• No results found

Minimaal rondkomen. lllllllulillllllllllllllllllilllllllllllllllllllllll. armoede S schulden. gemeente Epe * * Gemeente Epe

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Minimaal rondkomen. lllllllulillllllllllllllllllilllllllllllllllllllllll. armoede S schulden. gemeente Epe * * Gemeente Epe"

Copied!
28
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Minimaal rondkomen

armoede S schulden gemeente Epe 2017- 2020

Gemeente Epe

i

L

foto van www.gratisography.com

*2016-25583*

lllllllUlillllllllllllllllllilllllllllllllllllllllll

(2)

VOORWOORD

Voor u ligt de nota 'Minimaal rondkomen; armoede S schulden gemeente Epe 2017 - 2020'.

De dialoog hierover is gestart met de bijeenkomst 'Met elkaar voor de minima' op 23 september 2015. In mijn openingswoord heb ik destijds aangegeven dat de dialoog aangaan belangrijk is om elkaar nog beter te vinden en onderling nog meer de verbinding te leggen ter versterking van de kansen voor minima. Hierover blijvend met elkaar het gesprek aangaan is van groot belang.

Mede daarom is een klankbordgroep opgericht om zo gevoed te worden met de ervaringen van organisaties welke werken met de doelgroep. In 2016 is de klankbordgroep drie maal bij elkaar geweest om input te leveren voor deze nota. Tijdens deze bijeenkomsten is ook

schuldhulpverlening aan de orde gekomen; het betreft namelijk veelal een overlappende

doelgroep en maatschappelijke organisaties werken voor en met beide doelgroepen. Vanaf 2017 zal de klankbordgroep structureel 2 à 3 keer per jaar bij elkaar komen. Dit om eikaars

organisaties (beter) te leren kennen, de verbinding te zoeken, elkaar te versterken en signalen te delen. Maar ook om mee te denken op welke wijze het beleid uit deze nota omgezet kan worden in concrete acties.

Vanzelfsprekend is ook de adviesraad Voorzieningen voor Werk en Inkomen (VWI raad) betrokken bij de totstandkoming van deze nota. Zij hebben inzicht in de belangen, wensen en behoeften van de doelgroep en adviseren en informeren het college hierover.

Het bestrijden van armoede S schulden is landelijk en ook in Epe een belangrijk item op de politieke agenda. Zowel in de raad als in het college zijn afspraken gemaakt over armoede S schulden.

Daarover is in het coalitieakkoord 2014 - 2018 Samen zorgen voor elkaar! onder het thema 'Meedoen aan de samenleving' het speerpunt 'tegengaan armoede' opgenomen met als prestatieafspraken:

- "huidig niveau van minimabeleid en schuldhulpverlening is gehandhaafd";

- "zo nodig zijn er aanvullende financiële "maatwerkvoorzieningen" opgezet erop gericht dat mensen mee kunnen (blijven) doen".

In haar collegeprogramma maakt B&W zich vervolgens sterk voor het instandhouden van de regelingen Meedoen, Schoolfonds en schuldhulpverlening. Daarnaast is opgenomen dat het

geactualiseerde minimabeleid de gevolgen van de decentralisaties meeneemt en dat er een visie op een aangepast sociaal vangnet moet komen.

Uiteraard zijn bovengenoemde items naast de ambities uit de sociale agenda meegenomen in de nota die voor u ligt.

Erik Visser

Wethouder Jeugd en jeugdzorg | Economie en arbeidsmarkt | Participatie | Onderwijs

(3)

Samenvatting

Armoede à schulden komen voor in alle lagen van de bevolking. 6 procent van de huishoudens in Epe behoort tot een huishouden met een inkomen tot maximaal 120 procent van het wettelijk sociaal minimum (wsm). Dit zijn 837 huishoudens. Het leven in armoede en/of het hebben van schulden heeft vaak grote impact op het leven van het individu en het gezin. In Epe is wat dit aangaat extra aandacht voor huishoudens met kinderen. In Epe gaat het om 365 kinderen. Ook voor

statushouders, een doelgroep die in omvang toeneemt, is aandacht. Ondersteuning op het gebied van financiën maakt voor hen onderdeel uit van een breder ondersteuningsaanbod. In de strijd tegen armoede à schulden zijn naast gemeente Epe een groot aantal maatschappelijke organisaties actief. De samenwerking tussen deze maatschappelijke organisaties onderling en de gemeente mag verder geoptimaliseerd worden. Er is behoefte aan meer inzicht in eikaars werkprocessen en

expertise.

Er wordt relatief veel gebruik gemaakt van de inkomensondersteunende regelingen. Een noodfonds wordt door de maatschappelijke organisaties nog gemist. De schuldhulpverlening wordt ingezet volgens de wettelijke kaders en er is sprake van maatwerk. Om deze positieve lijn vast te houden kan nog meer ingezet gaan worden op het zelforganiserend vermogen van de klant. Kosten voor hulpverlening op het gebied van armoede à schulden stijgen onder andere door hogere schulden en complexere problemen maar ook door stijgende kosten van het extern beschermingsbewind. Armoede à schulden zullen nog meer integraal aangepakt moeten worden in samenwerking met maatschappelijke organisaties.

De belangrijkste aspecten uit het coalitieakkoord, de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening en de sociale agenda op het gebied van armoede à schulden zijn vertaald naar een visie op armoede S schulden. Vervolgens is uitgaande van de ervaringen met het bestaande beleid, de landelijke en lokale ontwikkelingen en de visie de vertaalslag gemaakt naar een actieplan voor de komende periode. Het actieplan komt voort uit een drietal doelen:

1. Het optimaliseren van het aanbod van advisering, ondersteuning en hulpverlening aan inwoners;

2. Het realiseren van een actievere inzet op preventie en nazorg ter voorkoming van schulden en/of het niet mee kunnen doen aan de samenleving;

3. Het organiseren van een meer integrale werkwijze zowel intern als met maatschappelijke organisaties.

In zijn algemeenheid kan gesteld worden dat het beleid omtrent armoede S schulden de afgelopen jaren adequaat is ingezet. Zolang er echter nog mensen leven in armoede en met schulden is er ruimte voor verbetering en optimalisatie.

(4)

INHOUD

1. Inleiding 5

2. Bestaand beleid S resultaten 6

2.1 Definities 6 2.2 Oorzaken S gevolgen 6

2.3 Kinderen 7 2.4 Statushouders 7 2.5 Maatschappelijke organisaties 7

2.6 Minimabeleid 7 2.7 Integrale schuldhulpverlening 9

3. Ontwikkelingen 12 3.1 Landelijke ontwikkelingen 12

3.2 Lokale ontwikkelingen 13

4. Kaders, visie en doelen 15

4.1 Kaders 15 4.2 Visie op armoede S schulden 16

4.3 Doelen 16

5. Actieplan 17

6. Financiën 23

Bijlagen

I Klankbordgroep

II Samenvatting armoedemonitor 2014 door KWIZ III Bedragen 12007o van wettelijk sociaal minimum IV Proces schuldhulpverlening in schema

(5)

1. Inleiding

Voor u ligt de beleidsnota "Minimaal rondkomen; armoede S schulden in de gemeente Epe 2017-2020". Door de decentralisaties is de regierol voor het tegengaan van armoede en schulden bij gemeenten komen te liggen. Het kabinet heeft extra gelden vrijgemaakt voor

armoedebestrijding; de zogenaamde "Klijnsma-gelden". Gemeenten hebben relatief veel vrijheid deze gelden naar eigen inzicht te besteden. Hierbij doet Staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wel een beroep op gemeenten om te focussen op kinderen uit arme gezinnen en op het versterken van een preventieve aanpak.

In voorgaande jaren is het beleid in Epe voor wat betreft minimabeleid en integrale

schuldhulpverlening beschreven in twee afzonderlijke nota's. Er is nu voor gekozen om deze samen te voegen gezien de duidelijke samenhang en de overlap in doelgroep. Mensen met schulden moeten rondkomen van een laag inkomen en veel mensen met een laag inkomen hebben schulden. Ook zijn de maatschappelijk organisaties die te maken hebben met mensen met schulden veelal dezelfde die ook met mensen in armoede werken.

