PROGRAMMA
BEGROTING
2011
Inhoudsopgave
Voorwoord en leeswijzer 4
1 Resultaat, bijstellingen, nieuw beleid en dekkingsplan. 6
2 Financiële begroting 2011 12
3 Meerjarenbegroting 2011 - 2014 15
4 Onvoorzien 17
5 Algemene dekkingsmiddelen 18
6 Lokale heffingen 19
7 Weerstandsvermogen 23
8 Onderhoud kapitaalgoederen 32
9 Financieringsparagraaf 35
10 Bedrijfsvoering 38
11 Verbonden Partijen 41
12 Grondbeleid 47
13 Reserves en voorzieningen 50
14 Begroting cluster 0 t/m 9 52
Voorwoord en leeswijzer
Hierbij bieden wij u op basis van artikel 190 van de Gemeentewet de begroting 2011 inclusief de meerjarenbegroting 2012-2014 aan. De begroting geeft naast inzicht in de belangrijkste doelen en activiteiten voor 2011 ook een beeld van het (meerjarig) financieel perspectief van de gemeente.
Dit perspectief baart ons grote zorgen. Nadat wij in de afgelopen jaren u ruim sluitende begrotingen mochten aanbieden met veel voorstellen voor nieuw beleid met sterke accenten en impulsen in de samenleving is er nu sprake van een sterk verslechterend financieel perspectief.
Dit beeld is niet helemaal nieuw. Bij de presentatie van de begroting 2010 en in de perspectievennota 2010 is dit al eerder aangegeven.
Alhoewel wij hadden gehoopt dat er ten aanzien van de rijksbezuinigingen nu meer duidelijkheid zou zijn moeten wij meedelen dat er nog steeds geen duidelijkheid is over de juiste omvang.
In deze begroting 2011-2014 hebben wij in de jaarschijven 2012-2014 de eerste 3 tranches van jaarlijks € 500.000 opgenomen inzake de rijksbezuiniging. Nog niet zichtbaar zijn de tranches 4 en 5 voor de jaren 2015 en 2016. In de perspectievennota 2010 hebben wij het totaalbedrag ingeschat op
€ 2.500.000.
Wel is duidelijk geworden dat er inmiddels naast de “bevriezing”’van de Algemene uitkering verdere kortingen zijn doorgevoerd op de rijksvergoedingen voor de uitvoering van de Wet Werk en Bijstand (WWB), Wet maatschappelijke Ondersteuning (WMO) en Wet Sociale Werkvoorziening WSW.
Hopelijk zal het a.s. Regeerakkoord meer duidelijkheid geven over de financiële toekomst van de lagere overheden en de verdere decentralisatie van taken naar gemeenten.
De begroting voor 2011 is sluitend met een klein voordelig resultaat van € 5.000. In de voorliggende begroting hebben wij op basis van een kritische blik diverse ramingen bijgesteld omdat de budgetten ontoereikend waren dan wel omdat de baten te hoog waren opgenomen. Dit noopte ons gelijktijdig tot het doorvoeren van ombuigingsmaatregelen.
Ook in de eerder ( begroting 2010) neergelegde voorstellen voor nieuw beleid incidenteel hebben wij nadere keuzes gemaakt. Daarbij hebben wij bepaalde verhogingen van budgetten voor onderhoud achterwege gelaten. Wij proberen door de inzet van voordelen uit aanbestedingen het onderhouds- niveau op een voldoende niveau (6) te kunnen handhaven.
Met deze begroting denken wij dat wij in 2011 nog voldoende middelen hebben om de kwaliteiten van onze gemeente op diverse terreinen verantwoord te houden.
Voor de jaren 2012 en verder verwachten wij “zwaar weer”. In het eerste hoofdstuk hebben wij ook een doorkijk gemaakt naar jaren 2015 en 2016. Daarbij loopt het tekort op tot € 3,3 miljoen.
Om dit tekort te kunnen wegwerken gaan wij een ombuigingsoperatie doorvoeren.
Al bij de behandeling van deze begroting in de raad zullen wij een plan van aanpak inzake de ombuigingsoperatie 2012-2016 aan uw raad aanbieden. Dit plan zal met de vastgestelde begroting naar Gedeputeerde Staten van Drenthe worden gezonden.
Daarbij zullen er zowel intern als extern stevige maatregelen moeten worden genomen. Intern hebben wij een taakstelling in de bedrijfsvoering opgevoerd voor een bedrag van € 1.500.000, te realiseren in de komende jaren. (volledige realisatie in 2016). Daarbij is het niet onbelangrijk te vermelden dat er daarnaast in 2010 inmiddels al een taakstelling inzake de bedrijfsvoering ligt van ca € 1.000.000.
Daarnaast zal er naar buiten toe ook sterk omgebogen moeten worden. Daarbij zullen ingrijpende maatregelen niet uitblijven.
Ten opzichte van de begroting van voorgaande jaren willen wij niet onvermeld laten dat - wij in samenspraak met de werkgroep Planning & Control vanuit de Gemeenteraad- in deze begroting een wijziging hebben doorgevoerd op de onderdelen Beleidsdoelen, Maatschappelijke effecten en Wat gaan we doen? De 30 Programma’s zijn nu ondergebracht in 10 Clusters.
Wij hopen dat hiermee de informatievoorziening verder wordt verbeterd.
Wij vertrouwen erop dat deze begroting een goed inzicht geeft in het financiële perspectief, de beschikbare middelen voor 2011 en volgende jaren en de inzet daarvan voor de inwoners van onze gemeente.
De begroting wordt behandeld in de vergadering van de Gemeenteraad van dinsdag 2 november a.s.
Vries, 5 oktober 2010.
Burgemeester en wethouders
1. Resultaat, bijstellingen, nieuwe beleid en dekkingsplan.
In dit hoofdstuk gaan wij in op:
1. Resultaat.
2. Overzicht van de beschikbare structurele en incidentele middelen 2011 en de invulling hiervan.
3. Vervolgstappen en onderzoeken.
1. Resultaat.
Uitkomsten.
De voorliggende begroting 2011 van de gemeente is sluitend. In meerjarig perspectief is er echter sprake van een sterk oplopend tekort. Dit op basis van de huidige aannames.
Het gepresenteerde resultaat is als volgt tot stand gekomen:
a. Op basis van de in de perspectievennota 2010 neergelegde kaders is de concept-begroting 2011-2014 opgesteld.
b. De uitkomsten hiervan zijn beoordeeld op realiteit. Dit leidde ertoe dat een reeks van ramingen structureel en incidenteel moest worden bijgesteld om te voorkomen dat er op voorhand al diverse budgettekorten zouden ontstaan, die vervolgens in de voorjaarsnota 2011 weer moeten worden afgedekt.
c. De nieuwe uitkomsten resulteerden erin dat er gelijktijdig een 1e ombuigingsronde in de vorm van efficiencymaatregelen is doorgevoerd en tevens een lagere bijdrage aan de regiovisie kon worden ingeboekt.
d. Aansluitend zijn de noodzakelijke middelen voor structureel nieuw beleid 2011 opgevoerd.
