Sporttechnische aanbevelingen voor jeugdtrainers met betrekking tot het geven van een voetbaltraining OUTDOOR

(1)

(2)

Sporttechnische aanbevelingen voor jeugdtrainers met betrekking tot het geven van een voetbaltraining OUTDOOR

ALGEMEEN GELINKT AAN DE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

• Op ieder moment wordt er de afstand van minimum 1,5 meter bewaard tussen de kinderen en volwassenen. Afhankelijk van de leeftijdscategorie en provincie kan tussen de kinderen onderling ook een afstand van 1,5m gevraagd worden.

• Vermijd oefeningen waar de veldspelers de bal met de handen dienen te nemen (behalve de doelman). Dus enkel balcontact met beide voeten, dijen en eventueel borst is mogelijk.

• Behoud zoveel mogelijk dezelfde groep van spelers over de volledige periode.

Verplicht niemand om aan de training deel te nemen. Er kunnen immers bijzondere thuissituaties zijn waardoor de jeugdspeler niet aan de training kan deelnemen.

VOORBEREIDING EN ORGANISATIE VAN DE TRAINING (THUIS)

• Bereid, zoals altijd, de training erg goed voor. Denk na over de beginsituatie, de organisatie en de oefenstof. Hou rekening met de corona- richtlijnen en met de leeftijd van je groep (zie tabel).

• Hou de organisatie van de training en van de oefenstof zo eenvoudig mogelijk.

• Zorg er voor dat de oefenstof aangepast is aan de leeftijd en in functie van het leerplan van Voetbal Vlaanderen (zie tabel). Jij kent als trainer de

jeugdspelers het best en weet wat goed is voor hen.

• Probeer waar mogelijk een FUN-element (= puntentelling) toe te voegen aan de oefenstof. Vooral bij de jongste spelers is dit belangrijk om de concentratie en de goesting tijdens de training op peil te houden.

• Probeer zoveel mogelijk leermomenten aan de jeugdspelers aan te bieden.

Dit kunnen vanaf U8 algemene thema’s zijn (zie leerplan opleidingsvisie Voetbal Vlaanderen) maar ook individuele doelstellingen (vanaf U14) in functie van het persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) van de speler.

• Hoe jonger de groep, hoe meer afwisseling in oefenstof en hoe korter dezelfde oefening duurt.

• Zorg voor een optimale terreinbezetting. Dit betekent minimaal een ¼ terrein tot en met U9 en minimaal een ½ terrein vanaf U10. Zo heb je voldoende ruimte om verschillende oefeningen binnen je training klaar te zetten. Een plateautraining of een training in stationnetjes kan handig zijn om de spelers te spreiden over de beschikbare ruimte.

• Stuur indien mogelijk (vanaf U14) de oefenstof van de training vooraf naar de spelers door zodat je weinig tijd nodig hebt om de oefenstof op het terrein uit te leggen.

(3)

Sporttechnische richtlijnen voor jeugdtrainers blz 2

VOORBEREIDING EN ORGANISATIE VAN DE TRAINING (NET VOOR DE TRAINING)

• Zorg ervoor dat je minstens 15 minuten voor aanvang van de training aanwezig bent om het materiaal op het terrein klaar te zetten.

• Zet alles voorafgaand doordacht uit. Vermijd dat je tijdens de training nog trainingsmateriaal moet klaarzetten. Je zal dus ruimte nodig hebben.

• Zet de doelen met de trainers en niet met de (oudere) spelers klaar.

• Zet bij de jongste groepen kegels en (gekleurde) markeerhoedjes zodat het duidelijk is waar de kinderen moeten starten, doorschuiven, eindigen, … Zo ben je in de mogelijkheid om als trainer het overzicht en voldoende afstand te bewaren.

DE TRAINING ZELF

• Geef vóór de start van de training aan alle spelers duidelijke richtlijnen met betrekking tot het naleven van de veiligheidsregels.

• Beperk groepsgesprekken en zet de spelers zo snel mogelijk aan het werk.

• Probeer zo veel mogelijk een uitdagend element in de oefening te steken: tegen de tijd, spelers/groepjes tegen elkaar, wie scoort het meest?, wie scoort het mooist?, …

• Geef de jeugdspelers vertrouwen in deze moeilijke periode en straal als

jeugdtrainer zelf goesting uit! De hoeveelheid energie die jij aan hen geeft, krijg je dubbel en dik terug!

• Het controleren van de afstandsregels bij sommige leeftijdscategorieën wordt een nieuwe en belangrijke taak voor jou. Creëer echter geen angst bij de kinderen en verlies niet je kalmte als een spelertje hier even tegen zondigt.

NA DE TRAINING

• ‘Evalueer’ je training (wat was goed en wat kon er beter?) zodat je de volgende keer terug een TOP-training kan geven.