(6)

2. Bestaand beleid Ă resultaten

In dit hoofdstuk wordt gedefinieerd wat armoede is en wat (problematische) schulden zijn. Ook de oorzaken en gevolgen ervan komen aan bod. Vervolgens wordt ingegaan op het bestaande beleid binnen gemeente Epe betreffende de bestrijding van armoede S schulden en tot welke resultaten dit beleid tot op heden geleid heeft.

2.1 Definities Wat is armoede?

Armoede is een situatie waarin sprake is van onvoldoende materiële, culturele en sociale middelen, waardoor mensen zijn uitgesloten van een levensstandaard die in de samenleving waarin men woont als minimaal wordt gezien" (definitie van de Europese Unie).

6 procent van de huishoudens in Epe behoort tot een huishouden met een inkomen tot maximaal 1 2 0 procent van het wettelijk sociaal minimum (wsm). Dit zijn 8 3 7 huishoudens. Deze resultaten, gebaseerd op cijfers uit 2 0 1 3 , komen uit de Armoedemonitor 2 0 1 4 Gemeente Epe uitgevoerd door KWIZ. Dit zijn de meest recente resultaten. De aantallen die in de paragrafen 2 . 3 en 2 . 6 worden genoemd, komen eveneens uit deze monitor. Voor meer uitkomsten zie bijlage II en voor de bedragen van 120o7o van het wsm zie bijlage III.

Wat zijn (problematische) schulden?

Schulden zijn vorderingen van een schuldenaar aan een schuldeiser. Van problematische schulden is sprake als een schuldenaar structureel niet aan zijn verplichtingen kan voldoen.

2.2 Oorzaken S gevolgen

Armoede à schulden ontstaan in alle lagen van de bevolking. Het leven in armoede en/of het hebben van schulden heeft vaak grote impact op het leven van het individu en het gezin.

Armoede 8t schulden werken veelal generatie op generatie door. Daarbij schakelen mensen vaak (te) laat hulp in waardoor problemen zich opstapelen. In armoede of met schulden leven gaat vaak gepaard met een gevoel van schaamte, schuld en het eerst zelf willen oplossen. Daarnaast zijn er doelgroepen die zich niet melden omdat zij zorgmijdend gedrag vertonen of omdat zij niet op de hoogte zijn van voorzieningen.

Oorzaken

De oorzaken van armoede S schulden zijn uiteenlopend. Het kan ontstaan door de omstandigheden waarin mensen terecht (zijn) (ge)komen zoals verlies van een baan, ziekte of een echtscheiding.

Daarnaast kan een tekort aan geld ontstaan door in de persoon gelegen oorzaken zoals het niet kunnen omgaan met geld, verslavingsproblematiek of een verstandelijke beperking.

Gevolgen

Het hebben van financiële problemen doet iets met mensen. Het kan o.a. leiden tot:

f Stress, depressies, chronische aandoeningen, lagere levenstevredenheid en kortere levensduur.

C Langdurige werkloosheid en arbeidsongeschiktheid C Negatief effect op de kinderen

ē. Geen geld voor verenigingen, sportclubs, uitgaan, visite.

C Spanningen, ruzies, relatiebreuken, opvoedingsproblematiek en huiselijk geweld C Toename eenzaamheid, sociaal isolement en gevoelens van sociale uitsluiting.

(Uit; Wat werkt bij de aanpak van armoede uit 2016 van Movisie, kennis en aanpak sociale vraagstukken)

(7)

2.3 Kinderen

Van de 6.369 opgroeiende kinderen en jongeren tot 18 jaar in de gemeente Epe, wonen er 365 in een gezin met een inkomen tot

maximaal *\20Vo wsm. De aandacht voor kinderen binnen huishoudens met armoede S schulden is groot. Dat is belangrijk want kinderen zijn extra kwetsbaar.

Hierbij is de verbinding met het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) en in geval van crisissituaties het Coördinatiepunt leefbaarheid à veiligheid gemeente Epe van groot belang. De klankbordgroep geeft aan dat het huidige schoolfonds in een grote behoefte voorziet en wil graag

meedenken over een verbreding hiervan; het zogenaamde kindpakket, dat het kabinet voor ogen heeft met de "Klijnsma-gelden".

2.4 Statushouders

Een doelgroep waar we als gemeente steeds meer mee te maken krijgen zijn statushouders

(vluchtelingen met een verblijfstatus). Deze mensen komen in een vreemd land en zijn vaak gewend om anders met financiële middelen om te gaan. Statushouders krijgen (tijdelijke) ondersteuning op diverse leefgebieden, zo ook op het gebied van financiën. Op dit moment is er aandacht voor verdere stroomlijning van dit ondersteuningsaanbod.

2.5 Maatschappelijke organisaties

In de gemeente Epe zijn een groot aantal organisaties actief voor huishoudens met een laag inkomen en/of schulden. Dit zijn onder andere Stichting Leergeld Noord Veluwe, Stichting

Voedselbank Vaassen-Epe-Heerde S omgeving, Mode à co; kinderkleding- en speelgoedbank van de Passerel, Vluchtelingenwerk, maatschappelijk werk door Vérian, formulierenteam van SWO/E, woonstichting Triada, Stichting Koppel en het Leger des Heils middels het traject preventieve woonbegeleiding. Ook de kerken en de moskeeën bieden hulp.

Binnen de klankbordgroep is gesproken over de samenwerking tussen maatschappelijke organisaties onderling en de samenwerking met de gemeente. Men weet elkaar deels te vinden maar hier is nog een slag in te slaan. Op enkele gebieden is er behoefte aan structurelere afspraken. Voor een overzicht van de deelnemers aan de klankbordgroep wordt verwezen naar bijlage I.

2.6 Minimabeleid

In deze paragraaf komen de huidige inkomensondersteunende regelingen van de gemeente Epe aan bod. Het belangrijkste doel van deze regelingen is er voor te zorgen dat ook mensen met een laag inkomen mee kunnen doen in de samenleving.

Collectieve zorgverzekering

Gemeente Epe biedt een collectieve zorgverzekering minima (CZM) aan die is afgesloten bij Menzis. Hier kunnen alle inwoners met een inkomen tot 15007o van het wettelijk sociaal minimum (wsm) gebruik van maken. Inwoners met een inkomen tot '\2QVa van het wsm krijgen een bijdrage van de gemeente op hun premie van C 20 of ē 30 per maand, afhankelijk van het pakket. De pakketten van deze verzekering bevatten een zeer goede dekking voor mensen met veel zorgkosten (voormalig Wtcg/CER doelgroep). Ook kunnen mensen de eigen bijdrage(n) voor maatwerkvoorzieningen WMO declareren tot maximaal 6 400 per jaar.

Uit de laatste armoedemonitor blijkt dat in 2013 een aantal van 314 huishoudens gebruik heeft gemaakt van de collectieve zorgverzekering. Dit is ruim 1/3 deel van de doelgroep. In 2013 was er echter wel sprake van een andere verzekeringsmaatschappij en andere voorwaarden. Het betrof een zorgverzekering via Agis waarbij mensen met een inkomen tussen 12007o en 15007o van het wettelijk sociaal minimum niet tot de doelgroep behoorden.

365 kinderen en jongeren in Epe groeien op in armoede

it sluit aan bij het beleid

(8)

De klankbordgroep is bijzonder tevreden met de huidige collectieve zorgverzekering minima via Menzis. De goede dekking, de bijdrage van de gemeente op de premie en de mogelijkheid om de eigen bijdrage WMO te declareren worden positief gewaardeerd.

Schoolfonds Å meedoenregeling

Het schoolfonds is een bijdrage voor school gerelateerde zaken zoals schoolreizen, zwem- en gymkleding en overblijfkosten. Bestemd voor huishoudens tot 1200Zo van het wettelijk minimum. Voor kinderen op de basisschool gaat het om een bedrag van 100 per jaar per kind en voor het

voortgezet onderwijs is het C 150 per jaar per kind. In 2013 hebben 113 huishoudens gebruik gemaakt van het schoolfonds. Dat is 61 procent van de doelgroep.

