• No results found

Programma Sociaal Domein

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Programma Sociaal Domein"

Copied!
84
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Programma Sociaal Domein 2017-2018

(2)

1

Colofon

Auteur Afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling gemeente Zwijndrecht Vastgesteld 7 maart 2017 door het college van B&W

Versie Raad (zonder namen opdrachtgevers en –nemers) Foto's Arnold van Die

Julia Pelealu Jan Wind

(3)

2

Programma Sociaal Domein 2017-2018

(4)

3

(5)

4

Voorwoord van de wethouder

Beste lezer,

Werken mét de Zwijndrechtse samenleving áán de Zwijndrechtse samenleving. Vanaf 1 januari 2017 veranderen we het perspectief met één programma voor het hele sociale domein. Dat doen we om meer focus te leggen op belangrijke thema's, om meer integraal te werken maar vooral ook om vanuit de samenleving te werken aan maatschappelijke opgaven.

Met de transities in het sociale domein hebben we de afgelopen twee jaar in beeld gekregen wat de belangrijke thema's zijn in de Zwijndrechtse samenleving. Uit onderzoeken blijkt hoe schrijnend de problemen soms zijn. Een kleine greep uit de cijfers: ruim 14% van de Zwijndrechtse kinderen groeit op in een arm gezin, 23% van de 10-jarigen heeft overgewicht, 8% van onze inwoners leeft in een sociaal isolement, het aandeel laaggeletterden in Zwijndrecht wordt geschat op 12,9%.

Onze ambitie is dat er over twee jaar minder inwoners in armoede leven en meer mensen aan het werk zijn. Dat er aandacht is voor gezondheid en een gezonde leefstijl. Dat minder mensen in een sociaal isolement terecht komen en dat meer kinderen veilig en gezond opgroeien. Dat onze

inwoners op een prettige manier oud kunnen worden in hun eigen huis en dat mensen die hier nieuw komen zich thuis voelen in Zwijndrecht.

Inwoners die daarbij hulp of zorg nodig hebben, moeten kunnen rekenen op ondersteuning die past bij hun persoonlijke situatie.

We kunnen deze ambitie alleen waarmaken als we samenwerken, inwoners, organisaties en instellingen voor wonen, zorg, werk, welzijn en onderwijs, onze gemeente en onze buurgemeenten. De aanzet hiervoor is gegeven in een bijeenkomst met partners, vrijwilligers en raadsleden op 7 december 2016. We hebben met elkaar gesproken over onderwerpen als armoede, eenzaamheid, gezondheid en laaggeletterdheid. Met de betrokkenheid van de deelnemers heb ik er dan ook alle vertrouwen in dat we er gezamenlijk in gaan slagen een stap dichter te komen bij een zorgzame Zwijndrechtse samenleving, waarin alle inwoners zich prettig, veilig en betrokken voelen!

Jolanda de Witte

Wethouder Jeugd, Gezondheid, Onderwijs, Sport en Cultuur

(6)

5

(7)

6

Inhoudsopgave

Waarom een programma sociaal domein? ... 8

Samenlevingsgericht werken in thema's ... 10

De themabladen ... 12

1. Gezonde stad, gezonde inwoners ... 16

2. Door te bewegen blijf je in evenwicht ... 20

3. Als er iets speelt laat het de kinderen zijn ... 24

4. Voorkomen is beter dan genezen ... 28

5. Kunst en cultuur voor iedereen ... 32

6. Lang zullen we wonen ... 36

7. Mantelzorg doe je samen ... 40

8. Goede zorg op het goede moment en de goede plek ... 44

9. Soepel van 18- naar 18+ ... 48

10. Heel Zwijndrecht leest en schrijft ... 52

11. Aan de slag met armoede ... 56

12. Van JOP naar JOB ... 60

13. Thuis in Zwijndrecht ... 64

14. Vivera wijkteams; een begrip in elke wijk ... 68

15. Eenzaamheid kun je delen ... 72

16. Weet wat je kan ... 76

De aanpak ... 80

Bijlage: lijst met afkortingen ... 81

(8)

7

(9)

8

Waarom een programma sociaal domein?

"Werken mét de Zwijndrechtse samenleving áán de Zwijndrechtse samenleving. Vanaf 1 januari 2017 veranderen we het perspectief met één programma voor het hele sociale domein. Dat doen we om meer focus te leggen op belangrijke thema's, om meer integraal te werken maar vooral ook om vanuit de samenleving te werken aan maatschappelijke opgaven." (Jolanda de Witte)

Andere en nieuwe taken

In de laatste paar jaren heeft de gemeente er veel taken bij gekregen in het sociale domein. Het meest opvallend zijn natuurlijk de drie

decentralisaties op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, jeugdzorg en participatie, maar dat is niet alles. Sommige taken zijn inhoudelijk veranderd, doordat wetten zijn ingevoerd die direct of indirect gevolgen hebben voor de inhoud van gemeentelijke taken. Sinds 2015 zijn bijvoorbeeld de taken op het gebied van onderwijshuisvesting veranderd.

Dit heeft te maken met een verschuiving in de verantwoordelijkheden voor onderwijshuisvesting in het basisonderwijs en de invoering van het Passend Onderwijs ingevoerd. Ook zien we een andere dynamiek op het gebied van leefbaarheidsvraagstukken door extramuralisering van

mensen met een psychiatrische stoornis vanuit de WLZ en de beperking in taken van de woningcorporaties. Sommige verschuivingen zijn snel gegaan, andere geleidelijk. Het werkveld is in ieder geval heel anders dan 5 jaar geleden.

Veranderende (kijk op de) samenleving

De verandering in taken is voor een groot deel het gevolg van een veranderende samenleving. Vergrijzing, culturele diversiteit, kleinere huishoudens en tweedeling brengen specifieke vraagstukken met zich mee. Met de verandering van de samenleving, verandert ook de kijk op de samenleving. Het besef dat de zorg en de pensioenen op termijn

onbetaalbaar worden, hebben de discussie over de verzorgingsstaat op scherp gesteld. In het hele sociale domein is nu een verschuiving te zien naar meer verantwoordelijkheid bij de samenleving. Waar voorheen de overheid vanzelfsprekend aan zet was, wordt nu een beroep gedaan op eigen kracht in de samenleving en bij individuen.

Integrale benadering

Deze trends en ontwikkelingen zorgen ervoor dat de gemeente te maken krijgt met steeds meer complexe vraagstukken. We kunnen deze niet oplossen binnen de 'oude' programma's of beleidsterreinen, omdat ze een meer integrale aanpak vragen. In één programma voor het sociale domein kiezen we daarom voor een samenlevingsgerichte benadering.

We gaan uit van de leefwereld van onze inwoners, die zich ook niet houdt aan grenzen van wetten en beleidsterreinen.

Door te werken met één programma voor het sociale domein kijken we niet alleen naar waar thema's elkaar raken, maar ook waar ze elkaar kunnen versterken. Sport is niet alleen leuk om te doen, maar past ook in een gezonde leefstijl en helpt mensen aan een sociaal netwerk. Jongeren die geen baan hebben naar werk begeleiden, draagt bij aan het

verminderen van armoede. We gaan op zoek naar integrale oplossingen en waar nodig zoeken we de grenzen op en halen we schotten weg.

Mobiliseren kracht in de samenleving

De samenleving kan veel zelf. Mensen zijn door digitalisering beter geïnformeerd en hebben toegang tot dezelfde informatie als de

gemeente. Er is daarnaast veel expertise en kennis in de samenleving die niet bij de gemeente aanwezig is. Door bundeling van talenten en krachten in de samenleving ontstaan nieuwe, betere oplossingen. In de aanpak van de thema's in dit programma willen we gebruik maken van die kracht in de samenleving. We gaan daarom onze inwoners en partners in wonen, welzijn, zorg, werk, onderwijs, sport en cultuur actief betrekken bij de aanpak van de thema's.

(10)

9

(11)

10

Samenlevingsgericht werken in thema's

We willen samen met inwoners en maatschappelijke partners werken aan een Zwijndrecht waar inwoners zich veilig, prettig en betrokken voelen: een zorgzame samenleving waarin we samen verantwoordelijk zijn voor het bevorderen van gezondheid van inwoners en een schone omgeving. Dat vraagt om een bezinning op de rol van de overheid binnen de thema's en opgaven, andere manieren van sturen en andere manieren van communiceren.

Werken aan de basis

Wanneer je telkens aan het einde van de maand onvoldoende geld hebt om een maaltijd op tafel te zetten, heb je weinig ruimte over om een goede sollicitatiebrief te schrijven. Als je de taal niet spreekt en de Nederlandse gewoonten niet kent, kom je moeilijk in contact met andere mensen. Om je veilig, prettig en betrokken te voelen, is het nodig dat je basisbehoeften zijn vervuld. Om onze inwoners daarbij te helpen, hebben we een stelsel opgezet van zorg en ondersteuning, stimuleren we sport en bewegen en kunst en cultuur en zorgen we ervoor dat de voorwaarden voor goed onderwijs aanwezig zijn. Met de 16 thema's willen we de basis versterken, de randvoorwaarden voor onze inwoners om zo zelfstandig mogelijk te kunnen functioneren in een complexe samenleving: inkomen, een sociaal netwerk, een zo goed mogelijke gezondheid en een veilige omgeving.

