1 Projectteam financiën
1. Inleiding
In bijgaande memo wordt de systematiek van verdeling kosten vervoersysteem beschreven zoals uitgewerkt door het projectteam financiën.
Een vervoersysteem volgens regiemodel
Vanaf 1 september 2016 zal er een nieuw regionaal systeem voor sociaal vervoer operationeel zijn.
Met het vaststellen van conclusies en aanbevelingen uit het onderzoek naar doelgroepenvervoer van Cissonius uit 2014 hebben de 19 gemeenten in de regio Arnhem-Nijmegen besloten om samen te werken op het gebied van doelgroepenvervoer waarvoor zij verantwoordelijk zijn om zo kwaliteit en schaalvoordelen te realiseren. Het nieuwe vervoerssysteem wordt op een andere manier
aangestuurd dan de huidige Stadsregiotaxi of contracten leerlingenvervoer of vervoer naar dagbesteding. Bij de stadsregiotaxi heeft de gecontracteerde marktpartij zowel de regie- als
vervoerstaken en krijgt daarvoor betaald in zones. Vaste kosten zitten daarbij verdisconteerd in het zonetarief. In het nieuwe regiemodel worden de regie en het vervoer gescheiden in de markt gezet en is niet langer sprake van één zonetarief. De marktpartijen krijgen een vergoeding voor hun taak binnen het totale systeem. De vergoeding voor de regiecentrale is een vaste vergoeding per maand en vervoerders krijgen een maandelijkse vergoeding voor de tijd dat zij een auto met chauffeur beschikbaar stellen. De nieuwe manier van organiseren leidt in principe niet tot andere totaalkosten omdat dezelfde taken worden uitgevoerd. De vergoeding richting contractpartijen gebeurd in het nieuwe vervoersysteem dus niet meer op basis van zones.
Tariefsysteem op basis van kilometers
Gegeven het voorgaande lijkt het ook wenselijk om het zonesysteem als tariefsysteem voor de reiziger te vervangen. Zones zijn een overblijfsel van het strippenkaartsysteem, dat inmiddels is vervangen door de OV-chipkaart waarin met km's wordt gewerkt. In het voorgestelde tariefsysteem wordt ook gewerkt met km's (rechtstreekse afstand). Het tarief bestaat dan niet langer meer uit staffels ter grootte van één zone maar wordt nauwkeuriger. Voor bestemmingen die nu net vóór of net ná een zonegrens liggen zullen er dan niet langer grote verschillen in de prijs zijn, wat als eerlijker kan worden ervaren. Voortzetting van het zonesysteem voor het nieuwe vervoersysteem is ongewenst omdat er problemen kunnen ontstaan omdat de landelijke zonedatabase niet meer centraal wordt bijgewerkt.
2. Uitgangspunten kostenverdeling
Gevolgen andere systematiek
In het regiemodel vindt de vergoeding aan vervoerder en regiepartij op een andere manier plaats dan in de bestaande situatie. Deze kosten moeten op een bepaalde manier verdeeld worden tussen partijen. Omdat het uniforme zonetarief wordt vervangen gaat hierin voor iedereen wat veranderen.
Dit kan ook tot financiële verschillen leiden tussen gemeenten. De mate waarin die verschillen optreden is afhankelijk van de inrichting van deze afrekening, waarbij gemeenten hebben
2 Projectteam financiën aangegeven de vervoerkosten zoveel mogelijk naar daadwerkelijk gebruik te willen verdelen. Ook al wordt de nieuwe systematiek ‘rechtvaardiger’, dat kan voor individuele gemeenten leiden tot extra kosten. Hiermee lijkt het logisch om de nu uit te werken verdeelsystematiek na één jaar te evalueren en eventueel aan te passen. Indien de verschillen met de huidige situatie erg groot zijn, zou ook nog gekozen kunnen worden voor een overgangsperiode.
De vragen
In de verdeling van de kosten van het vervoersysteem en daaraan gerelateerde kosten gaat het om de volgende vragen die beantwoord moeten worden.
1. Hoe gaan partijen de kosten voor de regionale uitvoering van het doelgroepenvervoer (onder andere contractmanagement, managementinformatie, financieel beheer,
ontwikkelfunctie/tactische regie) verdelen?