De meedoenregeling is bedoeld voor huishoudens met een inkomen tot 1200Zo van het wettelijk minimumloon om in te zetten voor sociaal maatschappelijke, sport en/of culturele activiteiten. Het gaat om een bedrag van š 75 per persoon per jaar. Er hebben in 2013 274 huishoudens gebruik gemaakt van deze regeling, een bereik van 33 procent onder de doelgroep.

De klankbordgroep geeft aan dat zowel het schoolfonds als de meedoenregeling goed voldoet voor de doelgroep. Wel wordt het signaal afgegeven dat er mensen zijn waarbij het 'besteedbaar' inkomen laag is terwijl zij een inkomen hebben boven 120oZo wsm.

Kwijtschelding gemeentelijke belastingen (uitvoering door Tribuut)

Inwoners met een inkomen tot maximaal 100oZo wsm kunnen kwijtschelding krijgen voor onder andere afvalstoffenheffing en rioolheffing. In 2013 hebben 384 huishoudens hier gebruik van gemaakt.

Individuele inkomenstoeslag

Inwoners die ten minste drie jaar lang een laag inkomen tot 1000Zo van het wettelijk sociaal minimum hebben kunnen in aanmerking komen voor de individuele inkomenstoeslag. Gemeente Apeldoorn voert dit voor de gemeente Epe uit. Voorheen heette deze toeslag, langdurigheidstoeslag. In 2013 zijn er 213 huishoudens geweest die hiervan gebruik hebben gemaakt.

Bijzondere bijstand

Bijzondere bijstand is een vergoeding voor bijzondere, noodzakelijke kosten die mensen met een inkomen tot 120DZo van het wsm maken. Bijvoorbeeld de kosten voor beschermingsbewind.

Werkplein Activerium in Apeldoorn beoordeelt de aanvragen uit Epe. 133 huishoudens maakten in 2013 gebruik van bijzondere bijstand.

Door de klankbordgroep is aangegeven dat er behoefte is aan een noodfonds. Dit als een vangnet onder de reguliere inkomensondersteunende regelingen om in schrijnende situaties, die niet of onvoldoende in aanmerking komen voor andere regelingen, te kunnen handelen. Daarbij komt vanuit het CJG het signaal dat gezinnen zonder aanvullende verzekering de zorg die nodig is voor het kind niet inzetten. Het gaat hierbij om voorliggende voorzieningen zoals een

weerbaarheidstraining. Dergelijke signalen worden meegenomen bij het eventueel instellen van een noodfonds. Dit sluit aan bij het genoemde sociaal vangnet in het collegeprogramma.

(9)

2.7 Integrale schuldhulpverlening

In deze paragraaf komt de schuldhulpverlening aan de orde. De aanpak van schulden is van groot belang. De persoon in kwestie wordt er vaak door beheerst en kan zich niet (volledig) richten op andere zaken, zoals participatie in de samenleving. Daarbij zien we dat het aantal mensen met complexe schulden toeneemt. Inwoners melden zich vaak relatief laat, waardoor de schulden al zijn opgelopen.

Preventie Å nazorg

Preventief werken is van groot belang om erger te voorkomen. De zogenaamde "stille armoede"

maakt het echter lastig om alle doelgroepen in beeld te krijgen. Denk aan "werkende armen",

"zorgmijders", "zorgmissers" of mensen met een mentale beperking. Op het moment dat deze (beter) in beeld zijn kunnen concrete acties ondernomen worden. In Epe wordt er binnen het schuldhulpverleningstraject breed gekeken naar de problematiek. Zowel tijdens als na afronding van het traject. Het is belangrijk dat de klant zichzelf kan redden om terugval te voorkomen. De nazorg is de laatste jaren verbeterd. Hierbij is, onder andere door de inzet van het

formulierenteam, aandacht voor het vergroten van het zelforganiserend vermogen van de klant.

Toch zijn er nog altijd klanten welke terugvallen, waarmee optimalisatie van belang is.

Stadsbank Apeldoorn

Sinds 2004 koopt de gemeente Epe een aantal taken op het gebied van de schuldhulpverlening in bij de Stadsbank in Apeldoorn. De klant meldt zich altijd eerst in Epe bij het team budgetadvisering à schuldhulpverlening. Zij richten zich op (budget)advies, directe hulp bij crisissituaties en stabilisatie.

Indien er sprake is van problematische schulden zullen klanten na stabilisatie doorstromen naar de Stadsbank in Apeldoorn (tweede fase). De Stadsbank voert o.a. budgetbeheer uit en organiseert de inzet van minnelijke- en wettelijke schuldregelingstrajecten. Bij minnelijke trajecten betreft het oplossingen zonder tussenkomst van een rechter. Mocht dit geen oplossing bieden dan wordt er overgestapt op Wsnp (Wet schuldsanering natuurlijke personen) waarbij er een verplichting is voor schuldeisers om schulden te saneren. Het team budgetadvisering à schuldhulpverlening Epe blijft ook gedurende deze tweede fase betrokken bij haar klanten. Voor een schematisch overzicht van het proces zie bijlage IV.

Binnen het gehele proces komen er soms verschillen in werkwijzen tussen gemeente Epe en Stadsbank Apeldoorn naar voren. Daarbij is Stadsbank Apeldoorn lid van de N W K , de brancheorganisatie voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren, waardoor aan bepaalde kwaliteitseisen voldaan moet worden en waar tevens extra bevoegdheden uit voortvloeien.

• • • M M IMJĮMM WįĘĮĮKĘĮĮļĘÊĘįĒĘĘ

2012 2013 2014 2015

Adviesgesprekken 39 70 54 133

Stadsbank overdrachten 30 28 36 33

WSNP registratie 2 6 7 14

Totaal 71 104 97 180

De toename in 2015 wordt veroorzaakt door een andere manier van registreren. Vanaf januari 2015 wordt alles geregistreerd in het systeem Allegro. In het voorgaande systeem waren na de intake meer keuzes als het ging om de "afhandeling". In Allegro is het óf

"vervolgtrajeď' óf "adviesgesprek".

(10)

Hogere maatschappelijke kosten

In geval van hogere schulden en complexere problemen zal er tevens sprake zijn van hogere maatschappelijke kosten voor de inzet van hulpverlening. Zo zijn ook de kosten en aantallen voor extern beschermingsbewind, betaald vanuit de bijzondere bijstand, de laatste jaren enorm gestegen.

Als klanten het niet redden met budgetbeheer wordt op dit moment extern beschermingsbewind, een veel "zwaarder" instrument, ingezet. Vanuit het team budgetadvisering S schuldhulpverlening is er behoefte aan een tussenvorm tussen budgetbeheer en extern beschermingsbewind. Door een dergelijke tussenvorm in te zetten kan meer maatwerk geleverd worden en kunnen kosten bespaard worden. Door daarnaast in te zetten op preventieve maatregelen als inkomensondersteunende regelingen, zijn (problematische) schulden, maar ook hoge maatschappelijke kosten (verder) te voorkomen.

ngsbewind 2013 2014

Beschermingsbewind 77 118 150

Maatwerk en participatie

In Epe staat maatwerk hoog in het vaandel en er wordt gewerkt aan een oplossing op de lange termijn. Er is aandacht voor datgene dat nodig is om schulden te voorkomen en op te lossen. Ook is er oog voor het belang van participatie. De voordelen van participatie binnen de samenleving zijn meerledig. Mensen krijgen meer zelfvertrouwen, voelen zich nuttig, bouwen aan contacten en relaties en verwerven in het gunstigste geval eigen inkomsten.

Integrale werkwijze

Een persoon met schulden wordt daardoor beheerst en kan zich vaak niet (optimaal) richten op andere zaken. Het is van belang dit in ogenschouw te houden. Op dit moment is er volop aandacht voor de integrale samenwerking en integrale toegang. De overlap met de uitvoering van Werk à Inkomen, WMO en Jeugd (CJG) wordt onderkend. Hierbij moet de concrete vertaalslag naar de integrale praktijk deels nog plaatsvinden.