2011 2012 2013 2014
Concept-begroting 721.241 154.390 -710.008 -1.533.365
Bijstellingen -1.027.098 -1.027.098 -1.027.098 -1.027.098
Vastgesteld Nieuw beleid 2011: 2e tranche zwembaden (Raadsbesluit 27 april 2010)
-200.000 -200.000 -200.000 -200.000
Efficiencymaatregelen 545.728 780.528 889.603 984.403
Bijdrage Regiovisie voordeel 47.142 47.142 47.142 47.142
Nieuw beleid structureel 2011 -82.000 -82.000 -82.000 -82.000
Resultaat 5.013 -327.038 -1.082.361 -1.810.918
Als we de concept-uitkomsten –zoals vermeld in de bovenste rij- vergelijken met de uitkomsten vermeld in de bijlage behorende bij onze brief van 25 juni jl. inzake de financiële effecten
voortvloeiende uit de juni-circulaire 2010 Gemeentefonds dan zien we het volgende beeld. (De brief is in aanvulling gestuurd op de perspectievennota 2010.
2011 2012 2013 2014
Uitkomsten brief 25 juni 2010 282.289 -136.711 -637.711 -1.077.711
concept-begroting 721.241 154.390 -710.008 -1.533.365
Verschil 438.952 291.101 -72.297 -455.654
Het meest opvallende hierbij is het sterk negatieve verschil in de jaarschijf 2014. De oorzaak hiervan is gelegen in het feit dat deze jaarschijf in de perspectievennota voor het eerst is gepresenteerd en met name een extrapolatie is van de jaarschijf 2013 inclusief enkele mutaties waaronder de 3e tranche van de verwachte rijksbezuiniging ad € 500.000. Met de opmaak van de begroting 2011-2014 is gekozen voor deze systematiek.
Bijstellingen.
In de voorjaarsnota 2010 hebben wij als gevolg van ontoereikende budgetten een groot nadelig resultaat gemeld op de exploitatie 2010 ten bedrage van ca € 2.500.000. Deze tegenvallers zijn incidenteel afgedekt door te beschikken over de reserves, waaronder een fors bedrag ten laste van de Argi ( € 1.250.000).
Om te voorkomen dat er weer een soortgelijke situatie ontstaat bij de voorjaarsnota 2011 hebben wij de uitkomsten van de concept-begroting getoetst op realiteit. Dit leidde ertoe dat wij diverse ramingen hebben bijgesteld.
Het betreft de navolgende hoofdonderdelen:
Nr. Hoofdonderdeel structureel incidenteel
1. Bijdragen aan Gemeenschappelijke regelingen en loonbijstellingen gesubsidieerde instellingen
450.098
2. Bouwleges 200.000 280.281
3. Inkomensvoorzieningen WWB 277.000
4. Overige voorzieningen ISD 100.000 437.208
5. Boekwaarde plafond complexen OBT 155.830
6. Overige bijstellingen 121.667
totaal 1.027.098 994.986
De structurele bijstellingen ten bedrage van € 1.027.098 worden via de 1e wijziging opgenomen in de begroting en maken onderdeel uit van het resultaat. De incidentele bijstelling ten bedrage van
€ 994.986 wordt eveneens via de 1e wijziging verwerkt. Hiertegenover staat een extra inkomst voor hetzelfde bedrag, zijnde een onttrekking aan de Argi.
Omdat wij een aantal zaken incidenteel hebben bijgesteld betekent dit dat hier in samenspraak met de Gemeenteraad nog nadere besluitvorming over moet worden gepleegd om te voorkomen dat deze een structureel karakter krijgen. Het gaat hierbij met name om beleidswijzigingen rondom de autonome gemeentelijke voorzieningen, zoals het Meedoen-beleid en schuldhulpverlening.
Voor het complex Vriezerbrug-zuid in het grondbedrijf en voor de overtollige gronden binnen het complex “verspreide gronden” zal nog nader beleid worden geformuleerd en aan de Gemeenteraad worden voorgelegd. Ten aanzien van de overige bijstellingen (nr.6) zullen ook nog maatregelen worden getroffen om de kosten voor levering en diensten van derden verder te begrenzen.
Vastgesteld nieuw beleid 2011.
In de raadsvergadering van 27 april jl. is bij de kredietvotering ten behoeve van de zwembaden besloten om de 2e tranche van de dekking (nieuw beleid 2011)ook al mee te nemen.
Dit betekent dat deze last t.b.v. € 200.000 nu al meegenomen moet worden in het resultaat.
1e Ombuigingsronde.
Gelet op het toekomstige financiële perspectief hebben wij in de aanloop naar de begroting de organisatie al gevraagd om ombuigingsvoorstellen op te stellen en voor te leggen.
Wij hebben deze voorstellen beoordeeld en daarbij nog geen rigoureuze keuzes hoeven maken.
De gekozen voorstellen zijn te betitelen als efficiencymaatregelen en geringe beleidsombuigingen Middels deze operatie hebben wij voldoende middelen om de begroting 2011 structureel sluitend te krijgen.
Gelijktijdig is het ook gelukt om de jaarlijkse bijdrage aan de Regiovisie met een bedrag van € 47.142 te verminderen. De maatregelen worden in de 2e wijziging van de begroting verwerkt.
Ombuigingen naar taakgebieden.
2011 2012 2013 2014
Algemeen bestuur en bedrijfsvoering 93.935 100.735 100.735 100.735
Openbare orde en veiligheid 17.000 107.000 107.000 107.000
Publiekszaken 264.673 264.673 264.673 264.673
Wegen en groen 144.859 168.859 168.859 168.859
Welzijn, onderwijs en sport 25.261 139.261 248.336 343.136
totaal 545.728 780.528 889.603 984.403
Verdeeld naar uitgaven en inkomsten 2011 2012 2013 2014
Uitgaven 335.728 546.528 655.603 750.403
Inkomsten 210.000 234.000 234.000 234.000
totaal 545.728 780.528 889.603 984.403
In de hierboven vermelde ombuigingen binnen het taakgebied Welzijn, onderwijs en sport zijn ook voorstellen opgenomen, die oorspronkelijk gerelateerd waren aan de taakstelling Revitalisering Beleidsprogramma’s ten bedrage van € 500.000. Van deze taakstelling is € 150.000 gerealiseerd bij de voorjaarsnota 2009. Het restant t.b.v. € 350.000 is gecorrigeerd in de perspectievennota 2010.
Daardoor kunnen de voorstellen nu worden meegenomen in voornoemde ombuigingsronde.
Nieuw beleid structureel 2011.
In de begroting 2010 hadden wij het voornemen om voor het jaar 2011 structureel nieuw beleid door te voeren tot een bedrag van € 346.794. Hiervan hebben wij nu naast het bedrag van € 200.000 (2e tranche zwembaden) slechts een bedrag opgenomen van € 32.000 voor het “electronisch kinddossier”
en € 50.000 voor een uitbreiding van de formatie van het team veiligheid binnen de afdeling BMV.
Alle overige voorstellen hebben wij niet gehonoreerd.
Resultaat.
Het resultaat onderaan de streep komt voor 2011 uit op een bedrag van € 5.000.
Hierbij willen wij aantekenen dat dit resultaat nog aan wijzigingen onderhevig is. De uitkomsten van de tussentijdse bijstelling van de exploitatie 2010 alsmede de uitkomsten van de september-circulaire 2010 zijn nog onbekend.
Hierover wordt de Gemeenteraad separaat geïnformeerd via de Najaarsnota 2010 die gelijktijdig met de begroting wordt behandeld.
Op de negatieve resultaten 2012, 2013 en 2014 en de oplossing hiervan komen wij terug in onderdeel 3.
2. Overzicht van de beschikbare structurele en incidentele middelen 2011 en de invulling hiervan.
Structurele middelen.
