• No results found

In bijgaande memo wordt de systematiek van verdeling kosten vervoersysteem beschreven zoals uitgewerkt door het projectteam financiën.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "In bijgaande memo wordt de systematiek van verdeling kosten vervoersysteem beschreven zoals uitgewerkt door het projectteam financiën."

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1 Projectteam financiën

1. Inleiding

In bijgaande memo wordt de systematiek van verdeling kosten vervoersysteem beschreven zoals uitgewerkt door het projectteam financiën.

Een vervoersysteem volgens regiemodel

Vanaf 1 september 2016 zal er een nieuw regionaal systeem voor sociaal vervoer operationeel zijn.

Met het vaststellen van conclusies en aanbevelingen uit het onderzoek naar doelgroepenvervoer van Cissonius uit 2014 hebben de 19 gemeenten in de regio Arnhem-Nijmegen besloten om samen te werken op het gebied van doelgroepenvervoer waarvoor zij verantwoordelijk zijn om zo kwaliteit en schaalvoordelen te realiseren. Het nieuwe vervoerssysteem wordt op een andere manier

aangestuurd dan de huidige Stadsregiotaxi of contracten leerlingenvervoer of vervoer naar dagbesteding. Bij de stadsregiotaxi heeft de gecontracteerde marktpartij zowel de regie- als

vervoerstaken en krijgt daarvoor betaald in zones. Vaste kosten zitten daarbij verdisconteerd in het zonetarief. In het nieuwe regiemodel worden de regie en het vervoer gescheiden in de markt gezet en is niet langer sprake van één zonetarief. De marktpartijen krijgen een vergoeding voor hun taak binnen het totale systeem. De vergoeding voor de regiecentrale is een vaste vergoeding per maand en vervoerders krijgen een maandelijkse vergoeding voor de tijd dat zij een auto met chauffeur beschikbaar stellen. De nieuwe manier van organiseren leidt in principe niet tot andere totaalkosten omdat dezelfde taken worden uitgevoerd. De vergoeding richting contractpartijen gebeurd in het nieuwe vervoersysteem dus niet meer op basis van zones.

Tariefsysteem op basis van kilometers

Gegeven het voorgaande lijkt het ook wenselijk om het zonesysteem als tariefsysteem voor de reiziger te vervangen. Zones zijn een overblijfsel van het strippenkaartsysteem, dat inmiddels is vervangen door de OV-chipkaart waarin met km's wordt gewerkt. In het voorgestelde tariefsysteem wordt ook gewerkt met km's (rechtstreekse afstand). Het tarief bestaat dan niet langer meer uit staffels ter grootte van één zone maar wordt nauwkeuriger. Voor bestemmingen die nu net vóór of net ná een zonegrens liggen zullen er dan niet langer grote verschillen in de prijs zijn, wat als eerlijker kan worden ervaren. Voortzetting van het zonesysteem voor het nieuwe vervoersysteem is ongewenst omdat er problemen kunnen ontstaan omdat de landelijke zonedatabase niet meer centraal wordt bijgewerkt.

2. Uitgangspunten kostenverdeling

Gevolgen andere systematiek

In het regiemodel vindt de vergoeding aan vervoerder en regiepartij op een andere manier plaats dan in de bestaande situatie. Deze kosten moeten op een bepaalde manier verdeeld worden tussen partijen. Omdat het uniforme zonetarief wordt vervangen gaat hierin voor iedereen wat veranderen.

Dit kan ook tot financiële verschillen leiden tussen gemeenten. De mate waarin die verschillen optreden is afhankelijk van de inrichting van deze afrekening, waarbij gemeenten hebben

(2)

2 Projectteam financiën aangegeven de vervoerkosten zoveel mogelijk naar daadwerkelijk gebruik te willen verdelen. Ook al wordt de nieuwe systematiek ‘rechtvaardiger’, dat kan voor individuele gemeenten leiden tot extra kosten. Hiermee lijkt het logisch om de nu uit te werken verdeelsystematiek na één jaar te evalueren en eventueel aan te passen. Indien de verschillen met de huidige situatie erg groot zijn, zou ook nog gekozen kunnen worden voor een overgangsperiode.

De vragen

In de verdeling van de kosten van het vervoersysteem en daaraan gerelateerde kosten gaat het om de volgende vragen die beantwoord moeten worden.

