mutaties in het kaartregister van de Centrale Dienst der Arbeidsinspectie houdende gegevens inzake de controle van bedrijven.
1910-1938 3 omslagen
114 4 november 1910-25 november 1938 115 10 augustus 1911-9 juli 1935
116 18 mei 1915-5 augustus 1918 117-125 Stukken betreffende het Rijksinkoopbureau.
1923-1940 9 omslagen
117 18 januari 1923-12 juli 1928 118 18 oktober 1928-30 mei 1930 119 16 juni 1930-26 juni 1931 120 29 juni 1931-16 december 1932 121 17 december 1932-10 juli 1934
122 10 augustus 1934-24 september 1935 123 26 september 1935-27 augustus 1937 124 9 september 1937-25 november 1938 125 26 november 1938-18 november 1940
126-128 Stukken betreffende de ontvangst en toezending van publikaties.
1927-1938 3 omslagen
126 11 april 1927-25 augustus 1931 127 29 augustus 1931-15 mei 1934 128 1 juni 1934-10 juni 1938
129-134 Stukken betreffende het vervaardigen van cyclostyle werk voor de districten.
1928-1941 6 omslagen
129 5 september 1928-24 maart 1931 130 27 maart 1931-13 oktober 1933 131 17 oktober 1933-7 maart 1936 132 29 oktober 1938-24 november 1938 133 24 november 1938-26 oktober 1939 134 27 oktober 1939-10 februari 1941
135-148 Stukken betreffende de aanschaf van kantoorbenodigdheden.
1930-1943 14 omslagen
135 28 april 1930-15 oktober 1931
136 20 oktober 1931-3 november 1932
137 7 november 1932-12 oktober 1933
138 18 oktober 1933-2 april 1935
139 3 april 1935-23 juni 1936
140 24 juni 1936-12 juli 1937
141 12 juli 1937-14 februari 1938
142 15 februari 1938-8 december 1938
143 9 december 1938-23 oktober 1939
144 24 oktober 1939-26 juni 1940
145 26 juni 1940-8 januari 1941
146 9 januari 1941-17 september 1941
147 22 september 1941-23 mei 1942
148 27 mei 1942-3 maart 1943
149 Dossierlijst van de Directie van de Arbeid.
1938 1 deel
2 exemplaren
1.3 Uitoefening van de dienst.
1.3 Uitoefening van de dienst.
1.3.1 Advisering van de minister.
1.3.1 Advisering van de minister.
150 Ingekomen en minuten van uitgaande brieven betreffende de te volgen procedure bij het verstrekken van advies door directeur-generaal van de Arbeid bij de
voorbereiding van wetsontwerpen.
1909-1922 1 omslag
151 Minuut van een uitgaande brief aan de afdeling Nijverheid van het Departement van Landbouw, Nijverheid en Handel betreffende een door de directeur-generaal van de Arbeid ingesteld onderzoek naar de mogelijkheden tot
tractementsverhoging van ingenieur Giljam in verband met zijn mogelijk vertrek bij de gasfabriek te Rotterdam.
1910 1 omslag
152 Ingekomen stukken stukken als lid van Commissie XIV uit de Hoge Raad van Arbeid betreffende reorganisatie van de Hoge Raad van Arbeid.
1924-1925 1 omslag
153-154 Ingekomen stukken als lid van de Hoge Raad van Arbeid betreffende vergaderingen en behandeling van zaken.
1934-1937 2 omslagen
153 26 maart 1934-14 mei 1937 154 18 mei 1937-2 juli 1938
1.3.2 Dienstreizen.
1.3.2 Dienstreizen.
155 Stukken betreffende gemaakte dienstreizen door ambtenaren van de Havenarbeidsinspectie.
1916-1931 1 omslag
156 Stukken betreffende het verlenen van goedkeuring voor binnenlandse dienstreizen.
1919-1933 1 omslag
157 Rapport van een beleefdheidsbezoek aan de Philips-fabrieken te Eindhoven.
1922 1 deel
1.3.3 Samenwerking met justitiële en lokale autoriteiten.
1.3.3 Samenwerking met justitiële en lokale autoriteiten.
158-160 Stukken betreffende medewerking van rechterlijke ambtenaren bij wettelijke overtredingen.
1894-1947 3 omslagen
158 1894-1922
159 1916-1624
160 1930-1947
161-162 Stukken betreffende klachten van arbeidsinspecteurs over de medewerking van rechterlijke ambtenaren bij het opmaken van. processen-verbaal.