In deze begroting is voor nieuw beleid structureel 2011 een bedrag opgevoerd van € 82.000.
Voor de jaren daarna is er in de begroting geen budget opgenomen voor structureel nieuw beleid.
Als er middelen benodigd zijn voor nieuw beleid dan zal dit middels ombuigingen moeten worden gevonden. Ook dit zal in een ombuigingsplan ( zie onderdeel 3) moeten worden meegenomen.
Incidentele middelen.
Aan incidentele middelen is voor 2011 een bedrag opgenomen van € 2.562.576.
Dit bedrag is in de begroting opgenomen en wordt gedekt door een onttrekking aan de Argi.
Het betreft de navolgende voorstellen:
2011 2012 2013 2014 Totaal
Bijdrage gebiedsgericht beleid 75.000 75.000
Gedragsbeïnvloeding en oplossen lokale knelpunten
verkeerssituaties 100.000 100.000
Onderhoud beschoeiing vijvers 40.000 40.000
In stand houden niveau parkmeubilair 77.653 77.653
Bijdrage Toeristisch Informatie Punt (TIP) Tynaarlo 34.023 34.023
Subsidie Trias op huidig niveau handhaven 65.062 65.062
Subsidie muziekverenigingen handhaven op huidig niveau
20.532 20.532
Subsidie activiteiten kunst en cultuur handhaven op
huidig niveau 3.060 3.060
Subsidie Lokale omroep handhaven 15.360 15.360
Bijdrage aan project de Kiep handhaven op huidig
niveau 2.907 2.907
Bijdrage aan natuur en milieu educatie handhaven 8.427 8.427
Bijdrage sportstimulering handhaven 52.360 52.360
Bijdrage breedtesport handhaven 36.233 36.233
Informatiebeleidsplan 74.000 74.000
Investeren in een duurzame leefomgeving 90.000 90.000
Millenniumdoelen 50.000 50.000
Suppletie aan basisonderwijs voor exploitatietekorten
i.v.m. energie- en onderhoudskosten gebouwen 137.127 137.127 Recreatieve voorzieningen herinrichting Peize 174.720 174.720
Digitalisering milieuvergunningen 140.000 140.000
Uitvoering LOP en kwaliteitsimpuls houtwallen 150.000 150.000
Archeologie, beleidswaardenkaart 30.000 30.000
Aanleg recreatieve fietspaden 100.000 100.000
Speelvoorzieningen 50.000 50.000
Jeugdsoos Plexat traject 2010 Eelde 75.000 75.000
Activiteiten kunst en cultuur 33.000 33.000
Versterking functies lokale musea 50.000 50.000
Bijdrage Tips (Drenthe) 13.477 13.477
Herinrichting kleine en grote Brink 350.000 350.000
Opstellen woonplan 2011 20.000 20.000
Renoveren kerktoren Zuidlaren 40.000 40.000
Kosten uitvoering wsw 58.541 58.541
Cofinanciering Geopark De hondsrug en
actieplannen toerisme, zorg etc. 20.000 20.000
Energy Business Campus 25.000 25.000
Evenementensubsidie corso Eelde 33.553 33.553
Kosten uitvoering wsw 40.541 40.541
Boa's 132.000 132.000
Rotonde Donderen 145.000 145.000
Totaal INCIDENTEEL NIEUW BELEID 2.562.576 p.m. p.m. p.m. 2.562.576
Vervallen nieuw beleid incidenteel 2011 zoals aanvankelijk in de begroting 2010 was opgenomen.
Vanwege het verslechterende financiële perspectief hebben wij ten aanzien van het aanvankelijk in de begroting 2010 opgenomen nieuw beleid incidenteel voor 2011 een heroverweging gemaakt.
Daarbij zijn de navolgende zaken komen te vervallen.
Vervallen onderwerpen bedrag
Gedragsbeïnvloeding en oplossen lokale knelpunten verkeerssituaties ( deels vervallen)
40.000 In stand houden ANWB bewegwijzering 9.597 In stand houden onderhoudsniveau wegen op huidig
niveau (zwerfvuil) *)
66.018 In stand houden onderhoudsniveau wegen op huidig
niveau (Bor niveau)*)
39.049 Aanleg en verbetering voorzieningen gehandicapten
in openbare ruimte
50.000 In stand houden onderhoudsniveau groen op huidig
niveau *)
368.226
Subsidie ontwikkelingssamenwerking 6.055
Budget preventieve activiteiten in incidentele Subsidie 12+
7.087 Beheerafspraken inzake openbaar groen 27.500
Electronisch kinddossier 7.924
Incidentele kosten MFA Zeyen i.v.m. tijdelijke huisvesting
433.000
Rotonde Meerweg 540.000
Veiligheidscontroles bomen in de gemeente 52.500 Aanleg parkeerplaatsen in diverse dorpen 30.000 Aanleg recreatieve fietspaden (deels vervallen) 180.000
Cultuur in de soos 19.500
Ontwikkeling en verbreding digitale dienstverlening 30.000 Versterking functionele Verbreding bibliotheekwerk 30.000
Totaal 1.936.456
*)Ter compensatie van de vervallen bedragen voor het onderhoud van wegen en groen wordt voorgesteld om voor de jaren 2011 en 2012 nog jaarlijks € 110.000 te compenseren ten laste van de Argi.
Nieuw beleid 2012 en volgende jaren.
Vanwege de verslechterende begrotingspositie hebben wij nog geen definitieve keuzes gemaakt t.a.v.
het nieuw beleid voor 2012 en volgende jaren. Wij hebben in de voorgaande collegeperiode incidentele middelen opgevoerd voor een periode van 4 jaar. Of deze beleidslijn kan worden gehandhaafd is nog sterk onzeker. Dit hangt af van de beschikbare middelen in de Argi, het
voornemen om een buffer van € 4.000.000 beschikbaar te houden (Perspectievennota 2010) voor de nieuwe bestuursperiode en het meerjarig investeringsplan.
Wij onderkennen dat er ook voor die jaren klussen moeten worden geklaard. Aan de honorering van de voorstellen zullen wij een aantal criteria koppelen. Daarbij denken wij onder andere aan
co-financieringsmogelijkheden, aanbestedingsvoordelen door “werkhonger” en een breed profijt voor de inwoners.
In het op te stellen ombuigingplan ( zie onderdeel 3) zullen wij nader ingaan op de realisatie van de ambities voor de komende jaren.
3. Vervolgstappen en onderzoeken.
De resultaten van de jaarschijven 2012 en volgende van de meerjarenbegroting vertonen een sterk oplopend tekort.
Een negatief toekomstbeeld is al eerder geschetst in de begroting 2010 en de perspectievennota 2010.
Inmiddels hebben wij ook al een verdere doorkijk gemaakt naar de jaren 2015 en 2016. In deze jaren komende de 4e en 5e tranche van de rijksbezuinigingen ( 2 x € 500.000) als extra tegenvaller om de hoek en eindigt ook de afspraak inzake jaarlijkse bijdrage vanuit het Grondbedrijf t.b.v. € 500.000.
Dit alles leidt ertoe dat het tekort oploopt naar ruim € 3.300.000.
Op dit moment is het niet mogelijk om hiervoor een dekkingsplan te presenteren.
Wij gaan dan ook een ombuigingsoperatie opstarten voor de komende jaren.
Daarbij zullen wij ingrijpende maatregelen moeten nemen.