1. Hoe gaan partijen de kosten voor de regionale uitvoering van het doelgroepenvervoer (onder andere contractmanagement, managementinformatie, financieel beheer,

ontwikkelfunctie/tactische regie) verdelen?

2. Hoe gaan partijen de regiekosten verdelen?

3. Hoe gaan partijen de vervoerkosten verdelen?

4. In welke mate worden beleidskeuzes van gemeenten doorbelast naar afzonderlijke gemeenten?

Uitgangspunten

Gegeven het voorgaande is het wenselijk vooraf een aantal uitgangspunten te bepalen. De onderstaande uitgangspunten liggen ten grondslag aan de uit te werken verdeelsystematiek van vervoerkosten:

• de systematiek van kostenverdeling is eenvoudig uitlegbaar;

• gemeenten betalen de kosten van het vervoer naar gebruik en zien daar het effect van eigen beleidskeuzes terug;

• de vaste systeemkosten onafhankelijk van volume (en gemeenten individueel geen of nauwelijks invloed hebben), worden (deels) solidair verdeeld op basis van een constante factor;

• na afloop van het eerste jaar wordt de verdelingssystematiek geëvalueerd.

3. De systematiek van kostenverdeling

3.1. Regionale uitvoeringskosten doelgroepenvervoer

Voor de regionale uitvoering van het doelgroepenvervoer is een bedrijfsvoeringsorganisatie opgericht (BVO DRAN, Vervoersorganisatie Regio Arnhem Nijmegen). Bij het opstellen van de conceptregeling is in samenhang met het bepalen van de stemverhoudingen ook een voorstel gedaan voor verdeling van de kosten voor de BVO DRAN over de 19 deelnemende gemeenten. De kosten voor de BVO DRAN bestaan uit de volgende componenten:

• huisvestingskosten;

• personeelskosten;

• bedrijfsvoering kosten;

• beheerkosten (zoals monitoring, onderzoek, communicatie, klachtenmeldpunt en geschillencommissie, consumenteninspraak).

(3)

3 Projectteam financiën Op basis van eerdere inschattingen en informatie vanuit de huidige Stadsregiotaxi zijn de kosten BVO DRAN vooralsnog bepaald op € 552.930 op jaarbasis.

De systematiek

Op basis van een inschatting van taken die de BVO DRAN gaat uitvoeren en de werkzaamheden en kosten die daar uit voortkomen is de verdeelsleutel voor de BVO DRAN uitgewerkt.

Deze verdeelsleutel houdt enerzijds rekening met een beperkt deel vaste kosten die elke gemeenten gemaakt zou hebben indien zij zelf op gemeenteniveau het doelgroepenvervoer blijven uitvoeren, het zogenoemde drempelbedrag. Anderzijds is voor de overige kosten het item inwoners als verdeelsleutel gekozen. Hoewel inwoners geen directe relatie heeft met het in te brengen

vervoervolume door gemeenten, evenals de taken van de BVO DRAN, kan worden aangenomen dat grotere gemeenten een intensiever beroep doen op de BVO DRAN voor wat betreft allerlei

uitvoeringstaken.

Alvorens de kosten over de gemeenten te verdelen wordt nog de bijdrage in beheer vanuit de provincie Gelderland hierop in mindering gebracht1.

De verdeelsleutel

Als drempelbedrag wordt uitgegaan van € 5.000 per gemeente. De resterende kosten worden op basis van inwoners verdeeld over de gemeenten, waarbij alleen die gemeenten meedoen die op basis van een verdeling zuiver op basis van inwoners boven het drempelbedrag uitkomen. Als inwoneraantal geldt de datum 1 januari voorafgaand aan het jaar waarover de kosten verdeeld moeten worden en als bron wordt CBS statline gebruikt.

Uitgaande van de resterende kosten zoals die ook bij de behandeling van de concept regeling BVO aan de orde zijn geweest geldt onderstaande verdeling van verdeling regionale uitvoeringskosten over gemeenten.