(11)

Samengevat

« 6 procent van de huishoudens in Epe behoort tot een huishouden met een inkomen tot maximaal 120 procent van het wettelijk sociaal minimum (wsm). Dit zijn 837 huishoudens met in totaal 365 kinderen.

Statushouders vormen een groeiende doelgroep voor gemeente Epe. Er is aandacht voor verdere stroomlijning van het (tijdelijke) ondersteuningsaanbod.

Maatschappelijke organisaties onderling en de gemeente Epe weten elkaar al redelijk goed te vinden. Voor een optimale samenwerking is er echter meer inzicht nodig in eikaars werkprocessen en expertise.

Er wordt veel gebruik gemaakt van de collectieve zorgverzekering, meedoenregeling S schoolfonds, kwijtschelding gemeentelijke belastingen, individuele inkomenstoeslag en bijzondere bijstand. In zijn algemeenheid is men tevreden over deze voorzieningen. Een noodfonds wordt nog gemist.

Doelgroepen zijn nog niet allemaal in beeld. Dit is met name van belang om preventief te kunnen werken.

Nazorg bij schuldhulpverlening is verbeterd. De aandacht voor het zelforganiserend vermogen moet nog geoptimaliseerd worden om terugval te voorkomen.

Werkprocessen met de Stadsbank Apeldoorn zijn nog onvoldoende afgestemd. Voor een efficiënte werkwijze is het van belang dit in gezamenlijkheid te stroomlijnen.

De kosten en aantallen voor beschermingsbewind zijn enorm gestegen. Om kosten te verlagen en om meer maatwerk te kunnen leveren zal bekeken moeten worden of een vorm tussen budgetbeheer en extern beschermingsbewind uitkomst kan bieden.

Maatwerk staat hoog in het vaandel en het belang van participatie in de samenleving wordt onderkend. Het doel is maatwerk te behouden en iedereen mee te laten doen.

Er is aandacht voor een meer integrale aanpak in de uitvoering van Werk â Inkomen, WMO en Jeugd (CJG).De concrete vertaalslag naar de praktijk moet deels nog plaatsvinden.

(12)

3. Ontwikkelingen

De economische crisis van de afgelopen jaren is van invloed geweest op het huishoudboekje van veel mensen. Niet alleen voor mensen die geen werk hebben maar ook voor mensen die wel inkomsten uit arbeid hebben. Werk is namelijk geen garantie voor een inkomen boven het wettelijk sociaal minimum. Daarnaast zijn er de afgelopen jaren ook andere ontwikkelingen geweest die gevolgen (kunnen) hebben voor de financiële situatie van huishoudens.

3.1 Landelijke ontwikkelingen

De rijksoverheid heeft naast de decentralisaties in het sociaal domein ook een aantal regelingen afgeschaft of omgevormd. Zij wil dat gemeenten meer individueel maatwerk gaan leveren om een effectief armoedebeleid te kunnen voeren. In deze paragraaf wordt ingegaan op deze wijzigingen.

Verder komen twee relevante onderzoeken aan de orde.

Participatiewet

De Participatiewet is op 1 januari 2015 in werking getreden en heeft onder andere een nieuwe berekeningssystematiek voor bijstandsuitkeringen geïntroduceerd: de zogenaamde

kostendelersnorm. De kostendelersnorm heeft tot gevolg dat de bijstandsuitkering van een individu lager wordt, naarmate er meer personen van 21 jaar of ouder wonen in dezelfde woning.

Nieuwe WMO en Jeugdwet

Op 1 januari 2015 is naast de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) 2015 ook de

Jeugdwet in werking getreden. Daarbij zijn veel taken naar de gemeenten toe gekomen. Inwoners die eerder via de AWBZ begeleiding kregen, waar ook financiële begeleiding een onderdeel van kon zijn, vallen nu onder verantwoordelijkheid van de gemeente. Inwoners die van meerdere voorzieningen binnen de WMO gebruik maken, worden mogelijk geconfronteerd met meerdere eigen bijdragen; het zogenaamde stapelingseffect.

CER/Wtcg

Door het Rijk zijn de Compensatie Eigen Risico (CER) en de Wet Tegemoetkoming Chronisch Zieken en Gehandicapten (Wtcg) afgeschaft per 1 januari 2015. Het budget is, onder een gelijktijdige bezuiniging van circa 5007o, overgedragen aan de gemeenten. In Epe zijn deze Wtcg/CER gelden herverdeeld via de Collectieve zorgverzekering Minima (CZM).

Categoriale bijstand

Ook de categoriale bijzondere bijstand voor gepensioneerden, chronisch zieken en gehandicapten en gezinnen met kinderen die onderwijs volgen, is per 1 januari 2015 afgeschaft. De collectieve zorgverzekering is de enige categoriale bijzondere bijstand die is overgebleven. Gemeenten hebben hiervoor wel vrijheid gekregen om de doelgroep te vergroten aangezien de centrale inkomensnorm van 11007o van het wettelijk sociaal minimum is geschrapt.

Individuele inkomenstoeslag

De individuele inkomenstoeslag vervangt sinds 1 januari 2015 de langdurigheidstoeslag.

Het belangrijkste verschil is dat de gemeente nu ook kijkt of de aanvrager zich voldoende heeft ingespannen om zijn/haar inkomen te verbeteren.

Individuele studietoeslag

De individuele studietoeslag is afgeleid uit de 'nieuwe Wajong' en op 1 januari 2015 ingegaan. Deze regeling is bedoeld om studenten met een arbeidsbeperking financieel een steuntje in de rug te geven. Voor hen is het namelijk moeilijk om naast hun studie een bijbaan te hebben.

(13)

Landelijke evaluatie Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs)

De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) maakt gemeenten sinds 1 juli 2012

verantwoordelijk voor het organiseren van schuldhulp. De Wgs is een kaderwet, wat betekent dat de invulling per gemeente kan verschillen. Een belangrijk uitgangspunt in de Wgs is dat de hulpverlening bij schulden een integraal karakter moet hebben. Bij de invoering van de Wgs is vastgelegd dat de wet binnen vier jaar na de inwerkingtreding wordt geëvalueerd. Deze evaluatie heeft onlangs plaatsgevonden. Drie en een halfjaar na invoering van de wgs is de belangrijkste conclusie: "De wgs heeft bijgedragen aan de beoogde kwaliteitsbodem, maar die is nog maar ten dele gelegd".

Onderzoek Nationale Ombudsman

Als reactie op de evaluatie Wgs is een onderzoeksrapport van de Nationale Ombudsman verschenen op 11 mei 2016. De Nationale ombudsman ontvangt regelmatig vragen en klachten van burgers met problematische schulden. Hij vindt het belangrijk dat ervaringen van burgers ('burgerperspectief) worden meegenomen in de evaluatie.

Conclusie onderzoek Nationale Ombudsman

Problemen met schuldhulpverlening zijn niet alleen een vervelende ervaring voor de burger. De overheid moet zich realiseren dat ze ook een risico vormen voor een effectieve aanpak van de schuldenproblematiek.

De overheid gaat ten onrechte teveel uit van de zelfredzaamheid van burgers. Dit blijkt een illusie.

Onvoldoende redzaamheid is juist vaak één van de redenen waarom burgers in grote financiële problemen terechtkomen. Het kan nooit de bedoeling zijn burgers buiten de boot te laten vallen als zij niet precies in de mal van het schuldhulpsysteem van de overheid passen. Dus: schuldenaren niet buitensluiten maar juist toelaten!

3.2 Lokale ontwikkelingen

Naast landelijke ontwikkelingen zijn er ook lokale ontwikkelingen te noemen die van invloed zijn op het beleid rond armoede à schulden.

Invulling nieuwe WMO en jeugdwet

Inwoners met een zorgvraag worden in de gemeente Epe uitgenodigd voor een zogenaamd 'keukentafelgesprek'. Hierbij komt ook het leefgebied 'inkomen en financiën' aan bod.

Wanneer duidelijk wordt dat er een acute financiële problematische situatie bestaat, wordt het team budgetadvisering à schuldhulpverlening ingeschakeld. Binnen de WMO 2015 zijn er verschillende vormen van financiële begeleiding die in een algemene voorziening of een maatwerkvoorziening aangeboden kunnen worden. Deze vormen een preventieve keten voor problematische schulden.