Onze toezichthouder ( Gedeputeerde Staten van Drenthe) heeft dit voorjaar in een brief aan de Drentse gemeenten de criteria kenbaar gemaakt inzake het financiële toezicht.
T.a.v. de begroting 2011 geldt voor het repressief toezicht het volgende uitgangspunt:
De begroting voor het jaar 2011 dient, naar het oordeel van de provincie, materieel in evenwicht te zijn of als dat niet het geval is dient de meerjarenraming aannemelijk te maken dat dit evenwicht in de eerstvolgende jaren tot stand zal worden gebracht. De ramingen dienen volledig en reëel te zijn.
Als er sprake is van een structureel begrotingstekort dan kan het reden zijn voor preventief toezicht.
Als er bezuinigingstaakstellingen/maatregelen worden opgevoerd in de meerjarenbegroting dan zullen deze worden getoetst.
Voor een positief oordeel is het noodzakelijk dat de Gemeenteraad, als hoogste bestuursorgaan van de gemeente, een uitspraak doet over de invulling van deze bezuinigingsmaatregelen.
Verder dient het proces dat bij het concretiseren van de maatregelen wordt gevolgd vast te liggen.
Het vorenstaande noopt ons dus ook tot het opstellen van een ombuigingsplan voor de komende jaren.
Binnenkort zal het plan aanpak inzake een ombuigingsoperatie 2012-2016 worden opgesteld. Dit plan zullen wij gelijktijdig met de door de raad vastgestelde begroting 2011-2014 naar de provincie zenden.
2. Financiële begroting 2011
In dit hoofdstuk presenteren wij de financiële begroting 2011 - 2014. In de financiële begroting wordt ingegaan op de onderdelen die ook volgens het Besluit Begroting en Verantwoording moeten worden opgenomen. Deze onderdelen zijn:
Onderdeel 1: Overzicht van baten en lasten per cluster, een toelichting op grote verschillen en op incidentele baten en lasten.
Onderdeel 2: Een uiteenzetting van de financiële positie, zodat inzicht ontstaat in elementen als investeringen, arbeidskosten, financiering en stand van reserves en het verloop van reserves.
Onderdeel 1
Overzicht van baten en lasten per cluster en een toelichting op grote verschillen en op incidentele baten en lasten.
Voor het overzicht van lasten en baten per cluster wordt verwezen naar hoofdstuk 14 van deze begroting.
Verschillen ten opzichte van 2010
De begroting 2011 - 2014 is opgesteld op basis van de vastgestelde begroting 2010 inclusief alle besluiten die genomen zijn tot 30 juni 2010. Daarnaast is de vastgestelde perspectievennota uitgangspunt voor de primitieve begroting 2011. Ten opzichte van de structurele elementen in de actuele begroting 2010 zijn er derhalve geen grote verschillen. Het belangrijkste verschil ontstaat door de incidentele begrotingsposten in de begroting 2010, de ontwikkeling van de Algemene Uitkering en bijstellingen in de begroting 2011 zoals die zijn weergegeven in hoofdstuk 1.
Overzicht van incidentele baten en lasten
In de begroting zijn naast structurele gelden ook incidentele gelden opgenomen.
In hoofdstuk 1 nieuw beleid (incidenteel) is aangegeven welke investeringen voor 2011 worden voor- gesteld. In onderstaand overzicht staan de overige incidentele baten en lasten, waarbij ook een korte toelichting is opgenomen.
Bedragen x € 1.000
Cluster 2011
Incidentele
2012 Incidentele
2013 Incidentele
2014 Incidentele Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten baten
6 Inkomensvoorzieningen 30
8 Volkshuisvesting 100
9 Algem. Middelen 248
VD Verdeeldienst 90 90 90 90
Nieuw incident. beleid 2.563 2.563 p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m.
Totaal 2.811 2.783 p.m. 90 p.m. 90 p.m. 90
Toelichting incidentele baten en lasten
Ad cluster 6 Een verwachte stijging van de werkloosheid, leidt tot hogere lasten voor het inkomensdeel WWB. Dit tijdelijk nadeel wordt onttrokken uit de ARCA.
Ad cluster 8 Door verwachte tijdelijke vertraging in de verkoop van woningen etc. is een daling van de bouwleges voorzien. Dit nadeel wordt onttrokken uit de ARCA.
Ad cluster 9 Betreft rente kortlopende leningen. De verwachting is dat deze tijdelijk lager zijn dan normaal. Het voordeel wordt in de ARCA gestort.
.
Ad VD Betreft een tijdelijke verhoging van de salariskosten door maatregelen van het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds ( ABP). Het ABP gaat de
pensioenpremies tijdelijk verhogen om te kunnen voldoen aan de voorgeschreven dekkingsgraad. Wordt onttrokken uit de ARCA.
Ad incidenteel beleid Betreft jaarlijkse incidentele uitgaven waar per jaar besluitvorming over plaatsvindt. Dekking uit de ARGI, conform gemeentelijk beleid.
De gronden waarop de ramingen zijn gebaseerd
Algemeen
De basis voor de begroting is vastgesteld beleid. Dit zijn de vastgestelde begroting 2010 en alle structurele effecten uit besluitvorming t/m 30 juni 2010.
De waarderingsgrondslagen voor activa en passiva zijn ongewijzigd en conform de grondslagen zoals die in de jaarrekening 2009 zijn gehanteerd.
In de perspectievennota zijn de uitgangspunten en indexeringen benoemd.
Prijsindex
De index van de prijsontwikkeling is vastgesteld op 0% en vanaf 2014: 1,5%. De index van de subsidies en bijdragen aan derden wordt ook vastgesteld op 0% en vanaf 2014: 1,5%.
Personeelslasten
Voor personeelskosten is uitgegaan van een CAO stijging van 1,5%. Daarnaast nog een verhoging van de pensioenpremie met 1% i.v.m. maatregelen van het ABP.
De personeelsformatie is gebaseerd op het functieboek per 1 januari 2010, inclusief alle wijzigingen t/m 30 juni 2010.
Onderdeel 2
Een uiteenzetting van de financiële positie, zodat inzicht ontstaat in elementen als investe- ringen, arbeidskosten en stand van reserves en het verloop van reserves.
Investeringen
Onder investeringen wordt ingegaan op de inzet van gelden voor nieuw beleid, incidenteel en structureel. In hoofdstuk 1 is dat opgenomen.
Daarnaast zijn er vervangingsinvesteringen waarvan de last onder de kapitaallasten is opgenomen. In de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen zijn de belangrijkste investeringen in kapitaalgoederen genoemd.
Arbeidskosten
De directe personeelskosten voor de hele interne organisatie (inclusief bestuur) in de begroting 2011 zijn € 15.744.601. Het verloop van deze kosten in een aantal jaren is als volgt:
2012 15.919.780 101%
2013 16.154.934 103%
2014 16.393.616 104%
In deze kosten zijn naast CAO verhogingen ook de tijdelijke verhogingen van pensioenpremies opgenomen.
Verloop van de reserves
De reservepositie per 1-1-2011 wordt als volgt gecomprimeerd weergegeven:
Reserves en voorzieningen Stand per 1 januari 2011
Arca
6.023.000
Argi 6.299.571
Bestemmingsreserves (totaal) 40.963.424
Totaal reserves 53.285.995
Voorzieningen (totaal) 7.360.579
Totaal Reserves en voorzieningen 60.646.574
In hoofdstuk 13 wordt verder ingegaan op het verloop van de reserves.