1 De bijdrage in beheer is voor de regio Arnhem-Nijmegen € 240.000 op jaarbasis en geldt pas van 1-1-2017.

(4)

4 Projectteam financiën

3.2. Regiekosten

Vergoeding systematiek in bestek

De regiekosten zijn voor een groot deel onafhankelijk van het vervoervolume en moeten altijd betaald worden. In het bestek regiecentrale is de volgende vergoeding opgenomen:

• regie vraagafhankelijk vervoer

o Vaste maandvergoeding op basis van minimaal 28.000 ritten en maximaal 40.000 ritten per maand;

o Indien het aantal het aantal ritten per maand buiten deze marge komt treden opdrachtgever en opdrachtnemer in overleg over aanpassing van de vaste maandvergoeding routereizigers;

• regie routegebonden vervoer

o een vaste maandvergoeding per gemeente die routegebonden vervoer inbrengt;

o Vaste maandvergoeding op basis van 3.000 routereizigers per maand;

o Indien het aantal het aantal routereizigers per maand meer is dan 3600 of minder dan 2400 treden opdrachtgever en opdrachtnemer in overleg over aanpassing van de vaste

maandvergoeding routereizigers.

Het ligt daarom voor de hand de verdeling van deze koste niet of niet in grote mate te laten afhangen van de mate waarin gemeenten vervoer afnemen.

Vraagafhankelijk vervoer

Bij de verdeling van de kosten voor regie vraagafhankelijk vervoer wordt voorgesteld uit te gaan van eenzelfde systematiek als de verdeling van de kosten BVO DRAN, dat wil zeggen een verdeling met drempelbedrag en het restant verdelen op basis van een vaste verdeelsleutel als inwoners of aantal ritten.

gemeente Inwoners per 1-1-2015 5.000

abs. % per inwoner

Drempel- b ijdrage

Boven drempel

Inwoners die meetellen

Inwoner bijdrage

Totaal bijdrage Arnhem 152.293 20% 62.361 0,41 5.000 Ja 152.293 45.299 50.299

Beuningen 25.282 3% 10.353 0,41 5.000 Ja 25.282 7.520 12.520

Doesburg 11.355 1% 4.650 0,41 5.000 Nee - - 5.000

Druten 18.294 2% 7.491 0,41 5.000 Ja 18.294 5.441 10.441

Duiven 25.548 3% 10.461 0,41 5.000 Ja 25.548 7.599 12.599

Groesbeek 34.258 4% 14.028 0,41 5.000 Ja 34.258 10.190 15.190

Heumen 15.369 2% 6.293 0,41 5.000 Ja 15.369 4.571 9.571

Lingewaard 45.788 6% 18.749 0,41 5.000 Ja 45.788 13.619 18.619

Montferland 35.150 5% 14.393 0,41 5.000 Ja 35.150 10.455 15.455

Mook en Middelaar 7.762 1% 3.178 0,41 5.000 Nee - - 5.000

Nijmegen 170.681 22% 69.891 0,41 5.000 Ja 170.681 50.768 55.768

Overbetuwe 46.833 6% 19.177 0,41 5.000 Ja 46.833 13.930 18.930

Renkum 31.408 4% 12.861 0,41 5.000 Ja 31.408 9.342 14.342

Rheden 43.625 6% 17.864 0,41 5.000 Ja 43.625 12.976 17.976

Rozendaal 1.509 0% 618 0,41 5.000 Nee - - 5.000

Rijnwaarden 10.912 1% 4.468 0,41 5.000 Nee - - 5.000

Westervoort 14.992 2% 6.139 0,41 5.000 Ja 14.992 4.459 9.459

Wijchen 40.886 5% 16.742 0,41 5.000 Ja 40.886 12.161 17.161

Zevenaar 32.265 4% 13.212 0,41 5.000 Ja 32.265 9.597 14.597

Totaal 764.210 100% 312.930 95.000 732.672 217.930 312.930 Kostenverdeling o.b.v.

inwoners 1-1-2015 Verdeling kosten BVO - beheerkosten

Alternatief voorstel drempelb edragen en restant verdelen o.b .v. inwoners 1-1-2015 onder gemeenten die b ij verdeling o.b .v. inwoners b oven drempelb edrag kom en.

(5)

5 Projectteam financiën Het drempelbedrag is bepaald aan de hand van de kosten regiecentrale bij minimale inbreng,

waarbij elke functie vertegenwoordigd is, eventueel in deeltijd/combinatie, en voor de overige kosten zoals ICT, huur gebouw het totaal. Op basis van de door de winnende partij DVG gegeven uurtarieven bij de aanbesteding bedragen deze kosten ongeveer € 126.000 op jaarbasis. Verdeeld over 20 deelnemers (19 gemeenten en de provincie Gelderland) komt dit neer op een

drempelbedrag van € 6.300 per deelnemer.