Minder papier, meer doen

We werken aan de basis vanuit de leefwereld van onze inwoners, samen met de samenleving. Natuurlijk werken we al samen op verschillende gebieden. We werken intensief samen met onze Vivera- en CJG-partners.

Ook onderwijs, woningcorporaties, culturele organisaties,

sportverenigingen en vrijwilligersorganisaties betrekken we bij het maken van beleid.

Het beleid staat inmiddels goed in de steigers. Regionaal hebben we beleid vastgesteld voor de decentralisaties. Afgelopen jaar zijn nota's

vastgesteld voor onder andere sport, volksgezondheid en cultuur. De kaders zijn dus helder. De meeste thema's vragen niet om nieuw beleid, maar om nieuwe oplossingen en verbindingen. De taak van de gemeente in dit programma is dan ook het samenbrengen van verschillende partijen en het creëren van ruimte voor nieuwe oplossingen. Daar waar we beleidskeuzes moeten maken, gaan we op zoek naar manieren die aansprekend zijn voor de samenleving. Ook gaan we zoeken naar andere vormen van evaluatie, waar we de samenleving meer bij betrekken.

Sturen of loslaten

Samenlevingsgericht werken vraagt om een andere rol van de gemeente.

Om ruimte te kunnen geven aan de samenleving bij de aanpak van thema's gaan we vaker een faciliterende, helpende rol aannemen. Dat betekent dat we soms een stapje terug doen of op onze handen blijven zitten. Binnen de thema's waarin we meer van de samenleving

verwachten, laten we meer ruimte in de kaders en uitgangspunten. We geven partijen meer ruimte om hun eigen doelen en ideeën in te brengen, zodat ze zich mede-eigenaar kunnen voelen van de oplossing.

Er zijn echter ook thema's waarin we een meer sturende rol zullen nemen, zoals bijvoorbeeld het thema kindermishandeling, omdat de gemeente daarin een zware verantwoordelijkheid heeft. We hebben daarom bij elk thema beschreven wat de verantwoordelijkheid van de gemeente is en welke rol daarbij past.

(12)

11

(13)

12

De themabladen

Regie voeren is samenwerking sturen.

Samenwerking sturen is ruimte geven aan andere partijen.

Ruimte geven is durven loslaten.

Durven loslaten is zelf goed weten wat je wilt.

(Arcadis)

Zelf goed weten wat je wilt

De 16 thema's in het volgende deel van dit programma bepalen in 2017 en 2018 de agenda in het sociale domein. We hebben de thema's

uitgewerkt in themabladen, waarin we in grote beschrijven lijnen wat we willen bereiken, maar niet hoe wat dat gaan bereiken. In samenwerking met andere partijen willen daar antwoord op geven.

Deze themabladen zijn de basis voor het gesprek met de samenleving.

Hierin hebben we beschreven waarmee wat we willen bereiken binnen het thema, met welke doelen en uitgangspunten en binnen welke kaders we de samenwerking aangaan.

Niveau en omvang verschilt

Het abstractieniveau van de verschillende thema's verschilt. Sommige zijn heel operationeel, actiegericht, zoals de thema's over mantelzorg en laaggeletterdheid. Andere hebben een meer strategisch karakter. Het thema 'Voorkomen is beter dan genezen' zal straks in bijna alle thema's terug te vinden zijn. Preventie is immers een thema dat in alle

maatschappelijke vraagstukken een rol speelt.

Een aantal thema's richt zich op het verbeteren van het systeem, zoals de overgang van de Wmo naar de Jeugdwet en het verder ontwikkelen van

de Vivera-wijkteams. Van deze thema's zullen elementen terug komen in thema's waar de leefwereld meer centraal staat. Voor thema's als de aanpak van armoede, langer zelfstandig wonen of 'Weet wat je kan' zal het bijvoorbeeld nodig zijn een pakket van verschillende maatregelen in te zetten. Dat kan alleen als er geen schotten in het systeem zitten.

Niet nieuw, wel focus

Het is niet zo dat we bij nul beginnen. Sommige thema's bepalen al langer de agenda, zoals mantelzorg, de Vivera-wijkteams, sport en cultuur. Hier zijn ook al besluiten over genomen. We vinden ze echter zo belangrijk, dat we ze als apart thema benoemen.

In andere thema's, zoals 'Als er iets speelt, laat het de kinderen zijn' en 'Van JOP naar JOB', steken we nu al veel tijd. Door ze als apart thema te benoemen, willen we ze nog prominenter op de agenda zetten.

Ten slotte zijn er nog thema's die versnipperd in verschillende beleidsterreinen terug komen. Dit zijn bijvoorbeeld eenzaamheid, armoede, 'Weet wat je kan' en 'Thuis in Zwijndrecht'. Deze zijn 'nieuw', omdat ze niet eerder als apart beleidsonderwerp op de agenda hebben gestaan. Door ze als thema te benoemen, kunnen ze de integrale aanpak krijgen die ze verdienen.

(14)

13

(15)

14

De themabladen

(16)

15

(17)

16

1. Gezonde stad, gezonde inwoners

De gezamenlijke kracht en inzet van inwoners, organisaties, bedrijven en gemeente is nodig om Zwijndrecht gezond te maken en te houden. We willen bereiken dat alle Zwijndrechtenaren, jong en oud, wonen, leren, recreëren en werken in een omgeving waarin een gezonde leefstijl de normaalste zaak van de wereld is. Gezondheid gaat ons allemaal aan. Samen zetten we ons in om een gezonde leefstijl alledaags te maken, door het aantrekkelijk en gemakkelijk te maken voor iedereen. Het gaat daarbij om gezond eten, voldoende bewegen en de preventie van (overmatig) gebruik van alcohol en drugs. Maar ook over gezond gedrag, een gezonde omgeving en een gezonde zorg. De gemeente en partners zetten zich in om de gezonde leefstijl van inwoners te stimuleren.

Hierbij ligt de focus in Zwijndrecht op tegengaan van overgewicht bij kinderen en preventie waar het gaat om het gebruik alcohol, drugs en tabak en de psychische gezondheid van inwoners. Daarnaast ligt nadruk op de toenemende groep ouderen met een beperking en/of een kleine beurs, die langer zelfstandig thuis zal blijven wonen en verhoogd risico heeft op psychische en lichamelijke problemen (dit is ook uitgewerkt in themablad Lang zullen we Wonen).

Vraagstukken

1. Overgewicht bij kinderen is één van de belangrijkste

gezondheidsrisico’s. Centrale vragen waarop we een antwoord zoeken zijn: Welke factoren zijn in een stad van belang voor een gezonde leefstijl bij 0 tot 19 jarigen? Hoe kunnen we deze factoren beïnvloeden? In Zwijndrecht is bijvoorbeeld het percentage 10-jarigen met overgewicht hoger dan in de regio (23% t.o.v. 18%). Zij eten bijvoorbeeld minder vaak groenten en fruit dan hun leeftijdgenoten.

2. Het percentage 12- tot en met 18-jarigen in Zwijndrecht dat wel eens alcohol heeft gedronken in Zwijndrecht is hoger dan in de regio (33% t.o.v. 31%).

3. Uit onderzoek van de Dienst Gezondheid en Jeugd blijkt dat de psychische gezondheid van Zwijndrechtse inwoners over het algemeen minder goed is dan het regionale gemiddelde. Zo heeft 19% van de 10-jarigen te maken met (een verhoogd risico op) sociaal-emotionele problemen. Ook komen eenzaamheid en isolement onder volwassenen relatief vaak voor (zie themablad Eenzaamheid in de ban).

Doelen en meetgegevens

 Het percentage kinderen met overgewicht verlagen.

 Het percentage 12- tot en met 18-jarigen dat alcohol gebruikt stabiliseren.

 Verbeteren van de psychische gezondheid van kwetsbare inwoners waaronder ouderen.

Oplossingen en activiteiten

Vanaf 2016 zetten we met het gezondheidsbeleid in op drie speerpunten:

tegengaan van overgewicht, preventie alcohol, drugs en tabak en

voorkomen van psychische problemen. Het is noodzakelijk het bestaande aanbod door te ontwikkelen en de sleutelspelers te verbinden en

gezondheid in relatie te bekijken tot de andere thema's.

1. We willen de JOGG aanpak uitbouwen om verder te werken aan het terugbrengen van het aantal kinderen met overgewicht Ouders worden bewust van het belang van een gezonde leefstijl en de rol die zij daarin hebben voor hun kinderen.

2. We intensiveren onze programma's ter preventie van het gebruik van alcohol, drugs en tabak onder jongeren. We werken met scholen, ouders, sportverenigingen, en het CJG/Jeugdteam samen aan het alcohol, - rook, - en drugsvrij maken van onze VO-scholen door afspraken te maken en communicatie in te zetten.

(18)

17 3. Met het Gezond in de Stad project gaan wijkverpleegkundigen

vanuit de wijkteams de gezondheidsverschillen onder ouderen in de wijk Walburg verminderen. Ze zetten in op de weerbaarheid van ouderen en meer beweging. In samenwerking met

verschillende partners sluiten ze hiermee aan bij bestaande activiteiten en mogelijkheden, zoals het gebied de Hooge Nesse.

Door de gezamenlijke verantwoordelijkheid lukt het beter inwoners te informeren, vervoer te organiseren en een passend aanbod te organiseren en de drempel voor inwoners te verlagen om mee te doen. Hierbij is het van belang om de vraag en behoefte van ouderen te achterhalen.