2. Hoe gaan partijen de regiekosten verdelen?
3. Hoe gaan partijen de vervoerkosten verdelen?
4. In welke mate worden beleidskeuzes van gemeenten doorbelast naar afzonderlijke gemeenten?
Uitgangspunten
Gegeven het voorgaande is het wenselijk vooraf een aantal uitgangspunten te bepalen. De onderstaande uitgangspunten liggen ten grondslag aan de uit te werken verdeelsystematiek van vervoerkosten:
• de systematiek van kostenverdeling is eenvoudig uitlegbaar;
• gemeenten betalen de kosten van het vervoer naar gebruik en zien daar het effect van eigen beleidskeuzes terug;
• de vaste systeemkosten onafhankelijk van volume (en gemeenten individueel geen of nauwelijks invloed hebben), worden (deels) solidair verdeeld op basis van een constante factor;
• na afloop van het eerste jaar wordt de verdelingssystematiek geëvalueerd.
3. De systematiek van kostenverdeling
3.1. Regionale uitvoeringskosten doelgroepenvervoer
Voor de regionale uitvoering van het doelgroepenvervoer is een bedrijfsvoeringsorganisatie opgericht (BVO DRAN, Vervoersorganisatie Regio Arnhem Nijmegen). Bij het opstellen van de conceptregeling is in samenhang met het bepalen van de stemverhoudingen ook een voorstel gedaan voor verdeling van de kosten voor de BVO DRAN over de 19 deelnemende gemeenten. De kosten voor de BVO DRAN bestaan uit de volgende componenten:
• huisvestingskosten;
• personeelskosten;
• bedrijfsvoering kosten;
• beheerkosten (zoals monitoring, onderzoek, communicatie, klachtenmeldpunt en geschillencommissie, consumenteninspraak).
3 Projectteam financiën Op basis van eerdere inschattingen en informatie vanuit de huidige Stadsregiotaxi zijn de kosten BVO DRAN vooralsnog bepaald op € 552.930 op jaarbasis.
De systematiek
Op basis van een inschatting van taken die de BVO DRAN gaat uitvoeren en de werkzaamheden en kosten die daar uit voortkomen is de verdeelsleutel voor de BVO DRAN uitgewerkt.
Deze verdeelsleutel houdt enerzijds rekening met een beperkt deel vaste kosten die elke gemeenten gemaakt zou hebben indien zij zelf op gemeenteniveau het doelgroepenvervoer blijven uitvoeren, het zogenoemde drempelbedrag. Anderzijds is voor de overige kosten het item inwoners als verdeelsleutel gekozen. Hoewel inwoners geen directe relatie heeft met het in te brengen
vervoervolume door gemeenten, evenals de taken van de BVO DRAN, kan worden aangenomen dat grotere gemeenten een intensiever beroep doen op de BVO DRAN voor wat betreft allerlei
uitvoeringstaken.
Alvorens de kosten over de gemeenten te verdelen wordt nog de bijdrage in beheer vanuit de provincie Gelderland hierop in mindering gebracht1.
De verdeelsleutel
Als drempelbedrag wordt uitgegaan van € 5.000 per gemeente. De resterende kosten worden op basis van inwoners verdeeld over de gemeenten, waarbij alleen die gemeenten meedoen die op basis van een verdeling zuiver op basis van inwoners boven het drempelbedrag uitkomen. Als inwoneraantal geldt de datum 1 januari voorafgaand aan het jaar waarover de kosten verdeeld moeten worden en als bron wordt CBS statline gebruikt.
Uitgaande van de resterende kosten zoals die ook bij de behandeling van de concept regeling BVO aan de orde zijn geweest geldt onderstaande verdeling van verdeling regionale uitvoeringskosten over gemeenten.