Omdat voor de provincie het OV deel in de huidige Stadsregiotaxi wordt uitgevoerd en dus ook partij is in de verdeling van deze kosten, is inwoners als vaste verdeelsleutel niet mogelijk. Voorgesteld wordt vooralsnog uit te gaan van het aantal ritten Stadsregiotaxi in 2015 en voor Arnhem nog extra zorgtaxi 2015. Hierbij wordt voor de gemeenten Heumen en Nijmegen een inschatting gemaakt, omdat zij in 2015 niet deelnamen aan de Stadsregiotaxi. Voor Heumen is deze gebaseerd op Westervoort als vergelijkbare gemeenten wat betreft omvang. Voor Nijmegen wordt uitgegaan van 38.000 ritten. Uitgangspunt voor Nijmegen hierbij is een ingroei vergelijkbaar met gemeenten die ook later begonnen zijn met invoeren Wmo vervoerpassen Stadsregiotaxi (Wijchen en Beuningen) en een aantal actieve pashouders dat ongeveer 30% van het aantal van Arnhem is. Vervolgens is het gemiddelde genomen tussen het ritniveau dat Nijmegen naar verwachting heeft op 1 september 2016 (18.500 ritten) en het ritniveau twee jaar na invoering Wmo vervoerpas per december 2017 (57.500 ritten).

De door DVG geoffreerde vast vergoeding regie vraagafhankelijk vervoer bedraagt € 57.456.09 per maand gebaseerd op maximaal 40.000 ritten per maand ofwel € 689.473 per jaar (prijspeil 2016).

Het aantal ritten Stadsregiotaxi, Druten en zorgtaxi Arnhem in 2015 was ongeveer 582.000. Op basis hiervan en een drempelbedrag van € 6.300 is onderstaand een voorzet voor verdeling regiekosten vraagafhankelijk vervoer gedaan. In dit voorstel is nog geen rekening gehouden met het verplicht OV advies voor OV reizigers vanuit de provincie. Dit kan dit herverdeling van kosten leiden.

(6)

6 Projectteam financiën Routegebonden vervoer

De verdeling van kosten regie routegebonden vervoer is lastiger omdat nog niet alle gemeenten routevervoer inbrengen bij start van het systeem. Toch worden er al wel kosten voor regie gemaakt onafhankelijk van de inbreng van gemeenten maar is het lastig om aan te geven of dit

routegebonden regiekosten zijn of kosten die toe te wijzen zijn aan regie vraagafhankelijk vervoer.

Als we er van uit gaan dat de 'vaste kosten' al in de drempel van regiekosten vraagafhankelijk vervoer zijn verwerkt, is het meest praktische om op basis van de 5 gemeenten die al

leerlingenvervoer inbrengen per 1 september 2016 een principe voor kostenverdeling voor te stellen die aansluit bij de vergoedingensystematiek zoals afgesproken met de regiepartij. Bovendien zit in de tarieven van de regiecentrale al een vaste maandvergoeding voor gemeenten die routegebonden vervoer inbrengen.

De door de winnende partij DVG geoffreerde vaste vergoeding regie routegebonden vervoer per gemeente die routegebonden vervoer inbrengt bedraagt € 188,79 per maand ofwel € 2.265,48 per jaar (prijspeil 2016). De door DVG geoffreerde vast vergoeding routereizigers bedraagt € 7.268,92 per maand gebaseerd op maximaal 3.000 routereizigers ofwel € 87.227,04 per jaar (prijspeil 2016).

Op basis hiervan is onderstaand een voorzet voor verdeling regiekosten vraagafhankelijk vervoer gedaan.

gemeente/provincie

Kostenverdeling o.b.v. ritten Stadsregiotaxi

en zorgtaxi 2015 6.300

abs. %

Boven drempel

Ritten die meetellen Ritbijdrage

Totaal bijdrage Arnhem* 149.111 31% 213.270 6.300 Ja 149.111 177.040 183.340 Berg en Dal 21.513 4%30.770 6.300 Ja 21.513 25.543 31.843