1917-1942 2 omslagen
161 1917-1922
162 1927-1942
163 Stukken betreffende medewerking van rechterlijke ambtenaren bij overtredingen van de Stuwadoorswet.
1917-1918 1 omslag
164 Stukken betreffende het samenstellen van handleidingen ten dienste van politieambtenaren.
1917-1946 1 omslag
165-168 Stukken betreffende het politietoezicht in het kader van de medewerking van lokale autoriteiten.
1919-1948 4 omslagen
165 20 februari 1909-8 juli 1922 166 14 juli 1922-5 januari 1926 167 8 januari 1926-18 juni 1937 168 3 juli 1937-2 december 1948
169 Stukken betreffende het hinderen van ambtenaren bij de uitoefening van hun functie.
1934-1937 1 omslag
1.3.4 Voorlichting en informatieverstrekking.
1.3.4 Voorlichting en informatieverstrekking.
170 Stukken betreffende het verstrekken van inlichtingen op verzoek van de afdeling Scheikundige Technologie en Mijnbouwkunde van de Technische Hogeschool Delft inzake een opgemaakte voordracht voor de benoeming van een hoogleraar.
1910 1 omslag
171-172 Stukken betreffende het verstrekken van voorlichting en informatie in het algemeen.
1940-1941 2 omslagen
171 7 juni 1940-17 juni 1940 172 18 juni 1940-9 februari 1941
1.4 Verslaglegging.
1.4 Verslaglegging.
173-206 Stukken betreffende de samenstelling van jaarverslagen.
1907-1928 34 omslagen
173 1907-1908
174 1909
175 1910
176 1911
177 1912
178 1913
179 1913
2e omslag
180 1913
3e omslag
181 1914
182 1914
2e omslag
183 1915
184 1915
2e omslag
185 1916
186 1916
2e omslag
187 1917
188 1918
189 1918
2e omslag
190 1919
191 1919
2e omslag
192 1920
193 1921
194 1922
195 1923
196 1924
197 1925
198 1925
2e omslag
199 1926
200 1926
2e omslag
201 1927
202 1927
2e omslag
203 1927
3e omslag
204 1928
205 1928
2e omslag
206 1928
3e omslag
207-212 Stukken betreffende de samenstelling van districtsverslagen.
1907-1912 6 omslagen
207 1907-1908
208 1909
209 1911
210 1912
211 1912
2e omslag
212 1912
3e omslag
213-225 Stukken betreffende de samenstelling van de jaarverslagen van de Havenarbeidsinspectie.
1910-1921 13 omslagen
213 1910
214 1910
2e omslag
215 1911
216 1912
217 1913
218 1914
219 1915
220 1916
221 1917
222 1918
223 1919
224 1920
225 1921
2 Personeel van de Arbeidsinspectie.
2 PERSONEEL VAN DE ARBEIDSINSPECTIE.
2.1 Bezoldiging, voorschotten en kortingen.
2.1 Bezoldiging, voorschotten en kortingen.
226-235 Stukken betreffende tractementsverhogingen.
1909-1938 10 omslagen
226 8 januari 1909-24 mei 1912 227 30 mei 1912-30 november 1916 228 8 december 1916-20 februari 1921 229 24 februari 1921-9 januari 1923 230 11 januari 1923-3 september 1925 231 9 september 1925-31 oktober 1927 232 31 oktober 1927-27 januari 1930 233 27 januari 1930-21 juli 1932 234 21 juli 1932-16 maart 1935 235 30 maart 1935-24 oktober 1938
236-237 Stukken betreffende het toekennen van voorschotten aan ambtenaren ingevolge art. 27 van het Reisbesluit.
1916-1930 2 omslagen
236 15 februari 1916-21 mei 1920 237 27 mei 1920-20 oktober 1930
238-240 Stukken betreffende stortingen voor pensioenfondsen.
1918-1937 3 omslagen
238 20 december 1918-30 juli 1925 239 15 augustus 1925-23 augustus 1929 240 28 augustus 1929-10 augustus 1937
241-242 Stukken betreffende verleende voorschotten voor de aanschaf van rijwiel, motorrijwiel en auto door ambtenaren.
1921-1938 2 omslagen
241 juli 1921-juli 1927
242 augustus 1927-januari 1938
2.2 Overige personeelsaangelegenheden.
2.2 Overige personeelsaangelegenheden.
243-244 Stukken betreffende adressen van ambtenaren.
