SPD Bedrijfsadministratie Examenopgave
Belangrijke informatie
SPD Bedrijfsadministratie | Geconsolideerde jaarrekening | donderdag 8 oktober 2015 B / 10
GECONSOLIDEERDE JAARREKENING DONDERDAG 8 OKTOBER 2015 14.45 - 17.15 UUR
Deze examenopgave bestaat uit 10 pagina’s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina’s aanwezig zijn. Dit examen bestaat uit 3 opgaven en omvat 18 vragen.
Dit examen bestaat uit de volgende documenten:
• examenopgaven
Controleer of alle documenten aanwezig zijn.
Het aantal te behalen punten is 100.
Als bij een vraag een x-aantal antwoorden wordt gevraagd, wordt alleen het eerste x-aantal antwoorden meegenomen in de beoordeling.
Lever beide exemplaren van het examenpapier in.
Lever ook het kladpapier na afloop van het examen in bij de toezichthouder. Dit wordt vernietigd en niet meegenomen in de beoordeling.
Schrijf zo duidelijk mogelijk.
Schrijf met een blauw- of zwartschrijvende pen.
De toegestane hulpmiddelen bij dit examen zijn:
• woordenboek
• programmeerbare rekenmachine
SPD Bedrijfsadministratie | Geconsolideerde jaarrekening | donderdag 8 oktober 2015 3 / 10
Opgave 1 Onderdeel 1: 12 punten
Vraag 1 (2 punten)
Wat is volgens de wet een groepsmaatschappij?
Vraag 2 (2 punten)
Hoe wordt een dochteronderneming volgens IFRS genoemd en wat houdt dit begrip in?
Vraag 3 (2 punten)
Wat is een 'Special Purpose Entity' (SPE)?
Vraag 4 (2 punten)
a. Wat is het verschil tussen beslissende zeggenschap en invloed van betekenis?
b. Wanneer is er volgens de Nederlandse wetgeving sprake van invloed van betekenis?
Vraag 5 (4 punten)
Hoe worden deelnemingen waarin invloed van betekenis en beslissende zeggenschap beide niet bestaan, in de enkelvoudige jaarrekening volgens de Nederlandse wetgeving gewaardeerd:
a. Volgens de Nederlandse wetgeving?
b. Volgens IFRS?
Opgave 2 Onderdeel 2 (26 punten)
Case: Onderneming A heeft een belang van 15% in het aandelenkapitaal van beursfonds B. Op 1 januari was de beurswaarde van dit kapitaalbelang (als schatting van de reële waarde/actuele waarde) € 50 miljoen. Gedurende het jaar werd € 3 miljoen dividend ontvangen. Op 31 december was de beurs- waarde van dit kapitaalbelang € 55 miljoen. Waarderingsgrondslag is actuele waarde (fair value).
Vraag 6 (4 punten)
a. Hoe maakt onderneming A volgens de Nederlandse wetgeving de boeking van het ontvangen dividend en de waardemutatie?
b. Hoe zou de verwerking zijn als onderneming A volgens IFRS boekt?
Vraag 7 (4 punten)
Hoe worden deelnemingen waarin een invloed van betekenis is, in de en- kelvoudige jaarrekening gewaardeerd conform Nederlandse wetgeving en conform IFRS?
Case (gemakshalve alle bedragen × € 1.000):
Moedermaatschappij A (een zuivere holding) heeft één dochteronderneming:
B (100% belang). De dochtermaatschappij heeft een deelneming in C (een geassocieerde deelneming).
