• No results found

De handschoen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "De handschoen"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Beste Leen,

Graag reageer ik op jouw column zoals die is gepubliceerd in MCA van december 2010 en waarvan de weerslag is opgenomen op de IIA-site en accountancy.nl

De handschoen

Binnen de beroepsgroep van internal auditors (het IIA) wordt spaarzaam discussie gevoerd1 over de positie van het IIA binnen het maatschappelijk bestel en over de vraag of het IIA dat debat wel aankan. Meer discussie is uiterst welkom.

Dat jij die handschoen2 nu ook oppakt doet me goed.

Commotie bij de externe accountantsprofessie

De titel van je bijdrage in MCA is “Commotie bij de externe accountants; wat gebeurt er bij internal auditors?”. Die titel vind ik curieus. Ik denk dat niemand anders in Nederland op de gedachte zou komen om de deerniswekkende broederstrijd binnen het NIVRA (de NBA) als lichtend voorbeeld te willen stellen voor een andere

beroepsorganisatie.

Ik stel dan ook voor dat we als internal auditors voortaan ons oor te luister leggen bij een beroepsgroep waarmee velen van ons van nature wél affiniteit hebben.

Ik doel op organisatieadviseurs en bedrijfs- of bestuurskundigen. Echt; dat gaat in veel opzichten verhelderend werken.

Tegengestelde belangen

Ik heb je al eerder geadviseerd3 Leen om je kaarten op tafel te leggen en een duidelijke keuze voor een beroepsgroep te maken. Die keuze, het is je goed recht, heb je met de NBA gemaakt. Prima. Bij keuzen maken hoort echter ook loslaten.

Het IIA is een unieke groepering; een diversiteit aan organisatiekundigen die zelf verantwoordelijk is voor haar eigen ontwikkelingsproces bij het willen vestigen van een authentieke en volwassen internal auditprofessie. Als dat niet wordt erkend en het IIA als een pseudo-accountancy-professie wordt beschouwd, dan is er sprake van tegengestelde belangen met de NBA. Dat zal niet de bedoeling zijn.

Voor zover nodig: beeldvorming bijstellen en loslaten.

Inner Circle4

Dat laatste brengt ons ook bij het probleem waar het IIA sinds de oprichting van de VRO al mee worstelt: haar invloedrijke Inner Circle.

Er zijn leden binnen het IIA die een achtergrond hebben als intern accountant, inspectiegericht functioneren, geen tweejarige vorming tot internal auditor hebben ondergaan en een dominante positie binnen auditmanagement hebben verworven.

Deze RA’s voelen zich vaak nog zeer verwant met de oude studiemaatjes en de beroepsorganisatie van registeraccountants. Daar is natuurlijk niets op tegen.

Het wordt eerst problematisch als deze elite zich in voorkomend geval van het IIA-systeem distantieert. Bijvoorbeeld omdat er verschillende belangen op het spel staan en de relatie met de NBA als meer dominant wordt ervaren. Bewust of onbewust heeft deze binnenkring dan een grote impact op het doen en laten van de gekozen IIA-

1 Arif, N. & Molenkamp, A. (2010). “De internal auditor aan het woord” Audit Magazine, maart 2010, (1), 10-13.

2 Molenkamp, A. (2009). “Waar waren de internal auditor?”. MCA, 13, (1), 22-32.

3 Molenkamp, A. (2010). “Inner circle”. MCA, 14, (3), 36-37.

4 Molenkamp, A. (2010). “Inner circle”. MCA, 14, (3), 36-37.

(2)

bestuursleden. Men kan het bestuur onmachtig maken, de vaktechnische ontwikkeling stagneren en de internal auditprofessie belemmeren zich in vrijheid te ontwikkelen.

Voorbeelden te over.

Daarin ligt precies de huidige onmacht van het IIA.

Perspectief bieden of schade aanrichten?

