• No results found

Verder bouwen aan een stevige basis voor online onderwijs Juni 2020

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Verder bouwen aan een stevige basis voor online onderwijs Juni 2020"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Verder bouwen aan een stevige basis voor online onderwijs

Juni 2020

Het hoger onderwijs stond in maart voor de immense opgave om binnen enkele dagen te transformeren naar online onderwijs. Duizenden docenten en studenten maakten de overstap. Een knappe prestatie.

Nu is het tijd voor de volgende stap. Want hoewel er iets meer ruimte komt voor onderwijs op de campus, blijft een groot onderdeel van het programma voorlopig online. Wat hebben docenten en studenten nodig? Welke randvoorwaarden zijn cruciaal? Hoe houden we de onderwijskwaliteit op peil?

En hoe benutten we deze ervaringen optimaal voor het onderwijs van morgen?

In opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) werden 8 interviews gehouden met hogescholen, universiteiten en studentenorganisaties. Van voorzitters van het college van bestuur tot projectleiders voor onderwijsinnovatie en bestuursleden van studentenorganisaties. De interviews zijn beknopt samengevat in dit artikel, gecombineerd met literatuurstudie. Deze vormen samen een schets van waar het hoger onderwijs staat op het gebied van online onderwijs en wat de uitdagingen zijn voor de komende tijd. Dit artikel is geen representatieve weergave van de gehele situatie in de hoger onderwijssector, maar geeft een kwalitatieve indruk van deze situatie.

Wat goed ging

Snelle overgang

Onderwijsinstellingen bleken flexibel genoeg om snel de technische ondersteuning van online onderwijs van de grond te krijgen, en docenten te ondersteunen en te trainen. Denk aan webinars over didactiek en het inzetten van slimme tools. In ‘Houdbaar voor de toekomst’, de strategische agenda hoger onderwijs en onderzoek van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, werd al geconstateerd dat steeds meer onderwijsinstellingen bij de inzet van technologie fors investeren in docentondersteuning. Gedurende de coronacrisis kwam deze steun dan ook vanuit verschillende teaching and learning centers. Docenten werden online geholpen door collega’s, universiteiten en hogescholen wisselden onderling ideeën en ervaringen uit. In korte tijd is een professionaliseringsslag gemaakt. Zoals Jan Bogerd, voorzitter van het college van bestuur van de HU constateert: ‘We hebben 300 toets-experts die collega’s hielpen bij het ontwikkelen en toepassen ervan.’ Kennis werd ook buiten de instelling opgehaald. ‘Voor toetsen werd gekeken naar de ervaringen van de TU Delft en de Hogeschool Rotterdam. Ons webinar over toetsen werd door 450 docenten in Nederland bezocht.’ Marian Kat-de Jong op, projectleider voor onderwijsinnovatie met ICT bij Avans Hogeschool en betrokken bij het Versnellingsplan Onderwijsinnovatie met ICT merkt op dat docenten samenwerkingsapplicaties veel meer gebruiken en de elektronische leeromgevingen veel beter worden benut. Ook is er veel mee contact op afstand. ‘Dat is een grote winst en die moeten we vasthouden.’

Ook de studenten zijn positief over hoe hun instelling tijdens de coronacrisis tot nu toe het onderwijs heeft georganiseerd, blijkt uit het onderzoek van Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) over studeren, studievoortgang en welbevinden tijdens corona1.

Inzetten op het voorkomen van studievertraging

Uit gegevens van U-Multirank op basis van wereldwijd onderzoek blijkt dat veel universiteiten de strategische relevantie van online onderwijs inzagen en flexibel reageerden op de crisis, maar dat

1 https://www.iso.nl/2020/06/54-000-studenten-studieachterstand-door-corona/

(2)

weinig onderwijsinstellingen in staat waren volledige online programma’s aan te bieden2. Dat was in Nederland wel het geval. Het overgrote deel van het lesprogramma kon online doorgang vinden.

Vooral kennisoverdracht bleek goed te werken. Studenten volgden opgenomen hoorcolleges, bekeken kennisclips en hadden de beschikking over digitale leerboeken. In een online omgeving kon worden samengewerkt in groepen.

Ook online toetsen, waar een deel van de docenten inmiddels ervaring mee had opgedaan, vonden doorgang. Praktijkonderwijs kon meestal niet worden gecontinueerd, op enkele uitzonderingen na. Zo waren er online simulaties en kon een deel van de studenten van de Technische Universiteit

Eindhoven vanuit huis inloggen op Remote Labs en verschillende testopstellingen beheren3.