In d e r e s u lt a te n z it te n d e p e rs o n e le t a a k s te ll in g e n o p g e n o m e n .
2011201220132014 terslastenbatenverschillastenbatenverschillastenbatenverschillastenbatenverschil emeen bestuur4.573573-3.9994.571573-3.9974.618573-4.0454.683582-4.101 penbare orde en veiligheid1.71822-1.6961.71322-1.6911.71721-1.6951.73623-1.713 rkeer en Mobiliteit3.02142-2.9782.98842-2.9462.99342-2.9503.00843-2.965 onomische Zaken, reatie en idsmarktbeleid4.4133.622-7914.4113.622-7904.4163.622-7944.4783.676-802 nderwijs3.186480-2.7073.254480-2.7753.291480-2.8123.306487-2.819 ciale samenhang en aarheid6.890825-6.0656.741769-5.9736.669769-5.9016.723781-5.942 ciale voorzieningen en tschappelijke stverlening10.5773.572-7.00510.5403.572-6.96810.5513.572-6.97910.7093.626-7.083 ezonde leefomgeving10.1677.018-3.14910.1927.069-3.12310.1957.141-3.05410.2627.253-3.009 uimtelijke ordening en shuisvesting15.92513.780-2.14515.87313.861-2.01215.87613.841-2.03516.07914.021-2.058 anciering8.45038.08429.6347.96137.82129.8607.72336.85229.1297.35135.98928.639 ultaat voor bestemming68.92068.017-90268.24567.831-41468.04966.914-1.13568.33466.481-1.854 toevoegingonttrekkingsaldotoevoegingonttrekkingsaldotoevoegingonttrekkingsaldotoevoegingonttrekkingsaldo tie met de reserves4.2805.9031.6243.9674.5365694.0304.4544244.0944.414320 ultaat na bestemming721154-711-1.533
3. Meerjarenbegroting 2011-2014
Toelichting meerjarenraming
Algemeen
De basis voor de begroting is aanvaard beleid. Dit zijn de vastgestelde begroting 2010 en alle structurele effecten uit besluitvorming t/m medio 2010.
De waarderingsgrondslagen voor activa en passiva zijn ongewijzigd en conform de grondslagen zoals die in de jaarrekening 2009 zijn gehanteerd.
De meerjarenbegroting is exclusief structureel nieuw beleid en dekkingsvoorstellen zoals die in hoofdstuk 1 zijn benoemd.
Mutatie met reserves
De mutaties met de reserves zijn gebaseerd op bestaand beleid en bestaan voornamelijk uit:
1) de storting van de bespaarde rente naar de reserves
2) het onttrekken van gelden uit de reserves voor incidenteel beleid en dekking kapitaallasten gemeentehuis.
Daarnaast is in de perspectievennota opgenomen dat tijdelijke effecten van de economische crisis worden verrekend met de algemene reserve calamiteiten ( ARCA).
Voor alle mutaties met de reserves geldt dat dit aansluit bij meerjarige afspraken en kunnen daarom als structureel worden gezien.
Perspectievennota bij begroting 2011-2014
In de kaderbrief zijn de uitgangspunten en indexeringen benoemd. De belangrijkste uitgangspunten worden hier benoemd.
Algemene lasten en subsidies aan derden
De index van de prijsontwikkeling is vastgesteld op 0% en vanaf 2014 op 1,5%. De index van de subsidies en bijdragen aan derden wordt ook vastgesteld op 0% en vanaf 2014 op 1,5%.
Kapitaallasten
Afschrijvingslasten worden, met inachtneming van de afschrijvingstermijnen uit de verordening 212, berekend o.b.v. de staat van vaste activa. De boekwaarden per 1-1 vormen de grondslag voor berekening.
Personeelslasten
Voor personeelskosten is uitgegaan van een CAO stijging van 1,5%. Daarnaast nog een verhoging van de pensioenpremie met 1% i.v.m. maatregelen van het ABP.
De personeelsformatie is gebaseerd op het functieboek per 1 januari 2010, inclusief alle wijzigingen t/m medio juni 2009.
Algemene uitkering
De omvang van de algemene uitkering wordt berekend op basis van de juni-circulaire 2010.
De algemene uitkering daalt in het meerjarenperspectief.
4. Onvoorzien
In het overzicht van onvoorzien wordt een verantwoording gegeven op het gebruik van het geraamde bedrag voor onvoorzien. De post onvoorzien is als een post in de begroting opgenomen en dient als dekking voor incidentele lasten en structurele lasten voortvloeiend uit nieuw beleid. Onvoorzien wordt verantwoord onder cluster 9: Financiering.
Bestaand beleid is, dat een bedrag van € 75.000 voor incidenteel onvoorzien wordt begroot en
€ 12.500 voor structureel algemeen.
Het begrotingsbedrag voor incidenteel nieuw beleid is de jaarschijf 2011, zoals is vastgesteld in de programmabegroting 2010.
In het boekjaar wordt de stand en het verloop van deze onvoorzien posten iedere 2 weken aan de gemeenteraad gerapporteerd, als daartoe door begrotingswijzigingen aanleiding toe is.
Onvoorzien incidenteel algemeen €
(kostenplaats 4.07.0610 / 4000.100)
Beschikbaar geraamd 2011 75.000
Onvoorzien incidenteel nieuw beleid (kostenplaats 4.07.0612/4000.100)
Beschikbaar geraamd 2011 2.562.576
Onvoorzien structureel algemeen
Beschikbaar geraamd 2011 6.622
5. Algemene dekkingsmiddelen
In het overzicht van de algemene dekkingsmiddelen wordt een verantwoording aangegeven op de volgende onderdelen
• Lokale heffingen, waarvan de besteding niet gebonden is
• Algemene uitkeringen
• Dividend
• Saldo van de financieringsfunctie
In totaliteit zien de financiële uitkomsten er uit als volgt:
∗ Het saldo van de financieringsfunctie is het saldo van (a) de betaalde rente (last) over de
aangegane leningen en over de aangetrokken middelen in rekening courant en (b) de ontvangen rente (baat) over de uitzettingen.
Algemene dekkingsmiddelen
Raming
begrotingsjaar ( X 1.000)
Lokale heffingen, waarvan de
besteding niet gebonden is 4.043
Algemene uitkeringen 25.875
Dividend 510
Saldo van de financieringsfunctie* -2.195
Totaal 28.233
6. Lokale heffingen
6.1. Inleiding
Deze paragraaf heeft betrekking op de gemeentelijke belastingen, de lokale heffingen, waarvan de besteding gebonden is, de leges en het kwijtscheldingsbeleid.
In de vergelijkingen met voorgaande jaren wordt uitgegaan van de primitieve begroting.
6.2 Beleidsuitgangspunten
In “Tynaarlo op koers” zijn de hoofdlijnen van het beleid voor 2010 tot en met 2014 uitgezet. De hoofdlijn met betrekking tot de gemeentelijke financiën en heffingen, die genoemd wordt luidt als volgt:
Financiële beheersing en beheersing lastendruk burgers.
Daarbij wordt expliciet aangegeven, dat wij de OZB met maximaal 2% willen laten stijgen.