Ik ben van mening Leen dat je met de “tien punten” uit je column evenzoveel interessante discussieonderwerpen benoemt. Dat is winst. Maar…

Omdat bovenbeschreven mechanismen in beginsel ook voor jou gelden, loert het gevaar dat je het IIA niet het nodige perspectief biedt, doch haar onbedoeld in diskrediet brengt. Als ik je column van december 20105 nauwkeurig lees meen ik dat laatste ook te kunnen vaststellen. Je verzuimt namelijk de RO-titel te noemen, je miskent de huidige positie van de internal auditor, je trekt de kwaliteit van de beroepsuitoefening in twijfel en je haalt uit naar de twee universiteiten.

Bestaat de RO-titel?

Eind negentiger jaren van de vorige eeuw keurde de voorzitter van het bestuur van internal auditors (de VRO) het plan goed om een driedaagse cursus te organiseren;

een conferentie die de deelnemers de RO-titel zou opleveren. Woede alom. Door een aantal actieve leden werd een ledenvergadering afgedwongen om het project naar het rijk der fabelen te verwijzen.

De protesterende RO’s hoefden niet de Van Nelle-fabriek op te zoeken; als volwassen beroepsorganisatie een tumultueuze (dat wel) ledenvergadering laten beleggen en de voorzitter ter verantwoording roepen.

De RO-titel bleek te bestaan.

[Punt 5]

Meer dan tien jaar later lees ik als punt 5 van jouw stappenplan:

“Bepleit een titel die – net als bij de externe accountantsopleiding – op Master- of Scienceniveau ligt. Nu is dat niet het geval en zijn we soms al tevreden met de Certified Internal Audit titel, een titel die zeker niet op dat niveau ligt”.

Wat gebeurt hier Leen?

- Waar is de RO-titel gebleven?

Hoe zal dat worden ervaren door die internal auditors die een zware tweejarige studie hebben gevolgd om voor deze titel in aanmerking te komen?

- Waarom wordt de internal auditor vergeleken met de extern accountant6? - Mag men niet trots zijn op de CIA-titel?

- Waarom strooi je zout in de wonde die het accreditatieproces bij de

opleidingen heeft achtergelaten? Ook bij jou zou het toch pijn kunnen doen dat de opleiding waarvoor je tot voor kort verantwoordelijk was het niet heeft gehaald? Gezien je betrokkenheid bij het proces weet je als geen ander dat het niet zoveel scheelde. Begrijp me goed Leen: ik vind uitdrukkelijk dat de opleidingen accreditatie moeten nastreven; daarover hebben wij geen misverstand.

5 Paape, L. (2010). “Commotie bij de externe accountantsprofessie; wat gebeurt er bij internal auditors?” MCA, 15, (6), 34-35.

6 Arif, N. & Molenkamp, A. (2010). “De internal auditor aan het woord” Audit Magazine, maart 2010, (1), 10-13.

(3)

- Waarom verwijs je naar de Master of Science-titel van de RA? Waarom adviseer je niet de instroom bij de internal auditopleidingen te kwalificeren op Master-niveau? Dat doen toch de meeste RA-opleidingen?

[Punt 6]

Gezien het bovenstaande is de oproep tot gedragsverandering bij internal auditors enigszins misplaatst.

“Verbeter de wereld….’

Oorverdovend stil?

[Punten 5, 8 en 10]

Je geeft aan Leen dat het oorverdovend stil is binnen de beroepsorganisatie van internal auditors. Reeds eerder heb ik gemeend “selectief lezen” bij jou te moeten diagnosticeren7. Om bij te leren dan wel het geheugen op te frissen:

- het bestuur van de beroepsorganisatie IIA wordt wel degelijk aan haar verantwoordelijkheid herinnerd8;

- het bestuur reageert als dat uitdrukkelijk wordt gevraagd9;

- auditdiensten worden op de vinger getikt als zij (of een Nijenrode hoogleraar10) het onderscheid tussen interne accountancy en internal audit niet snappen11;

- door de PAS-groep zijn in de afgelopen jaren bijeenkomsten met het IIA-bestuur georganiseerd om het belang van de kleine auditafdeling over het voetlicht te brengen;