Geen handelingsverlegenheid meer

Doordat het online onderwijs acuut moest worden ingericht, hebben praktisch alle docenten kennis gemaakt met de mogelijkheden van digitalisering voor hun eigen vak. Hiermee is er een kanteling gekomen in het algemene beeld dat veel docenten het moeilijk vinden om de mogelijkheden van digitale middelen te benutten in hun onderwijs. Dat constateert ook Marijke Kral, lector ‘Leren met ICT’, verbonden aan de netwerkorganisatie iXperium (onderwijs, onderzoek en lerarenopleiding):

‘Waar handelingsverlegenheid normaal gesproken een grote hindernis is, zien we nu dat die massaal is doorbroken.’4

Verschillende instellingen constateren dat docenten nu meer openstaan voor het integreren van tools in hun eigen online lesprogramma. Het overgrote deel greep echter terug op de vertrouwde

didactische werkvormen – maar dan online. Tijd om aan de slag te gaan met een didactisch model was er simpelweg niet vanwege de plotselinge overgang naar online. ‘Docenten doen wat ze altijd al doen, maar dan met een ICT-schil ertussen’, zo vat Kat-de Jong het samen.

Er waren wel voorlopers die het onderwijs probeerden te herontwerpen, met meer ruimte voor interactie. De principes van blended learning werden onderzocht, waarbij instructies van tevoren worden opgenomen en er meer tijd overblijft voor contact, verwerking, discussie en verdieping. Jan Bogerd: ‘De digitale omgeving biedt meer ruimte voor asynchrone activiteiten. Je kunt kennisclips aanbieden of een college streamen, zodat studenten daarnaar kunnen kijken wanneer ze dat willen.

Dat laatste wordt door studenten enorm gewaardeerd en docenten bieden die mogelijkheid ook steeds meer aan. Als je door het toepassen van asynchroniciteit stappen kunt zetten, wordt het online onderwijs beter.’

Keuze voor toetsen

Voor studenten met een functiebeperking was de transitie naar afstandsonderwijs een positieve ontwikkeling. Ook voor studenten met een prikkelverwerkingsstoornis als autisme, die juist gebaat zijn bij een rustige werkplek, was het volgen van online lessen gunstig. Dat geldt ook voor studenten die momenteel niet met openbaar vervoer naar de onderwijsstelling kunnen of willen komen. Door onder andere het gebruik van online surveillance, oftewel online proctoring, was het mogelijk om toetsen te blijven afnemen zodat studievertraging voorkomen kan worden. Sommige studenten ervoeren deze software als een inbreuk op hun privacy5. Studenten spanden een kort geding aan tegen de UvA, maar de rechtbank oordeelde dat er geen sprake is van een onrechtmatige inbreuk op de privacy. Er was

2 https://www.umultirank.org/press-media/press-releases/about-60-percent-of-universities-reported-online- learning-provisions-in-their-strategic-planning-pre-covid-19/

3 https://www.vsnu.nl/files/documenten/Dutch%20universities%20in%20times%20of%20corona.pdf

4 https://www.scienceguide.nl/2020/04/corona-heeft-het-hoger-onderwijs-bevrijd-van-handelingsverlegenheid/

5 https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/studenten-protesteren-tegen-tentamensoftware-die-beelden-van- hun-huiskamer-opslaat~b43b09f2/

(3)

voldaan aan alle regels en beginselen van de AVG en in verband met COVID-19 is er de noodzaak om online surveillancesoftware in te zetten.6

Uit de interviews blijkt dat enkele onderwijsinstellingen alternatieven hebben gevonden. Standaard online toetsen werden bijvoorbeeld gecombineerd met mondelinge vragen. Een hogeschool koos meer voor formatief toetsen, waarbij studenten zien waar ze in hun leerproces staan.

Punten van zorg

Werkdruk onder docenten

De keerzijde van deze razendsnelle online ontwikkeling in het onderwijs is de sterk toegenomen werkdruk onder docenten, terwijl deze al heel hoog was. Het lesgeven moest worden gecombineerd met de thuissituatie én er moest worden nagedacht over toetsen, herkansingen en de volgende onderwijsperiode. De meeste onderwijsinstellingen maken zich zorgen over de weerbaarheid van hun docenten. Zo werd opgemerkt dat het ziekteverzuim lager is dan normaal. Het vermoeden bestaat dat docenten interen op hun reserves, wat consequenties heeft op de lange termijn.