Partnerschap

Mensen hebben een eigen verantwoordelijkheid als het gaat om een (on)gezonde leefstijl. De gemeente heeft wel een faciliterende rol om te proberen mensen op weg te helpen naar een gezonde leefstijl. Denk daarbij aan het vergroten van het bewustzijn via campagnes (JOGG en Gezond in de Stad) en het stimuleren van gezond aanbod (sport- en school)kantines en voorzieningen.

Er zijn verschillende partners benoemd die nodig zijn om de genoemde activiteiten uit te voeren. De gemeente vervult hierin een regisserende en/of faciliterende rol en soms een uitvoerende rol.

Voor JOGG hebben we partners nodig zoals het onderwijs,

sportverenigingen en Toppie sportcoaches die een uitvoerende rol vervullen voor JOGG en de preventie van het gebruik van verslavende middelen. De jeugdgezondheidszorg, CJG/jeugdteam en huisartsen hebben voornamelijk een rol in signalering, voorlichting en eventueel verwijzing. Dan zijn er ook nog partners zoals supermarkten, religieuze instellingen en jongerenwerk die een stimulerende rol hebben.

Met betrekking tot de GIDS-aanpak hebben de wijkverpleegkundigen van Aafje een uitvoerende rol vanuit het wijkteam. De Vivera sportcoaches en

vrijwilligers hebben ook een uitvoerende rol. Andere partners hebben een faciliterende rol, zoals de bibliotheek, kerken en vrijwilligersorganisaties.

De professionals van het Vivera wijkteam hebben een rol in het signaleren van behoeften van ouderen.

Planning

Kwartaal 1: samen met partners wordt een plan van aanpak 2017-2018 voor JOGG ontwikkeld en aan de stuurgroep voorgelegd. Daarna kunnen we het plan uitvoeren.

Januari – juli: voorbereidingen voor de implementatie van de methode De Gezonde School en Genotmiddelen (DGSG). Schooljaar 2017-2018 en 2018-2019 begeleid Youz de scholen bij de implementatie van de methode.

GIDS wordt gedurende het hele jaar uitgevoerd door de wijkverpleegkundigen van Aafje.

Budget

Er is budget beschikbaar vanuit de begroting. Met betrekking tot Gezond in de stad gaat dit om een budget van € 47.000 per jaar.

Het alcohol-, rook- en drugsvrij maken van de VO-scholen is de stichting MBZ gevraagd budget beschikbaar te stellen, dit wordt aangevuld vanuit het budget uitvoering lokaal gezondheidsbeleid dat is ondergebracht bij de DG&J.

Voor de bevordering van de gezonde leefstijl en een gezond gewicht maken we gebruik van de middelen uit het budget uitvoering lokaal gezondheidsbeleid.

Evaluatie

In het plan van aanpak voor JOGG wordt opgenomen hoe we de evaluatie vorm gaan geven.

Voor GIDS vindt er jaarlijks een verantwoording plaats, hiermee wordt ook de aanpak geëvalueerd.

(19)

18

Aantekeningen

(20)

19

(21)

20

2. Door te bewegen blijf je in evenwicht

Sporten is leuk en brengt ontspanning, competitie en saamhorigheid met zich mee. Veel mensen genieten van sport door het te doen, door erover te praten of ernaar te kijken. Sporten en bewegen is daarmee een belangrijk doel op zich. Reden om als gemeente mogelijk te maken dat iedereen die wíl sporten, ook daadwerkelijk kán sporten. Hoe meer mensen aan sport doen, hoe beter!

Zwijndrecht realiseert zich het belang van bewegen. Bewegen is echter een maatschappelijke verantwoordelijkheid, dat zich uitstrekt over meerdere beleidsdomeinen. Uitgewerkt in het lokale sport- en gezondheidsbeleid wordt er invulling aan gegeven via Wmo, Vivera en de aanstelling van

combinatiefunctionarissen (Toppies). Ondanks de nauwe(re) banden met het sportieve middenveld (Platform Sport en Bewegen), reageert onze gemeente echter nog teveel ad-hoc op situaties in plaats van een proactief beweegbeleid te voeren.

Vraagstukken

Zwijndrecht wil dat haar inwoners actief deel (kunnen) nemen aan sport.

Natuurlijk ook om er plezier aan te beleven, maar ook om gezond gedrag te stimuleren. Voortdurend willen wij bekijken op welke wijze sport activiteiten en initiatieven op andere beleidsterreinen kan versterken of aanvullen.

Hierbij is van belang om bestaande structuren, indien mogelijk, (nog) beter te verbinden en waar nodig ontbrekende schakels toe te voegen.

Doelen en meetgegevens

Voor een deel zijn de uit de visie voortvloeiende ambities/vraagstukken in de afgelopen jaren al aan de orde gekomen. Komende jaren moeten deze worden gewaarborgd c.q. worden uitgebreid. Onveranderd blijven hiermee de Zwijndrechtse ambities:

 Sport en participatie

Verhoging van sportparticipatie in de Zwijndrechtse samenleving of anders gezegd: onze inwoners worden en blijven actieve sporters. Wij ondersteunen sportverenigingen hierbij.

 Sport en maatschappij

Sport kan als instrument worden ingezet bij het aanpakken van maatschappelijke vraagstukken op het gebied van gezondheid, deelname aan het maatschappelijk verkeer, onderwijs en veiligheid, etc.

Oplossingen en activiteiten

Langs zeven programmalijnen willen wij de komende jaren werken aan de volgende activiteiten / oplossingen.

1. Netwerkvorming & professionalisering

Door ontwikkelen van het Platform Sport en Bewegen door:

 betrekken van aanbieders uit het alternatieve sportaanbod;

 realiseren van "betere" aansluiting van sport met verwante beleidsterreinen in het bewegingsdomein (Onderwijs, Wmo, Jeugd, Gezondheid);

 betrekken (vroegtijdiger) bij ontwikkelingen in het bewegingsdomein (zowel op het terrein van sport als aanverwante beleidsdomeinen).

(22)

21 Inzetten deskundigheid van sportcoaches (Toppies & Matties):

 om sport (en Platform Sport en Bewegen) meer positie te geven in het bewegingsdomein om zo een betere aansluiting te realiseren met aanverwante beleidsdomeinen;

 om doorlooplijnen te realiseren van sport met aanverwante beleidsterreinen (jeugd, gezondheid, JOGG, etc.) om het preventieve veld rondom zorg, welzijn en gezondheid te versterken.

het belang van sport onder de aandacht brengen in alle geledingen van de gemeentelijke organisatie.

2. Talentontwikkeling & Topsport

 In beeld brengen van de (positieve) effecten en consequenties van talentontwikkeling/topsport op breedtesport en waar mogelijk of nodig) faciliteren in het bewegingsdomein;

 Aansluiting zoeken met topsportfaciliteiten/-organisaties in onze regio;

 In samenwerking met onze sportverenigingen ontwikkelen van sterke jeugdafdelingen.

3. Recreatie- en bedrijvensport

 Aanwezige kennis en kunde van sportverenigingen ontsluiten bij de inrichting van de openbare ruimte (bijv. wandelroutes, speelruimteplan, voetbalkooien);

 Realiseren van een goede aansluiting van sport en bedrijfsleven, waarbij bijvoorbeeld werknemers kunnen sporten tegen

gereduceerd tarief bij sportverenigingen.

4. Sportaanbod

Zwijndrecht streeft naar een breed sportaanbod, waarbij de komende jaren de nadruk ligt op kwaliteit boven kwantiteit. Hieraan willen wij invulling aan geven door:

 Mogelijkheden onderzoeken van intensievere onderlinge samenwerking van sportverenigingen;

Ontwikkelen van een afwegingskader om te komen tot een sterke verenigingen.

 Continueren/uitbouwen van jaarlijkse profileermomenten voor sportverenigingen;

 Stimuleren van sporten voor verschillende doelgroepen in samenwerking met sportcoaches en Platform Sport en Bewegen;

 Stimuleren van aangepast sporten in samenwerking met sportcoaches en Platform Sport en Bewegen;

 Ontwikkelen van een digitaal platform waar alle

sportmogelijkheden in Zwijndrecht in beeld worden gebracht zowel voor inwoners als sportverenigingen.

5. Maatschappelijke rol van sport

 In samenwerking met Platform Sport en Bewegen en

sportcoaches willen wij alle doelgroepen in beeld brengen en bereiken.

 Invulling geven aan het begrip maatschappelijk betrokken (sport)vereniging (afwegingskader). Onderzoeken op welke wijze dergelijke verenigingen kunnen ondersteunen om hun rol in te nemen in het bewegingsdomein. Hierbij kan worden gedacht aan eigentijdse subsidies.

 Faciliteren van een kruisbestuiving van sport met aanverwante beleidsterreinen (Jeugd, Wmo, gezondheid) in het

bewegingsdomein. Aansluiting van sport op het (voortgezet) onderwijs heeft hierbij prioriteit, omdat dit een belangrijke bijdrage leveren aan de strijd tegen het groeiend overgewicht en bestrijding van jeugdoverlast.

 Onderzoeken in hoeverre de aanwezige (sport)accommodaties efficiënter kunnen worden gebruikt (bezettingsgraad), mede in het kader van de Wmo: door ontwikkelen van het 'open-club- principe'.

