• No results found

LOL ik lees! Leesplezier, ook voor beroepsleerlingen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "LOL ik lees! Leesplezier, ook voor beroepsleerlingen"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

oog te verliezen. Daarmee kan het zowel de leraar als de leraar-in-opleiding van dienst zijn.

Referenties

Finkielkraut, A. (2010). Een intelligent hart. Amsterdam: Atlas Contact BV.

Van het Reve, K. (1979). ‘Literatuurwetenschap: het raadsel der onleesbaarheid’.

Baarn: Wereldvenster.

Witte, T. (2008). Het oog van de meester. Delft: Eburon.

Ronde 6

Ruth Lasters

Spectrumschool, Deurne

Contact: ruthjackie@hotmail.com

LOL ik lees! Leesplezier, ook voor beroepsleerlingen

In de openbare bibliotheek van Amsterdam prijkt deze prachtige quote van J.L. Borges op een van de zuilen: “Ik heb me altijd ingebeeld dat het paradijs een bibliotheek zou zijn”. Als men jongeren naar hun voorstelling van het Eden vraagt, krijg je veel ver- schillende antwoorden te horen, die eigenlijk maar één ding gemeen hebben: als een bibliotheek ziet het paradijs er voor de meesten niet uit. We kunnen er niet omheen, de laatste decennia stellen we een extreme daling van het leesplezier vast.

Door de overvloed aan visuele media die vermaak aanbieden aan zapsnelheid, is er een collectivering van zowel de ontspanningswijze als de fantasie aan de gang. Om te ont- snappen aan de alledaagsheid heeft men al lang geen geschreven verhaal meer nodig dat men zelf tot een eigen voorstelling dient te kneden. Daardoor is het boek in de loop der jaren voor veel jongeren in de ‘alleen-als-het-moet-hoek’ beland. Lezen is voor velen een taak geworden zoals vele andere, en even saai en onmagisch als vierkantsver- gelijkingen moeten maken of als het verplicht meeschillen van aardappelen. Dat is ver- ontrustend, aangezien algemeen wordt aangenomen dat lezen cruciaal is voor de alge- mene taal- en cognitieve ontwikkeling, alsook voor het tot stand komen van een rijke, autonome verbeeldingskracht.

30steHSN-Conferentie

204

Conferentie 30_Opmaak 1 28/10/16 16:47 Pagina 204

(2)

Toch is er geen reden tot paniek. Zelfs in een school met een erg hoog percentage aan anderstalige leerlingen is het mogelijk om jongeren te verleiden tot literatuur om de kloof tussen hun moedertaal en het aangeleerde Nederlands te overbruggen. In de school waar ik veertien jaar werkte als leerkracht en als gelijkekansencoördinator zet- ten wij een leesbevorderingsplan op touw, vol creatieve opdrachten, dat uitmondde in een theateropvoering. Ik zag de noodzakelijkheid van zo’n project in toen ik op een dag een ogenschijnlijke lapsus maakte.

Tijdens de nabespreking van een film gebruikte ik in een impuls het woord ‘anachro- nisme’ in een klas vol beroepsleerlingen. Terwijl ik hen de betekenis van de term uit- legde, dacht ik er meteen bij dat ik als gelijkekansencoördinator toch beter had moe- ten weten en mijn taalregister aan mijn doelgroep diende aan te passen. Zelfs Hamed, de meest gedreven leerling van 5-Kantoor, greep verveeld naar zijn gsm, meende ik, wat mijn ongepaste, te complexe woordkeuze alleen maar scheen te onderstrepen.

Toen ik hem verzocht om zijn mobieltje weg te stoppen, zei hij me dat hij het alleen genomen had om iets te noteren. En werkelijk, een paar minuten later verliet hij de middagactiviteit met mijn definitie van het woord ‘anachronisme’ in zijn gsm die in een peperdure Seven jeans spande. Kansarmoede heeft het chicste, duurste uniform in een klas als 5-Kantoor, vol Borgerhoutse jeugd, met designersweaters en Prada- sneakers, zo’n drie keer prijziger dan het gemiddelde docentenschoeisel.

Maatschappelijke onzekerheid hult zich in ‘blingbling’. Daaraan denkend, vermoedde ik meteen dat het spontaan noteren van een woord als ‘anachronisme’ niet alleen duid- de op Hameds ijver, maar dat er meer achter zat. Ik kwam erachter dat zelfs jongeren die schoolmoe zijn plots wel geïnteresseerd waren in taal, als het om dure woorden ging, waarvan zij altijd waren uitgesloten door de leerplannen. Ik besloot om voortaan tijdens elke les een ‘gouden munt’, een verbaal statussymbool te laten vallen.