1 De bijdrage in beheer is voor de regio Arnhem-Nijmegen € 240.000 op jaarbasis en geldt pas van 1-1-2017.
4 Projectteam financiën
3.2. Regiekosten
Vergoeding systematiek in bestek
De regiekosten zijn voor een groot deel onafhankelijk van het vervoervolume en moeten altijd betaald worden. In het bestek regiecentrale is de volgende vergoeding opgenomen:
• regie vraagafhankelijk vervoer
o Vaste maandvergoeding op basis van minimaal 28.000 ritten en maximaal 40.000 ritten per maand;
o Indien het aantal het aantal ritten per maand buiten deze marge komt treden opdrachtgever en opdrachtnemer in overleg over aanpassing van de vaste maandvergoeding routereizigers;
• regie routegebonden vervoer
o een vaste maandvergoeding per gemeente die routegebonden vervoer inbrengt;
o Vaste maandvergoeding op basis van 3.000 routereizigers per maand;
o Indien het aantal het aantal routereizigers per maand meer is dan 3600 of minder dan 2400 treden opdrachtgever en opdrachtnemer in overleg over aanpassing van de vaste
maandvergoeding routereizigers.
Het ligt daarom voor de hand de verdeling van deze koste niet of niet in grote mate te laten afhangen van de mate waarin gemeenten vervoer afnemen.
Vraagafhankelijk vervoer
Bij de verdeling van de kosten voor regie vraagafhankelijk vervoer wordt voorgesteld uit te gaan van eenzelfde systematiek als de verdeling van de kosten BVO DRAN, dat wil zeggen een verdeling met drempelbedrag en het restant verdelen op basis van een vaste verdeelsleutel als inwoners of aantal ritten.
gemeente Inwoners per 1-1-2015 € 5.000
abs. % per inwoner
Drempel- b ijdrage
Boven drempel
Inwoners die meetellen
Inwoner bijdrage
Totaal bijdrage Arnhem 152.293 20% € 62.361 € 0,41 € 5.000 Ja 152.293 € 45.299 € 50.299
Beuningen 25.282 3% € 10.353 € 0,41 € 5.000 Ja 25.282 € 7.520 € 12.520
Doesburg 11.355 1% € 4.650 € 0,41 € 5.000 Nee - € - € 5.000
Druten 18.294 2% € 7.491 € 0,41 € 5.000 Ja 18.294 € 5.441 € 10.441
Duiven 25.548 3% € 10.461 € 0,41 € 5.000 Ja 25.548 € 7.599 € 12.599
Groesbeek 34.258 4% € 14.028 € 0,41 € 5.000 Ja 34.258 € 10.190 € 15.190
Heumen 15.369 2% € 6.293 € 0,41 € 5.000 Ja 15.369 € 4.571 € 9.571
Lingewaard 45.788 6% € 18.749 € 0,41 € 5.000 Ja 45.788 € 13.619 € 18.619
Montferland 35.150 5% € 14.393 € 0,41 € 5.000 Ja 35.150 € 10.455 € 15.455
Mook en Middelaar 7.762 1% € 3.178 € 0,41 € 5.000 Nee - € - € 5.000
Nijmegen 170.681 22% € 69.891 € 0,41 € 5.000 Ja 170.681 € 50.768 € 55.768
Overbetuwe 46.833 6% € 19.177 € 0,41 € 5.000 Ja 46.833 € 13.930 € 18.930
Renkum 31.408 4% € 12.861 € 0,41 € 5.000 Ja 31.408 € 9.342 € 14.342
Rheden 43.625 6% € 17.864 € 0,41 € 5.000 Ja 43.625 € 12.976 € 17.976
Rozendaal 1.509 0% € 618 € 0,41 € 5.000 Nee - € - € 5.000
Rijnwaarden 10.912 1% € 4.468 € 0,41 € 5.000 Nee - € - € 5.000
Westervoort 14.992 2% € 6.139 € 0,41 € 5.000 Ja 14.992 € 4.459 € 9.459
Wijchen 40.886 5% € 16.742 € 0,41 € 5.000 Ja 40.886 € 12.161 € 17.161
Zevenaar 32.265 4% € 13.212 € 0,41 € 5.000 Ja 32.265 € 9.597 € 14.597
Totaal 764.210 100% € 312.930 € 95.000 732.672 € 217.930 € 312.930 Kostenverdeling o.b.v.
inwoners 1-1-2015 Verdeling kosten BVO - beheerkosten
Alternatief voorstel drempelb edragen en restant verdelen o.b .v. inwoners 1-1-2015 onder gemeenten die b ij verdeling o.b .v. inwoners b oven drempelb edrag kom en.