(23)

22

 Overlast gevende jongeren uitdaging laten vinden in sport in de wijk en in georganiseerd verband.

 Bestendiging relatie uitvoerende partners buurt/ sport/ onderwijs Betekenis van sport onderzoeken bij de inrichting (of gebruik) van de openbare ruimte, waarbij de aanwezige kennis kan worden ingezet om de leefbaarheid in de wijken te bevorderen. Denk in dit verband aan het speelruimtebeleid, voetbalkooien, etc.

6. (Top)sportevenementen

Nadrukkelijk willen wij sportevenementen in Zwijndrecht mede mogelijk maken/faciliteren. Hierbij willen wij aansluiting zoeken bij het bestaande evenementenbeleid van Zwijndrecht.

7. Sportaccommodaties en –voorzieningen

Realiseren van een separaat sportaccommodatiebeleid met bijbehorend uitvoeringsprogramma (reeds opgeleverd / uitvoeringsprogramma moet nog – na vaststelling- in dit programma worden opgenomen

Partnerschap

Sportverenigingen, Diverz, Vivera Wijkteams en onderwijsinstellingen.

Planning

Samen met het sportplatform werken we aan de uitvoering van de nota Sport en Bewegen.

Budget

Bij de totstandkoming van de geïntensiveerde aanpak kijken we naar wat er binnen bestaande budgetten kan door deze eventueel anders in te zetten. Als er extra middelen nodig zijn dan worden deze via een raadsvoorstel aan de gemeenteraad gevraagd.

Evaluatie

(Half)jaarlijks worden de resultaten in kaart gebracht en gedeeld met de betrokken partners, bestuur en politiek. In het derde kwartaal van 2018 vindt samen met de partners een evaluatie plaats, zodat we kunnen bepalen welke inzet, acties en activiteiten nodig zijn vanaf 2019.

(24)

23

(25)

24

3. "Als er iets speelt laat het de kinderen zijn"

"Elke vorm van voor een minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of van onvrijheid staat, actief of passief opdringen, waardoor ernstige schade wordt berokkend of dreigt te worden berokkend aan de minderjarige in de vorm van fysiek of psychisch letsel". Zo luidt de definitie van kindermishandeling die in de Jeugdwet is opgenomen. Kindermishandeling kan verschillende vormen aannemen:

 geweld (fysiek, emotioneel)

 verwaarlozing (prenataal, fysiek, emotioneel, educatief, blootstelling aan partnergeweld)

 seksueel misbruik

 exploitatie (kinderarbeid, prostitutie, pornografie)

 schending van het recht op zelfbeschikking (vrouwelijke genitale verminking, eer gerelateerd geweld, gedwongen uithuwelijken, indoctrinatie)

 Műnchhausen by Proxy (Pediatric Condition Falsification)

Of er in een gezin gevaar bestaat op kindermishandeling is afhankelijk van verschillende factoren. Factoren als een laag inkomen, werkloosheid en alleenstaand ouderschap verhogen het risico op kindermishandeling, maar het komt ook voor bij gezinnen zonder risicofactoren. De gevolgen van kindermishandeling zijn groot. Zo heeft een mishandeld kind naast al het persoonlijke leed meer kans op een psychiatrische stoornis, depressie,

angststoornissen, drugsgebruik en seksueel risicogedrag. Ook is er een verhoogd risico dat iemand die mishandeld is later zijn eigen kinderen mishandelt.

Landelijk is de inschatting dat ongeveer 1 op de 20 kinderen mishandeld wordt (5%). Het is bekend dat de meldingscijfers maar ook de cijfers van daadwerkelijke kindermishandeling in Zwijndrecht hoog zijn. In Zwijndrecht hebben we tussen de 3 en 4% kinderen in beeld, bij wie vermoedens van kindermishandeling bestaan. We kunnen samen met onze partners niet aan alle oorzaken van kindermishandeling iets doen maar met een aantal

maatregelen en hulpmiddelen kunnen we gezamenlijk kindermishandeling voorkomen. Waar we het niet kunnen voorkomen, willen we álle kinderen bij wie sprake is van kindermishandeling in beeld hebben zodat we hulp kunnen bieden.

Hoewel de focus in eerste instantie ligt op de preventie en aanpak van kindermishandeling zien we ook een toename van huiselijk geweld inclusief ouderenmishandeling. In aansluiting op de geïntensiveerde aanpak ter preventie van kindermishandeling zullen we ook hier in 2017 – 2018 werken aan intensivering, versterking of vernieuwing van onze aanpak van huiselijk geweld in het algemeen.

Vraagstukken

1. Hoe zorgen we er voor dat we alle kinderen die mishandeld worden in Zwijndrecht in beeld hebben?

2. Hoe zorgen we er voor dat er bij alle vermoedens van

kindermishandeling in Zwijndrecht wordt gemeld bij Veilig Thuis?

3. Wat kunnen we doen ter intensivering, versterking, vernieuwing van onze aanpak in Zwijndrecht waardoor het aantal

daadwerkelijke gevallen van kindermishandeling eind 2018 is gedaald?

4. Wie kunnen er op welke wijze een bijdrage leveren aan de preventie van kindermishandeling in Zwijndrecht?

(26)

25 Doelen en meetgegevens

Eind 2018 is het percentage kinderen dat wordt mishandeld in Zwijndrecht gedaald tot onder de 3%.

Oplossingen en activiteiten

 We maken, gebruikmakend van de checklist van de Augeo

Foundation, inzichtelijk wat wij op de onderstaande onderwerpen in Zwijndrecht:

o al hebben georganiseerd, ingekocht en afgesproken o wat hiervan de opbrengst is, of we tevreden zijn o wat we kunnen doen ter intensivering, versterking of

vernieuwing van onze aanpak

 screening tijdens de zwangerschap

 voorlichting geweldloos opvoeden

 voorlichting shaken baby syndroom

 opvoedproblemen signaleren

 opvoedingsondersteuning bieden

 voorlichting op school/ kinderopvang

 training voor professionals

 training voor vrijwilligers van verenigingen

 aandachtsfunctionarissen kindermishandeling

 psycho-educatie na huiselijk geweld

 hulp voor kinderen in vrouwenopvang

 publieksvoorlichting

 We proberen kindermishandeling te voorkomen door

risicofactoren aan te pakken. Hiervoor maken we (aanvullende) afspraken met maatschappelijke partners over:

o Het voorkomen en tegengaan van armoede (zie thema

"Aan de slag met armoede")

o Scholing- en werkgelegenheid gericht op laaggeschoolden (zie thema "Van JOP naar JOB")

o Vluchtelingen en traumahulpverlening (zie thema "Thuis in Zwijndrecht")

o Opvoedondersteuning en voorbereiding op geweldloos ouderschap

o Hulpaanbod bij scheidingen die problematisch verlopen o Voorlichting over het shaken baby syndroom

o Voorlichting aan kinderen en ouders over veiligheid, kindermishandeling en weerbaarheid

 We organiseren lokaal expertmeetings met vertegenwoordigers van het CJG, Jeugdteam, Wijkteam, Onderwijs, huisartsen, ambulancedienst, politie, advocaten/ mediators bij vechtscheidingen.

Partnerschap

We werken samen met vertegenwoordigers van het CJG/ Jeugdteam, VIVERA Wijkteam, onderwijs, kinderopvang, huisartsen, kinderartsen, kraamzorg, verloskundigen, ambulancedienst, politie, advocaten/

mediators bij vechtscheidingen, vertrouwenspersonen en vrijwilligers bij verenigingen. Gezamenlijk komen we tot een geïntensiveerde aanpak en bespreken we in expertmeetings welke acties en activiteiten er worden georganiseerd. De gemeente vervult hierin een regisserende en

faciliterende rol.

Planning

Februari 2017: expertmeeting met maatschappelijke partners

Maart – mei 2017: Samen met maatschappelijke partners ontwikkelen we een geïntensiveerde aanpak ter preventie van kindermishandeling.

Maart 2017: raadsinformatiebrief over de stand van zaken

(27)

26 Maart of april 2017: oriëntatieavond van de gemeenteraad met

maatschappelijke partners over de geïntensiveerde aanpak

Juni 2017: eventueel besluitvorming door college en raad indien extra middelen nodig zijn voor de uitvoering van de geïntensiveerde aanpak (kadernota 2018)

Budget

Bij de totstandkoming van de geïntensiveerde aanpak maken we met de partners inzichtelijk welke middelen nodig zijn. We kijken naar wat er binnen bestaande budgetten kan door deze eventueel anders in te zetten.

Als er extra middelen nodig zijn dan worden deze via een raadsvoorstel aan de gemeenteraad gevraagd (kadernota 2018).

Evaluatie

(Half)jaarlijks worden de resultaten van onze gezamenlijke inspanningen in kaart gebracht en gedeeld met de betrokken partners, bestuur en politiek. In het derde kwartaal van 2018 vindt samen met de partners een evaluatie plaats zodat kan worden bepaald welke inzet, acties en

activiteiten nodig zijn vanaf 2019.

(28)

27

(29)

28

4. Voorkomen is beter dan genezen

Verschuiving in zorg en ondersteuning

De gemeente is verantwoordelijk voor de zorg en ondersteuning van kwetsbare inwoners, jong en oud. Bij alles wat we doen, lokaal en in de regio, proberen we 'zorg zo licht als mogelijk en zo zwaar als moet' in te zetten en onnodig opschalen te voorkomen. Dit is voor het welzijn van onze inwoners beter, maar kost de gemeenschap ook minder geld. We proberen daarom te voorkomen dat inwoners in de problemen komen, ongezond worden of dat bestaande problemen verergeren.