- ook publicitair wordt er aandacht gevraagd voor de kleine auditgroep12; - in het bijzonder voor de auditgroepen binnen provincies en gemeenten13; - voorstellen worden gedaan om de IIA standaarden aan te kunnen passen aan de kleine auditafdeling14;

- de commissie kwaliteitscertificering wordt - zo nodig - gekapitteld15;

- de politiek is herinnerd aan haar verantwoordelijk voor het toezien op de structuur, de omvang en de kwaliteit van de auditfunctie binnen departementen, binnen provincies en binnen gemeenten16;

- er woedt een door IIA-leden aangezwengelde openbare discussie over de 213a- functie waarbij gemeentesecretarissen, controllers, beleidsfunctionarissen, internal auditors en ambtenaren van twee departementen zijn betrokken17;

- de externe accountantsorganisatie wordt indringend verweten geen standpunt in te nemen in de Rentokil-casus1819; een aantijging waarop men vanuit de Van Nelle-

7 Molenkamp, A. (2010). “Inner circle”. MCA, 14, (3), 36-37.

8 Molenkamp, A. (2009). “Waar waren de internal auditor?”. MCA, 13, (1), 22-32.

9 Weisz, S. (2010). “De relevantie van internal audit”. Audit Magazine, september 2010, (3), 39-40.

10 Molenkamp, A. (2011). “Naar een geloofwaardig auditmodel”. Tijdschrift Controlling, 26, (1), 25.

11 Arif, N. & Molenkamp, A. (2010). “De internal auditor aan het woord” Audit Magazine, maart 2010, (1), 10-13.

12 Molenkamp, A. (2009). “De kleine auditafdeling; audit zoals bedoeld”. Tijdschrift Controlling, 24, (9), 37.

13 Molenkamp, A. (2010). “Internal auditing bij lagere overheden in gevaar”. Tijdschrift Controlling, 25, (9), 29.

14 Stuijt, Y.F. (2010). “Kleine IAD’s en de IIA Standaarden”. Audit Magazine, december 2010, (4), 29- 32.

15 Molenkamp, A. (2009). “Zijn we nu echt de weg kwijt”. Audit Magazine, juni 2009, (2), 49.

16 Brieven van Naeem Arif en Arie Molenkamp (2010).

17 Arif, N, Feith, F. & Molenkamp, A. (2010). Het manifest: “Over het kind en het badwater”. Audit Magazine, december 2010, (4), 40-42.

18 Graaf, F-J, & Molenkamp, A. (2010). “Rentokil-KPMG”, Financieel Dagblad.

19 Molenkamp, A. (2009). “Naar de letter, naar de geest, of toch weer commercie?” Tijdschrift Controlling. 24. (11), 25.

(4)

fabriek of vanuit Nijenrode ook wel eens zou mogen reageren (in jouw terminologie Leen: het is oorverdovend stil bij de externe accountants”);

- de externe accountants wordt verweten dat de managementletter aan de RvC wel een erg commercieel geurtje draagt20, en…

- de praktijken in het overrulen van de internal auditfunctie door de Rijksauditdienst worden aan de orde gesteld2122.

Vooral onderwerpen als het Rentokil-virus, de verwording van de

managementletter tot commercieel instrument (over mentaliteit en gedrag van een beroepsorganisatie gesproken) en het onvermogen van veel externe accountants om in te zien dat internal auditing geen accountancy is, vragen om reacties.

Daarop als accountant reageren past natuurlijk ook beter dan losse flodders richting een andere beroepsgroep.

In het kort nu wat reacties op de overige in je column genoemde punten:

Opdrachtgeverschap.

[Punt 1]

Elke zichzelf respecterende, resultaatverantwoordelijke organisatorische eenheid van welke omvang en van welk hiërarchisch niveau dan ook, beschikt in beginsel over een feed-back functie, ook wel: “third line of defence” genoemd. Het continuïteitsbeginsel dat met een sociaal systeem samenhangt dwingt dat nu eenmaal af.