1927-1931 2 omslagen
243 1927-1934
244 1935-1938
245-256 Stukken betreffende verloven en dienstwaarnemingen.
1931-1942 12 omslagen
245 1931
246 1932
247 1933
248 1934
249 1935
250 1936
251 1937
252 1938
253 1939
254 1940
255 1941
256 1942
256A Stukken betreffende de opleiding van inspectrices.
1946-1961 1 omslag
Taakuitoefening.
TAAKUITOEFENING.
1 Arbeidersbescherming.
1 ARBEIDERSBESCHERMING.
1.1 Tegengaan van overmatige arbeid.
1.1 Tegengaan van overmatige arbeid.
1.1.1 Advisering inzake wijzigingen Arbeidswet en Arbeidsbesluit.
1.1.1 Advisering inzake wijzigingen Arbeidswet en Arbeidsbesluit.
Zie ook rubriek 112 t/m 118
257 Overzicht van de aangevraagde vrijstellingen ex art. 7, sub 7, van de Arbeidswet 1911.
1917-1918 1 deel
258 Stukken betreffende het voorontwerp van wet tot herziening van de Arbeidswet 1919.
1921-1922 1 omslag
259 Stukken ontvangen als lid van de Hoge Raad van Arbeid betreffende de Arbeidswet 1919.
1921-1922 1 omslag
260 Stukken betreffende het voorontwerp van een A.M.v.B. als bedoeld in art. 10 van de Arbeidswet 1919 tot wijziging van het Arbeidsbesluit 1920.
1920-1932 1 omslag
261 Stukken ontvangen als lid van de Commissie van advies uit de Hoge Raad van Arbeid betreffende het voorontwerp van een A.M.v.B. inzake wijziging van het Arbeidsbesluit 1920.
1932-1933 1 omslag
262 Stukken ontvangen als lid van de Commissie van advies uit de Hoge Raad van Arbeid betreffende wijziging van art. 12 van de Arbeidswet 1919.
1934-1936 1 omslag
263 Stukken ontvangen als lid van de Hoge Raad van Arbeid betreffende de samenstelling van de Commissie tot wijziging van het Arbeidsbesluit 1920.
1938 1 omslag
264 Stukken ontvangen als lid van de Commissie van advies uit de Hoge Raad van Arbeid betreffende een voorontwerp van een A.M.v.B. tot wijziging van het Arbeidsbesluit 1920.
1938 1 omslag
1.1.2 Arbeid door vrouwen en jeugdige personen.
1.1.2 Arbeid door vrouwen en jeugdige personen.
265-266 Stukken betreffende de inzameling van gegevens over werkzaamheden van gehuwde vrouwen.
1911-1940 2 omslagen
265 1911-1925
266 1926-1940
267 Stukken betreffende vrouwenarbeid in het algemeen.
1921-1940 1 omslag
268 Stukken betreffende de ontwerpverdragen van Genua inzake de vaststelling van de minimumleeftijd van kinderen, die arbeid op zeeschepen verrichten.
1921 1 omslag
269 Stukken betreffende een ingesteld onderzoek naar de arbeid van gehuwde vrouwen in 2-ploegenstelsel.
1928-1934 1 omslag
270 Ingekomen stukken als lid van de Commissie van advies uit de Hoge Raad van Arbeid betreffende een voorontwerp van wet Vrouwelijke Arbeidskrachten.
1935-1936 1 omslag
325 Stukken betreffende een voorontwerp van een A.M.v.B. als bedoeld in de artikelen 59 en 62 van de Arbeidswet 1919 inzake de arbeid van jeugdige personen in
koffiehuizen en hotels.
1936 1 omslag
271 Ingekomen stukken als lid van de Commissie van advies uit de Hoge Raad van Arbeid betreffende een voorontwerp van wet inzake de beperking van de arbeid van gehuwde vrouwen.
1938-1939 1 omslag
272 Ingekomen stukken als lid van de Commissie van advies uit de Hoge Raad van Arbeid betreffende de arbeid van 14-jarige jongens en meisjes.
1919 1 omslag
273-274 Ingekomen stuken als lid van de Commissie van advies uit de Hoge Raad van Arbeid betreffende wijziging van de Arbeidswet 1919 inzake de arbeid van 14- en 15-jarige meisjes.
1939-1940 2 omslagen
273 17 april 1939-26 september 1939.
274 12 oktober 1939-20 januari 1940.
