ONDERZOEKSVERSLAG
De invloed van het lettertype
op de leesbaarheid van een krantenartikel
Vak: MCO I Ellen Becht ‐ 5982170
Werkgroep: 13 Nicky Jansen ‐ 5988632
Docent: E.F. Jansen Bodine van der Linden ‐ 5992907
Opdracht 3 Kirsy van Prooijen ‐ 5984394
Inleverdatum 12‐12‐08 Frank Smolenaers ‐ 5985358
Bas Tooms ‐ 5980775
Inleiding
Uit onderzoek is gebleken dat 96% van de Nederlanders ouder dan dertien jaar ‘wel eens’ een krant leest (Bakker & Scholten, 2007). Daarvan leest zeven op de tien Nederlanders elke dag een krant (2007, oktober 12 uit Trouw). Onderzoekers stellen dat leeftijd en opleiding belangrijke voorspellers zijn voor het wel of niet lezen van kranten (Bakker & Scholten, 2007). In kranten wordt gebruik gemaakt van een duidelijk leesbare
typografie, die door 96 procent van de Nederlanders ouder dan dertien jaar te lezen is.
Omdat naar de invloed van lettertypes op de leesbaarheid nog niet veel onderzoek gedaan is, hebben wij geen relevante achtergrondtheorieën kunnen vinden, die passen bij ons onderzoek. De onderzoeken die wij hebben kunnen vinden, maken gebruik van ingewikkelde formules afhankelijk van letterbreedte, schreef‐informatie en lettergewicht.
Doel van dit pre‐experiment is het aantonen dat de leesbaarheid van een artikel wordt beïnvloed door het lettertype van het desbetreffende artikel. Wij hebben in dit pre‐experiment een artikel gebruikt afkomstig van NRC Next. Door middel van het veranderen van de typografie, onderzoeken wij of het lettertype de
leesbaarheid van een tekst beïnvloed. Wij hebben de volgende onderzoeksvraag opgesteld:
RQ: Heeft een wijziging in typografie een positief of negatief effect op de leesbaarheid van het artikel?
Door de proefpersonen een beoordeling te laten geven over de zinslengte, de moeilijkheidsgraad van het woordgebruik, de algemene moeilijkheidsgraad en de leessnelheid willen wij de leesbaarheid van de tekst meten. Wij hebben onze proefpersonen onderverdeeld in drie leeftijdscategorieën en opleidingsniveaus. Wij gaan na of er een verband bestaat tussen lettertype en leesbaarheid, opleidingsniveau en leesbaarheid, interesse en leesbaarheid en de frequentie van het lezen van nieuwsartikelen op de leesbaarheid. Ondanks het gebrek aan theorie hebben wij een aantal onderzoekshypotheses opgesteld.
Onderzoekshypothese 1: Het onduidelijke lettertype heeft nadelige gevolgen op de beleving van de leesbaarheid van het artikel.
Onderzoekshypothese 2: Een hogere opleiding heeft positieve gevolgen voor de waardering van de leesbaarheid van het artikel.
Onderzoekshypothese 3: Naarmate de interesse van de proefpersoon in het artikel hoger is, zal de leesbaarheid positiever ervaren worden.
Onderzoekshypothese 4: De frequentie van het lezen van nieuwsartikelen door de proefpersoon staat in positief verband met de waardering van de leesbaarheid van het gebruikte artikel.
De resultaten uit dit onderzoek kunnen als basis dienen voor verder wetenschappelijk onderzoek en de resultaten kunnen tevens gebruikt worden door uitgevers van geprinte media.