Gegeven:
Balans bv A per 31-12-2014
Deelneming (bv B) 1.720 Aandelen kapitaal 100
Liquide middelen 120 Reserves 1.200
Schulden 540
1.840 1.840
Winst-en-verliesrekening bv A over 2014
Overige omzetten 100
Overige kosten -100
Resultaten uit deelneming 1.485
Nettowinst 1.485
SPD Bedrijfsadministratie | Geconsolideerde jaarrekening | donderdag 8 oktober 2015 5 / 10
Balans bv B per 31-12-2014
Vaste activa 1.090 Aandelenkapitaal 200
Deelneming C 500 Reserves 1.520
Voorraden 830 Schulden 1.480
Debiteuren 630
Liquide middelen 150
3.200 3.200
Winst-en-verliesrekening bv B over 2014 Omzet
5.600
Kostprijs verkopen 2.400
Algemene kosten 420
Verkoopkosten 200
- 3.020 2.580 Financiële baten en lasten
Betaalde interest 700 Resultaat uit deelneming -100
- 600 Winst uit gewone bedrijfsuitoefening 1.980
Belastingen - 495
Nettowinst 1.485
Vraag 8 (3 punten)
Geef de eliminatieposten voor balansconsolidatie.
Vraag 9 (8 punten)
Stel de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening over 2014 op.
Vraag 10 (7 punten)
Stel de geconsolideerde winst-en-verliesrekening op over 2014.
Opgave 3 Onderdeel 3 (62 punten)
Case: M BV heeft per 1 januari 2014 80% van de aandelen van D BV verworven tegen een betaling van € 800 via de bank. M BV waardeert de deelneming volgens de vermogensmutatiemethode met als eerste boekwaarde de netto- vermogenswaarde. De balans van D BV per 1 januari 2014 ziet er als volgt uit:
Balans per 1-1-2014 D BV
Vaste activa 800 Aandelen kap. 800
Voorraden 200 Agioreserve 100
Debiteuren 180 Winstreserve 100
Kas 120 Schulden 300
1.300 1.300
Vraag 11 ( 2 punten)
Geef de journaalpost die M BV maakt per 1 januari 2014.
Vervolg case: Gegeven worden de balans en de winst-en-verliesrekening per 31 december 2014 van D BV.(U dient rekening te houden met 25% Vennootschapsbelas- ting)
Balans per 31-12-2014 D BV
Vaste activa 760 Aandelen kap. 800
Voorraden 250 Agioreserve 100
Debiteuren 200 Winstreserve 100
Kas 190 Winst na belasting 175
1.400 Schulden 225
1.400
Winst-en-verliesrekening over 2014 D BV
Kostprijs verkopen 2.390 Opbrengst verkopen 2.820
Verkoopkosten 125
Alg. kosten 70
Belasting 60
Winst na belasting 175
SPD Bedrijfsadministratie | Geconsolideerde jaarrekening | donderdag 8 oktober 2015 7 / 10
Vervolg case: Gegeven zijn de enkelvoudige balans en enkelvoudige winst-en-verlies- rekening per 31 december 2014 van M BV.
Balans per 31-12-2014 M BV
Vaste activa 1.200 Aandelen kap. 1.500
Deelneming D BV 940 Agioreserve 200
Voorraden 600 Winstreserve 100
Debiteuren 280 Winst na belasting 260
Kas 80 Lening 840
Schulden 200
3.100 3.100
Winst-en-verliesrekening over 2014 M BV
Kostprijs verkopen 2.590 Opbrengst verkopen 3.000
Verkoopkosten 140 Aandeel resultaat D BV 140
Alg. kosten 110
Belastingen 40
Winst na belasting 260
3.140 3.140
Vraag 13 (14 punten)
Geef de eliminatieposten ten behoeve van het opstellen van de geconsoli- deerde balans per 31-12-2014 en de winst-en-verliesrekening over 2014.
Vraag 14 (20 punten)
Stel de creditzijde van de geconsolideerde balans en de geconsolideerde winst-en-verliesrekening per 31 december 2014 op. Neem hiervoor het on- derstaande schema over op uw antwoordblad en vul de bedragen in.:
Creditzijde geconsolideerde balans per 31-12-2014 Eigen vermogen ………..
Aandeel derden ………..
Groepsvermogen ………..
………..
Lening ………..
Schulden ………..
Balanstotaal ………..
Geconsolideerde winst-en-verliesrekening 2014
Opbrengst verkopen ………
Kostprijs van de omzet ………
Bruto-omzetresultaat ………...