275 Stukken betreffende een ingesteld onderzoek in opdracht van de minister van Sociale Zaken naar het tekort aan vrouwelijke arbeidskarchten.
1945-1946 1 omslag
276 Stukken betreffende het congres over vrouwenarbeid in 1948.
1947-1948 1 omslag
1.1.3 Zondagsarbeid.
1.1.3 Zondagsarbeid.
277 Stukken betreffende beperking van zondagsarbeid in het algemeen.
1909-1910 1 omslag
278 Stukken betreffende verwerking van gegevens naar aanleiding van een landelijk onderzoek naar zondagsarbeid.
1909-1910 1 omslag
279 (niet gebruikt inventarisnummer).
280-293 Ingekomen antwoorden van gemeenten bij de minister van Landbouw, Nijverheid en Handel en in handen gesteld van de directeur-generaal van de Arbeid naar aanleiding van een landelijk onderzoek naar zondagsarbeid.
1909 14 omslagen
Alfabetisch geordend
280 Groningen.
281 Friesland.
282 Drente.
283 Overijssel.
284 Gelderland.
285 Utrecht.
286 Noord-Holland.
287 Zuid-Holland, letter A-M.
288 Zuid-Holland, letter N-Z.
289 Zeeland.
290 Noord-Brabant.
291 Limburg.
292 De haven van Amsterdam.
293 De haven van Rotterdam.
294-304 Ingekomen antwoorden van Kamers van Arbeid en Kamers van Koophandel &
Fabrieken bij de minister van Landbouw, Nijverheid en Handel en in handen gesteld van de directeur-generaal van de Arbeid naar aanleiding van een landelijk
onderzoek naar zondagsarbeid.
1909 1 omslagen
294 Groningen.
295 Friesland.
296 Drente.
297 Overijssel.
298 Gelderland.
299 Utrecht.
300 Noord-Holland.
301 Zuid-Holland.
302 Zeeland.
303 Noord-Brabant.
304 Limburg.
1.1.4 Regeling van werk- en rusttijden.
1.1.4 Regeling van werk- en rusttijden.
1.1.4.1 buiten fabrieken, werkplaatsen of winkels.
1.1.4.1 buiten fabrieken, werkplaatsen of winkels.
305 Ingekomen stukken als lid van de Commissie van advies uit de Hoge Raad van
Arbeid betreffende het ontwerp van een A.M.v.B. tot regeling van een wekelijkse rustdag voor toonkunstenaars.
1928 1 omslag
306 Stukken betreffende het ontwerp van een A.M.v.B. tot regeling van een wekelijkse rustdag voor toonkunstenaars.
1929 1 omslag
307 Stukken betreffende dienst-, arbeids- en rusttijden van waterstaatpersoneel.
1931 1 omslag
308 Stukken betreffende de voorbereiding van een baggerregeling ten behoeve van de Zuiderzeewerken.
1938 1 omslag
309 Ingekomen stukken als lid van de Commissie van advies uit de Hoge Raad van Arbeid betreffende een voorontwerp van wet Rusttijdbesluit voor handelsreizigers.
1939-1940 1 omslag
1.1.4.2 in fabrieken of werkplaatsen.
1.1.4.2 in fabrieken of werkplaatsen.
310 Stukken betreffende het ontwerp-verdrag van Washington inzake beperking van de arbeidsduur in nijverheidsondernemingen tot acht uur per dag en veertig uur per week.
1921 1 omslag
311 Stukken betreffende het voorontwerp van wet tot wijziging van het werktijdenbesluit voor fabrieken of werkplaatsen.
1922-1923 1 omslag
312 Ingekomen stukken als lid van de Commissie van advies uit de Hoge Raad van Arbeid betreffende het voorontwerp van een A.M.v.B. tot wijziging van het werktijdenbesluit voor fabrieken of werkplaatsen.
1930 1 omslag
313 Ingekomen stukken als lid van de Commissie van advies uit de Hoge Raad van Arbeid betreffende het voorontwerp van een A.M.v.B. tot wijziging van het Werktijdenbesluit voor fabrieken of werkplaatsen.
1934-1935 1 omslag
314 Stukken betreffende een onderzoek naar de arbeidstijden van personeel in douaneloodsen en expeditiebedrijven.
1938 1 omslag
1.1.4.3 in bakkerijen.
1.1.4.3 in bakkerijen.
