• No results found

Plaatselijke Verordening

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Plaatselijke Verordening"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

gemeente Bronckhorst

Plaatselijke Verordening

Besluit, 4 januari 2016

Wij verlenen een vergunning en/of ontheffing voor een standplaats op vrijdag in Halle.

activiteit : Standplaats voor vis en aanverwant Adres : parkeerplaats Nijhof in Halle

Ontvangst aanvraag : 04-11-2015

Datum evenement : op de vrijdagen voor onbepaalde tijd Kenmerk : SX029949992

Dit besluit treedt de dag na bekendmaking in werking.

A. Standplaats Vergunningsplicht

Een vergunning voor een standplaatst is nodig omdat de aanvraag gaat over: het vanaf een vaste plaats op of aan de weg of op een andere voor publiek toegankelijke en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen of het anderszins aanbieden van goederen of diensten al dan niet gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel. (Algemene plaatselijke verordening Bronckhorst 2010, artikel 5.2.3).

Beoordeling van gegevens

De aanvraag voldoet aan de gestelde indieningsvereisten, waardoor deze met de aangeleverde gegevens en de bij de gemeente beschikbare gegevens inhoudelijk kan worden beoordeeld (Nota standplaatsenbeleid)

Motivering

De beoordeling vindt plaats op basis van een limitatief aantal beoordelingsgronden (APV en Nota standplaatsenbeleid). Hieronder wordt de aanvraag beoordeeld op basis van deze beoordelingsgronden:

• Openbare orde & Verkeersvrijheid of -veiligheid;

Het innemen van een standplaats zal slechts sporadisch een gevaar opleveren voor de openbare orde. Deze weigeringsgrond wordt vaak gehanteerd in combinatie met de weigeringsgrond "belang van de verkeersvrijheid of —veiligheid". Standplaatsen waar goederen te koop worden aangeboden hebben in de praktijk een verkeersaantrekkend karakter. Door deze verkeersaantrekkende werking ontstaan mogelijk ongewenste oversteekbewegingen door voetgangers en ontoelaatbaar fietsverkeer in

voetgangersgebieden. Ook parkerende en geparkeerde auto's kunnen overlast veroorzaken.

Het innemen van een standplaats mag niet inhouden dat ter plaatse doorgaande wegen worden geblokkeerd, verkeersopstoppingen ontstaan of de verkeersveiligheid in het geding komt. Bij het aanwijzen van de locaties in de nota Standplaatsenbeleid is door het aanwijzen van locaties rekening gehouden met de verkeerssituatie ter plaatse.

• Overlast;

Met behulp van deze weigeringsgrond kan een verdeling gerealiseerd worden van het aantal standplaatsen waarbij de af te geven vergunningen zodanig over de week verspreid worden dat een concentratie van de in te nemen standplaatsen wordt tegengegaan. Dit

(2)

wijze kan ook feitelijke marktvorming worden voorkomen. Dit criterium is verder uitgewerkt in:

o Locatie: De aanvraag gaat over het innemen van een standplaats op een locatie die in het beleid is aangewezen als permanente standplaats;

o Aantal standplaatsen: Voor de gevraagde locatie is een maximaal aantal standplaatsen aangewezen. Op de aangevraagde dag wordt het maximaal aantal standplaatsen door deze aanvraag nog niet overschreden;

o Producten: Op de gevraagde locatie en de gevraagde dagen is nog geen standplaatsvergunning verleend voor de verkoop van identieke producten.

• Verzorgingsniveau voor de consument ter plaatse in gevaar komt;

Als een gevestigde ondernemer door een standplaats in zijn bestaan bedreigd denkt te worden, kan de gemeente besluiten de standplaats te weigeren. Dit moet dan wel op basis van een distributieplanologisch onderzoek (DPO) gebeuren. In een DPO wordt aan de hand van uit onderzoek verkregen gegevens aangegeven wat de minimale voorzieningen moeten zijn in de gemeente of in een bepaalde wijk van de gemeente. Als uit het

onderzoek blijkt dat er voldoende verkooppunten zijn hoeft dit geen weigeringsgrond voor de aanvraag voor het innemen van een standplaats te betekenen. Waar het om gaat is het verzorgingsniveau voor de consument. In beginsel is de concurrentiepositie van een gevestigde winkelier geen reden om een standplaatsvergunning te weigeren.