Het algemene uitgangspunt kan als volgt worden vertaald:
• zo laag mogelijke financiële lasten voor de burgers;
• heffingen en tarieven op een kostendekkend niveau houden of brengen;
• belastingen worden in beginsel niet verder verhoogd dan de ontwikkeling van het prijsindexcijfer voor de gezinsconsumptie;
Verder is het van belang, dat het principe wordt gevolgd, dat extra verhogingen duidelijk gemotiveerd worden naar belastingplichtigen.
6.3 Tariefsaanpassingen
Heffing 2011 2012 2013 2014
O.z.b. 2 % 2 % 2 % 2%
O.z.b. niet-won. 5 % *) 2 % 2 % 2%
Afvalstoffenheffing kostendekkend kostendekkend kostendekkend kostendekkend Rioolrecht kostendekkend kostendekkend kostendekkend kostendekkend
Toeristenbelasting **) 12 % 0 % 5 % 0%
Forensenbelasting 2 % 2 % 2 % 2%
Begraafrechten ***) 2 % 2 % 2 % 2%
Bouwleges 2 % 2 % 2 % 2%
Leges en tarieven 2 % 2 % 2 % 2%
* ) Dit is gebaseerd op een gefaseerde opbrengstverhoging van in totaal € 150.000 extra in 4 jaar (2008-2011), inclusief een trendmatige verhoging van 2%.
**) Met de tarieven voor de toeristenbelasting volgt de gemeente het advies van het Recreatieschap Drenthe. De procentuele uitschieter houdt verband met de afspraak, dat deze tarieven om het jaar aangepast worden met € 0,05 per overnachting en de Gemeente Tynaarlo hierbij achterliep.
***) Het onderhoud van de grafbedekking wordt doorbelast. Dit op basis van het raadsbesluit van 24 maart 2009.
6.4 Tarieven 2011 versus 2010
De in de kolom “Tarief 2011” zijn de voor 2010 vastgestelde tarieven afgezien van de bij de OZB genoemde percentages en het tarief voor de toeristenbelasting. Deze tarieven zijn genomen, omdat de geraamde opbrengsten hierop zijn gebaseerd. De OZB percentages zijn schattingen, gebaseerd op de verwachte waardebepaling voor de WOZ. Definitieve vaststelling van de tarieven voor 2011 zal plaatsvinden, na vaststelling van de begroting.
Heffing Grondslag Tarief 2011 Tarief 2010
Ozb - woningen eig.* % van de waarde 0,0791 0,0805
Ozb. - niet won. gebr.* % van de waarde 0,1059 0,0762
Ozb - niet won. eig.* % van de waarde 0,0829 0,0953
Afvalstoffenheffing vast Per huishouding € 88,00 € 88,00
Afvalstoffenheffing var. Per kg € 0,23 € 0,23
Rioolrecht M3 afvalwater € 198,90 € 198,90
Toeristenbelasting ** Per overnachting € 0,95 € 0,85
Forensenbelasting waarde € 90.75 <€ 58.000 € 90,75 <€ 58.000 Begraafrechten - gemiddeld grafrecht voor 20
jaar (urnen)graf.
- begraven > 12 jaar
€ 2.500
€ 665
€ 2.500
€ 665 -Binnenplanse afwijking
-Kleine buitenplanse afwijking
€ 115,70
-Buitenplanse afwijking -Afwijking van
voorbereidingsbesluit
€ 295,00
Tijdelijke afwijking € 214,35
Bouwleges naar de WABO regelgeving:
Alleen de belangrijkste
Afwijking van exploitatieplan € 88,65
Geen vergelijk mogelijk in verband met de
invoering van de WABO per 1
oktober 2010
Leges –paspoort Nationaal paspoort € 50,90 € 49,60
Leges- identiteitskaart Ned. identiteitskaart € 42,85 € 41,75
Leges rijbewijs Afgifte rijbewijs € 31,50 € 30,70
Leges huwelijk Ma-vr. in Vries € 210,10 € 210,10
Leges uittreksel bevolkingsregister
Aanvraag verstrekking uit GBA
€ 3,60 € 3,60
Opm. bovenstaande informatie over rechten en leges is beperkt weergegeven
* Tarieven geïndexeerd uitgaande dat de waarden van de objecten gelijk blijven. Uitgangspunt is dat de lasten voor huiseigenaren met 2% en gebruikers en eigenaren van niet-woningen met 5% toeneemt.
** Met de tarieven voor de toeristenbelasting volgt de gemeente het advies van het Recreatieschap Drenthe.
• De OZB-tarieven zijn voorshands berekend op basis van de gewenste opbrengststijging en een gelijkblijvende waardeontwikkeling van woningen en niet-woningen. Op basis van de
daadwerkelijke waardeontwikkeling zullen de tarieven nog nader worden bepaald.
6.5 Overzicht belastingen en heffingen
Omschrijving 2011 2011 2010 2010
Totaal opbrengst Per inwoner 32.000
Totaal opbrengst Per inwoner 32.380
o.z.b. gebr. 418.896 13,09 410.682 12,68
o.z.b. eig. 3.426.792 107,09 3.359.600 103,76
Afvalst.heffing 3.024.686 94,52 3.238.956 100,04
Rioolrecht 3.167.352 98,98 3.105.651 95,92
Toeristenbelasting 142.927 4,47 141.733 4,38
Forensenbelasting 52.560 1,64 51.888 1,60
Begraafrechten ** 437.000 13,66 437.000 13,50
bouwleges 1.246.281 38,95 1.200.875 37,09
Leges * 594.513 18,58 606.469 18,73
* exclusief marktgelden
** op 24 maart 2009 heeft de raad besloten om tot een kostendekkendheid van 91% te komen met betrekking tot begraafrechten. De begroting is gebaseerd op 91% kostendekkendheid.
6.6 Belastingdruk diverse groepen
OZB Afval Riool Totaal Totaal Soort woning WOZ-waarde
2011 2011 2011 2011 2010
Huurwoning *) nvt 158 199 357 357
Huurwoning **) nvt 227 199 426 426
Eigen woning **) 150.000 123 227 199 549 547
Eigen woning **) 300.000 247 227 199 673 668
Eigen woning **) 450.000 370 227 199 796 789
Eigen woning **) 600.000 493 227 199 919 910
Niet-woning (bedrijf) 300.000 541 0 199 740 714 Niet-woning (bedrijf) 450.000 811 0 199 1.010 971 *) eenpersoonshuishouden met 305 kg afval
**) meerpersoonshuishouden met 605 kg afval 6.7 Belastingdruk* in de provincie Drenthe in 2010
Het volgende overzicht geeft het gemeentelijk aandeel op de woonlasten in de provincie Drenthe weer over 2010. Hierbij komt naar voren, dat deze voor de gemeente Tynaarlo het laagst uitvallen. Een hoge gemiddelde WOZ-waarde (plaats 3 van de 11) en een laag OZB-tarief hebben hiertoe de grootste bijdrage geleverd. De gemiddelde OZB heffing kwam hierdoor uit op € 199,32 (plaats 8 van de 11). Ook de lage afvalstoffenheffing (plaats 9 van de 11) heeft bijgedragen aan de lage positie in het provinciaal overzicht.