• Was iedereen voldoende actief? Hebben de jeugdspelers iets bijgeleerd? Hebben ze onnoemelijk veel FUN gehad? Dit zijn de belangrijkste vragen die je als jeugdtrainer stelt met het oog op de volgende training. Beschouw daarom iedere training in deze periode voor jezelf ook als een ontwikkelingsmoment. Als je deze periode goed kan invullen, ben je ongetwijfeld een betere jeugdtrainer geworden.

• Daag de jeugdspelers thuis verder uit met oefeningen die ze alleen met bal maar zonder ander materiaal kunnen doen.

(4)

DUUR, GROOTTE TERREIN, AANTALLEN EN OEFENSTOF AANGEPAST AAN DE LEEFTIJD

U6 U7 U8-U9 U10-U13 U14-U21

Maximum duur van de training 60 min 60 min 75 min 75 min 90 min

Minimum grootte terrein ¼ terrein ¼ terrein ¼ terrein ½ terrein ½ terrein

Maximum aantal spelers (richtlijn t.e.m. U13) 8 8 8 12 19

Opwarming

Opwarmingsoefeningen zonder bal X

Opwarmingsoefeningen 1 bal per speler X X X X X

Opwarmingsoefeningen 1 bal per 2 spelers X X X

Opwarmingsoefeningen 1 bal per > 2 spelers X X

Opwarming met de ganse groep in gesloten circuit X

Kern

Leiden, kappen en draaien (1 bal per speler) X X X X X

Individueel parcours tegen de tijd (1 bal per speler) X X X

Jongleren (enkel contact voet, dij en borst) X X

Reactiespelen met bal (1 bal per speler) X X X

Estafettes (1 bal per team) X X

Passoefeningen tweevoetigheid (kort over de grond) (X) X X X

Passoefeningen tweevoetigheid (halfhoog/halflang) X X

Passoefeningen tweevoetigheid (hoog/lang) X

Tennisvoetbal (enkel met voet, dij en borst) X

Afwerkingen op doel enkel met de voet (max 10m) X X X X X

Afwerkingen op doel enkel met de voet (max 15m) X X

Afwerken op doel enkel met de voet (meer dan 15m) X

Afwerken op lage voorzet (1 tijd of na controle) X X X

Afwerken op halfhoge voorzet (1 tijd of na controle) X X

Penalty

cup X X X

Mikspelen (zonder keeper in een doel) X X X X X

Loopoefeningen zonder bal : reactiespelen X X X

Loopoefeningen zonder bal : snel voetenwerk X X

Loopoefeningen zonder bal : looptechniek X X

Loopoefeningen zonder bal : basisconditie X

Algemene krachtoefeningen en rompstabilisatie X

Oefeningen ter verbetering van mobiliteit/flexibiliteit X X

Cooling-down

Jongleren (1 bal per speler) X X

Uitlopen X

Huiswerk meegeven (oefenstof met bal) X X X X X

Huiswerk meegeven (stay fit, stay strong, stay flexible) X

(5)

(6)

• Speler 1 dribbelt de bal met de

“buitenste voet” (rechts in het voorbeeld) langs de lijn tot door het poortje.

• Voorbij het poortje dribbelt hij/zij naar binnen om met de andere voet naar doel te trappen.

• De speler die scoort verdient een punt voor zichzelf.

• De doelmannen mogen enkel de voeten gebruiken om het doel te verdedigen.

Doorschuiven:

1 – 2 – 1 – 2

1 1

2

LEIDEN - DRIBBELEN

(7)

CORONAPROOF TRAINEN

• Spelers 1 dribbelen de bal tot aan het poortje en voeren een kapbeweging uit.

Daarna passen ze de bal naar spelers 2 van hun eigen team.

• Spelers 2 voeren de georiënteerde controle uit en dribbelen tot aan de kegel. Hier dribbelen ze zo snel mogelijk naar binnen en trappen naar doel van achter de lijn.

• De doelmannen mogen enkel de voeten gebruiken om het doel te verdedigen.

Doorschuiven:

1 – 2 – 3 (binnen eigen team)

Variëren van kapbeweging

• Binnekant

• Buitenkant

• Achter steunbeen

• …

1

1 2

2 3

3

LEIDEN - DRIBBELEN

(8)

Dribbel met de bal naar de

overkant. Nadat de dirigent(e) 1-2- 3 piano heeft geroepenmag hij/zij zich omdraaien. Zorg dat je bal niet meerbeweegt!

Bal ligt niet stil=

terug naar destartpositie!

Wie bereikt het eerst de piano?

1-2-3 pianoooo!

1-2-3 PIANO!

• Maak dribbelstroken van 1,5m voor elke speler

• De winnaar wordt de nieuwe dirigent(e), maar laat ook de minder ervaren

voetballers eens dirigent(e) zijn.

BEGELEIDING:

• 4 kegels

• 1 bal per speler MATERIAAL:

(9)

2 teams tegen elkaar: wie dribbelt het snelst?