Preventie gaat over het hele sociale domein

Preventie is een heel complex onderwerp, omdat het verweven zit in bijna alles wat we doen in het sociaal-maatschappelijk domein. Het gaat niet alleen over voorlichting. Het heeft ook te maken met:

 Toegang hebben tot een sociaal netwerk, zodat je mensen kent die je een handje kunnen helpen (relatie met thema 'Eenzaamheid in de ban' en 'Aan de slag met armoede';

 Sterke (professionele) netwerken, waarin mensen een oogje op elkaar houden en signalen en problemen vroegtijdig gezien worden (relatie met thema 'Vivera-wijkteams: in elke buurt een begrip' en 'Goede zorg op het goede moment en de goede plek';

 Goede en toegankelijke algemene voorzieningen, waardoor mensen langer zelfredzaam kunnen zijn en niet te snel een beroep hoeven doen op dure maatwerkvoorzieningen (relatie met o.a. 'Lang zullen we wonen').

We geven veel geld uit aan preventieve maatregelen, maar we weten niet precies wát we allemaal doen, wat dat kost en wat het oplevert. Hierdoor verspillen we misschien kostbare middelen aan maatregelen die niet werken of waar betere alternatieven voor zijn.

Vraagstukken

Preventie is een mix van preventieve maatregelen en programma's, vroegsignalering en laagdrempelige algemene voorzieningen. De opgave van dit thema is de goede mix te vinden over de volle breedte van het sociale domein.

1. Hoe ziet een 'pakket' van preventieve maatregelen eruit? We zoeken naar effectieve maatregelen die passen bij de nieuwe realiteit en de belangrijke problemen in de Zwijndrechtse samenleving, binnen de bestaande middelen.

2. Vroeg ingrijpen, betekent vroeg signaleren. Hoe zorgen we ervoor dat (beginnende) problemen eerder in beeld zijn?

3. Welke algemene voorzieningen moeten we inrichten, die een wezenlijke bijdrage kunnen leveren aan het voorkomen van een beroep op (zwaardere vormen van) zorg?

Betere gezondheid en minder vraag naar (zwaardere) vormen van zorg en ondersteuning

Algemene voorzieningen Vroeg-

signalering Preventieve maatregelen

(30)

29 Doelen en meetgegevens

Het hoofddoel van preventie is: "Het bevorderen van gezondheid en het terugdringen van het beroep op (zwaardere vormen van) zorg en ondersteuning."

Uit de programmabegroting: "We zetten in op 10% minder inzet op zware zorg (maatwerkvoorzieningen)"

Oplossingen en activiteiten

Preventie maakt onderdeel uit van diverse andere thema's in dit programma. Vanuit dit thema ligt de nadruk vooral op het bewaken van de integrale benadering vanuit één visie op preventie. Verder

inventariseren we binnen dit thema wat we nu doen aan preventie en schetsen we een gewenst beeld voor het preventieve veld.

 Visie

We stellen een beknopte visie op, die de basis zal zijn voor onze keuzes op het gebied van preventie, vroegsignalering en algemene voorzieningen.

 Opstellen meetlat

In 2015 is een eerste aanzet gedaan om de preventieve maatregelen binnen de zorg voor de jeugd (ook wel het 'voorliggend veld' genoemd) in beeld te brengen. In samenwerking met onderzoeksbureau JSO heeft de gemeente een meetlat ontwikkeld om de relevantie van preventieve maatregelen te meten. Maatregelen worden onder andere gescoord op (bewezen) effectiviteit en de mate waarin ze bijdragen aan de doelen van de gemeente. JSO gaat nu hetzelfde doen voor de Wmo en de publieke gezondheid.

 Inrichten gewenste preventieve veld

In samenwerking met partners zoeken we naar de juiste mix van preventieve maatregelen, vroegsignalering en algemene voorzieningen.

Partnerschap

De gemeente is in staat vanuit een breed overzicht over het totale sociale domein de discussie te voeren en samenwerking te stimuleren. Voor dit thema werken we samen met een brede vertegenwoordiging van mensen uit zorg, welzijn, werk, wonen en onderwijs.

De gemeente heeft een belangrijke rol als verantwoordelijke voor het welzijn van inwoners. Daarnaast heeft de gemeente ook een financieel belang. Het past dan ook om een sturende rol te nemen op dit

onderwerp.

Planning

Opstellen visie op preventie: gereed juni 2017 Opstellen meetlat: gereed juni 2017

Inrichten gewenste preventieve veld: vanaf september 2017 Budget

Inhuur JSO wordt betaald uit bestaand budget Wmo Evaluatie

De manier waarop we dit thema gaan evalueren, maakt deel uit van de op te stellen visie.

(31)

30

Aantekeningen

(32)

31

(33)

32

5. Kunst en cultuur voor iedereen

We willen dat het kunst- en cultuurbeleid iedereen in Zwijndrecht bereikt. Dat er een kwalitatief volwaardig aanbod aan voorzieningen is binnen de

gemeente en dat onderlinge samenwerking en het organiseren van evenementen wordt gestimuleerd en gefaciliteerd. En we willen dat er een impuls wordt gegeven aan cultuureducatie binnen het onderwijs, zodat alle kinderen in aanraking komen met kunst en cultuur.

Deelname aan culturele activiteiten draagt bij aan de ontplooiing en ontwikkeling van kinderen en volwassenen. Daarnaast vergroot deelname aan culturele activiteiten het sociale netwerk van inwoners, hun binding onderling en aan de gemeente en hun maatschappelijke participatie.

Daarom gaan we de komende jaren de culturele sector verder versterken om zo tot nog meer culturele initiatieven en samenwerking te komen. Als gemeente gaan we nog meer investeren in een leefbare, sociale samenleving met een cultureel klimaat waarbij kunst en cultuur bereikbaar zijn voor alle inwoners.

Onder het motto "Samen ontspannen, beleven en meedoen" zetten we ons in voor creatieve zelfontplooiing en bieden we ruimte voor culturele ondernemers.

Vraagstukken

1. Hoe laten we alle kinderen in aanraking komen met kunst en cultuur?;

2. Hoe bevorderen we lokale initiatieven voor culturele activiteiten?;

3. Hoe vergroten we de deelname aan culturele activiteiten?

Doelen en meetgegevens

 Er is een kwalitatief volwaardig aanbod aan voorzieningen op het gebied van kunst en cultuur voor alle inwoners van Zwijndrecht;

Om dat doel te bereiken werken we aan de doelen die we gesteld hebben in de Kunst- en Cultuurnota:

 Beschikbaarheid cultuureducatie op school 80% in 2017 en 100%

in 2020;

 We hebben 3 beeldbepalende evenementen in 2017 en 5 beeldbepalende evenementen in 2020.

Oplossingen en activiteiten

De komende periode gaan we samen met onze partners aan de slag met de uitvoering van de Kunst- en Cultuurnota:

 Uitbreiding van het aanbod cultuureducatie naar alle

basisscholen: op dit moment is er alleen een aanbod op de brede scholen;

 Invulling van de regeling Cultuureducatie met Kwaliteit 2017- 2020: verdieping en verankering van cultuureducatie binnen het onderwijs;

 Oprichten van een cultureel platform: voor het geven van een impuls aan bestaande culturele activiteiten en het ontwikkelen van nieuwe culturele activiteiten;

 Ontwikkelen van een digitaal platform: het bevorderen van onderlinge samenwerking en het uitwisselen van informatie;

 Omvormen expositieruimte tot een cultureel

ontmoetingscentrum: een ruimte die de mogelijkheid biedt voor ontmoetingen tussen de professional en de amateur, tussen publiek en programma en tussen inwoners onder elkaar;

 Realiseren van een podium: mogelijkheid bieden aan culturele organisaties om zich te presenteren voor een groter publiek;

 Op afstand plaatsen van de expositieruimte: een ruimte voor en door inwoners;

 Ontwikkelen evenementenkalender: informeert inwoners maar ook ondernemers, zodat zij eventueel kunnen aanhaken;

 Passende ondersteuning bij evenementen: voor het bevorderen van lokale initiatieven voor culturele activiteiten.

(34)

33 Partnerschap

We werken onder andere samen met culturele organisaties, kunstenaars en scholen.

De gemeente vervult bij dit thema een stimulerende en faciliterende rol.

Planning

Uitrol cultuureducatie over alle basisscholen: overleg met de scholen in eerste helft 2017, zodat uitbreiding m.i.v. schooljaar 2017/2018 kan plaatsvinden.

Uitvoering Cultuureducatie met Kwaliteit: voorbereidingen 1e helft 2017, start op de scholen m.i.v. schooljaar 2017/2018.

Cultureel platform: in november 2016 is 1e bijeenkomst geweest, verdere vormgeving vindt in 1e kwartaal 2017 plaats.

Digitaal platform: realisatie 2e helft 2017.

Podiumfunctie: start ontwikkeling ideeën 2e helft 2017, realisatie in 2018.

Omvormen expositieruimte tot een cultureel ontmoetingscentrum: heel 2017.