Als blijkt dat binnen het verzorgingsgebied in een bepaalde branche nog slechts één winkel is gevestigd die door de concurrentie van een standplaatshouder ten onder dreigt te gaan, kan het verzorgingsniveau ter plaatse in het gedrang komen. De individuele

winkelier moet aan de hand van zijn boekhouding aantonen dat de levensvatbaarheid van zijn winkel in het gedrang is. Gesteld dat de reguliere winkelier wegvalt dan is er op de dagen dat de standplaatshouder zijn goederen niet aanbiedt in dat geval geen aanbod van dit soort goederen binnen het verzorgingsgebied. Dit betekent dat het verzorgingsniveau van de consument in dit gebied in het gedrang komt. In een dergelijk geval kan een vergunning tot het innemen van een standplaats worden geweigerd.

Op basis van de voorgaande beoordeling kan de vergunning worden verleend. De beoordeling is uitgevoerd overeenkomstig artikel 5.2.3 van de Algemene Plaatselijke Verordening. De aanvraag is getoetst aan de Nota Standplaatsenbeleid Bronckhorst, november 2011, aangepast december 2011.

Voorschriften

De standplaatsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de bij dit besluit behorende voorschriften onderdeel uitmaken van de standplaatsvergunning.

Deze standplaatsvergunning wordt verleend voor onbepaalde tijd. Als voorschrift is opgenomen dat de vergunning geheel of gedeeltelijk kan worden ingetrokken als geconstateerd is dat er drie maanden lang geen gebruik is gemaakt van de

(3)

Documenten

Bij de beoordeling van de aanvraag is gebruik gemaakt van:

• Aanvraagformulier ingediend d.d. 04-11-2015

De volgende documenten maken onderdeel uit van de vergunning:

• Voorschriften behorende bij het besluit met kenmerk: SX029949992 Bezwaar

Als u het niet eens bent met dit besluit, dan kunt u binnen zes weken na de dag van bekendmaking van dit besluit een bezwaarschrift indienen bij het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen. Het adres is Postbus 200, 7255 ZJ Hengelo (Gld). Een derde- belanghebbende kan eveneens binnen zes weken na de dag van bekendmaking van dit besluit een bezwaarschrift indienen.

In het bezwaarschrift vermeldt u: uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt, de reden waarom u bezwaar maakt. Vergeet niet uw handtekening onder het bezwaarschrift te zetten.

Voorlopige voorziening

U moet er rekening mee houden dat het besluit blijft gelden gedurende de behandeling van uw bezwaarschrift. Het besluit geldt namelijk vanaf het moment dat wij het aan de aanvrager bekend maken. U kunt de voorzieningenrechter vragen om de werking van het besluit uit te stellen of een andere voorlopige voorziening te treffen totdat er een beslissing op uw bezwaar is. U kunt dan een brief schrijven naar de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland, Afdeling Bestuursrecht, Postbus 9030, 6800 EM Arnhem. Voor een verzoek om een voorlopige voorziening bent u griffierecht verschuldigd.

Meer informatie staat in het product Bezwaar maken' die u kunt raadplegen via `Infobalie' op onze website www.bronckhorst.nl.

Names burgemeester en wethouders van Bronckhorst,

de heer R.H.J. Tolkamp cluster Vergunningen

Kopie aan:

Archief

(4)

Bijlage Voorschriften

Deze voorschriften behoren bij de omgevingsvergunning met kenmerk: SX029949992

A. Standplaatsvergunning

1. De standplaats vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats op de parkeerplaats van Nijhof in Halle op de vrijdagen.

2. Deze standplaatsvergunning kan altijd worden ingetrokken. De standplaatsvergunning wordt in ieder geval geheel of gedeeltelijk ingetrokken als door de gemeente is

geconstateerd dat er drie maanden geen gebruik is gemaakt van de standplaatsvergunning.

3. De standplaats wordt zodanig ingenomen dat geen verkeersbelemmeringen ontstaan.

4. De standplaatsvergunning geldt alleen voor de door ons aangewezen locatie en dagen.

5. Het is alleen toegestaan een standplaats in te richten in de gemeente Bronckhorst op maandag tot en met zaterdag van 07.00 uur tot 22.00 uur. Op zondagen van 13.00 uur tot 19.00 uur.

6. Deze standplaatsvergunning moet op eerste vordering aan de politie worden getoond.

7. De standplaats en de naaste omgeving moeten vrij van afval worden gehouden.

8. De gemeente aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade toegebracht aan dan wel veroorzaakt door derden, welke direct dan wel indirect voortvloeit uit het gebruikmaken van deze standplaatsvergunning door de vergunninghouder.