Slalom heen en terug met de bal aan devoet.

Leid de bal langs de kegels en dribbel ook terug. Leg de bal stil onder de voetzool in het groene poortje. Daarna mag de volgende starten. Als je je slalom afgelegd hebt, ga je zitten. Het team dat eerst op de grond zit, wint!

BALLENRACE

• Variaties:

• Volledig rond dribbelen rond de grote kegel

• Rond de kegel en passen naar de volgende speler die klaarstaat in het groene poortje (geen dribbel meer)

BEGELEIDING:

• 2 ballen

• 14 potjes of kegels

• 2 paaltjes of grote kegel MATERIAAL:

(10)

Individueel of 2 teams tegen elkaar:

welk team is het snelst?

Verplaats de ballen van de ene naar de andere hoepel.

Zodra alle ballen in de hoepel liggen, loop je zo snel mogelijk door de centrale poort. Wie als eerste door de poort loopt, wint!

• Wissel van tegenstander na elk duel.

• Met de bal aan de voeten (leiden).

BEGELEIDING:

• 6 ballen

• 12 hoepels of fietsbanden

• 6 potjes of kegels MATERIAAL:

HOEPELRACE

(11)

U9 (6 spelers en 2 keepers) INDIVIDUEEL PARCOURS MET LEIDEN, KAPPEN EN DRAAIEN

- Keepers starten op bij fluitsignaal - Verschillende kleuren van hoedjes - Draaien/kappen rond wit en geel - Passeerbeweging voorbij rood - Talrijke variaties mogelijk – extra

kleuren en/of andere volgorde

- Spelers die wachten passen de bal aan de paarse hoedjes

- Scoren = 1 punt

- Mooie passeerbeweging = 1 punt - Snelst scoren = extra punt

(12)

U8 tem U10: 4 of 8 spelers

• Elke speler vertrekt op hetzelfde moment

• Ze maken een 8 door de poortjes in het midden en dribbelen daarna naar de kegel centraal.

• Ze draaien weg van de kegel en proberen in het doel te scoren.

• Variaties:

o Andere vormen laten dribbelen o Spelelement toevoegen

o Wie scoort het eerst?

o Wie scoort het meest?

o …

LEIDEN, DRIBBELEN, AFWERKEN

(13)

U8 tem U13: 8 spelers

• De nummers 1 van elke groep start op hetzelfde moment

• Ze slalommen door de poortjes richting het midden(kegel)

• Aan de kegel draaien ze af richting de poortjes

• Door het poortje dribbelen en afdraaien richting start

• Variaties:

o Oneindig veel variaties mogelijk:

o Ipv slalommen andere technische oefeningen o In het midden variatie om te draaien

o Aan het poortje variatie om af te draaien

o Mogelijkheid om in andere groep aan te sluiten (nadenken over het doorschuiven)

o …

LEIDEN – DRIBBELEN

KAPPEN - DRAAIEN

(14)

• De eerste speler van geel en rood start op.

• Er wordt ingedribbeld tot aan het poortje

• De speler doet een hakje en de bal komt bij speler2 die 1 plaats opschuift

• Speler 3 schuift ook op naar de plaats van speler 2 (wachtrijen met minstens 1,5m afstand)

• Speler 1 vraagt de bal eerst rechts van het poortje en speelt de bal in 2 tijden terug.

• Daarna vraagt hij de bal links van de poort en speelt in 2 tijden terug.

• Hij vraagt dan de bal terug opnieuw, gaat nog verder open, dribbelt even verder en speelt de bal door naar speler 2 van de andere groep.

• De oefening herstart en spelers schuiven een positie door.

LEIDEN EN PASSING

(15)

(16)

Individueel of 2 teams tegen elkaar:welk team trapt de meeste kegels omver?

Punten:

Kegel omver: 1punt Strike: 15 punten

BOWLING

• Pas de trapafstand aan naargelang het niveau.

• Laat rollen, trappen vanop de grond.

BEGELEIDING:

• 2 ballen

• 10 kegels of flessen gevuld met water MATERIAAL:

(17)

Individueel of 2 teams tegen elkaar:welk team verzamelt de meestepunten?

Punten:

Buiten vierkant: 5 punten Rode vierkant: 10 punten Gele vierkant: 15 punten Blauwe vierkant: 20punten

• Vanuit stilstnad of laten rollen.

BEGELEIDING:

• 2 ballen

• 4 blauwe kegels

• 4 gele kegels

• 4 rode kegels

MATERIAAL:

15 20 5 10

DARTS

(18)

2teams tegen elkaar: wie trapt de meeste kegels omver en verzamelt de meeste

punten?

Trap de bal van naar de overkant.

De kegels aan de overkant mogen niet verdedigd worden.

3 kegels omver = 1punt!