Beuningen 8.303 2%11.876 6.300 Ja 8.303 9.858 16.158

Doesburg 888 0%1.270 6.300 Nee - - 6.300

Druten** 15.518 3%22.195 6.300 Ja 15.518 18.425 24.725

Duiven 6.224 1%8.902 6.300 Ja 6.224 7.390 13.690

Heumen*** 6.145 1%8.789 6.300 Ja 6.145 7.296 13.596

Lingewaard 22.987 5%32.878 6.300 Ja 22.987 27.293 33.593

Montferland 34.234 7%48.964 6.300 Ja 34.234 40.646 46.946

Mook en Middelaar 3.302 1%4.723 6.300 Nee - - 6.300

Nijmegen**** 38.000 8%54.351 6.300 Ja 38.000 45.118 51.418

Overbetuwe 18.243 4%26.093 6.300 Ja 18.243 21.660 27.960

Renkum 32.388 7%46.324 6.300 Ja 32.388 38.454 44.754

Rheden 42.451 9%60.717 6.300 Ja 42.451 50.402 56.702

Rozendaal 194 0%277 6.300 Nee - - 6.300

Rijnwaarden 3.090 1%4.420 6.300 Nee - - 6.300

Westervoort 6.145 1%8.789 6.300 Ja 6.145 7.296 13.596

Wijchen 17.225 4%24.637 6.300 Ja 17.225 20.451 26.751

Zevenaar 14.115 3%20.188 6.300 Ja 14.115 16.759 23.059

Provincie Gelderland***** 41.979 9%60.042 6.300 Ja 41.979 49.842 56.142 Totaal 482.055 100%689.473 126.000 474.581 563.473 689.473

* Inclusief zorgtaxiritten 2015

** Ritten Regiotaxi Gelderland Rivierenland

*** Inschatting op basis van vergelijkbare gemeente Westervoort

**** Inschatting, zie uitleg tekst

***** Inclusief OV ritten Druten

Verdeling kosten regie vraagafhankelijk vervoer

Voorstel drem pelb edragen en restant verdelen o.b .v. ritten Stadsregiotaxi 2015 onder gemeenten/provincie die b ij verdeling o.b .v. ritten b oven drem pelb edrag k om en.

ritten Stadsregiotaxi en zorgtaxi Arnhem 2015

(7)

7 Projectteam financiën Indien andere gemeenten ook routegebonden vervoer inbrengen, gaan zij ook de vaste

maandvergoeding regie routegebonden vervoer betalen en delen zij mee in de verdeling van de vast kosten routereizigers.

3.3. Vervoerkosten

Vergoeding systematiek in bestek

In het bestek is opgenomen dat vervoerders via twee onderdelen hun kosten vergoed krijgen: via een beschikbaarheidstarief per uur en via een vergoeding per kilometer (beladen en onbeladen) gereden in opdracht van de regiecentrale. De vergoedingen aan de vervoerders bepalen de gezamenlijk de totale vervoerskosten van het vervoersysteem.

Verdeling vervoerskosten over gemeenten

De vervoerskosten moeten vervolgens over de gemeenten verdeeld worden die vervoer hebben ingebracht en waarvan klanten uit hun gemeente van het systeem gebruik hebben gemaakt. Omdat voor de ritbijdrage van reizigers nu gebruik wordt gemaakt van opstaptarief en kilometertarief, lijkt het logisch om voor de verdeling van de vervoerskosten over gemeenten als basis eenzelfde systematiek te hanteren.

Onderstaand is een voorstel uitgewerkt op basis van reiseenheden en opslagen op de ritkosten.

Puntsgewijs wordt een toelichting op de tabel gegeven.

gemeente/provincie

leerlingen 2015- 2016

Kostenverdeling o.b.v. leerlingen

2015-2016 totaalbijdrage

abs. % vaste bijdrage

Arnhem 600 54% 2.265,48 47.192 49.458

Berg en Dal 0% - -

Beuningen 0% - -

Doesburg 0% - -

Druten* 0% - -

Duiven 145 13% 2.265,48 11.405 13.670

Heumen 0% - -

Lingewaard 0% - -

Montferland 0% - -

Mook en Middelaar 0% - -

Nijmegen 0% - -

Overbetuwe 0% - -

Renkum 0% - -

Rheden 0% - -

Rozendaal 0% - -

Rijnwaarden 75 7% 2.265,48 5.899 8.165

Westervoort 124 11% 2.265,48 9.753 12.019

Wijchen 0% - -

Zevenaar 165 15% 2.265,48 12.978 15.243

Totaal 1.109 100% 87.227 98.554 Verdeling kosten regie routegebonden vervoer

(8)

8 Projectteam financiën

• Doelgroep: dit zijn de verschillende doelgroepen die in het vervoersysteem vervoerd kunnen worden.