Ontwikkelen evenementenkalender: 1e helft 2017.

Maatregelen om evenementen te faciliteren: heel 2017 en 2018.

Budget

Bij de Kadernota 2017 is € 70.000,00 beschikbaar gesteld voor de uitvoering van Kunst- en Cultuurnota.

De plannen voor cultuureducatie worden gedekt uit de middelen cultuureducatie.

Evaluatie

Jaarlijks worden de resultaten van onze gezamenlijke inspanningen in kaart gebracht en gedeeld met de betrokken partners, bestuur en politiek.

In de Kunst- en Cultuurnota is opgenomen dat na 2 jaar een tussenevaluatie plaatsvindt.

(35)

34

Aantekeningen

(36)

35

(37)

36

6. Lang zullen we wonen

De babyboomgeneratie vergrijst en mensen worden gemiddeld steeds ouder. Dat heeft tot gevolg dat het aandeel ouderen de komende jaren steeds groter wordt. In Zwijndrecht neemt het aantal 80-plussers tot 2030 toe met 60%. Ouderen krijgen vaak te maken met meerdere beperkingen en waar vorige generaties nog zorg ontvingen in bejaardentehuizen en aanleunwoningen, gaat deze generatie grotendeels oud worden in de eigen woning.

Ook voor jongere mensen met een lichamelijke of psychische/psychosociale beperking geldt dat zij minder in een instelling wonen. De zorg voor deze mensen, oud en jong, komt van familie en bekenden en, waar nodig, van professionele hulpverleners, die bij de mensen thuis komen. Voor mensen met psychische problemen bestaat het risico dat ze in conflict raken met mensen in hun woonomgeving of met hun huisbaas. Dit kan voor alle betrokken partijen vervelende gevolgen hebben.

Er zijn ook inwoners die ondersteuning en zorg mijden, waarvan professionals en gemeente vinden dat zij dit wel nodig hebben. We blijven daarom samen met professionals inzetten op de aanpak om zorg en ondersteuning dichtbij inwoners aan te bieden (proactief, integraal en gebiedsgericht). De relatie tussen Lang zullen we Wonen en het thema "Vivera Wijkteams: in elke wijk een begrip" is dan ook evident.

Binnen het thema Lang zullen we Wonen focussen we ons op de twee benoemde doelgroepen. Namelijk ouderen en jongeren mensen met een lichamelijke of psychische/psychosociale/verstandelijke beperking. Doordat zij chronische aandoeningen hebben, vaak in combinatie met een kleine beurs of een klein sociaal netwerk, hebben zij meer moeite hun huis en leven op orde te houden. De hulp en zorg die mensen krijgen, moet passend zijn bij de individuele situatie.

Vraagstukken

1. Hoe organiseren we samen met partners, professionals en inwoners een persoonlijk aanbod dat aansluit op de individuele behoeften (volgens het principe van één huishouden, één plan, één regisseur)?

2. De betreffende huishouden maken vaak gebruik van meerdere voorzieningen van diverse aanbieders. Dit kan voor inwoners heel ingewikkeld zijn. We willen systeemknelpunten tussen de Wmo, WLZ en ZVW inzichtelijk krijgen en de oorzaken aanpakken.

3. Zijn er in Zwijndrecht voldoende kwalitatieve (huur)woningen om langer zelfstandig thuis te blijven wonen en wat gebeurt er met het bestaande zorgvastgoed?

4. Wat is nodig voor de mensen op wie we ons binnen dit thema richten om prettig en veilig zelfstandig te kunnen wonen? Ook voor hun omgeving?

a. Wat is nodig om ervoor te zorgen dat woningeigenaren in de gemeente op tijd maatregelen treffen om hun woning gereed te maken voor hun oude dag?

b. Welke voorzieningen zijn nodig voor een groeiende groep ouderen die in zijn eigen huis blijft wonen en deel blijft nemen aan de samenleving?

c. Wat is er nodig om mensen met een psychische of psychosociale beperking op een goede manier thuis en in de buurt te laten functioneren?

d. Wat voor soort woningen zijn nodig om bewoners langer zelfstandig thuis te laten wonen met mogelijkheden tot

(38)

37 ontmoeting en de toegankelijkheid naar voorzieningen

etc.

e. Wat hebben we nodig om ook inwoners die dementeren en hun partners en buurtbewoners langer prettig en veilig in hun eigen huis te laten blijven?

5. Welke aanpassingen aan de fysieke infrastructuur in de wijk/buurt zijn nodig zodat voorzieningen bereikbaar zijn?

Doelen en meetgegevens

 In Zwijndrecht krijgen inwoners die dat nodig hebben de juiste hulp en ondersteuning om zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonen.

In het beleidsplan Wmo Drechtsteden 2015-2018 zijn twee doelen opgenomen die aan de basis in het verlengde liggen van de relevante doelen opgenomen:

 Zo min mogelijk inwoners zijn afhankelijk van zware zorg en ondersteuning. Waar inwoners onvoldoende zelfredzaam zijn en het netwerk niet toereikend is, biedt de gemeente passende maatwerkoplossingen (combinatie van individuele en algemene voorzieningen)

 opvang (maatschappelijke opvang en vrouwenopvang) en

beschermd wonen voor de inwoners die zich niet zelfstandig in de samenleving kunnen handhaven.

Meetgegevens:

 we analyseren vanaf 2015 hoeveel er gebruik wordt gemaakt van de maatwerkvoorzieningen

 We monitoren de kostenreductie en streven er naar dat de uitvoeringskosten vergelijkbaar zijn met het landelijk gemiddelde.

 We meten hoe onze inwoners de algemene- en individuele voorzieningen beoordelen via de jaarlijkse

cliëntervaringsonderzoeken.

 We meten de gemiddelde verblijfsduur in de opvang (streven is dat deze stabiel blijft). We meten de verschuiving in kosten van de intramurale opvang naar de ambulante ondersteuning (streven is verschuiving van intramuraal naar ambulant).

Oplossingen en activiteiten

Tweede kwartaal van 2017 leveren we met professionals van de Vivera wijkteams, SDD, de SWOZ, GGZ-instellingen en Wmo-adviesraad en dienstverleners aan mensen met een handicap een actieprogramma op.

We willen komen met activiteiten om een antwoord te kunnen geven op de vijf genoemde vraagstukken. Een aantal oplossingen en activiteiten zijn al in gang gezet (lokaal en regionaal). Bijvoorbeeld de volgende 4:

 Eind 2016 is een 'herstelcoach' gestart. De coach is zelf een ervaringsdeskundige die optrekt met een GGZ-cliënt in een beschermde woonvorm. Doel is zelfredzaamheid te verbeteren en mogelijk uitstroom naar de basis-ggz of zelfstandig wonen.

 Gezond in de Stad is een project vanuit de Vivera wijkteams dat helpt om ouderen in de wijk Walburg weerbaar te maken en meer te laten bewegen. Samen met onder meer ondernemers,

vrijwilligers, kerken, sportcoaches werken de wijkteams aan het organiseren van een passend preventief aanbod (zie themablad Gezonde stad, gezonde inwoners).

 De Gemeente heeft het respijtaanbod voor mantelzorgers in 2016 uitgebreid en gaat daarmee in 2017 verder. Er zijn meer

activiteiten voor opvang en ondersteuning van inwoners die thuis worden verzorgd door hun familie. Dit geeft de mantelzorgers een pauze om op adem te komen. Daarmee kunnen we hen helpen om de zorg voor hun naasten vol te houden (zie themablad Mantelzorg doe je Samen).

 We werken samen met de regio (AV) gemeenten aan de uitvoering van de verordening beschermd wonen en opvang.

(39)

38 Partnerschap

De gemeente is met de Wmo 2015 moet de voorwaarden scheppen zodat mensen zo lang mogelijk zelfstanding kunnen blijven wonen.

De individuele Wmo voorzieningen worden uitgevoerd door de SDD. De gemeente Zwijndrecht is verantwoordelijk voor de collectieve, algemene voorzieningen. De gemeente voert de regie zodat activiteiten en

ondersteuning aansluit op de behoeften van de inwoners. De gemeente verstrekt hiervoor subsidie.

Daarnaast heeft de gemeente ook een informerende en stimulerende rol richting huiseigenaren en verhuurders om hun verantwoordelijkheid te nemen.

Beschermd Wonen en Opvang wordt door de SDD uitgevoerd. De gemeente Zwijndrecht werkt hieraan inhoudelijk samen met de AV- gemeenten. Doel is passende ondersteuning bieden voor inwoners met een psychiatrische achtergrond of een verstandelijke beperking.

De gevolgen van langer zelfstandig thuis wonen hebben enerzijds invloed op de woningen zelf, maar ook op het huidige zorgvastgoed dat wellicht deels leeg komt te staan. We gaan hierover actief in gesprek met de

woningcorporaties en de zorginstellingen. We voeren de PALT-afspraken uit.

De belangrijkste partnerorganisaties zijn o.a. de stichting Welzijn Ouderen Zwijndrecht, de Vivera Wijkteams, de DG&J, SDD, woningcorporaties, Bouman en Yulius en niet in de laatste plaats de Zwijndrechtse bevolking.

Planning

Opleveren actieprogramma Lang zullen we Wonen tweede kwartaal 2017.

Dit programma komt tot stand samen met de partners waaronder de woningcorporaties, Vivera wijkteams, welzijn, SDD, Seniorenraad en Wmo-adviesraad.