Wie verzamelt er het eerst 3, 5 of 10 punten?

KEGELSPEL

• Pas de afstand tussen de kegels aan naargelang het niveau.

BEGELEIDING:

• 8 kegels (2 kleuren)

• 2 ballen MATERIAAL:

(19)

U7 (6 spelers en 2 keepers)

¼ TERREIN

MIKSPEL: KEGELS TRAPPEN

• Alle spelers hebben een bal

• Blauw staat aan de ene kant, rood aan de andere kant

• Er staan 2 rijen met kegels opgesteld op het terrein

• Dichtste rij kegels = 1 punt, verste rij kegels = 2 punten

• Elke speler tikt 1 van de eigen 2 doeltjes en trapt dan richting een kegel. Als de kegel omver valt, scoort hij 1 punt (dichtste rij) of 2 punten (verste

• Bal halen, terug leiden, eigen doeltje tikken en rij) terug trappen

• Het spel stopt als alle kegels omver liggen

• Welk ploegje scoort het meeste punten?

• Welke speler heeft het meeste gescoord?

(20)

Trap de bal door elkpoortje!

(rood en blauw afwisselen) en op het einde in de hoepel.

Wie heeft de minste baltoetsen nodig om de bal in de hoepel te leggen?

VOETBALGOLF

• Varieer met opstelling indien nodig:

grote/ kleine poortjes, minder/ meer bochten, poortjes dichter/verder uit elkaar.

BEGELEIDING:

• 1 startkegel

• 10 of meer kegels (2 kleuren)

• 1 hoepel

(21)

U8 tem U10: 4spelers

• Speler 1 speelt de bal in naar speler 2 en roept

‘blauw’ of ‘rood’

• Speler 2 kaatst de bal terug door het blauwe OF rode poortje (afhankelijk van wat speler 1 roept)

• Speler 1 loopt direct door en ontvangt de bal

• Er wordt naar de rij poortjes gedribbeld en de speler doet een passeerbeweging

• Daarna werkt de speler af op goal.

PASSING - AFWERKEN

(22)

Doelgroep:

U10 - U21

Organisatie: Y-vorm

Zie tekening. Korte passing, aannames, passeerbewegingen Beschrijving:

Speelster (3) speelt in op speelster (6) die de bal diagonaal Li/Re vraagt in de rug van de verdediger. Speelster (6) speelt in op speelster (9), zij neemt debal mee op snelheid en schakelt een verdediger met een passeerbeweging (keuze speelster of opgelegd)

Variatie:

• Voorwaarts doordraaien – actie ‘verdediger’ uitschakelen

• Enkele kaats (speelster 3 en 6)

• Dubbele kaats ( speelster 3 en 6, 6 en 9)

• Moeilijkheidsgraad verhogen: Druk na het inspelen van de bal

KORTE PASSING

Verdediger Verdediger

(23)

Doelgroep:

U10 - U21

Organisatie: Funvorm

Zie tekening. Passing + aannames Zone A mogen geen spelers komen Beschrijving:

2 teams. Team A start het spel op door een pass door de poort. Speelster 1 team B balaaname , speelster 2 team B speelt de bal door de poort.

(dubbele functie: passing – balaanname  dan doorschuiven) Variatie: afstanden vergroten (wreeftrap)

Fun:

Welk team speelt het langst door de poort?

KORTE PASSING

Zone A

(24)

PASSOEFENING TWEEVOETIGHEID

½ TERREIN ACTIVATIE

• Ruitopstelling

• Bal wordt telkens doorgespeeld in 2T

• Controle verste voet, doorspelen andere voet

• Doorschuiven: bal volgen

• Welk team speelt de bal het snelst rond (5x foutloos?)

• Variaties:

o andere richting

o kaatsen en doorspelen: 1-2-1-3-2-4-3-1-4-…

o op signaal trainer speler overslaan o controle buitenkant voet en voetzool o Na 3x rond pass in doel

(25)

½ TERREIN PASSING

• 2 spelers per team op de achterlijnen (nr1 en 6)

• Andere spelers bewegen door mekaar (staan nooit stil)

• Eerste pass wordt gegeven buiten de ruit, tweede pass naar een speler die in de ruit beweegt (mag er nog niet staan), doorspelen andere kant en terug opstarten

• Speler die de bal naar de speler aan de achterlijn speelt, neemt zijn plaats over

• Alles in 2T

• Rood vs blauw: wie kan het snelst (foutloos) 5x heen en terug?

• Variaties:

o Bal wordt 2x buiten de ruit gespeeld en dan in de o Bal wordt enkel in de ruit gespeeldruit

o Door de ruit spelen

(26)

½ TERREIN

PASSING EN SHOOTING

• 1^e bal (zwarte pijlen): 2 speelt naar 3 die in 2T

doorspeelt naar 4. 4 is in beweging en werkt in 2T af.