Gemeente
Gemiddelde WOZ- waarde
2010
OZB
2010 Afval Riool Totaal
Emmen 185.378 287,15 282,00 118,03 687,18
Coevorden 206.000 255,85 284,00 144,14 683,99 De Wolden 276.971 233,76 216,96 209,04 659,76 Westerveld 275.000 205,70 227,40 225,50 658,60 Aa en Hunze 246.000 201,72 257,10 196,35 655,17 Borger-Odoorn 205.000 303,40 184,80 166,67 654,87 Midden Drenthe 221.000 192,93 238,00 208,50 639,43
Assen 183.000 197,27 266,82 174,96 639,05
Noordenveld 231.000 185,03 221,00 225,00 631,03
Meppel 203.000 190,82 270,00 167,00 627,82
Hoogeveen 184.259 204,53 274,85 146,90 626,28
Tynaarlo 250.090 199,32 227,15 198,80 625,27
Drenthe 222.225 221,46 245,84 181,74 649,04
Gemeentelijke woonlasten 2010 per huishouden Drenthe
687,18683,99
659,76 658,60655,17 654,87
639,43 639,05
631,03 627,82626,28 625,27
590,00 600,00 610,00 620,00 630,00 640,00 650,00 660,00 670,00 680,00 690,00 700,00
Em men
Coevorden De Wolden
Westerveld Aa en Hunze
Borger-Odoorn Midden Drenthe
Assen Noordenveld
Meppel Hoogeveen
Tynaarlo
6.8 Kwijtschelding
Wanneer iemand een laag inkomen heeft kan soms kwijtschelding worden verkregen van
gemeentelijke belastingen. Dit kan het geval zijn indien niet aan de betalingsverplichting kan worden voldaan, ook niet door middel van een betalingsregeling.
Of iemand in aanmerking komt voor gehele of gedeeltelijke kwijtschelding hangt af van de persoonlijke financiële situatie.
In 2009 hebben de verleende kwijtscheldingen een last voor de gemeente opgeleverd van € 117.540 en in 2008 € 110.525. Voor het verlenen van kwijtschelding wordt in de begroting 2011 rekening gehouden met de raming van 2010 ad € 85.024. Evenals in 2010 zal bij de voorjaarsnota de
verwachte omvang van de verleende kwijtscheldingen worden bepaald en bijgeraamd (in 2010 is bij de voorjaarsnota € 45.000 bijgeraamd).
6.9 Ontwikkelingen
Met betrekking tot de OZB zijn ingaande het begrotingsjaar 2008 de bepalingen in de Gemeentewet over maximumtarieven, het stijgingspercentage en het ontheffingsbeleid van de provincies komen te vervallen. Om te voorkomen dat er een onevenredige stijging van de lastendruk zou ontstaan is er een macronorm ingesteld. De ontwikkelingen van de lokale lasten zal worden gevolgd en zo nodig
onderwerp van gesprek vormen van bestuurlijk overleg, waarna het rijk in geval van overschrijding van de macronorm kan ingrijpen via correctie van het volume van het gemeentefonds. De macronorm voor het begrotingsjaar 2011 is vastgesteld op 3,5% (2010 4,3%) van. Bij deze bijstelling naar beneden is met 1,05% rekening gehouden met de mogelijkheid voor de gemeenten om precariobelasting op netwerken te innen van de nutsbedrijven.
6.10 Conclusie
Volgens de bovenstaande berekening zal in 2011 de belastingsdruk (bruto woonlasten) voor
gebruikers en eigenaren van woningen ongeveer gelijk blijven. Voor de eigenaars van bedrijven wordt een stijging geconstateerd. Dit is een gevolg van de laatste tranche opbrengstvermeerdering van bedrijfsgebouwen van € 150.000.
De belastingdruk (bruto woonlasten) voor de inwoners van Tynaarlo zal naar verwachting ook in 2011 onder het gemiddelde van de Drentse gemeenten liggen. Er kan nog niet geconstateerd worden of de tarieven voor afvalstoffenheffing en rioolrechten 100% kostendekkend zijn. Te verwachten verschillen kunnen afgedekt worden door de vereveningsvoorzieningen met betrekking tot deze heffingen. De OZB–lasten behoren tot de laagste in Drenthe. Ten aanzien van de OZB kan geconstateerd worden dat de voorgestelde OZB verhoging van 2% ruim onder het plafond van de macronorm van 3,5% ligt.
7. Weerstandsvermogen
7.1 Inleiding
Bij de opstelling van de begroting dient zo goed als mogelijk met voorzienbare en kwantificeerbare risico’s rekening te worden gehouden. Dit betekent evenwel niet dat in de gemeentelijke huishouding geen financiële risico’s meer aanwezig zijn. Evenals iedere andere organisatie heeft ook de gemeente bij de uitvoering van haar taken te maken met onzekerheden met nadelige financiële effecten. Om hier bewust van te zijn en het achter de hand houden van een financiële buffer voor opvang van deze onzekerheden is in het Besluit Begroting en Verantwoording bepaald, dat aan de begroting een paragraaf Weerstandsvermogen toegevoegd moet worden. Artikel 11 van dit besluit luidt als volgt:
1. Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen:
a. de weerstandscapaciteit, zijnde de middelen en mogelijkheden waarover de provincie onderscheidenlijk gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken;
b. alle risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie.
2. De paragraaf betreffende het weerstandsvermogen bevat ten minste:
a. een inventarisatie van de weerstandscapaciteit;
b. een inventarisatie van de risico’s;
c. het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico’s.
De algemene lijn is dat structurele tegenvallers moeten worden gedekt uit structurele dekkingsmiddelen.
De weerstandscapaciteit bestaat uit een tweetal elementen:
weerstandscapaciteit in de exploitatiesfeer
• onvoorzien incidenteel;
• onvoorzien structureel;
• onbenutte belastingcapaciteit.
weerstandscapaciteit in de vermogenssfeer
• algemene reserve calamiteiten;
• stille reserves.
De raad heeft op 7 februari 2006 de nota weerstandsvermogen en risicomanagement vastgesteld.
Deze nota heeft op grond van de Financiële verordening (212 GW) een evaluatie ondergaan. Deze evaluatie heeft er toe geleid, dat er een andere werkwijze is ontwikkeld om de risico’s minder globaal financieel te vertalen. Deze nieuwe werkwijze is vervolgens afgestemd met de accountant en het auditcomité.
Vooruitlopend op de officiële vaststelling van de vernieuwde nota is de rubricering in de paragraaf gewijzigd van benoemde risico’s “per programma” naar “invalshoek”. Hier is voor gekozen, omdat de in deze paragraaf benoemde risico’s losstaan van (of een indirecte relatie hebben met) het gevoerde beleid.
De risico’s zijn gerubriceerd naar de volgende invalshoeken:
a. Juridisch b. Organisatorisch c. Technisch d. Ruimtelijk e. Financieel f. Maatschappelijk
g. Crisis (een toegevoegde invalshoek gericht op de gevolgen van de in 2008 ontstane wereldwijde economische crisis)
7.2 Beleid omtrent weerstandscapaciteit en de risico’s
De berekening en de rubricering van de risico’s zijn gebaseerd op een werkwijze, die nog door uw raad bekrachtigd moet worden, door de vaststelling van een nieuwe nota weerstandsvermogen. Deze nota zal nog in 2010 worden aangereikt. Een beschrijving van de nieuwe werkwijze met betrekking tot de bepaling van de omvang van de risico’s treft u hieronder aan.
Het beschikbare weerstandsvermogen is nog becijferd op grond van de bestaande notitie, waarbij alleen is uitgegaan van de “Algemene Calamiteiten Reserve”.