Gebiedsgericht werken

De verantwoordelijkheden die de gemeente heeft, sinds de decentralisaties op 1 januari 2015 voor de gebieden jeugd, zorg en werk, maakt dat er andere verwachtingen zijn van alle spelers in het maatschappelijk veld. De rol en inbreng van inwoners wordt groter gemaakt door structureel een beroep te doen op het zelf oplossend vermogen van de samenleving. Zelforganiserend vermogen, eigen kracht en sociale omgeving staan centraal. Vrijwilligers en professionals kunnen daarin ondersteunen. Gebiedsgericht werken sluit aan bij deze ontwikkeling. Gebiedsgericht werken is een wijze van werken waarbij de behoefte van de bewoner centraal staat, de bewoner gestimuleerd en ondersteund wordt om eigen initiatieven te ontplooien, door de aanwezige vrijwilligers en

professionele partijen binnen een gebied samengewerkt wordt en hierdoor lokaal maatwerk ontstaat, gericht op het behoud of verbeteren van de leefbaarheid binnen het gebied.

(14)

Gebiedsgericht werken is dynamisch en volop in beweging. Ook de zorgstructuur met de multidisciplinaire teams, de zogenoemde MDT's, zal mee veranderen naar de inzichten van gebiedsgericht werken. Aangezien armoede à schulden vaak speelt bij casuïstiek die besproken wordt in de MDT's is het van groot belang om de kwaliteit van schuldhulpverlening te blijven borgen.

Samengevat

« Invoering Participatiewet, deel WMO en Jeugdwet per 1 januari 2015

« Afschaffing CER/Wtcg en categoriale bijstand

Langdurigheidstoeslag vervangen door individuele inkomenstoeslag Individuele studietoeslag is 1 januari 2015 in gegaan

Zorgstructuur wordt aangepast aan de inzichten vanuit gebiedsgericht werken e

Conclusie

71

rbij is er

Het beleid omtrent armoede S schulden is de afgelopen jaren adequaat ingezet. Daarbij

oog voor de in- en externe ontwikkelingen welke hierop van invloed zijn. Ingrijpende wijzigingen zijn dan ook niet nodig. Zolang er echter nog mensen leven in armoede en met schulden is er altijd ruimte voor verbetering en optimalisatie.

(15)

4. Kaders, visie en doelen

De basis voor de visie op armoede à schulden wordt gevormd door het "coalitieakkoord 2 0 1 4 - 2 0 1 8 Samen zorgen voor elkaar!" en de "Sociale Agenda 2 0 1 5 - 2021". Ook de eerder beschreven Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) kent kaders welke zijn meegenomen.

4.1 Kaders

Eén van de thema's binnen het coalitieakkoord is "meedoen aan de samenleving". Hierbij wordt als speerpunt voor het beleid o.a. genoemd: tegengaan van armoede. Voor dit speerpunt zijn duidelijke prestatieafspraken geformuleerd:

» Huidig niveau van minimabeleid en schuldhulpverlening is gehandhaafd;

» Zo nodig zijn er aanvullende financiële "maatwerkvoorzieningen" opgezet erop gericht dat mensen mee kunnen (blijven) doen.

Als specifiek aandachtspunt wordt benoemd dat gezinnen met kinderen bijzondere aandacht hebben binnen het armoedebeleid. Ook binnen de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) wordt dit expliciet genoemd. Daarbij groeit het aantal statushouders. Voor deze doelgroep moet tevens extra aandacht zijn.

Specifiek voor het sociaal domein is in het najaar van 2 0 1 5 de 'Sociale Agenda 2 0 1 5 - 2 0 2 1 ' vastgesteld. Sociaal beleid richt zich op alle inwoners van Epe, met specifieke aandacht voor hen die dat nodig hebben. Alle onderdelen van het sociaal beleid zijn erop gericht het zelforganiserend vermogen van inwoners en hun omgeving te versterken. Bij zelforganiserend vermogen hebben we het niet alleen over de manier waarop iemand zichzelf goed kan redden maar ook over de manier waarop mensen hun netwerken kunnen mobiliseren. Er is een driedeling gedefinieerd binnen dit organiserend vermogen:

1 . Leefbaar, waarbinnen 8507o van de inwoners die zich goed redt;

Ondersteuning, waarbinnen 100/" van de inwoners tijdelijke ondersteuning nodig heeft;

Zorg, waarbinnen 50Zo van de inwoners intensieve en/of langdurige zorg nodig heeft.

2.

3.

Er is daarbij afgesproken om vooral te investeren in een stevige basis. Daarnaast is het streven dat er een beweging naar beneden komt waarbij nog meer hulpvragen worden opgelost in de basis of met (lichte) ondersteuning. Tegelijkertijd blijft

ondersteuning en zorg beschikbaar voor degenen die dit nodig hebben.

Deze visie op sociaal beleid is hier onder doorgetrokken voor armoede S schulden.

zorg (B6) intensieve, specialistische en/of langdurige hulpverlening

2e lijn: Individuele of maatwerkvoorzieningen

ondersteuning (Vfíi) tijdelijke, ambulante en algemene

dienstverlening lc lijn: sociale wijkteams en andere

Ie lijns professionals

mensen ai Cř lijn: alg

l î

leefbaar (8596)

organiseren hun eigen leven, met elkaar algemene voorzieningen, vrijwillige inzet,

mantelzorg en burgerinitiatieven

(16)

4.2 Visie op armoede S schulden

Inwoners van Epe zijn zelf verantwoordelijk voor hun financiële huishouden. Er wordt uitgegaan van het zelforganiserend vermogen. Diegenen die toch ondersteuning of zorg nodig hebben kunnen een beroep doen op de (gemeentelijke) inkomensondersteunende voorzieningen en/of budgetadvisering S schuldhulpverlening. Die zijn erop gericht de inwoner te ondersteunen bij het vinden van een (duurzame) oplossing voor zijn of haar financiële problemen. Daarnaast wordt gekeken naar

eventuele onderliggende oorzaken en mogelijke problemen. Voor huishoudens met kinderen en voor statushouders is specifieke aandacht.

Ontwikkelingen op het gebied van armoede^sįpBWÉçj^/orden actief gevolgd. Bij de bestrijding van armoede c* schulden wordt ingezeUOTrĩaätwerk ėngSteken naar de lange termijn. In geval van stijgende kosten, twijfel aan effectivitáfĩvan instrumenten en/Ştoverkprocessen worden nieuwe mogelijkheden onderzocht. MogelijļáTeden om de effectiviteit t e \ e r g roten en/of kosten te besparen worden aangegrepen. ĵ

Zorg en ondersteuning worden vaţuit dę gprrļejfateintęļjį0ć samenhangend hulpaanbod van pteventįe^totgarner

van armoede 6\ schulden of het o p ^ s e n ^ â à ţ ^ ļ í l f r e ţ nazorg wordt terugval voorkomen,

optimaal op elkaar afgestemd. Ook eĩ gemeente te vinden en vice versa. De i schulden is erop gericht iedere inwoner, zonder financiële zorgen (volwaardig) te laï

leboden; het betreft een

/entie richt zich op het voorkomen mogelijk stadium. Door adequate ĩmeente zijñTBŕkprocessen van interne afdelingen

maatscjjÄRjIįÿke organisaties elkaar en de sestrijding van armoede en ftergrond, leeftijd, beperkingen e.d.,

samenleving!

foto van www.gratisography.com

4.3 Doelen

Vanuit de hiervoor vermelde visie en rekening houdend met de conclusie uit hoofdstuk 3, staan de komende periode de volgende algemene doelen centraal:

1. Het optimaliseren van het aanbod van advisering, ondersteuning en hulpverlening aan inwoners;

2. Het realiseren van een actievere inzet op preventie en nazorg ter voorkoming van schulden en/of het niet mee kunnen doen aan de samenleving;

3. Het organiseren van een meer integrale werkwijze zowel intern als met maatschappelijke organisaties.

(17)

5. Actieplan

In voorgaande hoofdstukken is inzicht gegeven in het bestaande beleid, de resultaten daarvan en landelijke S lokale ontwikkelingen. Daarnaast zijn een visie en doelen geformuleerd op het gebied van armoede S schulden. Van hieruit is in dit hoofdstuk de vertaalslag gemaakt naar subdoelen en acties voor de komende jaren.