Onderwijskwaliteit

Door tijdgebrek was het moeilijk om de kwaliteit van het online lesmateriaal of de vaardigheden van de docenten te beoordelen. Keuzes voor in te zetten onderwijsvormen werden vaak ad hoc genomen.

Wel werden de kwaliteitsprotocollen gehandhaafd en soms aangepast aan de nieuwe situatie.

Onderwijsinstellingen constateren dat de kwaliteit van online onderwijs in sommige gevallen minder is dan die van onderwijs op de campus. Met name door gebrek aan fysieke ontmoetingen is het

moeilijker aandacht te besteden aan persoonsvorming en socialisatie.

‘Je kunt beter spreken van een overlevingssituatie dan dat we goed online onderwijs hebben bedacht en dat zijn gaan uitvoeren’, aldus Louwarnoud van der Duim, hoofd Educational support and

innovation aan de Rijksuniversiteit Groningen. Uit het onderzoek van Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) over studeren, studievoortgang en welbevinden tijdens corona blijkt dat bijna zestig procent van de studenten positief is over de manier waarop de instelling het onderwijs heeft georganiseerd tijdens de coronacrisis. Maar de vorm van het onderwijs is slechter dan normaal, geeft driekwart van de studenten aan7.

Methodiek

Uit het onderzoek van ISO blijkt eveneens dat 49 procent van de studenten de online werkvormen een geschikt alternatief voor hun opleiding en vakken vinden. 19 procentvindt het niet beter of slechter.

Maar 32 procent van de studenten vindt de vervangende vormen (merendeels) geen geschikt alternatief. Het meest zijn studenten tevreden over de online hoorcolleges – zonder interactie.

De Landelijke Studentenvakbond (LSVb) signaleert dat studenten vakken laten vallen, omdat in je eentje studeren hen zwaar valt en de methodiek van de vakken niet aansluit bij online onderwijs.

Felienne Hermans, universitair hoofddocent in de informatica op het Leidense Institute of Advanced Computer Science schrijft in haar blog op NRC.nl: ‘Online onderwijs is niet een bestaand vak dat slechts is overgezet op YouTube, Kaltura of Zoom. Online onderwijs is iets anders: dat zijn vakken die speciaal ontwikkeld zijn voor het internet, met bijbehorende leerdoelen en manieren van beoordelen, met studenten en docenten die daarvoor kiezen.8

6

https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBAMS:2020:2917&showbutton=true&keyword

=student

7 https://www.iso.nl/2020/06/54-000-studenten-studieachterstand-door-corona/

8 https://www.nrc.nl/nieuws/2020/04/22/dit-is-geen-online-onderwijs-maar-internet-improvisatie-a3997078

(4)

Studievertraging

Voor studenten heeft de coronacrisis ingrijpende gevolgen. Uit onderzoek van het ISO over blijkt dat het aantal studenten met een studieachterstand met 54.000 gestegen is ten opzichte van het jaar 2018. ‘De verschillen doen zich sterker voor in het hbo dan in het wo. In totaal is het aandeel dat enigszins of veel achterstand heeft in het hbo met negen procent toegenomen, tegen vier procent in het wo.’ Het wegvallen van lessen, gebrek aan eigen faciliteiten thuis, laboratorium- en

practicumonderwijs en stages lijken de belangrijkste oorzaken. Van de studenten zegt bijna een derde minder studiepunten te hebben behaald. De grootste toename in studievertraging is te zien in het hoger beroepsonderwijs, meldt het ISO9.

Welbevinden

Uit de interviews blijkt dat er bij onderwijsinstellingen zorgen zijn over het welzijn van studenten. Uit een enquête onder de studenten van de Hogeschool Utrecht blijkt dat het welzijn van 63% van de eigen studenten vergeleken met de periode voor corona is verslechterd. ISO heeft het aspect concentratie en motivatie meegenomen in het eigen onderzoek. Daaruit blijkt dat concentratie en motivatie een probleem is, dat qua aantallen meer bij hbo-studenten speelt dan bij wo-studenten. Een kwart van de studenten vindt dat zij zich tijdens het studeren goed kunnen concentreren. Een op de vijf, een veel groter deel, kan zich niet of slechts incidenteel concentreren. Ook de motivatie staat onder druk: minder dan drie op de tien studenten voelen zich vaak of constant gemotiveerd. En vier op de tien voelt zich nooit of slechts incidenteel sterk gemotiveerd10.

Ondersteuning

Ondertussen zijn er diverse initiatieven om studenten te ondersteunen. Het digitale welzijnsplatform Are you OK out there? van de Erasmus Universiteit Rotterdam werd eind maart gelanceerd en is al meer dan 14.000 keer bezocht11.