Budget

Geld/ middelen: de intentie is om met de al beschikbare middelen uitvoering te geven aan dit thema.

Evaluatie

Deze zal plaatsvinden via de evaluatie van het programma Sociaal Domein die twee keer per jaar aan de raad wordt aangeboden.

(40)

39

(41)

40

7. Mantelzorg doe je samen

In Zwijndrecht zorgen naar schatting 12.000 mensen voor een naaste. 600 van hen doen dat langdurig voor iemand die chronisch ziek en/of hulpbehoevend is. Daarnaast denken we dat ongeveer 600 kinderen en jongeren mantelzorger zijn voor een vader, moeder, broertje of zusje.

Veel mantelzorgers zien zichzelf niet als mantelzorger en vinden het heel gewoon te zorgen voor vader, moeder, partner, kind of vriend. Mensen zorgen uit vanzelfsprekendheid voor een naaste. Voor veel mensen is dit geen vrije keuze. Mantelzorg wordt dan ook ‘een keuze die geen keuze is’ genoemd. Zorgen voor iemand die hulp nodig heeft, kan positief zijn en voldoening geven, maar het kan ook leiden tot overbelasting.

Als een mantelzorger overbelast raakt, moet professionele zorg de plaats van de mantelzorger overnemen. Dat is heel vervelend voor degene die de mantelzorg ontvangt en natuurlijk voor de mantelzorger zelf.

Een jonge mantelzorger kan in de problemen komen doordat hij of zij de zorgtaken moet combineren met school. Als de zorg te zwaar of te veel wordt, kan dit negatieve gevolgen hebben voor schoolprestaties en vrijetijdsbesteding.

Vraagstukken

1. Welke maatregelen/voorzieningen zijn nodig om mantelzorgers passende ondersteuning te geven?

2. Hoe zorgen we ervoor dat alle mantelzorgers weten waar ze terecht kunnen voor ondersteuning?

3. Wat moeten we doen om verschillende categorieën

mantelzorgers te helpen (bijvoorbeeld jonge mantelzorgers of ouders van kinderen die leven met een beperking)?

4. Hoe borgen we dat het aanbod blijft aansluiten op de vraag?

Doelen en meetgegevens

We zorgen dat mantelzorgers hun zorg zo goed mogelijk kunnen blijven verlenen.

We benoemen daarvoor de volgende subdoelen:

 Het bereik onder mantelzorgers is groter. In 2017 is het doel minimaal 700 mantelzorgers te bereiken met de

mantelzorgcheque.

 Jonge mantelzorgers zijn in het vizier en de beschikbare informatie, advies en ondersteuning bereikt hen. Het doel is in

2017 en 2018 minimaal 100 jonge mantelzorgers te bereiken en waarderen met een leuke attentie/leuk uitje.

 De integrale samenwerking tussen Vivera partners rondom het thema Mantelzorg is verbeterd en versterkt.

Oplossingen en activiteiten

De komende twee jaar investeren we in het verbeteren van het aanbod, zodat het meer aansluit bij de behoeften van mantelzorgers. Ook willen we dat inwoners die ondersteuning of advies nodig hebben, de

mogelijkheden kennen en kunnen benutten. Mogelijkheden zijn:

 Uitbreiding respijtzorg, waarbij tijdelijk de zorgtaak wordt overgenomen, waardoor de mantelzorger een moment voor zichzelf heeft om even bij te komen. In 2016 zijn er afspraken gemaakt over thuiszorg, logeermogelijkheden (kamer in zorginstelling) en activiteiten voor jonge mantelzorgers en voor dementerenden en hun mantelzorgers.

 In 2017 brengen wij (opnieuw) de mantelzorgcheque uit. Met die cheque kan de mantelzorger een keuze maken uit het aanbod van diensten van zorgaanbieders en welzijnsaanbieders. De

mantelzorgcheque is € 150 waard en wordt toegekend in de vorm

(42)

41 van een tegoed. Er zijn nu 15 aanbieders, die willen meedoen.

Ons streven is dat er in 2018 meer dan 20 aanbieders zijn.

Aanbieders leveren onder andere gemaksdiensten en voorzieningen in respijtzorg.

 Het benaderen van andere partijen die interactie hebben met mantelzorgers anders dan welzijns- of zorgorganisaties. Denk daarbij aan culturele en/ of sportorganisaties die mantelzorgers mogelijk in beeld hebben. Samen met hen willen wij acties organiseren opdat mantelzorgers kunnen blijven meedoen aan het verenigingsleven en het sociaal netwerk. Het doel is daarbij dat de mantelzorger niet vanwege de zorgtaken zijn/haar hobby hoeft te stoppen. Bij deze ontwikkeling betrekken we

mantelzorgers.

 Publiekscampagne. Het doel is om mantelzorgers in Zwijndrecht meer bewust te maken van het mantelzorgen. Door middel van extra informatie over het mantelzorgen willen we meer inzicht geven in de voorzieningen en activiteiten voor mantelzorgers. Het streven is om 300 nieuwe mantelzorgers te werven. De

publiekscampagne is drieledig:

 de dag van de mantelzorg

 werving van nieuwe mantelzorgers en

 toeleiding naar de mantelzorgcheque.

Partnerschap

De gemeente heeft een wettelijke verantwoordelijkheid om verschillende categorieën mantelzorgers zoveel mogelijk in staat te stellen hun taken als mantelzorger uit te voeren. We werken daarvoor samen met professionals en inwoners.

Vanuit het oogpunt klant is een groep van bestaande mantelzorgers onze partner met MEE Drechtsteden als tussenpersoon. Deze groep

mantelzorgers heeft meegewerkt aan “Ik ben Theo, mantelzorger in Zwijndrecht”. Het onderzoek heeft inzicht gegeven in hun

ondersteuningsbehoeften. Bij de uitvoering op zowel het gebied van aanbod, als van communicatie wordt hiermee rekening gehouden.

Daarnaast is dezelfde groep mantelzorgers betrokken bij de informatievoorziening op en inrichting van

www.viverazwijndrecht.nl/mantelzorg. Voor de ontwikkeling en

uitvoering van de activiteiten blijven we mantelzorgers betrekken. Hun rol is daarbij vooral adviserend.

Vanuit het oogpunt professional stimuleren wij onze maatschappelijke Vivera partners om oog te hebben voor mantelzorgers.

Planning

 mantelzorgcheque: 1 mei 2017 (de cheque is 1 jaar geldig);

 publiekcampagne: start fase 1: 1 november 2016, start fase 2 & 3: 1 februari 2017.

 uitvoering respijtzorg: doorlopend

 benadering sport- en culturele organisaties: vanaf 1 maart 2017 Budget

Er is € 362.591,-- beschikbaar voor de uitvoering van activiteiten voor ondersteuning en waardering mantelzorgers. Er zijn al besluiten genomen over de besteding van dit budget (mantelzorgondersteuning – individueel – collectief, publiekcampagne, mantelzorgcheque, activiteiten).

Evaluatie

Met de aanbieders van voorzieningen en respijtzorg hebben we afspraken gemaakt over evaluatiemomenten (van één tot een paar keer per jaar).

Daar waar mogelijk gaan we in gesprek met mantelzorgers, die gebruik maken van het aanbod, wat hun ervaringen zijn. Daarnaast wordt de maandelijkse rapportage uit het mantelzorgpassysteem (afgenomen diensten) meegenomen in de evaluaties.

(43)

42

Aantekeningen

(44)

43

(45)

44

8. Goede zorg op het goede moment en de goede plek

Het kind centraal en deelname van mensen aan de samenleving. Dit zijn de grondgedachten van de Jeugdwet en de wet op de Wmo, met de daaruit

voortvloeiende taken en verantwoordelijkheden. Kinderen en volwassenen zijn het vertrekpunt voor de gemeentelijke opdracht Wmo en Jeugd. Daar waar we met hulp en zorg kinderen en volwassenen willen of moeten ondersteunen is de leefwereld het vertrekpunt, niet de systeemwereld.

Systeemwereld

Sinds 1 januari 2015 is veel veranderd in de wetgeving binnen het sociale domein. Veel taken op het gebied van zorg en ondersteuning zijn van diverse instanties en overheden overgeheveld naar de gemeente. Daarmee heeft de gemeente ook de verantwoordelijkheid gekregen te zorgen voor een goede kwaliteit van de zorg en ondersteuning. Immers inwoners die zorg nodig hebben, zijn in veel gevallen ook afhankelijk van deze zorg voor een goede en gezonde ontwikkeling van hun kinderen.

Helaas gaat het soms mis, omdat mensen vastlopen in de zorg. Zij ontvangen niet de zorg die zij nodig hebben, met gevolgen voor de kwaliteit van hun leven.

Voorbeelden zijn: niet de juiste zorg ontvangen, vastlopen in het proces, financieel in de problemen komen, onvoldoende maatwerk etc. Dit kan veroorzaakt worden door gebrekkige informatie, onheuse bejegening, onbekendheid van aanvraagproces bij aanvrager.

Wij hebben de uitvoering van deze taken voor een groot deel belegd in regionale samenwerkingsverbanden. Daarmee is de zorg goed geregeld, maar is onze invloed op de systeemwereld minder direct. Aanpassingen in het systeem kunnen we alleen realiseren in samenwerking met de andere zes gemeenten.

