• No results found

Pedagogisch werkplan Buitenschoolse opvang en Voor schoolse opvang Bijenkorfkanjers

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Pedagogisch werkplan Buitenschoolse opvang en Voor schoolse opvang Bijenkorfkanjers"

Copied!
18
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Pedagogisch werkplan

Buitenschoolse opvang en Voor schoolse opvang

Bijenkorfkanjers

Gregoriuslaan 46A 4128 SZ Lexmond

Registratienummer: 167.132.581 Aantal kindplaatsen: 50

December 2020

(2)

1

Inhoudsopgave

1. Pedagogische basisdoelen

1.1 Het bieden van fysieke en emotionele veiligheid in een veilige en gezonde omgeving 1.1.a Wennen

1.1.b Mentorschappen

1.1.c Brengen & halen bij school

1.1.d Dagindeling per basisgroep 1.1.e Opendeuren-beleid

1.1.f Vakantieopvang

1.2 Gelegenheid bieden tot het ontwikkelen van persoonlijke competentie 1.2.a Het spel, activiteiten & thema’s

1.2.b Spelbegeleiding

1.2.c Lichamelijkheid, seksualiteit en intimiteit 1.2.d Mediaopvoeding/TV en computer

1.2.e Begeleiden naar zelfstandigheid

1.3 Gelegenheid bieden tot het ontwikkelen van sociale competentie 1.3.a Kanjermethode 1.4 Sfeercommunicatie

1.5 Het overdragen van normen en waarden 1.6 Feesten 1.7 Welkom & Afscheid 1.8 Huisregels & afspraken

2. De locatie en de groep

2.1 Indeling van de ruimte en de basisgroepen 2.1.a Binnenruimte

2.1.b Buitenruimte

2.2 Achterwacht 2.3 BHV

2.4 Samenwerking met derden

3. De pedagogisch medewerker 3.1 Pedagogisch medewerkers

3.2 Inzet pedagogisch beleidsmedewerker en coach

4 Ouderbetrokkenheid en ouderactiviteiten

4.1 Intake gesprek

4.2 Dagelijkse overdracht

4.3 Telefonisch contact 4.4 Ouderactiviteiten

4.5 Kindvolgsysteem Kijk/oudergesprekken 4.6 SKCN opvanger

4.7 Verbeterformulier en exit formulier 4.8 Cliëntenraad/oudercommissie 4.9 Ouderportaal Mychapp

Bijlage:

1 Afspraken kinderen

(3)

2

Voorwoord

Voor u ligt het pedagogisch werkplan van Voorschoolse opvang (bso) en Buitenschoolse opvang (bso) Bijenkorfkanjers

Het pedagogisch werkplan is gebaseerd op het pedagogisch beleid van SKCN. In het pedagogisch werkplan staat beschreven hoe het pedagogisch beleid in de dagelijkse praktijk wordt uitgevoerd.

Beschreven staan werkafspraken, richtlijnen met betrekking tot het pedagogisch handelen in de praktijk en afspraken ten aanzien van borging en bijstelling van het pedagogisch werkplan.

(4)

3

1 Pedagogische basisdoelen

Zoals al in het algemeen pedagogisch beleid beschreven staat werken we aan vier pedagogische basisdoelen die geformuleerd zijn door Marianne Risken-Walraven.

Deze zijn:

1. Het bieden van emotionele veiligheid in een veilige en gezonde omgeving.

2. Gelegenheid bieden tot het ontwikkelen van persoonlijke competentie.

3. Gelegenheid bieden tot het ontwikkelen van sociale competentie.

4. Het overdragen van normen en waarden.

1.1 Het bieden van fysieke en emotionele veiligheid in een veilige en gezonde omgeving 1.1.a Wennen

De stappen die de verschillende medewerkers van SKCN volgen, vanaf het moment dat ouders interesse tonen in buitenschoolse opvang tot het moment van plaatsing van het kind, staan beschreven in ons kwaliteitshandboek.

De wenperiode van nieuwe kinderen start met een intakegesprek met de mentor. Het intakegesprek is de eerste kennismaking tussen ouders, kind en de pedagogisch medewerker/mentor. Er is ruimte om wederzijds vragen te stellen en er worden afspraken gemaakt rondom de begeleiding van het kind, ophalen van school, zo nodig taxivervoer, groepsregels, samenwerking met school e.d.

Elk kind dat geplaatst wordt krijgt de mogelijkheid om twee middagen te wennen, tijdens het intake gesprek worden deze afspraken gemaakt.

Wanneer het kind vanuit een kinderdagverblijf of peuterspeelgroep van SKCN doorstroomt naar de bso, nemen de pedagogisch medewerkers/mentors van beide groepen contact met elkaar op voor een overdracht. Het kind dossier en de observatielijsten vanuit het programma KIJK worden overgedragen, wanneer het kind officieel overgaat naar de vso/bso.