Studieloopbaanbegeleiders proberen online de contacten met hun studenten te onderhouden, ‘Er zijn studenten die extra aandacht nodig hebben. Die dyslectisch zijn, autistisch, of een andere handicap hebben. Daar zijn ook contacten mee geweest. Maar de mogelijkheden zijn beperkt: je kon elkaar niet opzoeken’, vertelt Louwarnoud van der Duim, hoofd Educational support and innovation bij de Rijksuniversiteit Groningen (RUG). Of er voldoende zicht is op studenten om te voorkomen dat zij uitvallen, is onduidelijk. Docenten en studieloopbaanbegeleiders probeerden zo goed mogelijk in te zetten op persoonlijk contact.

Voor docenten is het online lastig in te schatten wat een individuele student nodig heeft. Ook zijn veel buitenlandse studenten huiswaarts gekeerd, net als studenten die op kamers zaten. Het is

aannemelijk dat studenten die het al zwaar hadden tijdens de studie, een grotere kans lopen uit te vallen.

Minder binding

Praktisch alle onderwijsinstellingen zien dat voor de studenten de binding met de studie minder wordt, waardoor de studieresultaten onder druk komen te staan. Studenten hebben

concentratieproblemen en zijn minder gemotiveerd. Dat is deels te herleiden tot het karakter van online onderwijs in de huidige vorm. Een deel van de hoorcolleges zijn op elk moment te volgen, maar dat betekent ook dat geen actieve deelname van de student wordt verlangd, constateert de LVSb.

Onderzoek op dit gebied krijgt wel meer vorm. Het ComeniusNetwerk, het Versnellingsplan en SURF

9 https://www.iso.nl/2020/06/54-000-studenten-studieachterstand-door-corona/

10 http://www.iso.nl/wp-content/uploads/2020/06/Warps-Van-den-Broek-2020.-Studeren-tijdens-Corona.- Nijmegen-ResearchNed.pdf

11 https://www.vsnu.nl/files/documenten/Dutch%20universities%20in%20times%20of%20corona.pdf

(5)

hebben onlangs een webinar met experts georganiseerd over de vraag hoe te voorkomen dat deze vorm van onderwijs studenten te veel individualiseert en zij zich niet gezien voelen12.

Social learning onder druk

Doordat praktijklessen niet mogelijk waren, is er lange tijd geen ruimte geweest voor fysieke interactie, samenwerking en ontmoeting. Dat er met online onderwijs amper ruimte is voor social learning wordt als een groot gemis beschouwd. Door de onderwijsinstellingen zelf, maar ook door studenten. Speciale zorg is er voor de eerstejaars die in september met hun introductie starten, Binnen universiteiten is al afgesproken dat dit in het nieuwe collegejaar een van de prioriteiten is. Uit onderzoek blijkt dat goede begeleiding vooral in de eerste honderd dagen van de opleiding

noodzakelijk is, met onder andere aandacht voor binding en gemeenschapsvorming (Elffers, 2016)13.

Hoe nu verder

Veel onderwijsinstellingen maken de strategische keuze voor een hybride vorm van onderwijs - met een afwisseling tussen praktijk, fysiek en online onderwijs. Zij streven daarbij het komende studiejaar zoveel mogelijk fysieke ontmoetingen voor studenten te realiseren.

Ondertussen heeft de overgang van traditioneel naar volledig online onderwijs een aantal belangrijke randvoorwaarden zichtbaar gemaakt voor het structureel verbeteren van de onderwijskwaliteit.

Het verlichten van de werkdruk van docenten is een belangrijke randvoorwaarde voor hun eigen verdere professionaliseren en het verbeteren van de online onderwijskwaliteit. Ook is het nodig dat studenten zich weer onderdeel voelen van de wereld van het hoger onderwijs, met aandacht voor hun welzijn en social learning.

Verdere professionalisering docenten

Verdere professionalisering van docenten is nodig om online onderwijs didactisch beter te laten aansluiten bij de behoeften van studenten. Voor het professionaliseren van docenten op dit vlak is de juiste kennis en een stevige ondersteuningsstructuur nodig. Zoals in ‘Doordacht digitaal’ (2017)14 van de Onderwijsraad staat vermeld: ‘Om doordacht te digitaliseren is het noodzakelijk dat de digitale deskundigheid in het onderwijsveld structureel wordt uitgebouwd.’ Voor een succesvolle innovatie is het nodig dat docenten zich vertrouwd voelen met online onderwijs, de didactiek en de in te zetten tools.