• 2^e bal (gele pijlen): 6 speelt naar 2 die de bal (niet lateraal) kaatst op 3. 3 werkt af in 2T.

• 3^e bal (rode pijlen): 5 speelt op 4 (die de 1ebal heeft afgewerkt en dus wat dieper staat). 4 speelt in 2T door naar de naar binnen komende 2 die in 2T afwerkt

• Doorschuiven: nummer volgen

• Welk team scoort het meeste doelpunten?

• Wie scoort het mooiste doelpunt?

• Variatie: spiegelbeeld

(27)

10-12 spelers

Variant 1: bal inspelen + volgen

Variant 2: inspelen + kaats + 3de man = doordraaien en opnieuw beginnen

Variant 3: pos 5-4-6-4-3-6-2 (team WIT) Variant 4: inspelen + steeds terug kaatsen Speelrichting veranderen na elke variant!

Focus:

• steeds verste voet aannemen

• vooractie

• 2 tijden spelen

• coaching

(28)

LANGE PASSING

Doelgroep:

U15 - U21 Organisatie:

Zie tekening Beschrijving:

3 Trapt diagonaal naar 11 die voor zijn

tegenstander komt en de bal in 1 tijd gericht in doel trapt.

VARIATIE:

3 Dribbelt een tegenstander en trapt dan de lange bal

FUN:

In 2 groepen, punt telt als de bal vanuit de groene zone in 1 tijd gescoord wordt.

(29)

Korte strakke lage passing Balaannames op lage passing Kaatsen op lage passing

(10-12 spelers) (15 min)

• 3 speelt diagonaal in op 8

• 8 neemt aan, draait door en speelt diagonaal op

• 7 neemt aan en speelt diep op 9 7

• 9 komt vrij in de ruimte, kaatst op 7 en speelt opnieuw strak op 9 (dubbelpass)

Opmerkingen:

• Tegelijkertijd opstarten

• Steeds bal volgen

• Via rechts en links uitvoeren Varianten:

• Extra kaats door 8, en 3 opent naar 7/11

• Extra kaats door 7/11 en 8 speelt diep op 9

• Extra kaats door 7/11 en 3 speelt diep op 9

(30)

Halflange/halfhoge passing Inclusief voorzet

Competitie

(10-12 spelers en 1 keeper) Pasvorm in 3 FASEN:

De 3 FASEN volgen elkaar vloeiend op!

FASE 1:

• 3/4 speelt in op 8/6 die terugkaatst

• 3/4 trapt halflange/halfhoge bal over neergelegde doeltje naar 9

• 9 kaatst de bal met het hoofd terug over het neergelegde doeltje en 8 scoort in volley OPMERKING:

• Zowel links als rechts uitvoeren

• Doorschuiven: 3/4 naar 6/8 naar 9/10 naar 2/5 naar 7/11

COMPETITIE:

Goede halfhoge bal + in de lucht afgelegd + volley rechtstreeks tegen de netten = 1punt

(31)

Competitie

FASE 2:

• 3/4 speelt een 2de bal in op 8/6 die de bal centraal aflegt

• 9/10 doet ondertussen loopactie rond doeltje en achter 8/6 door en trapt halfhoge bal in handen van keeper

OPMERKING:

COMPETITIE:

Goede halfhoge bal in de handen van de keeper = 1punt

(32)

Competitie

FASE 3:

• De keeper brengt de bal in (worp, sidekick, dropkick) op 7/11 die in de bal komt

• 7/11 kaatst de bal op 8/6

• 8/6 steekt de bal diep op overlappende 2/5

• 2/5 geeft voorzet halfhoog tegen de netten van het doeltje

OPMERKING:

COMPETITIE:

Goede halfhoge voorzet tegen de netten van het doeltje = 1 punt

(33)

(34)

Individueel of 2 teams tegen elkaar:welk team verzamelt de meestepunten?

Probeer de bal in een van de vakken/gaten te trappen.

• Pas de trapafstand aan naargelang niveau.

• Variaties:

• Na een pass van de trainer

• Bal op de grond BEGELEIDING:

• Groot doel + bache (eventueel fietsbanden of linten vasthechten aan doelkader)

• 2 potjes

6 points!

MET GATEN

6 3 6 2 1 2

(35)

AFWERKEN OP DOEL ENKEL MET DE VOET (TOT 10M)½ TERREIN

ACTIVATIE

• Elke speler staat opgesteld naast het (eigen) doel met voldoende onderlinge afstand

• In de 4 vierkantjes liggen telkens 3 ballen –elke speler 1 bal

• Blauw 1 en Rood 1 starten tegelijk op, gaan een bal halen en trappen de bal in een leeg doel vanuit het vierkant

• Van zodra de 1espeler de bal raakt mag de 2espeler vertrekken

• Welk team scoort het snelst alle doelpunten?