Situatie in Zwijndrecht

In Zwijndrecht geven we op verschillende manieren direct (inwoners) en indirect (professionals) invulling aan voorkomen van vastlopen in de zorg.

Inwoners kunnen:

 Met hun verhaal terecht bij vertrouwenspersonen.

 een melding doen bij het Meldpunt.

 met wethouder of ambtenaren in gesprek.

Daarnaast is in Zwijndrecht een begin gemaakt met het vinden van duurzame oplossingen voor gezinnen. We zijn gestart met 15 gezinnen waarbij er sprake is van uiteenlopende problematiek en waarin de hulp om verschillende redenen is gestagneerd. Idee van deze maatwerkaanpak is dat niet alleen op

individueel niveau / gezinsniveau stagnatie wordt opgelost, maar ook dat er systeemfouten worden opgelost.

Vraagstukken

De afhankelijkheidsrol van mensen die zorg nodig hebben, vraagt extra zorgvuldigheid vanuit professionals en de verantwoordelijke gemeenten en brengt ons tot twee algemene vraagstukken;

 Hoe kunnen we inwoners een oplossing bieden die vastlopen in de zorg, een situatie die te allen tijde voorkomen moet worden gezien de afhankelijkheidspositie van inwoners?

 Hoe kunnen we voorwaarden scheppen waardoor zo min mogelijk mensen (inwoners en professionals) vastlopen in de zorg?

'Niemand mag vastlopen in de zorg' en 'voorwaarden scheppen om te voorkomen dat mensen vastlopen in de zorg' zegt vooral iets over een continu proces van kwaliteitsverbetering; van klacht, melding tot en met systeemfouten. Belangrijke vraag hierbij voor de focus en de keuze van

(46)

45 acties: gaat het over het niveau van een individu, het gezin of over het

niveau van een straat.

Doelen en meetgegevens

 We hebben inzicht in hoe en waar mensen vastlopen in het systeem (inventarisatie en analyse).

 We doen voorstellen over de manier waarop we het systeem kunnen verbeteren.

Oplossingen en activiteiten

 Inventarisatie & analyse: wat weten we inmiddels over de soort klachten en meldingen en welke systeemfouten kennen we inmiddels? Wat zegt dat over onze kwaliteit van dienstverlening?

 Aanpak: hoe zorgen we voor een werkwijze dat klachten en meldingen snel opgepakt een aangepakt worden?

 Rol gemeente en gemeenten: wat is onze lokale opgave en waar werken we samen met de regiopartners.

 Leren: hoe doen andere gemeenten dit, wat kunnen we leren van landelijke initiatieven (doorbraakambtenaar) en organisaties als de Ombudsman?

 Borgen maatwerk: hoe zorgen we dat we de maatwerkaanpak, met de kennis over de tussentijdse resultaten borgen?

Partnerschap

Invulling van partnerschap is onderdeel van de verdere uitwerking. Gezien de ontwikkelingen op het sociale domein is dit nog te vroeg om daar invulling aan te geven. Gemeente heeft in 1e fase drie rollen. De 1e rol kan in andere fases veranderen.

 Regisseur

 Facilitator

 Financier

Inwoners, organisatie en gemeente zijn alle drie inspirator.

Planning

Februari – april 2017: Samen met maatschappelijke partners en inwoners werken we een tweejaarlijks plan van aanpak uit.

Mei 2017: Plan van aanpak ter besluitvorming (indien extra geld nodig) of ter informatie (bij dekking bestaande middelen) naar de raad.

Budget

In de voorbereidende fase in 2017 wordt inschatting van de inzet van middelen verder uitgewerkt.

Evaluatie

In de voorbereidende fase in 2017 wordt inschatting van moment van en inhoud van evaluatie. Afdelingsplanning is hierbij leidend.

(47)

46

Aantekeningen

(48)

47

(49)

48

9. Soepel van 18- naar 18+

Als je 18 jaar wordt, ben je volwassen in Nederland. Je krijgt dan als jongere rechten en plichten die horen bij een volwassene. Dat is fijn, omdat je vanaf dan alles zelf mag regelen en op eigen benen kunt staan. Soms is het ook ingewikkeld, omdat het niet vrijblijvend is. Zo moeten volwassenen een zorgverzekering regelen, belasting betalen, zich inschrijven voor een woning, of studiefinanciering aanvragen.

Veel jongeren ontwikkelen zich tot gelukkige en gezonde volwassenen. Voor sommige jongeren echter is dat minder vanzelfsprekend. Jongeren, die

bijvoorbeeld moeite hebben met leren. Of jongeren die hulp en begeleiding ontvangen die er thuis niet is. Voor hen is dat minder vanzelfsprekend. Zij moeten vaak ook meer zaken regelen omdat hun hulp en begeleiding betaald moet worden door gemeente of de zorgverzekeraar. Soms moeten ze zich de

vaardigheden die bij volwassenheid horen nog eigen maken. Deze jongeren verkeren in een kwetsbare positie. Het is dan van belang dat er iemand is die hen bij kan staan in de overgang naar 18 jaar. Iemand uit hun netwerk of een professional.

Zoals het nu georganiseerd is, ondervinden jongeren nog teveel hinder van de overgangen van de ene wet naar de andere, doordat de uitvoering hiervan door verschillende instanties plaatsvindt. We zien ook dat er onvoldoende nadruk ligt. Jongeren lopen hierdoor het risico dat ze niet de passende zorg ontvangen in de periode voor en na hun 18e jaar. Hierdoor kunnen ze hun kwaliteiten en kracht onvoldoende ontwikkelen. De problematiek kan verergeren op de korte termijn en op de lange termijn komen ze wellicht in de problemen. Hierdoor hebben zij mogelijk in de toekomst meer en zwaardere zorg nodig, die voorkomen had kunnen worden.

Ons uitgangspunt voor de aanpak 'soepel van 18- en 18 +' is, dat iedere jongere zijn eigen kwaliteiten heeft en in zijn kracht kan staan. Daar waar we met hulp en zorg jongeren willen of moeten ondersteunen in hun ontwikkeling is de leefwereld van jongeren het vertrekpunt, niet de systeemwereld.

De gemeente is verantwoordelijk voor de inrichting van het systeem. Hoewel we niet zelf de uitvoering doen, kunnen we invloed uitoefenen in de opdrachtverstrekking aan en inkoop bij onze lokale partners. Daarnaast hebben we in de regio een stem in de wijze waarop het systeem is ingericht.

Vraagstukken

1. Wie en wat? Uitgaande van de leefwereld van jongeren is dat we een goed beeld hebben wie de jongeren zijn en welke vragen en kansen ze hebben.

2. Hoe op individueel niveau? Uitgaande van de leefwereld van jongeren: hoe kunnen we jongeren die dat nodig hebben zo goed mogelijk voorbereiden op de veranderingen in hun situatie vanaf de dag dat zij 18 jaar worden, passend bij de individuele jongere?

3. Hoe op systeemniveau? Uitgaande van de kracht van jongeren:

hoe zorgen we ervoor dat de overgangen in het systeem, voor een jongere die zorg nodig heeft, soepel verlopen en geen hindernis vormen? Welke systeemfouten kunnen we vinden?

Randvoorwaarden: voor en door jongeren, door het gesprek aan te gaan met jongeren, ouders professionals vrijwilligers etc.

Doelen en meetgegevens

 We hebben jongeren in beeld, met hun kwaliteiten, kansen en vraagstukken (inventarisatie en analyse). We hebben in beeld welke behoeften aan hulp en ondersteuning jongeren hebben.

 We hebben met jongeren, professionals en opvoeders maatwerk en bredere voorzieningen ontwikkeld. We maken resultaten en effecten zichtbaar op de korte en langere termijn.

 We doen voorstellen over de manier waarop we het systeem kunnen verbeteren.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hier zijn twee redenen voor: (1) de bewe- ging van de pastorale diagnostiek heeft een Ameri- kaanse achtergrond, waarin men het onderscheid tussen pastoraat en geestelijke

Het programma Sociale dienstverlening is erop gericht om op 1 januari 2015 organisatorisch klaar te zijn voor de transities. Opdrachtgever: DT – Daan van der Sleen Projectleider:

Er wordt hard gewerkt aan een oplossing, maar nu is het behelpen.” Het liefst zouden Schuit en zijn collega’s zien dat alle gegevens op één manier zouden worden uitgewis- seld,

Uitleg A: goede betaalbaarheid en beschikbaarheid in deze stad geen gentrification / geen differentiatie / concentratie.. Uitleg B: goede spreiding betaalbare woningen binnen deze

We streven naar effectieve en efficiënte ondersteuning en zorg waarmee we de eigen kracht van ouders en jeugdigen versterken met als doel dat ze zo snel mogelijk en zo goed

„Je denkt alleen maar aan wat je zelf wilt en niet aan wat God van Mij vraagt.” Dan zegt Hij tot de leerlingen: „Wie Mij wilt volgen, moet zichzelf wegcijferen en zijn

De evaluatie is uitgevoerd in opdracht van de vier colleges van burgemeester en wethouders, waarbij deze evaluatie tevens dient om, te worden gebruikt in het kader van in

Zoals eerder aangekondigd vindt de bijeenkomst plaats op woensdag 5 februari 2020 van 17.30 uur tot uiterlijk 19.15 uur voorafgaand aan de regio-avond over de GR-en.. Een