315-317 Ingekomen stukken van de Hoge Raad van Arbeid als lid van de Commissie van advies betreffende een voorontwerp van wet tot wijziging van de Arbeidswet 1919 inzake de arbeid in broodbakkerijen.
1931-1939 3 omslagen
315 Ontvangen door de directeur-generaal van de Arbeid, 1931-1932
316 Ontvangen door de directeur-generaal van de Arbeid, 1938-1939
317 Ontvangen door de plaatsvervangend directeur-generaal, 1938-1939
1.1.4.4 in winkels.
1.1.4.4 in winkels.
318 Rapport betreffende de arbeid van vrouwen en meisjes in het winkelbedrijf.
1915 1 deel
Gedrukt
319 Stukken betreffende een voorontwerp van een winkelsluitingswet.
1927 1 omslag
320 Ingekomen stukken als lid van de Commissie van advies uit de Hoge Raad van Arbeid betreffende het voorontwerp van een A.M.v.B. tot regeling van de arbeid in slagerswinkels.
1929 1 omslag
321 Stukken betreffende een voorontwerp van wet betrefgende de regeling van verkoop door middel van automaten.
1936 1 omslag
1.1.4.5 in kantoren.
1.1.4.5 in kantoren.
322 Stukken betreffende een voorontwerp van een A.M.v.B. inzake het Werktijdenbesluit voor kantoren.
1930 1 omslag
323 Ingekomen stukken als lid van de Commissie van advies uit de Hoge Raad van Arbeid betreffende het voorontwerp van een A.M.v.B. tot regeling van de werktijden voor kantoren.
1930-1931 1 omslag
1.1.4.6 in apotheken.
1.1.4.6 in apotheken.
324 Stukken betreffende een voorontwerp van een A.M.v.B. inzake het Werktijdenbesluit voor apotheken.
1931 1 omslag
1.1.4.7 in koffiehuizen en hotels.
1.1.4.7 in koffiehuizen en hotels.
325 Stukken betreffende een voorontwerp van een A.M.v.B. als bedoeld in de artikelen 59 en 62 van de Arbeidswet 1919 inzake de arbeid van jeugdige personen in
koffiehuizen en hotels.
1936 1 omslag
326 Ingekomen stukken als lid van de Commissie van advies uit de Hoge Raad van Arbeid betreffende het voorontwerp van een A.M.v.B. inzake de arbeid in koffiehuizen en hotels.
1937 1 omslag
1.1.4.8 in verpleeginrichtingen.
1.1.4.8 in verpleeginrichtingen.
327 Stukken betreffende een voorontwerp van een A.M.v.B. als bedoeld in de artikelen 65, 68, elfde lid en 91, der Arbeidswet 1919 inzake de arbeids- rusttijden in
verpleeginrichtingen.
1925-1928 1 omslag
328 Ingekomen stukken bij de medisch adviseur als lid van de Commissie van advies uit de Hoge Raad van Arbeid betreffende wijziging van het Verplegingsbesluit 1928.
1930-1931 1 omslag
1.1.5 Arbeid in de huisindustrie.
1.1.5 Arbeid in de huisindustrie.
329-332 Stukken betreffende arbeidsomstandigheden in de huisindustrie.
1909-1914 4 omslagen
329 2 juni 1909-7 juli 1910
330 9 september 1912-9 december 1912 331 19 december 1912-5 februari 1914 332 18 februari 1914-27 maart 1914
333 Stukken betreffende arbeidsomstandigheden bij het huisweven en vervaardigen van zijden halsdoeken voor het Departement van Marine.
1909-1910 1 omslag
334 Stukken betreffende arbeidsomstandigheden in de huisindustrie in het algemeen.
1914-1943 1 omslag
335 Stukken betreffende een onderzoek naar de arbeidsomstandigheden in garnalenpellerijen.
1916-1947 1 omslag
336 Ingekomen stukken als lid van de Commissie van advies uit de Hoge Raad van Arbeid betreffende het voorontwerp van wet van een Huisarbeidswet.
1929 1 omslag
337 Ingekomen stukken als lid van de Commissie van advies uit de Hoge Raad van Arbeid betreffende wijziging van de Huisarbeidswet 1933.
1935 1 omslag
338 Stukken betreffende het verzamelen van gegevens in opdracht van de minister van Sociale Zaken ten behoeve van de Centrale Huisarbeidscommissie voor de
Confectieindustrie inzake huisarbeid in de kledingindustrie en het reinigingsbedrijf.
1940-1945 1 omslag
1.1.6 Arbeid op schepen.