• No results found

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN. Openbare zitting van 25 maart 2021

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN. Openbare zitting van 25 maart 2021"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN Openbare zitting van 25 maart 2021

Aanwezig: Patrick Hugaert, voorzitter raad voor maatschappelijk welzijn;

Pieter Claeys, voorzitter vast bureau;

Yves De Baets, Hendrik Van de Veere, Frederik Versluys, Inge De Gussem, leden vast bureau;

Filip Gijssels, Linde De Man, Wim De Waele, Alex Ruebens, Geert Du Pré, Marnix Seels, Stefaan Buyck, Bert Heynssens, Cindy van Hee-Lippens, Sylvie Caeckaert, Heidi Caeckaert, raadsleden;

Karine Goegebeur, algemeen directeur Verontschuldigd:

Afwezig:

Goedkeuren reglement uitvaartkosten (virtuele besluitvorming) De raad voor maatschappelijk welzijn,

Wetten en reglementen

Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 Decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen

Wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de OCMW's

Verwijzings- documenten

De beslissing van het vast bureau van 8 maart 2021 omtrent de gunning van de begrafenissen van behoeftigen aan Smet uitvaart

De tekst van KB nr. 20, Tabel A, rubriek XXXIV

De prijzen per soort uitvaart zoals opgegeven door Uitvaart Smet Het reglement uitvaartkosten van 13 februari 2014

Verantwoording Overwegende dat:

- er op de zitting van 8 maart van het vast bureau beslist werd dat het begraven van behoeftige inwoners gegund wordt aan Uitvaart Smet;

- het bestek werd opgemaakt met inbegrip van een graf- of urnesteen en dit voor een stijging van de maximumprijs voor een uitvaart zorgt van 2 200 euro naar 2 600 euro;

- in het oude reglement stond opgenomen dat er niet werd tussengekomen in een grafsteen;

- er in het oude reglement was opgenomen dat het OCMW ook tussenkwam in de begrafeniskosten van bewoners ten laste die niet op de gemeente gedomicilieerd waren;

- de omliggende gemeenten zich strikt beperken tot een tussenkomst

(2)

in de uitvaartkosten van overledenen die gedomicilieerd zijn op de gemeente, zoals wettelijk voorzien;

- het aangewezen lijkt ons ook in die zin te beperken en begrafeniskosten van de bewoners ten laste die op een andere gemeente gedomicilieerd zijn, niet langer ten laste te nemen;

- het reglement uitvaartkosten in die zin werd aangepast en nu ter goedkeuring wordt voorgelegd.

Advies

Financiële verantwoording

Voorstel Het reglement uitvaartkosten goed te keuren en bekend te maken via de website

Stemmen 17 voor: Patrick Hugaert, Pieter Claeys, Yves De Baets, Hendrik Van de Veere, Frederik Versluys, Inge De Gussem, Filip Gijssels, Linde De Man, Wim De Waele, Alex Ruebens, Geert Du Pré, Marnix Seels, Stefaan Buyck, Bert Heynssens, Cindy van Hee-Lippens, Sylvie Caeckaert, Heidi Caeckaert 0 tegen:

0 onthoudingen:

Besluit Artikel 1: het reglement uitvaartkosten, als bijlage bij dit besluit, goed te keuren.

Artikel 2: het reglement uitvaartkosten bekend te maken via de website.

REGLEMENT UITVAARTKOSTEN

WOORD VOORAF op basis van VVSG

Wanneer iemand overlijdt, wordt er verwacht dat in eerste instantie de familieleden zich over de uitvaart bekommeren. Indien dit niet het geval is dan zijn er verschillende mogelijkheden.

Het OCMW van Kaprijke verleent een tussenkomst in de kosten van begrafenis of crematie van behoeftige personen.

(3)

1. Een behoeftige die overlijdt en geen erfgenamen nalaat, moet wettelijk op een behoorlijke manier begraven worden. Sinds het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen is de lijkbezorging een taak van de gemeente waar de overledene op het moment van overlijden staat ingeschreven in een van de bevolkingsregisters. Die gemeente draagt dan ook de kosten. In verschillende steden en gemeenten wordt deze taak in het kader van het lokaal sociaal beleid opgenomen door het OCMW, zo ook in Kaprijke.

2. Wenst een nabestaande van een overledene de uitvaart te regelen, doch de nabestaande is onvermogend, dan kan hij de hulp inroepen van het OCMW van zijn gewoonlijke verblijfplaats. Dit is de toepassing van de algemene regel van de Wet van 2 april 1965. Het OCMW doet een sociaal onderzoek naar de situatie van de nabestaande, die de vraag stelt.

1. VOORWAARDEN Artikel 1

§1 De overledene moet ingeschreven zijn in de bevolkingsregisters, het vreemdelingen- of wachtregister in de gemeente Kaprijke. OCMW Kaprijke is ook bevoegd voor de dakloze overledene die op het grondgebied Kaprijke komt te overlijden en het levenloos geboren kind dat een zwangerschapsduur van ten volle 12 weken bereikt heeft.