7.2.1 Bepaling omvang risico’s
Om de risico’s te kunnen opvangen is het van belang de financiële omvang van de risico’s in te schatten. De risico’s moeten gekwantificeerd worden. Hierbij is rekening gehouden met risicokans, risico-effect en het effect van genomen beheersmaatregelen. Ter bevordering van objectivering van de risico-inventarisatie is bij de kwantificering gebruik gemaakt van de volgende tabellen:
Tabel 1: Bepaling van de risicokans:
Omschrijving In %
Zeer onwaarschijnlijk 0% Het is zeer onwaarschijnlijk dat dit incident zich voordoet in de gemeente Tynaarlo (aanslag, natuurramp etc).
Ongewoon en komt zelden voor
10% Het is ongewoon en het komt zelden voor dat dit incident binnen de gemeente Tynaarlo zich voordoet (ramp, ontploffing, pandemie). Als idee wordt meegegeven dat dit mogelijk eens in de 10 jaar voor zou kunnen komen.
Mogelijk en voorstelbaar dat dit voorkomt
30% Gebeurtenissen die wel voorstelbaar zijn, zoals extreme weersomstandigheden, economisch conjunctuur gevoelige gebeurtenissen.
Voorstelbaar en
waarschijnlijk dat dit voor komt
70% Gebeurtenissen die voorkomen of door middel van onderzoeken of veranderingen naar boven kunnen komen (gevolgen veranderende wetgeving, decentralisatie taken).
Komt voor 100% Gebeurtenissen waarvan het aannemelijk is dat die ieder jaar plaats kunnen vinden (schommelingen kosten,
aansprakelijkheden bij projecten).
Tabel 2: Bepaling van het risico-effect
Klasse Risico in €
Factor waarmee gerekend wordt in de risicoanalyse
1 < € 100.000 € 100.000
2 < € 250.000 € 250.000
3 < € 500.000 € 500.000
4 < € 1.000.000 € 1.000.000 5 > € 1.000.000 € 2.500.000
Bij de beoordeling van een risico wordt het gehele effect (dus niet per jaar) in acht genomen. Voor een structureel effect moet uit worden gegaan van 3 keer het incidentele bedrag. Het uitgangspunt is dat een structureel effect na 3 jaar in de begroting moet worden opgenomen. Daarbij wordt aangesloten bij de gedachte die door de toezichthouder van de gemeente wordt gehanteerd rondom het principe van een reëel sluitende begroting.
Tabel 3: Het effect van genomen beheersmaatregelen
Klasse Omschrijving
Factor van correctie waar in de risicoanalyse rekening mee wordt gehouden
A
Door genomen en getroffen beheersmaatregelen wordt de kans dat een risico optreedt erg verkleind of het effect voor de gemeente wordt verkleind. (bijvoorbeeld: risico is verzekerd, of toezicht vindt zeer regelmatig plaats)
80%
B
Door genomen en getroffen maatregelen wordt de kans kleiner, maar het effect van het risico is moeilijker of niet af te dekken.(planschades, bouwkundige toetsingen, toezicht of uitvoeren van 2nd opinion)
40%
C
Er zijn geen beheersmaatregelen of die zijn (nog) niet getroffen om de kans op het optreden, of de effecten voor de gemeente Tynaarlo te verkleinen
0%
7.2.2 Exploitatiesfeer en vermogenssfeer Exploitatiesfeer
Het beleid is gericht op het voldoen aan de wettelijke voorschriften van het opstellen van reëel sluitende begrotingen. Daarbij is het uitgangspunt dat structurele lasten met structurele baten worden gedekt.
Daarnaast wordt twee wekelijks aan de raad gerapporteerd over de stand van:
• Structureel onvoorzien
• Incidenteel onvoorzien Vermogenssfeer
Eén van die kaders is de aanwezigheid van een Algemene Calamiteiten Reserve, die als buffer moet dienen voor de opvang van niet te voorziene risico’s.
Ook stille reserves kunnen in dit kader als buffer worden gezien.
Voor risico’s binnen het ontwikkelbedrijf Tynaarlo (OBT) is een specifieke algemene reserve OBT beschikbaar. In de berekening van de weerstandscapaciteit is deze niet meegenomen omdat in de berekening van het risicovermogen alleen het restrisico (na afwenteling van de risico’s op de algemene reserve OBT en het risico van de “exploitatie ter Borch”) is opgenomen.
7.3 Tabel Weerstandscapaciteit Tynaarlo (bedragen in duizenden euro’s)
De weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet begrote kosten te dekken.
Weerstandscapaciteit exploitatie Onvoorzien
- onvoorzien incidenteel € 75
- onvoorzien structureel € 7
Totaal onvoorzien € 82 Onbenutte belastingcapaciteit
- OZB tot normtarief (artikel 12) van € 0,1201 € 1.700 - Rioolrechten kostendekkend tarief € 0 - Afvalstoffenheffing kostendekkend tarief € 0 - Leges en andere heffingen € 200
Totaal onbenutte belastingcapaciteit € 1.900
Weerstandscapaciteit exploitatie € 1.982
Weerstandscapaciteit vermogen
- Algemene Reserve Calamiteiten € 6.000
Totale weerstandscapaciteit € 7.982
7.4 Risico’s behorende bij de begroting 2011-2014
Risico's gerangschikt naar invalshoek
Kans Risico- kans in
%
Risicoom- vang
som beheersingsmaatregel Cor- rectie factor
risico na correctie
* De risico’s gemerkt met een “*” hebben een structureel karakter. Hierbij is het uitgangspunt, dat deze risico’s maximaal drie jaar gedekt worden uit het weerstandsvermogen. De berekende risicosom is daarom vermenigvuldigd met de factor 3 (Risicokans*Risico-omvang*3).
# De risico’s gemerkt met een “#” beïnvloeden (meestal) de Algemene uitkering. In de juni en september circulaire wordt hiermee rekening gehouden. De algemene uitkering wordt veelal bepaald op macroniveau. In deze bepaling kunnen verschillen met de micro-economische situatie (de plaatselijke situatie) optreden. Daarnaast bestaat als reëel risico, dat het rijk efficiency kortingen doorvoert op het uit te keren bedrag.
Juridisch De gevolgen van een
ramp
ongewoon en komt zelden voor
10% 2.500.000 250.000 • Tijdig anticiperen op veranderende regelgeving.
• Uitvoering van wettelijke controles.
0% 250.000
Nieuwe wettelijke eisen * #
voorstelbaar en waarschijnlijk komt dit voor
70% 250.000 525.000 Tijdig anticiperen op ontwikkelingen.
0% 525.000
Ingediende schadeclaims
ongewoon en komt zelden voor
10% 500.000 50.000 • Goed onderhoud en beheer eigen activa (zoals gebouwen, wegen en riool).
• Afsluiten van verzekeringen.
• Risico bestaat dat niet alle objecten zijn verzekerd.
• Sinds 11
september 2001 is niet alles meer verzekerbaar.
0% 50.000
Ingediende planschades
ongewoon en komt zelden voor
10% 100.000 10.000 Planschades maken deel uit van de begroting.
0% 10.000
Organisatorisch Ontvangen
projectsubsidies moeten worden terug betaald
ongewoon en komt zelden voor
10% 250.000 25.000 • Bewaking van de voortgang, met behulp van de adviseur.
• Opstellen overzicht actuele subsidies.
• Voldoen aan voorwaarden subsidieverstrekker
0% 25.000
Vertraging in langlopende
investeringen, met als gevolg dat
nevenkosten optreden.
Mogelijk en voorstelbaar
30% 250.000 225.000 0% 225.000