Reflectie op het onderwijs

De huidige digitaliseringsslag is door externe factoren ingegeven. Om online onderwijs definitief wortel te laten schieten is meer inzicht nodig in de mogelijkheden en de meerwaarde van de combinatie online en fysiek onderwijs. Op het gebied van blended learning, maar ook bijvoorbeeld met betrekking tot learning analytics.

‘De grote vraag is of we online onderwijs kwalitatief gelijkwaardig kunnen maken met onderwijs in de klas. En hoe we interactie met studenten meer mogelijk kunnen maken’, zegt Marian Kat-de Jong in een interview. Zij is projectleider voor onderwijsinnovatie met ICT bij Avans Hogeschool en betrokken bij het Versnellingsplan Onderwijsinnovatie met ICT.

Voor het herontwerpen van het onderwijs is rust en ruimte belangrijk. ‘Het is mooi als we in de toekomst een weloverwogen keuze maken tussen wanneer we iets online gaan doen en wanneer op locatie. Dat we meer inzicht hebben in wat de meerwaarde en de mogelijkheid van elke optie is.’ Tijd

12 https://www.scienceguide.nl/2020/04/hoe-maak-je-online-onderwijs-sociaal/

13 https://www.hva.nl/content/publicaties/lectorale-redes/2016/louise-elffers.html

14 https://www.onderwijsraad.nl/publicaties/adviezen/2017/05/09/doordacht-digitaal

(6)

is nodig om te reflecteren op het herontwerpen van onderwijs, zegt zij. ‘Helaas is daar nu geen sprake van. Het is meer ‘emergency remote teaching’, dus in crisistijd lesgeven op afstand. Voor het ‘echte’

online onderwijs is een andere didactiek vereist, want je studenten zitten op afstand. Daarin zijn de meeste hogescholen en universiteiten nog niet zo ervaren.’

Het inzetten van expertise

Expertise is nodig om de betrokkenheid van studenten bij online onderwijs te vergroten. Een

belangrijke basis is al vormgegeven door Surf en het Versnellingsplan Onderwijsinnovatie met ICT , de Vereniging van Universiteiten (VSNU) en de Vereniging Hogescholen (VH) met de ‘Vraagbaak online onderwijs’15. Op dit platform staan webinars, stappenplannen voor het vinden en hergebruiken van leermaterialen, richtlijnen voor toetsen op afstand en adviezen om videocolleges interactief te maken.

Leden kunnen elkaar op dit platform ook vragen stellen over online onderwijs16.

Bij het herontwerpen van onderwijs is het zinvol dat onderwijsinstellingen ook studenten erbij betrekken, adviseren de studentenorganisaties. Studenten hebben veel behoefte aan structuur en hopen meer lessen op de campus te kunnen volgen.

Extra aandacht is eveneens nodig voor het vormgeven van social learning in het onderwijs en voor de verdieping en persoonsvorming, om kwaliteit in het onderwijs in de breedste zin van het woord te kunnen waarborgen.

15 https://communities.surf.nl/group/59

16 https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/het-kan-dus-wel-hoe-corona-een-digitale-revolutie- ontketent~bd11d37a/

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Vooral mannen met een niet-westerse migratieachtergrond halen minder vaak een diploma dan andere studenten.. Hbo voltijd bachelor Wo voltijd

Het aandeel hbo bachelorstudenten dat na vijf jaar een diploma haalt, daalde de afgelopen tien jaar naar 57 procent. In het wo haalt 70 procent van de bachelor- studenten na

[r]

Naarmate de instroom van internationale studenten in opleidingen met een beperkt aantal plaatsen toeneemt, zijn er dus minder beschikbare plaatsen voor Nederlandse studenten

aanwijzing van examinatoren en ontbreken enkele belangrijke richtlijnen. Voor het afnemen en beoordelen van tentamens en het vaststellen van de uitslag wijzen bijna

In hoofdstuk v ier worden de resu ltaten van het onder - zoek onder 17 gese lecteerde op le id ingen gepresenteerd : wat doen de onderzochte op le id ingen om het

De inspect ie conc ludeert dat de meeste onderzochte inste l l ingen de (wette l i jke ) toe lat ingse isen 27 voor de bache lorop le id ing onvo ldoende na leven3. D it komt door

Voorts wordt hier geregeld dat op het punt van interne aansprakelijkheid en ontslagmogelijkheden voor onderwijs in Caribisch Nederland (PO en VO) dezelfde voorschriften zullen