Met de uitvoering van dit actieplan zal de aanpak van armoede S schulden verder

geoptimaliseerd worden. Afhankelijk van de middelen die beschikbaar zijn wordt de prioritering bepaald. Zoals eerder aangegeven zijn ingrijpende aanpassingen niet nodig maar is er altijd ruimte voor verbetering. De acties zijn weergegeven op hoofdlijnen. Bij de uitwerking hiervan zal de klankbordgroep een belangrijke rol spelen om de vertaling naar de praktijk te borgen.

Doel 1:

Het optimaliseren van het aanbod van advisering, ondersteuning en hulpverlening aan inwoners

In Epe is oog voor dat wat nodig is om de maatschappelijke participatie te bevorderen. Hierbij wordt gedacht vanuit een lange termijn visie. De huidige voorzieningen vanuit het minimabeleid volstaan en worden veel gebruikt. Deze zullen dan ook gehandhaafd blijven. Ook de schuldhulpverlening, geboden door het team budgetadvisering S schuldhulpverlening, functioneert goed. Men voldoet aan de wettelijke kaders en maatwerk staat hoog in het vaandel. De schuldhulpverlening zal in de toekomst dan ook op vergelijkbare wijze worden voortgezet. Er worden wel wijzigingen ter verscherping voorgesteld.

Subdoel en actie(s)

1a) Zoeken naar passende instrumenten schuldhulpverlening

Acties: Er is nader onderzoek nodig om te beoordelen in hoeverre een tussenvorm

voordelen heeft en op welke wijze hier invulling aan gegeven kan worden.

Onderzoeken in hoeverre bestaande (landelijke) initiatieven op het gebied van

schuldhulpverlening van toegevoegde waarde zijn.

Toelichting

Om meer maatwerk te kunnen bieden en kosten te besparen is er behoefte aan een tussenvorm tussen budgetbeheer en extern

beschermingsbewind. Op het moment dat gemeente Epe N W K lid is vloeien daar

bevoegdheden uit voort om eigen instrumenten in te zetten.

1b) Onderzoeken inkomensgrens van 12007o wsm

Actie: Onderzoeken of het mogelijk is om voor alle gemeentelijke regelingen een

inkomensgrens van M0oZo wsm te hanteren en de financiële gevolgen daarvan in beeld brengen.

Niet bij alle inkomensondersteunende

regelingen wordt de inkomensgrens van MOVo

wsm aangehouden. Dit geeft een diffuus beeld.

De grens van deelname aan de collectieve zorgverzekering tot maximaal 1500/" wsm handhaven aangezien de gemeente alleen bijdraagt aan de premie tot 12007o wsm.

(18)

1c) Anticiperen op effecten eigen bijdrage Actie: Via de keukentafelgesprekken de collectieve zorgverzekering voor minima meer onder de aandacht brengen; is toegankelijk voor mensen met een inkomen tot 150o7o van wsm.

Eigen bijdrage voor maatwerkvoorzieningen kan tot een bedrag van C 400 worden gedeclareerd.

Er zijn mensen die stoppen met de

ondersteuning welke zij nodig hebben vanwege de (hoge) eigen bijdrage die ze moeten betalen.

Problemen aangaande stapeling van eigen bijdragen spelen op dit moment nauwelijks in Epe. Voor de toekomst wordt dit meegenomen in de beleidsontwikkeling.

1d) Heroverwegen toegang Meedoenregeling/schoolfonds Acties:

- Nagaan of de doelgroep is te verruimen en wat de financiële gevolgen daarvan zijn.

- Onderzoeken hoe het kindpakket (schoolfonds) verbreed kan worden.

De klankbordgroep geeft aan dat er mensen zijn waarbij het 'besteedbaar' inkomen laag is maar die een inkomen hebben boven 12007o wsm waardoor ze niet in aanmerking komen voor deze regelingen.

Daarnaast vallen mensen die zelfstandig wonen en alleen studiefinanciering als inkomsten hebben, buiten deze regelingen (dit komt omdat landelijk studiefinanciering niet wordt gezien als inkomen). De uitzondering hierop, die in de verordening is opgenomen, zijn alleenstaande studerende ouders.

De klankbordgroep geeft verder aan dat het huidige schoolfonds in een grote behoefte voorziet en wil graag meedenken over een verbreding hiervan; het zogenaamde kindpakket.

1e) Opstellen beleidsregels integrale schuldhulpverlening

Actie: beleidsregels integrale

schuldhulpverlening opstellen en vast laten stellen.

1f) Verbeteren communicatie en bereik Actie: Een overzicht maken welke communicatiemiddelen ingezet worden

Gemeente Epe koopt een aantal taken op het gebied van de schuldhulpverlening in bij de Stadsbank in Apeldoorn. Binnen dit gehele proces komen er soms verschillen in werkwijzen naar voren. Het is van belang om meer richting te geven aan een eenduidige werkwijze.

Het inzicht in en de kennis over de diverse voorzieningen wordt vergroot door

communicatie naar de doelgroep en de maatschappelijke organisaties.

Communicatie afstemmen op de diversiteit van de doelgroepen zoals digibeten, statushouders, jongeren en ouderen is van belang. Hierbij ook

meenemen dat de maatschappelijke organisaties meer inzicht willen en moeten hebben in eikaars dienstverlening.

(19)

1g) Onderzoeken mogelijkheden noodfonds Actie:

- Onderzoek doen naar de instelling van een noodfonds.

Door de klankbordgroep is aangegeven dat er behoefte is aan een noodfonds. Daarbij komt vanuit het CJG het signaal dat gezinnen zonder aanvullende verzekering de zorg die nodig is voor het kind daardoor niet altijd inzetten.

1h) Monitoren collectieve zorgverzekering Acties:

- Blijven onderzoeken in hoeverre deze voorziening wijzigingen behoeft (waaronder eigen risico), met daarbij meegenomen de financiële consequenties.

Het is de bedoeling om de collectieve

zorgverzekering voor een zo groot mogelijk deel van de doelgroep passend te houden.

Doel 2:

Het realiseren van een actievere inzet op preventie en nazorg ter voorkoming van schulden en/of het niet mee kunnen doen aan de samenleving

Een persoon met financiële problemen wordt daardoor beheerst en kan zich vaak niet (optimaal) richten op andere zaken. In de praktijk blijkt (landelijk niveau) dat 8007o van de casussen in "sociale wijkteams" een financiële component heeft. Inzetten op het bestrijden van armoede à schulden is daarom van groot belang. In een ideale situatie worden armoede en schulden voorkomen. Geraken burgers toch in financiële nood dan moet terugval, na het oplossen van de problemen, voorkomen worden.

Subdoel en actie(s) Toelichting

2a) Meer inzicht krijgen in doelgroepen Actie: Onderzoek laten verrichten naar de samenstelling van de doelgroep

Er is sprake van vroegsignalering, zowel van armoede als schulden, door intensieve samenwerking tussen afdelingen binnen de gemeente en maatschappelijke organisaties.

Hierbij moet onderzocht worden welke personen

"buiten de scope" vallen, denk aan werkende armen, verstandelijk beperkten, zorgmijders en zorgmissers. Op het moment dat deze (beter) in beeld zijn kunnen concrete acties ondernomen worden.

2b) Optimaliseren van nazorg en vergroten van zelforganiserend vermogen

Actie: Formulierenteam blijven inzetten en daarmee nog meer sturen op zelforganiserend vermogen van de klant.

Op het gebied van nazorg krijgt de klant ondersteuning van professionals en/of

vrijwilligers. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van instrumenten en/of voorzieningen. Het zelforganiserend vermogen kan vergroot worden door mensen eigenaarschap te geven over hun eigen vraagstuk en gezamenlijk haalbare doelen te stellen. Ook leren zij daardoor eerder om zelf hun problemen aan te pakken.