• Variatie:

o ballen uit een ander vierkant halen

o kaatsen voor het afwerken met een speler die aan de zijkant staat

o 1 en 4 starten tegelijk op

(36)

AFWERKEN OP DOEL: BLAUW VS ROOD

• 1-2 beweging opstarten vanuit het vierkant

• 1 blauwe en 1 rode speler starten gelijktijdig op na het fluitsignaal

• Blauw vs rood

• Doelpunt scoren = 1 punt

• Snelste doelpunt scoren = extra punt

• Mooiste doelpunt scoren = 2 extra punten

• Doorschuiven: opstart kaats bal halen andere vierkant opstart

(37)

AFWERKEN OP DOEL: BLAUW VS ROOD

• Opstart vanuit een vierkant (idem aan vorige oefening) maar bal wordt nu gekaatst op de speler die vertrekt vanuit het andere vierkant

• 1 blauwe en 1 rode speler starten gelijktijdig op na het fluitsignaal

• Blauw vs rood

• Doelpunt scoren = 1 punt

• Snelste doelpunt scoren = extra punt

• Mooiste doelpunt scoren = 2 extra punten

• Als de kaats lateraal is, telt het doelpunt niet

• Doorschuiven: opstart kaats ander vierkant bal halen

(38)

AFWERKEN OP HALFHOGE VOORZET

½ TERREIN ACTIVATIE

• Keeper speelt naar 3 die open draait en de bal in 2T speelt naar 9. 9 kaatst de bal op 8 die breed legt op 7.

7 brengt de bal in 2T halfhoog op de keeper. Keeper voert controle uit (met handen en voeten) en speelt door naar 3.

• Spelers volgen bal en blijven binnen dezelfde groep

• Alle posities dubbel bezet

• Na de opwarming spelers laten afwerken (blauwe

pijlen): 7 brengt voor en 9 werkt steeds met de voet af

• Afwerken in 1 tijd = 2 punten

• Afwerken in 2 tijden (bal mag botsen) = 1 punt

• Variatie: over links via 11

(39)

AFWERKEN OP HALFHOGE VOORZET

½ TERREIN

KONINGSKOPPEL

• Beide keepers starten gelijktijdig op en spelen de bal richting 3 (die wat hoger opgesteld staat). 3 speelt de bal breed en diep naar 7 die in het blauwe/gele

vierkant loopt. Er wordt een halfhoge voorzet getrapt vanuit het vierkant richting de inlopende 3.

• Afwerken in 1T met de voet zonder bots in de voorzet = 3 punten

• Afwerken in 1T met de voet met bots in de voorzet = 1

• Mooiste doelpunt = 2 extra puntenpunt

(40)

AFWERKEN OP LAGE 45-VOORZET

• 1: strakke pass over de grond

• 8: 1T richting 10

• 10: in 2T doorspelen naar 7

• 7: diep lopen en strakke 45-voorzet over de grond

• 9: inlopen en afwerken in 1T

• Posities dubbel bezetten (met 1,5m afstand)

• Doorschuiven: bal volgen

• 2 teams tegen mekaar

• Starten op fluitsignaal

• Scoren = 1 punt

• Snelst scoren = extra punt Varianten:

• AFWERKEN OP CHIP-VOORZET OVER EEN DOELTJE NAAR DE 1ste ZONE (! Doeltje platleggen op flank)

• AFWERKEN OP HOGE VOORZET OVER EEN DOELTJE NAAR DE 2de ZONE (scoren met het hoofd!)

• (! Doeltje plaatsen op flank)

1T defence

(41)

1: strakke pass over de grond

8: één tijd richting 10 (= one touch defence) 10: in 2 tijden doorspelen naar 7

7: diep lopen en voorzet (zie variaties) 9: inlopen en afwerken in 1tijd

2 teams tegen mekaar starten op fluitsignaal

Variant 1: verticale steekpas + 45° voorzet scoren: binnenkant voet trappen

*cones zetten vanaf waar er getrapt mag worden

Variant 2: diagonale flankbal + chip over doeltje naar 1ste zone scoren:

deviatie met kop of binnenkant voet

*doel kantelen en plaatsen ter hoogte van 16m

Variant 3: diagonale flankbal + verre voorzet over doeltje naar 2de zone scoren: met het hoofd

Doorschuiven: bal volgen Focus:

• voorzet verzorgen

• afwerken met gevoel NIET doortrappen!!

• juiste timing + bezetting 16m

FUN: welk team scoort het meeste doelpunten volgens opgelegde regels?

(42)

(43)

Doelgroep:

Zie tekening. Coördinatievormen blok A en blok B Beschrijving:

Speelster voert coördinatievorm uit – krijgt de bal ingespeeld op verste voet en duwt strak aan in het doeltje.