5 Projectteam financiën Het drempelbedrag is bepaald aan de hand van de kosten regiecentrale bij minimale inbreng,
waarbij elke functie vertegenwoordigd is, eventueel in deeltijd/combinatie, en voor de overige kosten zoals ICT, huur gebouw het totaal. Op basis van de door de winnende partij DVG gegeven uurtarieven bij de aanbesteding bedragen deze kosten ongeveer € 126.000 op jaarbasis. Verdeeld over 20 deelnemers (19 gemeenten en de provincie Gelderland) komt dit neer op een
drempelbedrag van € 6.300 per deelnemer.
Omdat voor de provincie het OV deel in de huidige Stadsregiotaxi wordt uitgevoerd en dus ook partij is in de verdeling van deze kosten, is inwoners als vaste verdeelsleutel niet mogelijk. Voorgesteld wordt vooralsnog uit te gaan van het aantal ritten Stadsregiotaxi in 2015 en voor Arnhem nog extra zorgtaxi 2015. Hierbij wordt voor de gemeenten Heumen en Nijmegen een inschatting gemaakt, omdat zij in 2015 niet deelnamen aan de Stadsregiotaxi. Voor Heumen is deze gebaseerd op Westervoort als vergelijkbare gemeenten wat betreft omvang. Voor Nijmegen wordt uitgegaan van 38.000 ritten. Uitgangspunt voor Nijmegen hierbij is een ingroei vergelijkbaar met gemeenten die ook later begonnen zijn met invoeren Wmo vervoerpassen Stadsregiotaxi (Wijchen en Beuningen) en een aantal actieve pashouders dat ongeveer 30% van het aantal van Arnhem is. Vervolgens is het gemiddelde genomen tussen het ritniveau dat Nijmegen naar verwachting heeft op 1 september 2016 (18.500 ritten) en het ritniveau twee jaar na invoering Wmo vervoerpas per december 2017 (57.500 ritten).
De door DVG geoffreerde vast vergoeding regie vraagafhankelijk vervoer bedraagt € 57.456.09 per maand gebaseerd op maximaal 40.000 ritten per maand ofwel € 689.473 per jaar (prijspeil 2016).
Het aantal ritten Stadsregiotaxi, Druten en zorgtaxi Arnhem in 2015 was ongeveer 582.000. Op basis hiervan en een drempelbedrag van € 6.300 is onderstaand een voorzet voor verdeling regiekosten vraagafhankelijk vervoer gedaan. In dit voorstel is nog geen rekening gehouden met het verplicht OV advies voor OV reizigers vanuit de provincie. Dit kan dit herverdeling van kosten leiden.
6 Projectteam financiën Routegebonden vervoer
De verdeling van kosten regie routegebonden vervoer is lastiger omdat nog niet alle gemeenten routevervoer inbrengen bij start van het systeem. Toch worden er al wel kosten voor regie gemaakt onafhankelijk van de inbreng van gemeenten maar is het lastig om aan te geven of dit
routegebonden regiekosten zijn of kosten die toe te wijzen zijn aan regie vraagafhankelijk vervoer.
Als we er van uit gaan dat de 'vaste kosten' al in de drempel van regiekosten vraagafhankelijk vervoer zijn verwerkt, is het meest praktische om op basis van de 5 gemeenten die al
leerlingenvervoer inbrengen per 1 september 2016 een principe voor kostenverdeling voor te stellen die aansluit bij de vergoedingensystematiek zoals afgesproken met de regiepartij. Bovendien zit in de tarieven van de regiecentrale al een vaste maandvergoeding voor gemeenten die routegebonden vervoer inbrengen.
De door de winnende partij DVG geoffreerde vaste vergoeding regie routegebonden vervoer per gemeente die routegebonden vervoer inbrengt bedraagt € 188,79 per maand ofwel € 2.265,48 per jaar (prijspeil 2016). De door DVG geoffreerde vast vergoeding routereizigers bedraagt € 7.268,92 per maand gebaseerd op maximaal 3.000 routereizigers ofwel € 87.227,04 per jaar (prijspeil 2016).