(20)

2c) Aandacht hebben voor statushouders Acties:

- Maatschappelijke organisaties die werken met statushouders informeren over minima

voorzieningen.

- Maatschappelijke organisatie wijzen op het feit dat er bij financiële problemen, in een vroegtijdig stadium, contact opgenomen kan worden met het team budgetadvisering Ã

schuldhulpverlening.

- De diverse partijen verbinden en werkprocessen afstemmen.

Statushouders vormen een doelgroep welke toeneemt in aantal. Zij zijn vaak gewend op andere wijze met financiën om te gaan en lopen daarmee risico's op armoede S schulden. Er is aandacht voor statushouders, maar het

ondersteuningsaanbod moet verder

gestroomlijnd en op elkaar afgestemd worden.

Hierbinnen zal aandacht zijn voor het leefgebied financiën.

Doel 3:

Het organiseren van een meer integrale werkwijze zowel intern als met maatschappelijke organisaties

Op het gebied van armoede S schulden wordt samengewerkt met andere beleidsvelden zoals Werk ex inkomen, WMO en Jeugd. Ook is het gebiedsgericht werken in ontwikkeling waarbinnen ook zeker aandacht zal zijn voor armoede à schulden. Het is van belang om werkwijzen nog meer in lijn te brengen met elkaar. Daarbij is de samenhang binnen het sociaal domein één. Maar zowel in- als extern moet men elkaar weten te vinden. Dit lijkt eenvoudig maar in de praktijk zijn de

samenwerkende organisaties nog niet altijd op de hoogte van eikaars werkprocessen en expertise.

Subdoel en actie(s) Toelichting

3a) Meegroeien met uitgangspunten en werkwijze sociaal domein

Actie:

Onderdeel van de transformatieagenda is het organiseren van een integrale toegang. Dit betekent een vraaggerichte integrale werkwijze en inrichting van de toegang voor voorliggende en maatwerkvoorzieningen. Armoede en schulden maken hier expliciet onderdeel vanuit.

De overlappingen in de uitvoering waar het gaat om Werk S Inkomen, WMO en Jeugd worden onderkend. Daarbij zijn in het kader van de transformatie in het sociaal domein de invoering van het gebiedsgericht werken inclusief de zorgstructuur in volle gang. Hierbij worden de uitgangspunten eigen verantwoordelijkheid, eigen kracht en sociale omgeving gehanteerd;

ook voor armoede S schulden.

3b) Sturen op strategische doelen

Actie: Bepalen welke informatie over armoede c* schulden nodig is om te sturen op

werkprocessen en prestaties (monitoring).

Voor een effectieve sturing op werkprocessen en prestaties is inzicht nodig. Op dit moment is de informatie welke gegenereerd wordt nog niet voldoende gekoppeld aan strategische doelen.

Het is van belang te bedenken welke informatie daarvoor nodig is.

(21)

3c) Optimaliseren van samenwerking maatschappelijke organisaties Acties:

- Twee keer per jaar een bijeenkomst organiseren, gekoppeld aan een thema, waar maatschappelijke organisaties en gemeente elkaar ontmoeten en

informatie delen.

- Structurele(re) afspraken maken met Stichting Leergeld, Stichting

Voedselbank en het formulierenteam van SWO/E

Om de aanpak van armoede à schulden te versterken moet optimaal samengewerkt worden. De samenwerking tussen

maatschappelijke organisaties onderling en de samenwerking met de gemeente kan hierin verder verbeterd worden. Op dit moment worden casussen gezamenlijk opgepakt en vindt er een goede informatie-uitwisseling plaats. Het gaat met name om de fase ervoor. Er is meer behoefte aan inzicht in eikaars werkprocessen en expertise. Daarbij leeft de behoefte om met een aantal maatschappelijke organisaties structurelere afspraken te maken.

3d) Afstemmen met Stadsbank Apeldoorn borgen

Acties:

- Periodiek blijven afstemmen met Stadsbank Apeldoorn.

- Onderzoek doen naar lidmaatschap N W K .

Het is van belang om naar de werkprocessen van het team budgetadvisering S

schuldhulpverlening gemeente Epe en

Stadsbank Apeldoorn te kijken en waar nodig op elkaar af te stemmen. Dit is belangrijk om de klant beter van dienst te zijn en om efficiënter te kunnen werken. Daarnaast onderzoeken of het van meerwaarde is als gemeente Epe zelf N W K lid wordt.

3e) Behouden van maatwerk bij integrale schuldhulpverlening

Actie:

Maatwerk behouden.

Om de onderlinge afstemming te ondersteunen wordt een uniforme werkwijze bij

multidisciplinaire vraagstukken ingevoerd wat onderdeel is van de Sociale Structuur in Epe (Coördinatiepunt Leefbaar en Veiligheid).

Daarbij kan een regiesysteem, dat gebruikt wordt door de gemeente en haar

samenwerkingspartners, van toegevoegde waarde zijn. Er wordt onderzocht of het

ontwikkelen en gebruiken van een regiesysteem haalbaar is.

De afgelopen jaren is de complexiteit van de hulpvragen groter geworden. De schulden zijn hoger en talrijker en er is vaker sprake van meervoudige problematiek. Naast de traditionele doelgroep, mensen met een laag inkomen, melden zich ook steeds meer mensen met een (hoog) salaris. Bredere problematiek wordt in samenwerking met maatschappelijke

organisaties en interne afdelingen opgepakt.

Nog meer onderlinge afstemming en inzicht in eikaars werkprocessen is van belang.Op deze wijze kan beter maatwerk geboden worden, waarmee de kans op slagen wordt vergroot.

3f) Afstemmen met Participatie

Actie: Afspreken met Activerium hoe er meer aandacht komt voor armoede S schulden binnen bestaande werkprocessen.

Bij bemiddeling naar werk moet nog meer aandacht zijn voor armoede à schulden. Het afbreukrisico is een stuk groter op het moment dat iemand financiële problemen heeft.

Bij de intake wordt de financiële situatie van de klant in beeld gebracht. Hierover moet een betere afstemming plaatsvinden tussen klantmanager, schuldhulpverlening en de accountmanager werkgeversdiensten.

(22)

3g) Afstemmen met Jeugd Acties:

- Afspreken hoe het CJG en het team budgetadvisering 8-. schuldhulpverlening gezamenlijk de prioritering in het gezinsplan kunnen bepalen.

Epe zet sterk in op hulp aan kinderen die leven in huishoudens met armoede en/of met

schulden. Daarvoor zijn korte lijnen nodig tussen Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) en het team budgetadvisering S schuldhulpverlening.

3h) Afstemmen met WMO

Actie: Afspreken hoe WMO en team budgetadvisering S schuldhulpverlening gezamenlijk de prioritering in het

ondersteuningsplan WMO kunnen bepalen.

Bij het 'keukentafelgesprek', met een WMO- consulent, komt ook het leefgebied 'inkomen en financiën' aan bod. Wanneer duidelijk is dat er financiële problemen zijn, wordt het team budgetadvisering 8t schuldhulpverlening geconsulteerd.

(23)

6. Financiën

Hoewel de economie tekenen van herstel vertoont, merken inwoners daar meestal niet direct iets van. Het aantal inwoners dat een beroep op de gemeente doet, kan juist verder stijgen in de periode waar deze kaderstelling betrekking op heeft. Bepaalde doelgroepen hebben een verhoogd risico op

armoede à schulden en hebben (meer) begeleiding nodig op dit gebied. Denk hierbij aan statushouders (vluchtelingen met verblijfsstatus) die moeten leren hoe zij in Nederland kunnen omgaan met hun financiën, ouderen die rond moeten komen van een klein pensioen en jongeren die nog niet altijd overzien welk effect hun bestedingspatroon op de lange termijn heeft.

Minimabeleid en Integrale schuldhulpverlening zijn beiden "open-eind-regelingen". Hieronder de beschikbare bedragen.

C Armoede Á schulden

In de begroting 2017 en verder is op de kostenplaats "Bijzondere bijstand" een bedrag van bijna

^ 593.000, - opgenomen voor Minimabeleid. Dit bedrag is inclusief de Klijnsma-gelden welke vanaf 2015 ^ 107.000,- per jaar bedragen.