METHODE
Voor ons onderzoek maken we gebruik van een pre‐experiment, met het volgende onderzoeksontwerp:
t1 t2
Groep I X O2 Experimentele Groep
Groep II O2 Controle Groep
In het pre‐experiment zal alleen een nameting plaatsvinden (t2). Deze meting wordt uitgevoerd onder proefpersonen uit een experimentele groep en een controle groep (O2). In het ontwerp staat de X (experimentele stimulus, onafhankelijk variabele) voor de verandering in het lettertype. Het experiment is gehouden onder 36 geselecteerde proefpersonen, waarvan zowel de controlegroep als de experimentele groep bestond uit 18 proefpersonen. De leeftijdscategorieën varieerden van 20 t/m 65 jaar en de
opleidingscategorieën varieerden van laag tot middelmatig en hoog opgeleid. De reden voor deze keuze in leeftijd is dat we van mening zijn dat leeftijd ook de leesbaarheid van een artikel kan beïnvloeden. Zo kunnen jongeren weinig ervaring hebben met het lezen van krantenartikelen en kunnen ouderen last hebben van aangezichtsproblemen. Door deze leeftijdscategorieën toe te voegen als een randvoorwaarde waaraan de proefpersonen moeten voldoen, proberen we interveniërende variabelen te voorkomen. Tevens hebben wij er voor gekozen om proefpersonen te onderscheiden in drie verschillende opleidingsniveaus. Dit hebben wij gedaan omdat we denken dat hoogopgeleide personen meer ervaren zijn in het lezen van teksten dan laagopgeleide personen.
Hieronder ter illustratie de verdeling van proefpersonen in de experimentele ‐en controlegroep.
Voor dit onderzoek hebben we het artikel ‘Uva wil scherpere regels na opnames Kay van de Linde’ (nrc next – sectie ‘Nederland’, 3 dec. 2008) gebruikt. De experimentele groep kreeg een bewerkt artikel voorgelegd waarin het lettertype ‘Handwriting Dakota’ werd gebruikt1. De controlegroep kreeg het originele artikel voorgelegd waarin het lettertype ‘Verdana’ werd gebruikt2. De proefpersonen werden gevraagd een vragenlijst3 in te vullen na het lezen van het artikel. De 36 proefpersonen bleven in dit onderzoek anoniem. Door alleen een nameting te doen, de proefpersonen anoniem te houden, en voor beide groepen de metingen en
meetinstrumenten gelijk te houden hebben we zoveel mogelijk de interne validiteit geprobeerd te waarborgen.
METINGEN
De leesbaarheid hebben we gemeten aan de hand van 5 vragen die gingen over de benodigde tijd voor het lezen van het artikel, de mening over de zinslengte, het aantal moeilijke woorden, de moeilijkheidsgraad van het artikel en de duidelijkheid van het lettertype. Daarnaast hebben we ook gevraagd naar de interesse die de proefpersonen in het artikel hadden, en hoe vaak zij zelf nieuws artikelen lazen. De vragen werden beantwoord aan de hand van een antwoordschaal van 1 t/m 5. Beoordeling 1 was hierbij positief (bijvoorbeeld: makkelijk) en beoordeling 5 was hierbij negatief (bijvoorbeeld: moeilijk). Naast deze vragen waren er ook nog twee vragen waar de proefpersoon ontbrekende woorden in moest vullen in een stuk tekst. Dit gedeelte was letterlijk overgenomen uit het artikel.
RESULTATEN
Onderzoekshypothese 1: Het bewerkte lettertype heeft nadelige gevolgen op de waardering van de leesbaarheid van het artikel.
De mediaan bij de controlegroep (Mdn= 2,4) was lager dan bij de experimentele groep (Mdn=2,8). Er wordt gekeken naar de onafhankelijke variabele verandering van het lettertype en de afhankelijke variabele
waardering leesbaarheid. Er kan gesteld worden dat dit verschil significant is en daardoor hypothese 1 wordt bevestigd.
Onderzoekshypothese 2: Een hogere opleiding heeft positieve gevolgen voor de waardering van de leesbaarheid van het artikel.
Over het algemeen kunnen we stellen dat de hoogopgeleide groep bij ons onderzoek, zowel in de controle als in de experimentele groep, een hogere waardering van de leesbaarheid heeft (Mdn=2.6) dan de middel en laagopgeleide proefpersonen. We kunnen echter niet stellen dat naarmate de opleiding hoger is, de
waardering van de leesbaarheid positiever is. Zowel de middel (Mdn=2.8), als de laagopgeleide proefpersonen (Mdn=2.8) scoren even hoog als we kijken naar de medianen van de waardering van de leesbaarheid. Hierdoor wordt hypothese 2 gedeeltelijk ondersteund.