In het leerplan Project Algemene Vakken (PAV) van de derde graad beroepssecundair onderwijs (bso) zijn er absurd veel domeinen zoals ‘rekenvaardigheid’ en ‘organisatie- bekwaamheid’ die allemaal in vier lestijden per week moeten worden behandeld. Mede daardoor beperkt het taalgedeelte zich tot louter functionele taalvaardigheid. De lexi- cale eindtermen zijn zeer vaag, haast vrijblijvend, omschreven als “het hebben van een gevarieerde woordenschat”. Daarnaast valt op dat leerlingen in het beroepssecundair onderwijs vanaf de tweede graad systematisch worden uitgesloten van verplichte emo- tieve tekstsoorten, die als “doel hebben te ontroeren”, terwijl het leerplan Nederlands voor het algemeen secundair onderwijs (aso) alle tekstsoorten voorschrijft op alle mogelijke verwerkingsniveaus.

Bestaat er iets elitairders dan ‘ontroering’, het bindmiddel van onze soort, slechts offi- cieel te reserveren voor de zogezegde bollebozen? Een leerplan dat alleen het werken met informatieve, persuasieve en prescriptieve tekstsoorten bindend maakt, betekent zoveel als een groot deel van de bevolking afsnijden van taalemotie en -plezier. En laat

6. Leesbevordering

205

6

Conferentie 30_Opmaak 1 28/10/16 16:47 Pagina 205

(3)

net dat essentieel zijn voor een natuurlijke, continue verbale en cognitieve ontwikke- ling. Op die manier blijft het Nederlands van beroepsleerlingen willens nillens een smalle gang vol gesloten deuren, waarachter interessante toneelstukken, politieke debatten en filmdialogen kwetteren in een jargon dat is doorspekt met door hen onbe- grepen termen, die daarom stuk voor stuk uiterst pijnlijk gaan betekenen: “niet bestemd voor ons”.

Elk boek is een tas vol instrumenten om zowel woordenschat als syntaxis behendig te monteren in het eigen formuleringsvermogen. Door ook beroepsleerlingen in contact te brengen met literatuur en zelfs samen met hen teksten te gaan bewerken tot speel- bare theaterstukken, overwinnen zij heel wat lees- en vervolgens ook studiedrempels.

Deze groep jongeren systematisch veroordelen tot louter functionele taalvaardigheid betekent zoveel als hen een zogezegde passe-partout aanreiken die uiteindelijk niet blijkt te passen op heel wat sloten van onze uiterst talige maatschappij. Ook beroeps- leerlingen moeten de dikst mogelijke sleutelbos aangereikt krijgen, die misschien door sommige van hen deels ongebruikt blijft, maar die bij elke stap even luid rinkelt als de bos van alle anderen in de gang.

30steHSN-Conferentie

206

Conferentie 30_Opmaak 1 28/10/16 16:47 Pagina 206

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

- Productie en interactie (schrijven en spreken, mondelinge en schriftelijke gesprekken voeren): gebruiken van tekstelementen zoals structuuraanduiders, visuele

(De hitte die uit het kopje komt, stijgt langzaam omhoog, waardoor de lucht boven het kopje warmer wordt. Je kunt het je een beetje voorstellen als het beklimmen van een trap:

Voor programmatie van structuuronderdelen van de tweede graad aso, bso, kso en tso geldt dat ze programmeerbaar zijn mits goedkeuring door de Vlaamse Regering.. 1 De

Het gaat om een verdeling van de middelen over het regulier en speciaal basisonderwijs en het (voortgezet) speciaal onderwijs, waarbij extra aandacht is voor het voorgezet

Misschien moeten er wel accen- ten zijn die speciaal interessant zijn voor leerlingen in het beroepssecundair onderwijs, maar een sterke persoonlijkheid, goede communicatieve

Een belangrijk gevolg is dat er op dit moment een duidelijke doorlopende leerlijn voor taalbeschouwing bestaat van het basisonderwijs of primair onderwijs over de eerste

Na een korte introductie over de didactische aanpak in het leerplan Nederlands van het Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs (VVKSO) voor de

• boekgebonden vragen en opdrachten die peilen naar de inhoud van het boek (thema’s en motieven), het taalgebruik, literaire begrippen,….. • boekonafhankelijke vragen