In opdracht van de CEO (of bedrijfsdirecteur of hoofd van een dienst) wordt op basis van een risicoanalyse een audit uitgevoerd. Na afstemming van de

conceptrapportage met de proceseigenaar wordt gerapporteerd aan de CEO (of bedrijfsdirecteur of hoofd van een dienst).

De auditmanager brengt daarnaast periodiek rapport uit aan het auditcomité;

een gezelschap waarvan ook een of meer commissarissen deel uitmaken. De auditmanager is meestal secretaris van dit auditcomité.

Natuurlijk kan een commissaris voorstellen een bepaalde audit te laten uitvoeren. Om aan die behoefte van de RvC te voldoen zou de internal auditor de opdracht van de CEO of het AC kunnen krijgen het onderzoek, waarvan we aannemen dat dit in het belang van de company is, uit te voeren. Na de gebruikelijke afstemming over de gehanteerde normering, over de waarheidsvinding en over de conclusies kan het rapport door de CEO aan de RvC worden aangeboden.

Dat de extern accountant zijn opdracht aan de RvC ontleent lijkt een voor de hand liggend construct. Misschien zit daar de verwarring…

[Punt 2]

Het toezenden van ongecensureerde rapporten naar een instantie buiten het systeem is natuurlijk een aanslag op het wezenlijke van de feedback functie. Bij de centrale overheid zien we momenteel dat bij een dergelijke oneigenlijke constructie

20 Molenkamp, A. (2010). “Hoedt u voor de managementletter”. Tijdschrift Controlling, 25, (1), 25.

21 Arif, N. & Molenkamp, A. (2010). “Audit overheid kan goedkoper”. Financieel dagblad, 21 oktober 2010, pagina 9.

22 Molenkamp, A. (2010). “De linker en de rechterhand van de Rijksoverheid”. Tijdschrift Controlling”.

25, (11), 25.

(5)

het decentrale management haar verantwoordelijkheid neemt en een nieuwe feedbackfunctie opbouwt.23

[Punt 9]

Je controleachtergrond Leen loopt je volgens mij voor de voeten als je stelt dat internal audit aan de RvC moet rapporteren over interne beheersing en

risicomanagement. Het wezenlijke van de functie is toch dat de internal auditor aanvullende zekerheid verstrekt over de kwaliteit van bijvoorbeeld het systeem om tot een In Control Statement te komen. Dat gebeurt zodanig dat verwacht mag worden dat de rapportage van de CEO aan de RvC het nodige (betrouwbare) inzicht levert.

De kwaliteitstoetsing van de leden; de pot verwijt de ketel?

[Punten 3 en 4]

Onlangs heeft het IIA met de NBA afgesproken dat het IIA ook de RA’s die mogelijk deel uitmaken van een internal auditfunctie, namens de NBA kan toetsen.

Een meer dan honderdjarige organisatie steunt daarmee op een jong beroep van internal auditors.

Een recente oproep van het IIA om permanente educatie van haar leden te bevorderen dan wel af te dwingen heeft redelijk succes geboekt. Zodanig dat het IIA, conform de NBA, haar individuele leden niet voor de rechter hoeft te brengen.

Ook hier zou een zekere terughoudendheid in het becommentariëren van het IIA moeten worden betracht…

Overigens kunnen dingen altijd beter. Zo zou het IIA kunnen nadenken over het door externe betrouwbare instanties laten toetsen van opleidingsinstituten en haar leden. Daarover zijn overigens ook al opmerkingen binnen de beroepsgroep2425 gemaakt.