Blok A:

• Hoepels: sprongwerk – 2 voeten, 1 voet, …

• Stokken: skipping zijwaarts, uitvalspas voorwaarts, achterwaarts, … Blok B:

• Loopladder: 1 contact, 2 contacten, 3 contacten, skipping zijwaarts, 2 in /1 uit, …

• Hekjes: sprongwerk – 2 voeten, 1 voet, … voorwaarts/zijwaarts Fun:

Welk team scoort binnen ‘x’ tijd de meeste doelpunten?

A

B

COÖRDINATIE

(44)

COÖRDINATIE

Doelgroep:

Zie tekening. Spelers staan in een vierkant gelegd door stokken.

Beschrijving:

De trainer geeft een coördinatieoefening:

- in een 8 over de stok skippen

- met 2 voeten over een stok springen en terug

- met 2 voeten in en uit het vierkant (verschillende variaties mogelijk) - idem met 1 voet

- skippen over een stok en terug

- zijwaarts springen over een stok en terug

- stabilisatie op 1 been, skippen en terug over de stok - …Nadien roept de trainer een nummer:

- 1: spelers trappen de bal voor hen voor het snelst in doel - 2: idem achter hen

VARIATIE:

- 3: bal voor hen in het doel achter hen trappen - 4: idem andersom

FUN:

Individueel punten tellen (schuif door na elke trap, speler in het

(45)

(46)

¼ TERREIN

MIKSPEL: REAGEER EN TRAP RAAK

• Elke speler staat met bal opgesteld op de achterlijn en krijgt een nummer

• De trainer roept een nummer en de 2 spelers met deze nummer (eentje van blauw en eentje van rood) dribbelen zo snel mogelijk rond een kegel om dan te scoren in 1 van de 2 doeltjes

• Scoren = 1 punt

• Snelst scoren = 2 punten

• Uitbreiding:

o Dribbel rond verste kegels o Clubs i.p.v. nummers

(47)

¼ TERREIN

MIKSPEL: OVERLOPEN

• Elke speler van het blauwe team staat met een bal opgesteld bij een doeltje

• Elke speler van het rode team probeert over te lopen (tussen de kegels) zonder geraakt te worden

• Spelers van het blauwe team proberen de rode speler te raken door de bal te trappen richting de voeten/benen

• Welk team scoort het meeste punten?

• Rood loopt over = 1 punt voor rood

• Blauw raakt de rode speler = 1 punt voor blauw

• Blauw raakt een kegel = 1 punt voor rood

• Variatie:

o Bal leiden terwijl je overloopt o Bal raken i.p.v. speler raken

(48)

2 teams tegen elkaar: wie scoort de meeste doelpunten?

Loop zo snel mogelijk door de ladder en scoor! Enkel de snelste

doelpuntenmaker krijgt eenpunt.

REN JE ROT

• Verander van tegenstander na elk duel.

• Variaties:

• 1 voet in elke ladder

• 2 voeten springen

• HinkelenR

• HinkelenL

• Zig zag

• Gekruist trappen naar het andere doel

• Trappen met minder goedevoet

BEGELEIDING:

• 2 ballen

• 2 loopladders (indien niet beschikbaar, afbakenen met potjes)

• 2 kleine doeltjes of 4 kegels

MATERIAAL:

(49)

Wie legt hetvaardigheidscircuit het snelstaf?

VAARDIGHEIDSCIRCUIT

• Wees creatief met materiaal en tracht er voor te zorgen dat de spelers kunnen trappen, passen, leiden en dribbelen, maar ook springen, kruipen, hinkelen, ...

• Je kan dit eerst inoefenen zonder tijd en afsluiten met een race tegen de klok: wie is eerst binnen?

BEGELEIDING:

• Materiaal volgens beschikbaarheid en naar keuze.

MATERIAAL:

(50)

Individueel of 2 teams tegen elkaar:

wie maakt er het snelst vier op een rij?

Haal een bal op van de tegenpartij, leid de bal door de poort.

Leg de bal in een lege hoepel van je eigen team. Loop door het gele poortje. Daarna mag de volgende speler van je team vertrekken door het groene poortje. Het team dat

het eerst vier ballen op een rij heeft, wint! ¹

2

3

VIER OP EEN RIJ

• Verander van startvolgorde.

BEGELEIDING:

• 8 hoepels of fietsbanden

• 6 ballen

• 8 potjes of kegels MATERIAAL:

(51)

• De eerste speler van elke groep gaat in het vierkantje staan.

• De trainer roept een combinatie van kleuren. Bijvoorbeeld: geel, blauw, rood.

• De spelers tikken de kleuren in de juiste volgorde aan en lopen dan zo snel

mogelijk over de witte lijn

• De eerste speler verdient een punt voor zijn team.