• Opstap: feitelijk een vertaling van het opstaptarief voor de reiziger in reiseenheden. Het opstaptarief is ongeveer een factor 6 hoger dan het kilometertarief.

• Reiseenheid: een gereisde kilometer in het systeem.

• Combinatiefactor: factor waarmee het aantal reiseenheden van de rit wordt vermenigvuldigd, omgekeerd evenredig met een maximale bezetting per voertuig van 6 personen.

• Hulpmiddelen: toeslag op aantal reiseenheden per rit voor gebruik rolstoel of scootmobiel.

• Indicaties: toeslag op aantal reiseenheden per rit voor toegekende indicaties door gemeente;

gemeenten die met opstapplaatsen werken voor leerlingenvervoer krijgen voor ritten van betreffende leerlingen een korting op de kosten per rit (negatieve toeslag).

Door de vervoerskosten die zijn betaald aan de vervoerders te delen door het totaal aantal

reiseenheden bepaald volgens bovenstaande tabel ontstaat een kostprijs per reiseenheid. De kosten worden verdeeld over de gemeenten door de aan de betreffende gemeente toe te wijzen

reiseenheden (van ritten gemaakt door reizigers uit hun gemeente) te vermenigvuldigen met het kostprijstarief per reiseenheid.

Voor het OV deel dat door de provincie Gelderland is gemandateerd aan de regio geldt in principe hetzelfde: de kosten bestaan uit aan het OV deel toe te wijzen reiseenheden (van ritten gemaakt door OV reizigers) te vermenigvuldigen met het kostprijstarief per reiseenheid.

Vanaf 1 september 2016 wordt de daadwerkelijke rituitvoering bijgehouden. De verdeelsleutel wordt vervolgens bijgesteld aan de hand van de daadwerkelijke rituitvoering op jaarbasis.

Vooralsnog zal richting gemeenten en provincie met voorschotten worden gewerkt. De afrekening zal jaarlijks achteraf plaatsvinden op basis van de meest actuele kostenverdeelsleutel voor

vervoerskosten.

Opstap reiskilometer combinatiefactor Hulpmiddelen Indicaties

Doelgroep Rolstoel Scootmobiel Voorin zitten Personenauto Opstapplaats Solo vervoer

Liggend vervoer

Kamer tot kamer vervoer

Wmo 6 1 4,6 20% 20% 10% 10% 25% 35% 25%

OV 6 1 4,6 20% 20%

Wmo-dagbesteding 6 1 1,2 20% 20% 10% 10% 25% 35% 25%

Leerling 6 1 1 20% 20% 10% 10% -10% 25% 35% 25%

Jeugd 6 1 6 20% 20% 10% 10% 25% 35% 25%

Personen die worden vervoerd in

kader van participatiewet 6 1 6 20% 20% 10% 10% 25% 35% 25%

Reiseenheden

Verdeelsleutel kosten vervoer op basis van reiseenheden per rit

Factoren en percentages voor opslag ritkosten

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Een schilder met een nul- urencontract kan mogelijk sneller op zoek gaan naar een andere werkgever die hem meer vastigheid kan geven dan een werknemer met een contract voor

Vraag 8a Contact met BAR-dichtbij na start zorgverlener 0% Ja Vraag 8c Geholpen door begeleiding BAR-dichtbij n.v.t Vraag 8 d Inhoud informatie

[r]

Voor de verdeling van Y bestaat geen gesloten uitdrukking, deze verdeling kan echter wel benaderd worden door een andere random variabele Z die de lognormale verdeling volgt.. Een

 Budgetaandeel per gemeente is totaal budget over alle huishoudens gedeeld door totaal over alle gemeenten... Welke kenmerken zitten in

Het principe van de Deense compensatieregeling is vergelijkbaar met de Neder- landse planschaderegeling (zie paragraaf 4.3), namelijk dat omwonenden waar- van de waarde van hun

Uitzon- deringen gelden onder meer voor een beslissing inzake de procedure ter voorbereiding van een besluit (artikel 6:3 Awb) en voor een besluit inhoudende een algemeen

Omdat we steeds van een aselecte steekproef uitgaan, is voor het n keer herhalen van een Bernoulli-experiment de Centrale limietstelling van toepassing en we krijgen voor niet te