[Punt 7]

Veel interne auditdiensten maken voor het borgen van haar kwaliteit gebruik van het ”Quality Self-Assessment Tool26”, laten zich reviewen door een team van de postdoctorale opleiding of laten een extern organisatieadviesbureau een onderzoek uitvoeren naar de borging van haar kwaliteit. Er is door een auditdienst zelfs, naar analogie van bestaande modellen, een maturity-model ontwikkeld voor de kleine auditafdeling; een model dat via PAS ook is uitgedragen. Voor een jonge

beroepsorganisatie toch een veelbelovende score…

Natuurlijk kan het allemaal beter; maar vergewis je, beste Leen, bij kritiek ook van wat er al is bereikt…

Een sterke band met de extern accountant; een kwestie van wederzijds respect.

[Punt 10]

Binnen het AC vind het primaire contact met de extern accountant plaats. Die relatie vraagt om de nodige countervailing power; te leveren door de CFO en door een of meer RA’s die voor een dergelijke afstemming (eigenlijk onderhandeling over te

23 Molenkamp, A. (2011). “Naar een geloofwaardig auditmodel”. Tijdschrift Controlling, 26, (1), 25.

24 Molenkamp, A. (2009). “Zijn we nu echt de weg kwijt”. Audit Magazine, juni 2009, (2), 49.

25 Stuijt, Y.F. (2010). “Kleine IAD’s en de IIA Standaarden”. Audit Magazine, december 2010, (4), 29- 32.

26 SIIA (2008). Q-SAT. Swiss Institute of Internal Auditing.

(6)

verrichten werkzaamheden en de prijsstelling om de torenhoge tarieven van de extern accountant te kunnen bedwingen) binnen Finance & Control zijn gestationeerd.

Op een dergelijke afstemming over plaatsbepaling, omvang van

werkzaamheden en begroting kan de internal auditor een audit kunnen uitvoeren…

Het wederzijds vertrouwen is er mee me gediend als vertegenwoordigers van de NBA, die ook lid zijn van het IIA een keuze maken. Laat die “zwevende auditors”

nu eindelijk eens kleur bekennen; kies voor het IIA of voor een andere beroepsorganisatie.

Als dat niet gebeurt zal het fenomeen van de Inner Circle de onmacht van het IIA-bestuur blijvend in stand kunnen houden.

Dan stokt de discussie…

Arie Molenkamp RO27

27 Voor het goede begrip: Arie Molenkamp is lid van het IIA en heeft samen met Ray Maliekhadien, op instigatie van de eerste postdoctorale afstudeergroep Operational Auditing aan de Erasmus Universiteit, de oprichting van de VRO verzorgd. Molenkamp heeft daarbij namens alle afgestudeerden de RO-titel verkregen; een titel die hij met ere draagt. Molenkamp is niet meer verbonden aan de Universiteit van Amsterdam.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het advies van de werkgroep waarmee het bestuur heeft ingestemd luidt kort samengevat als volgt: investeer in een online platform voor Audit Magazine en breng daarnaast twee keer

Het is uiteraard niet de primaire doelstelling tijdens het uitvoeren van een audit, maar gezien de kennis van de orga- nisatie, inzicht en toegang tot processen en systemen en de

Volgens mij hebben we internal auditors nodig die oog hebben voor en kennis hebben van menselijk gedrag en menselijk falen. Auditors die in ieder geval belangstelling hebben voor

“Innovatie is met veel mystiek omgeven. Toch is het ook een proces waar protocollen gevolgd kunnen worden om het succes te vergroten. Innovatie is tenslotte niets anders dan

Werken met cultuur is een bewustwordingsproces, waar- mee je inzicht krijgt in gedragspatronen in een organisatie en hoe deze patronen in stand worden gehouden.. Als je

In het psychologisch mijnenveld van de bestuurder op weg naar Spanje introduceren wij nu iemand op de bijrijdersstoel die zich met de bestuurder en zijn reis gaat bemoeien en

In overleg met het management kan dan worden bepaald welke IT-trends voor de organisatie de grootste risico’s vor- men en waar de internal auditor zijn aandacht op zal richten bij

Internal audit afdelingen worden niet alleen meer bemenst door mensen die vanuit een groot kantoor overstappen naar een internal audit afdeling.. Steeds meer komt de instroom in