9. Eventuele aanwijzingen van gemeentelijke toezichthouders, de politie en/of brandweer moeten onmiddellijk en stipt worden opgevolgd.

10. Achtergebleven afval moet door en op kosten van de vergunninghouder worden afge- voerd

11. Voor zover voor de standplaats gebruik wordt gemaakt van particuliere gronden, wordt geacht toestemming verleend te zijn door de terreineigenaar.

12. Deze standplaatsvergunning kan niet overgedragen worden aan een derde.

13. Voor het gebruik van energie moet de standplaatshouder zelf zorgdragen.

Bakken en braden

14. Standplaatsen die zijn ingericht voor bakken en braden en waarbij gebruik wordt gemaakt van voorzieningen werkend op brandbare gassen, mogen niet geplaatst wor- den tegenover in- en uitgangen van bouwwerken en binnen 5 meter van niet

brandwerende gevels.

15. De apparatuur moet worden opgesteld in de buitenlucht op een afstand van ten minste 2 meter ten opzichte van bebouwing, beplanting en overige objecten. Als niet aan deze voorwaarden kan worden voldaan, is het niet toegestaan om met bak en braadapparatuur te werken maar alleen met warmhoudapparatuur.

16. Bij bak- en braadactiviteiten moet de ondergrond afgedekt worden, om vetvlekken en

(5)

20. Het blustoestel moet een rijkskeurmerk hebben en lx per jaar op goede werking zijn gecontroleerd. Het keuringsbewijs daarvan moet bij het blusapparaat aanwezig zijn.

Gasflessen

21. Gasflessen moeten zo zijn geplaatst dat geen (brand)gevaarlijke situaties ontstaan.

Daarom mogen in ieder geval in de directe omgeving van de bakplaat, frituur, oven en dergelijke geen gasflessen geplaatst worden.

22. Er mogen maximaal 4 gasflessen worden geplaatst met een totale inhoud van maxi- maal 115 liter.

23. Gasflessen moeten goedgekeurd zijn door een erkende instelling.

24. Gasflessen moeten worden beschermd tegen omvallen en aanrijden.

25. De gasslang mag niet langer zijn dan 1,50 meter.

26. De gasslangen mogen niet ouder zijn dan 2 jaar en moeten ook van een goede aan- sluiting zijn voorzien.

27. Het reduceermiddel mag niet ouder zijn dan 5 jaar.

Frituurtoestel

28. Een frituurtoestel moet thermisch zodanig beveiligd zijn dat de temperatuur van het vet of olie niet boven 200°C kan oplopen. Nabij een frituurtoestel moet voor iedere frituurbak een passend metalen deksel aanwezig zijn waarmee de bakken in geval van brand worden afgedekt.

Overige wetteliike voorschriften

29. Bij de verkoop van levensmiddelen moeten de richtlijnen van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (voorheen Keuringsdienst van Waren) in acht genomen worden. Op de website www.VWA.n1 kunt u de brochure Vrijmarkten en braderieën raadplegen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voor het deeg 250 g boter | zacht 200 g suiker 8 g vanillesuiker 4 eieren, grootte M 200 g zure room.. 400 g tarwebloem, type 405

Het in het eerste en tweede lid gestelde verbod geldt niet voorzover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door artikel 429, aanhef en onder 3, van het Wetboek

De in het eerste en tweede lid gestelde verboden gelden niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door artikel 429 onder 3 Wetboek van Strafrecht..

Voor het deeg 250 g boter | zacht 200 g suiker 8 g vanillesuiker 4 eieren, grootte M 200 g zure room.. 400 g tarwebloem, type 405

Het in het eerste lid bepaalde geldt niet voor zover in het onderwerp van de regeling van het eerste lid elders wordt voorzien in deze verordening of in artikel 13b van de

Materialen die voor de organisatie van het evenement gebruikt worden mogen niet spijker- en/of nagelvast aan levend hout worden bevestigd en moeten zodanig worden geplaatst

Materialen die voor de organisatie van het evenement gebruikt worden mogen niet spijker- en/of nagelvast aan levend hout worden bevestigd en moeten zodanig worden geplaatst

de houder van de ontheffing, de deelnemers en de personen die bij de wedstrijd voor regeling of controle werkzaam zijn moeten alle voorschriften, die in het belang van de vrijheid