• Variaties:

o Met balrond de juiste kleur (potje) dribbelen en met bal drijven richting de witte lijn

o De kleur vervangen door een voorwerp: Bijv: geel = banaan.

o …

ESTAFETTE KLEUREN

(52)

TENNISVOETBAL U14 – U21 (8 spelers, 25 à 30 min) Materiaal

• 4 ballen Grootte terrein

• 3m (breedte) op 5m (lengte) per zone (1 speler/zone)

• 2m tussenzone tussen 2 zones

• 5m tussenzone tussen 2 terreinen

• Totale oppervlakte ¼ terrein Spelregels

• Opstart vanop de grond achter de lijn via schepbal direct (1x raken) of indirect (jonglage max. 3x bal raken) ➔ afhankelijk niveau spelers

• Bal mag rechtstreeks of na 1bots in het vierkant met voet, dij of borst gecontroleerd worden.

• Bal moet na max. 3 contacten terug gespeeld worden.

• Bal mag max. 1x per kampwissel in het vierkant botsen.

• Alle punten worden geteld. Opslag voor speler die punt maakte.

• Einde punt:

− Opslag valt buiten zone tegenspeler.

− Bal valt buiten zone nadat hij geraakt werd door speler.

− Bal raakt 2x de grond in de zone.

− Bal wordt meer dan 3x door speler geraakt alvorens terug te spelen.

− Bal wordt met hoofd geraakt.

Organisatie ➔ laddertornooi

− D1, D2, D3 en D4

− Iedere wedstrijd duurt 3 min. Er zijn minstens 6 wedstrijden.

− Winnaar schuift door naar hogere klasse of blijft in D1.

− Verliezer zakt naar lagere klasse of blijft in D4.

− Bij gelijke stand na 3 min. Wint de speler die het eerste punt scoorde.

− 1ste opslag van het 1ste spel is willekeurig te bepalen, nadien voor speler die net promoveerde of in D4 bleef.

(53)

(54)

PROFIELOEFENING FLANKAANVALLER

Doelgroep:

Zie tekening. Verklein afstanden voor jongere speelsters!

Beschrijving:

De trainer roept 2 kleuren. Voor de eerste kleur is er de keuze tussen blauw en rood (actie langs binnen of langs buiten). De tweede kleur bepaalt de 9, zij roept een kleur en zet haar loopactie in. De 7 verzorgt de voorzet (45', 2de zone, strak horizontaal eerste paal).

VARIATIE: 9 roept niet meer, loopt enkel >

kijkgedrag 7/11 stimuleren

FUN: Welk individu behaalt de meeste punten (correcte voorzet)

(55)

PROFIELOEFENING FLANKVERDEDIGER

Doelgroep:

Zie tekening. 5 en 2 van team blauw mogen enkel in zone B. Voorzet moet gegeven worden achter het gele hoedje.

Beschrijving:

Keeper trapt naar 2 (of 5). Deze speelsters start met infiltreren. 2 en 7 mogen niet samen in zone A zijn en mogen tevens niet in zone B (enkel om te doorkruisen). 2 zal dus in of outside moeten overlappen afhankelijk van de loopactie van 7. 5 Van team blauw onderschept de pass of belet de voorzet!

FUN:

WIe behaalt het meeste punten, de verdedigers of de aanvallers?

(56)

Doelgroep:

U15 - U21

Organisatie: Profieltraining AMV: subtiele eindpass Organisatie:

Zie tekening. Verklein afstand voor jonge speelsters.

Beschrijving:

Oefening start op bij positie 6.6 spelt in op 8, 8 turn up en spelt in op 9 die vanuit rug CV tussen de linies de bal vraagt. 9 laat vallen op 10. 10 speelt op diep lopende 8. (over grond, via lob).

9 creërt ruimte voor medespeler + zichzelf weg van de bal

Variatie:

- 6 speelt rechtstreeks in op 9 - Opstart via 3

- Blauwe verdediger: 2v1 – keuze eindpass tussen 9 of 8/10 Fun:Welk individu behaalt de meeste punten (correcte eindpass)

PROFIELTRAINING AMV

T

(57)

CORONAPROOF TRAINEN Doelgroep:

U15 - U21

Organisatie: Profieltraining CV: crossbal + one touch defense/ balaanname hoge bal Organisatie:

Zie tekening. Verklein afstand voor jonge speelsters.

Beschrijving:

Trainer speelt bal In op 4. 4 speelt bal door naar 3. 3 infiltreert op snelheid en maakt zijn keuze, afhankelijk welke paslijn de blauwe verdediger sluit.

Keuze:

• 2 of 8 over de grond  dan krijgt 3 een 2e bal van 4, infiltratie op snelheid en crossbal op 11

• 11 crossbal: one touch in doeltje of balaanname voorwaarts uit vierkant

• Punten: crossbal die toekomt in vierkant + 1 touch defense in doeltje + balaanname voorwaarts uit vierkant

Variatie: extra verdediger die doeltje al dan niet sluit voor 11 Fun:

Wie scoort de meeste punten?

PROFIELTRAINING CV

T

2

8

11