Onderzoekshypothese 3: Naarmate de interesse van de proefpersoon in het artikel hoger is, zal de leesbaarheid van het artikel positiever ervaren worden.
We kunnen stellen dat de interesse in het onderwerp van het artikel tot op zekere hoogte van invloed is op de waardering van de leesbaarheid. Er was geen verschil tussen de groep “meest geïnteresseerden” en de groep
“gemiddeld geïnteresseerden” (respectievelijk Mdn=2,6 en Mdn=2,6). Tussen deze twee groepen en de groep
“minst geïnteresseerden” was er echter wel een verschil (Mdn = 3.0). We kunnen stellen dat de variabele
“interesse in onderwerp” wel degelijk invloed heeft op de waardering van de leesbaarheid van het artikel.
Onderzoekshypothese 4: De frequentie van het lezen van nieuwsartikelen door de proefpersoon staat in positief verband met de waardering van de leesbaarheid van het gebruikte artikel.
Proefpersonen die (zeer) vaak een nieuwsartikel lezen hebben een hogere waardering van de leesbaarheid (Mdn=2.2) dan proefpersonen die een gemiddeld aantal of (zeer) weinig nieuwsartikelen lezen (respectievelijk Mdn=3.0 en Mdn= 2,6). De frequentie van het lezen van nieuwsartikelen staat dus niet helemaal in positief verband met de waardering van de leesbaarheid. Proefpersonen die een gemiddeld aantal nieuwsartikelen lezen beoordelen de leesbaarheid negatiever dan de proefpersonen die (zeer) weinig artikelen lezen. Hierdoor wordt hypothese 4 gedeeltelijk ondersteund.
CENTRUMMAAT, SPREIDINGSMAAT, ASSOCIATIEMAAT
Zoals te zien in de boxplot hierboven, is de spreiding bij de controle groep (interkwartielafstand = 0.8) kleiner dan bij de experimentele groep interkwartielafstand = 0.9). Uit de kruistabel van leesbaarheid naar typografie blijkt dat proefpersonen die het originele artikel te lezen kregen (controle groep) de leesbaarheid van het artikel positiever beoordeelden dan proefpersonen die het bewerkte artikel te lezen kregen (experimentele groep. Er is een redelijk positief verband tussen de typografie en de leesbaarheid van het artikel (Somers ‘d = 0,336, n = 36).
CONCLUSIE & RESULTATEN
Over het algemeen kunnen we stellen dat proefpersonen die het originele artikel hebben gelezen de leesbaarheid van het artikel positiever beoordeelden dan proefpersonen die het bewerkte artikel hebben gelezen. Het gebruikte aantal proefpersonen kan ter discussie gesteld worden in verband met de
representativiteit van het onderzoek. Ook bestrijken de variabelen waarmee de waardering van de leesbaarheid gemeten wordt misschien niet elk aspect van leesbaarheid. Tevens kan bij de vragenlijst de kanttekening geplaatst worden dat de antwoorden vaak afhankelijk zijn van de interpretatie van de
proefpersoon. Voor een vervolgonderzoek is aan te bevelen dat er meer proefpersonen betrokken worden en dat het begrip waardering leesbaarheid verder geoperationaliseerd wordt.
LITERATUUR
… (2007, oktober 12). Zeven op tien Nederlanders leest een krant. Trouw, verkregen op 9 december, 2008, via http://www.trouw.nl/novum/article1489624.ece/Zeven_op_detien_nederlanders_leest_een_krant.html
… (2008, december 03). Uva wil scherpere regels na opnames Kay van de Linde. Nrc next, sectie ‘Nederland’.
Bakker, P. & Scholten, O. (2007). Kranten. In Schuiten, S.M. (Eds.), Communicatiekaart van Nederland:
overzicht van media en communicatie (6th ed.). (pp. 16‐18). Amsterdam: Kluwer.
Chandler, S. B. (2001). Comparing the Legibility and Comprehension of Type Size, Font Selection and Rendering Technology of Onscreen Type