Verkoopkosten ………
Algemene kosten ……….
………
Bedrijfsresultaat van de groep voor belasting ………..
Belasting ………
Bedrijfsresultaat van de groep na belasting ………....
Aandeel van derden ………
Nettoresultaat ………....
Case (alle bedragen × € 1.000, het percentage vennootschapsbelasting bedraagt 25%):
In januari 2014 verwerft Koop BV 70% van de aandelen van Looi BV en betaalt per bank hiervoor € 2300.
Koop waardeert de deelneming tegen verkrijgingsprijs, inclusief het meegekochte dividend.
Eind 2014 wordt een geconsolideerde jaarrekening opgesteld. De bij de verwerving van de deelneming betaalde goodwill wordt ten laste van de geconsolideerde winst-en-verliesrekening in tien jaarlijkse gelijke bedragen afgeschreven.
SPD Bedrijfsadministratie | Geconsolideerde jaarrekening | donderdag 8 oktober 2015 9 / 10
Enkelvoudige Balans per 31-12-2013 Looi BV
Voorraad goederen 1.400 Aandelen kap. 1.000
Overige bezittingen 3.600 Agioreserve 600
Winstreserve 1.100
Winst 2013 (na belasting) 300 Te betalen belasting 200 Overige schulden 1.800
5.000 5.000
Door Looi voorgestelde winstbestemming (na belasting) 2013
Dividend 100
Toevoeging aan winstreserve 200
300
Bovenstaande balans van Looi BV per 31 december 2013 is opgesteld vol- gens de waarderingsgrondslagen van Koop BV en is op basis van
‘fair-value’.
Vraag 15 (10 punten)
a. Bereken de door Koop BV betaalde goodwill.
b. Geef de journaalpost die Koop bv maakt bij het verwerven van de deelneming in Looi.
c. Geef de boeking door Koop bv van het ontvangen dividend in 2014.
In 2014 levert Koop BV voor € 3.000 goederen aan Looi BV. Hiervan is € 600 nog aanwezig per 31 december 2014. De brutowinstmarge op alle verkochte goederen door Koop BV is 20% van de inkoopprijs.
d. Geef ten behoeve van het opstellen van de geconsolideerde winst-en-ver- liesrekening 2014 de te maken eliminatieposten met betrekking tot bovenge- noemde interne leveringen.
Vervolg case: Op 1 januari 2013 kocht Koop BV ook een 100% belang in meubelfabriek Furniture uit Californië (USA). Koop waardeert het belang volgens de ver- mogensmutatiemethode. Het eigen vermogen van Furniture bedroeg op dat moment USD 1.015 (x 1000).
Koop BV stelt jaarlijks een geconsolideerde jaarrekening (inclusief de reke- ning Reserve Koersverschillen) op waarvoor de volgende uitgangspunten gelden:
Bij de omrekening van de balansposten wordt de closing rate method gehan- teerd.
Bij de omrekening van de winst-en-verliesrekening wordt van de gemiddelde koers uitgegaan.
Wisselkoers:
Datum Gedurende het boekjaar gemiddeld
31 december 2012 €=USD 1,40
31 december 2013 €=USD 1,35 2013 €=USD 1,37
31 december 2014 €=USD 1,21 2014 €=USD 1,28
Vraag 16 (2 punten)
Geef de waarde aan van de deelneming Furniture bij verwerving op 1 januari 2013.
Vraag 17 (6 punten)
Wat zal de rekening Reserve Koersverschillen per 31 december 2013 aange- ven als gevolg van de verandering van de wisselkoers (afronden op gehele getallen).
Vraag 18 (6 punten)
In 2013 en 2014 heeft Furniture de winsten (na belasting respectievelijk USD 50 en USD 75) niet uitgekeerd, maar toegevoegd aan het eigen vermogen.
Geef, rekening houdend met de wisselkoersen, de stand van de rekening Reserve Koersverschillen per 31 december 2014.