§2 De overledene is behoeftig.

§3 Er is geen erfgenaam die verplicht kan worden om de uitvaartkosten te betalen, met andere woorden de erfgenaam heeft de nalatenschap verworpen, de erfgenaam is zelf onvermogend of is niet tot onderhoud gehouden ten aanzien van de overledene.

§4 De uitvaart wordt geregeld door de uitvaartondernemer aangesteld door het OCMW na een overheidsopdracht.

§5 OCMW Kaprijke wordt vóór het regelen van de uitvaart gecontacteerd, zoniet worden de kosten niet ten laste genomen.

2. KOSTEN DIE TEN LASTE WORDEN GENOMEN Artikel 2

§1 Het OCMW respecteert de keuze van de overledene aangaande de ter aarde bestelling of crematie met verstrooiing.

§2 De basisdienstverlening wordt ten laste genomen: overbrengen en afleggen van de overledene, opbaring in het mortuarium, een sobere doodskist, het vervullen van de administratie rond het overlijden, de ceremonie, het gebruik van de rouwauto en een urnesteen of grafsteen.

§3 Er worden maximaal 50 overlijdensberichten en 50 bidprentjes zonder foto ten laste genomen.

§4 Er wordt niet tussengekomen voor een koffietafel, bloemen, foto, …

3. BEDRAG VAN DE TUSSENKOMST

(4)

Artikel 3

Het maximale bedrag dat ten laste wordt genomen door het OCMW bedraagt 2 600 euro.

Artikel 4

Dit bedrag wordt jaarlijks in de maand januari aangepast aan de index van de consumptieprijzen (basisindexcijfer is dat van de maand maart 2021).

Artikel 5

Het BCSD, of de voorzitter van het BCSD bij dringende beslissing, moeten hun akkoord geven vooraleer de uitvaartkosten gemaakt kunnen worden. Deze beslissing zal genomen worden op basis van een sociaal verslag, opgemaakt door een maatschappelijk werker, waaruit blijkt of aan de voorwaarden van dit reglement is voldaan.

Artikel 6

Omdat het OCMW de kosten van crematie kan recupereren, wordt in geval van crematie de factuur betaald door het OCMW en desgevallend teruggevorderd via de Systeem I rekening of bij de familieleden.

4. TERUGVORDERING Artikel 7

Het OCMW zal alles in het werk stellen om het volledige bedrag van de verleende tussenkomst terug te vorderen door:

- het invorderen van de uitvaartvergoeding die wordt verleend door de mutualiteiten en andere instanties (bv. Sociale kassen ex-werkgevers, verzekeringsmaatschappijen, …)

- het instellen van een vordering tot verhaal op roerende goederen (bv. kapitalen uitgekeerd op grond van een levensverzekering) en onroerende goederen, die behoren tot het actief van de nalatenschap

- te verhalen op de erfgenamen wanneer achteraf blijkt dat er toch roerende en/of onroerende goederen aanwezig zijn in de nalatenschap.

5. BINDENDE KRACHT Artikel 8

Dit reglement is van kracht vanaf de goedkeuring door de Raad voor maatschappelijk welzijn.

Goedgekeurd door de raad voor maatschappelijk welzijn in de zitting van 25 maart 2021.

Namens de raad voor maatschappelijk welzijn

Karine Goegebeur Patrick Hugaert

algemeen directeur voorzitter raad voor maatschappelijk

welzijn

(5)

Namens de raad voor maatschappelijk welzijn

get. Karine Goegebeur get. Patrick Hugaert

algemeen directeur voorzitter raad voor maatschappelijk

welzijn

Voor eensluidend uittreksel

Karine Goegebeur Patrick Hugaert

algemeen directeur voorzitter raad voor maatschappelijk

welzijn

Digitally signed by Karine Goegebeur (Signature) Date: 2021.03.29 16:31:35 +02:00

Digitally signed by Patrick Hugaert (Signature) Date: 2021.03.29 16:27:35 +02:00

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Artikel 41 §1 10° van het decreet lokaal bestuur: De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd: het vaststellen van

Bij de aanvang van de klus dient de werkruimte werkvrij te zijn voor een vlotte bereikbaarheid van de medewerker(s) van de klusjesdienst. Welke klussen worden niet uitgevoerd door

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie,

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie,

BESLUIT: met 22 stemmen voor (charlotte castelein, marc vanden bussche, stéphanie anseeuw, guido decorte, lander van hove, dorine geersens, dirk dawyndt, ivan vancayseele,

De stukken, die niet vermeld worden in artikel 279, §1 tot §5 van het decreet over het lokaal bestuur, worden ondertekend door de voorzitter van het vast bureau en medeondertekend

Wanneer de partner die in het verleden 25 jaar of langer in Schoten heeft gewoond, komt te overlijden, mag de overblijvende partner op het deel van de inwoners blijven staan..

Kiest de chauffeur er voor om tijdens de wachttijd voor eigen rekening een boodschap te doen, dan worden deze kilometers niet vergoed.. Na afloop van de rit betaalt de gebruiker