Op basis hiervan is onderstaand een voorzet voor verdeling regiekosten vraagafhankelijk vervoer gedaan.
gemeente/provincie
Kostenverdeling o.b.v. ritten Stadsregiotaxi
en zorgtaxi 2015 € 6.300
abs. %
Boven drempel
Ritten die meetellen Ritbijdrage
Totaal bijdrage Arnhem* 149.111 31% € 213.270 € 6.300 Ja 149.111 € 177.040 € 183.340 Berg en Dal 21.513 4%€ 30.770 € 6.300 Ja 21.513 € 25.543 € 31.843
Beuningen 8.303 2%€ 11.876 € 6.300 Ja 8.303 € 9.858 € 16.158
Doesburg 888 0%€ 1.270 € 6.300 Nee - € - € 6.300
Druten** 15.518 3%€ 22.195 € 6.300 Ja 15.518 € 18.425 € 24.725
Duiven 6.224 1%€ 8.902 € 6.300 Ja 6.224 € 7.390 € 13.690
Heumen*** 6.145 1%€ 8.789 € 6.300 Ja 6.145 € 7.296 € 13.596
Lingewaard 22.987 5%€ 32.878 € 6.300 Ja 22.987 € 27.293 € 33.593
Montferland 34.234 7%€ 48.964 € 6.300 Ja 34.234 € 40.646 € 46.946
Mook en Middelaar 3.302 1%€ 4.723 € 6.300 Nee - € - € 6.300
Nijmegen**** 38.000 8%€ 54.351 € 6.300 Ja 38.000 € 45.118 € 51.418
Overbetuwe 18.243 4%€ 26.093 € 6.300 Ja 18.243 € 21.660 € 27.960
Renkum 32.388 7%€ 46.324 € 6.300 Ja 32.388 € 38.454 € 44.754
Rheden 42.451 9%€ 60.717 € 6.300 Ja 42.451 € 50.402 € 56.702
Rozendaal 194 0%€ 277 € 6.300 Nee - € - € 6.300
Rijnwaarden 3.090 1%€ 4.420 € 6.300 Nee - € - € 6.300
Westervoort 6.145 1%€ 8.789 € 6.300 Ja 6.145 € 7.296 € 13.596
Wijchen 17.225 4%€ 24.637 € 6.300 Ja 17.225 € 20.451 € 26.751
Zevenaar 14.115 3%€ 20.188 € 6.300 Ja 14.115 € 16.759 € 23.059
Provincie Gelderland***** 41.979 9%€ 60.042 € 6.300 Ja 41.979 € 49.842 € 56.142 Totaal 482.055 100%€ 689.473 € 126.000 474.581 € 563.473 € 689.473
* Inclusief zorgtaxiritten 2015
** Ritten Regiotaxi Gelderland Rivierenland
*** Inschatting op basis van vergelijkbare gemeente Westervoort
**** Inschatting, zie uitleg tekst
***** Inclusief OV ritten Druten
Verdeling kosten regie vraagafhankelijk vervoer
Voorstel drem pelb edragen en restant verdelen o.b .v. ritten Stadsregiotaxi 2015 onder gemeenten/provincie die b ij verdeling o.b .v. ritten b oven drem pelb edrag k om en.
ritten Stadsregiotaxi en zorgtaxi Arnhem 2015
7 Projectteam financiën Indien andere gemeenten ook routegebonden vervoer inbrengen, gaan zij ook de vaste
maandvergoeding regie routegebonden vervoer betalen en delen zij mee in de verdeling van de vast kosten routereizigers.
3.3. Vervoerkosten
Vergoeding systematiek in bestek
In het bestek is opgenomen dat vervoerders via twee onderdelen hun kosten vergoed krijgen: via een beschikbaarheidstarief per uur en via een vergoeding per kilometer (beladen en onbeladen) gereden in opdracht van de regiecentrale. De vergoedingen aan de vervoerders bepalen de gezamenlijk de totale vervoerskosten van het vervoersysteem.
Verdeling vervoerskosten over gemeenten
De vervoerskosten moeten vervolgens over de gemeenten verdeeld worden die vervoer hebben ingebracht en waarvan klanten uit hun gemeente van het systeem gebruik hebben gemaakt. Omdat voor de ritbijdrage van reizigers nu gebruik wordt gemaakt van opstaptarief en kilometertarief, lijkt het logisch om voor de verdeling van de vervoerskosten over gemeenten als basis eenzelfde systematiek te hanteren.
Onderstaand is een voorstel uitgewerkt op basis van reiseenheden en opslagen op de ritkosten.