Voor 2017 en verder is op de kostenplaats "Schuldhulpverlening" jaarlijks een bedrag van C 100.000,- begroot. Dit bedrag is bestemd voor de uitbesteding van taken aan de Stadsbank in Apeldoorn. Hiernaast is een bedrag begroot voor interne uitvoeringskosten

(ambtelijke ureninzet) gemeente Epe.

Het kabinet stelt vanaf 2017 structureel C 100 miljoen beschikbaar voor de bestrijding van de gevolgen van armoede onder kinderen. De middelen zullen grotendeels aan gemeenten beschikbaar worden gesteld, nadat er bestuurlijke afspraken met de VNG zijn gemaakt. De decembercirculaire 2016 zal duidelijkheid geven over de exacte omvang en verdeling.

(24)

Bijlagen

(25)

Bijlage I

Klankbordgroep

« Stichting Leergeld

» Stichting Koppel

« Woonstichting Triada

» SWO/E - Formulierenteam

« Sultan Ahmet Moskee

» Passerel Mode 6\ Co - Kinderkleding- en speelgoedbank

» Diaconie Hervormde Gemeente Oene à Diaconaal Netwerk Epe

» Gemeente Epe

(26)

B I J L A G E II

Samenvatting armoedemonitor 2014 door KWIZ

Armoedemonitor

Onderzoeksbureau KWIZ heeft in 2014 de armoedemonitor in de gemeente Epe uitgevoerd. Dit is een onderzoek naar de omvang en samenstelling van de doelgroepen voor het gemeentelijke armoedebeleid (kwantitatief overzicht) en het gebruik van inkomensondersteunende regelingen in de gemeente Epe (cumulatief onderzoek).

Aantallen in de gemeente Epe

6 procent van de huishoudens in Epe behoort tot een huishouden met een inkomen tot maximaal 120 procent van het wettelijk sociaal minimum (wsm).

» totale doelgroep voor het minimabeleid bestaat uit 837 huishoudens.

- 44 procent; WWB-uitkering - 29 procent; AOW-inkomen

27 procent ander hoofdinkomen (bijvoorbeeld werk of WW)

Alleenstaanden vormen met 56 procent (470 huishoudens) de grootste groep in de minimapopulatie.

Zie bijlage III om een indruk te krijgen om welke bedragen het per 1 juli 2016 gaat.

Langdurige minima

Van alle huishoudens met een inkomen tot 120 procent van de bijstandsnorm leeft 50 procent drie jaar of langer op dit inkomen (415 huishoudens). Dit is bijna 3 procent van alle huishoudens in de

gemeente. Onder de langjarige minima zijn huishoudens met een AOW inkomen (162), omdat ze geen perspectief meer hebben op inkomensverbetering, verhoudingsgewijs oververtegenwoordigd.

Kinderen

Van de 6.369 opgroeiende jongeren tot 18 jaar in de gemeente wonen er 365 in een gezin met een inkomen tot maximaal 120 procent wsm. Procentueel gezien is dit bijna 6 procent van alle kinderen.

Hiervan woont 63 procent in een huishouden met een WWB-uitkering. Van alle kinderen die

opgroeien in een éénoudergezin leeft 30 procent in een minimahuishouden, tegenover 3 procent van alle kinderen die opgroeien in een gezin met twee ouders. Verder zien we dat 28 procent van alle kinderen uit een niet-westers allochtoon gezin, moet rondkomen van een inkomen tot 120 procent wsm.

Gebruik inkomensondersteunende regelingen

De volgende tabel geeft het bereik van de huidige inkomensondersteunende regelingen weer die de gemeente Epe kent.

Gebruik Doelgroep Bereik Regeling

Kwijtschelding

Langdurigheidstoeslag Collectieve zorgverzekering Meedoen-regeling

Schoolfonds Bijzondere bijstand

384 213 314 274 113 133

693 253 837 837 185 837

5507o 8407o 3807o 330Zo 610/0 160Zo

(27)

BIJLAGE III

Bedragen 120

o

7o van wettelijk sociaal minimum (wsm) per 1 juli 2016

Vanaf 2 1 jaar tot AO W-leeftijd:

Bedrag 1 2 0 7 o

Alleenstaande(ouder) š 1.113,95 Gehuwden f 1.591,36

Pensioengerechtigden

Bedrag 1 2 0 V o

Alleenstaande(ouder) C 1.252,08 Gehuwden C 1.709,50

1 8 - , 1 9 - , 2 0 - j a r i g e n :

Bedrag 1 2 0 7 o

Zonder inwonende kinderen onder de 18 jaar

Alleenstaande(ouder) 6 274,97 Gehuwden (beiden 18,19,20 jaar) C 549,94 Gehuwden (één 18,19,20 jaar, ^ . Q één 21 jaar)

Met inwonende kinderen onder de 18 jaar

Alleenstaande ouder š 274,97 Gehuwden (beiden 18,19,20 jaar ē 868,21 Gehuwden (één 18,19,20 jaar,

één ^ 1 jaar)

Verblijf in inrichting > 2 1 jaar

C 1388,93

Bedrag 1 2 00/ , ,

Alleenstaande(ouder) C 397,15 Gehuwden(beiden verblijvend in) f 646,62

(28)

BIJLAGE IV

Proces schuldhulpverlening in schema

Burgers die zich melden met schulden bij de gemeente Epe doorlopen een aantal fases. Het team budgetadvisering à schuldhulpverlening werkt volgens het onderstaande processchema en de modules van de brancheorganisatie voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren: de Nederlandse Vereniging van Kredietbanken ( N W K ) .

G E L I J K B E R E C H T I G I N G

Informatie en advies

x y

O O

>

L i -

Aanmelding en intake Klant

Stabilisatie

1005Ó betaling

­»

Afkoop (SRV) Saneringskrediet Betalingsregeling

­»

Afkoop (SRV)

Saneringskrediet Herfinanciering Schuldbemiddeling

Af, art. 285 verklaring (Wsnp) en/of nazorg

en/of

Crisis­

interventie Budgetbeheer

Budgetcoaching Beschermingsbewind Flankerende hulp

nazorg

; C O M M U N I C A T I E M E T E I S E R S :

! P A S S I E F ! A C T I E F !

Met gelijkberechtiging wordt in dit schema bedoeld dat iedere schuldeiser hetzelfde recht heeft om een deel van de vordering terug te krijgen. Uitzonderingen vormen de bij wet bepaalde preferente schuldeisers (Belastingdienst, UvWen de Sociale Dienst).

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Vanuit Lokalis (de buurtteams Jeugd en Gezin), Jeugdgezondheidszorg en Youké (de organisatie voor specialistische jeugdhulp) kwam de volgende praktijkvraag: wat zijn de gevolgen

Het aanvragen van inkomensondersteuning is ingewikkeld De kosten voor beschermingsbewind zijn in twee jaar verdubbeld De kosten voor beschermingsbewind zijn in twee jaar

MDRplus en PLANgroep en tot stand gekomen met subsidie van het ministerie van Sociale Zaken en

De benchmarkmodule Armoede en Schulden is voor gemeenten die aangesloten zijn bij de Divosa Benchmark Werk en Inkomen (basismodule)?. De module is bedoeld voor gemeenten

Maar we beseffen dat er meer nodig is; dat we de krachten van maatschappelijk werk, schuldhulpverlening, toeleiding naar arbeid en inzet voor gezinnen en kinderen beter

Soms bestaat er geen recht op, maar wordt wel ingehouden op de uitkering omdat de gemeente er vanuit gaat dat de mensen het geld van de belastingdienst krijgen, en dat krijgen

Dit betekent dat armoede in Nederland niet te vergelijken is met armoede in landen waar hongersnood en droogte heersen. Ook is armoede in het Nederland van nu heel wat anders

Een andere ervaringsdeskundige vertelt dat ook zij bij de gemeente had aangegeven dat ze geen uitweg meer zag met haar schulden bij de belastingdienst.. Tegen haar is toen gezegd