Puntsgewijs wordt een toelichting op de tabel gegeven.
gemeente/provincie
leerlingen 2015- 2016
Kostenverdeling o.b.v. leerlingen
2015-2016 totaalbijdrage
abs. % vaste bijdrage
Arnhem 600 54% € 2.265,48 € 47.192 € 49.458
Berg en Dal 0% € - € -
Beuningen 0% € - € -
Doesburg 0% € - € -
Druten* 0% € - € -
Duiven 145 13% € 2.265,48 € 11.405 € 13.670
Heumen 0% € - € -
Lingewaard 0% € - € -
Montferland 0% € - € -
Mook en Middelaar 0% € - € -
Nijmegen 0% € - € -
Overbetuwe 0% € - € -
Renkum 0% € - € -
Rheden 0% € - € -
Rozendaal 0% € - € -
Rijnwaarden 75 7% € 2.265,48 € 5.899 € 8.165
Westervoort 124 11% € 2.265,48 € 9.753 € 12.019
Wijchen 0% € - € -
Zevenaar 165 15% € 2.265,48 € 12.978 € 15.243
Totaal 1.109 100% € 87.227 € 98.554 Verdeling kosten regie routegebonden vervoer
8 Projectteam financiën
• Doelgroep: dit zijn de verschillende doelgroepen die in het vervoersysteem vervoerd kunnen worden.
• Opstap: feitelijk een vertaling van het opstaptarief voor de reiziger in reiseenheden. Het opstaptarief is ongeveer een factor 6 hoger dan het kilometertarief.
• Reiseenheid: een gereisde kilometer in het systeem.
• Combinatiefactor: factor waarmee het aantal reiseenheden van de rit wordt vermenigvuldigd, omgekeerd evenredig met een maximale bezetting per voertuig van 6 personen.
• Hulpmiddelen: toeslag op aantal reiseenheden per rit voor gebruik rolstoel of scootmobiel.
• Indicaties: toeslag op aantal reiseenheden per rit voor toegekende indicaties door gemeente;
gemeenten die met opstapplaatsen werken voor leerlingenvervoer krijgen voor ritten van betreffende leerlingen een korting op de kosten per rit (negatieve toeslag).
Door de vervoerskosten die zijn betaald aan de vervoerders te delen door het totaal aantal
reiseenheden bepaald volgens bovenstaande tabel ontstaat een kostprijs per reiseenheid. De kosten worden verdeeld over de gemeenten door de aan de betreffende gemeente toe te wijzen
reiseenheden (van ritten gemaakt door reizigers uit hun gemeente) te vermenigvuldigen met het kostprijstarief per reiseenheid.
Voor het OV deel dat door de provincie Gelderland is gemandateerd aan de regio geldt in principe hetzelfde: de kosten bestaan uit aan het OV deel toe te wijzen reiseenheden (van ritten gemaakt door OV reizigers) te vermenigvuldigen met het kostprijstarief per reiseenheid.
Vanaf 1 september 2016 wordt de daadwerkelijke rituitvoering bijgehouden. De verdeelsleutel wordt vervolgens bijgesteld aan de hand van de daadwerkelijke rituitvoering op jaarbasis.
Vooralsnog zal richting gemeenten en provincie met voorschotten worden gewerkt. De afrekening zal jaarlijks achteraf plaatsvinden op basis van de meest actuele kostenverdeelsleutel voor
vervoerskosten.
Opstap reiskilometer combinatiefactor Hulpmiddelen Indicaties
Doelgroep Rolstoel Scootmobiel Voorin zitten Personenauto Opstapplaats Solo vervoer
Liggend vervoer
Kamer tot kamer vervoer
Wmo 6 1 4,6 20% 20% 10% 10% 25% 35% 25%
OV 6 1 4,6 20% 20%
Wmo-dagbesteding 6 1 1,2 20% 20% 10% 10% 25% 35% 25%
Leerling 6 1 1 20% 20% 10% 10% -10% 25% 35% 25%
Jeugd 6 1 6 20% 20% 10% 10% 25% 35% 25%
Personen die worden vervoerd in
kader van participatiewet 6 1 6 20% 20% 10% 10% 25% 35% 25%
Reiseenheden
Verdeelsleutel kosten vervoer op basis van reiseenheden per rit
Factoren en percentages voor opslag ritkosten