1.1.b Mentorschappen

Elk kind heeft een mentor. De mentorschappen worden inzichtelijk gemaakt op de groep en staan geregistreerd in het ouderportaal Mychapp. In de hal hangen vlaggetjes met daarop de namen van de kinderen. Daarbij hangt ook de mentor van het kind. Bij nieuwe kinderen wordt er uitleg gegeven over het mentorschap, wie hun mentor is en hoe ze dat kunnen zien. Ieder kind en iedere ouder kent de mentor, zoals beschreven staat in het pedagogisch beleidsplan. De mentor is verantwoordelijk om het kind volgsysteem KIJK in te vullen en 1 x per jaar door te nemen met de ouders en evt. het kind.

1.1.c Brengen & ophalen bij school

De vso/bso is gelegen in de brede school waar beide scholen het Kompas en Prinses Wilhelminaschool (PWS) in gevestigd zijn.

Voorschoolse opvang (vso)

De kinderen worden door de ouder(s) tijdens schoolweken naar de vso gebracht.

Tijdens schoolweken worden de kinderen van de vso naar school gebracht door een pedagogisch medewerker. Kinderen die naar school Het Kompas gaan van groep 1 en 2 worden om 8.25 uur in de klas gebracht. De overige kinderen worden overgedragen aan de pleinwacht.

De kinderen van de PWS school worden allemaal in de klas gebracht.

Tijdens schoolweken is de vso geopend vanaf 7.00 uur op maandag, dinsdag, woensdag en donderdag.

(5)

4

Buitenschoolse opvang (bso)

Tijdens schoolweken worden de kinderen van de basisscholen Het Kompas en PWS, na schooltijd opgehaald door de pedagogisch medewerkers. Kinderen van groep 1 en 2 worden in de klas bij school PWS opgehaald om 14.15 uur. De oudere kinderen van de PWS komen zelf naar de bso. Hier mogen de kinderen naar buiten of in het lokaal spelen. Zodra de hal rustig is gaat ieder naar zijn eigen basisgroep om gezamenlijk aan tafel te gaan. De kinderen van groep 1 en 2 school het Kompas worden om 14.15 uur opgehaald in de klas. De oudere kinderen komen zelf naar de bso toe.

SKCN volgt wetgeving voor de kinderopvang, waarin staat aangegeven hoeveel kinderen van een bepaalde leeftijdsgroep per pedagogisch medewerker mogen worden opgevangen.

De begeleider beroepskracht- kind ratio (BKR) en de 3 uursregeling tijdens hele dagen opvang en tijdens schoolweken staat beschreven in het pedagogisch beleidsplan. Bij de bso kan er een half uur per dag, tijdens schooldagen, afgeweken worden van de BKR. Dit half uur wordt geregistreerd op de presentielijst. Wanneer tijdens dit half uur een pedagogisch medewerker, tijdelijk, alleen op de groep (met meer kinderen dan de BKR-norm) blijft, dan zijn er in het pand pedagogisch medewerkers van kinderdagverblijf Grobbevogels aanwezig die kunnen worden ingezet als achterwacht. De

pedagogisch medewerker houdt contact met de achterwacht. Bij bso Bijenkorfkanjers brengen wij momenteel geen kinderen naar een sportclub. Wel worden de kinderen elke dag gehaald bij school het Kompas. De scholen in Lexmond zijn door middel van een toegangsdeur verbonden.

Tijden waarop we maximaal een half uur, van de BKR-norm afwijken;

maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag

14.15-15.30 14.15-15.30 14.15-15.30 14.15-15.30 14.15-15.30

1.1.d Dagindeling per basisgroep A. Schoolweken

Vso vanaf ca 7.00 uur

Binnenkomst Drinken/eventueel ontbijt

Vrij spel, verzorging of een activiteit 8.15 Brengen naar school

Korte middag vanaf ca. 14.15 uur

Binnenkomst Drinken/ fruit en groente Vrij spel of een activiteit 17:00 uur Drinken in de eigen basisgroep Ophalen Vrij spel

Lange middag (tijdens rooster vrijemiddag van school) vanaf 12:00 uur Binnenkomst Brood en melk

Vrij spel

± 14:30 uur Evt. binnenkomst van kinderen die later uit zijn Drinken/Fruit en groente

Vrij spel of een activiteit 17:00 uur Drinken in de eigen basisgroep Ophalen Vrij spel

(6)

5

B. Vakanties en vrije dagen

7:00 uur Kinderen met een bso-contract kunnen komen 8:00-10:00 uur Bso kinderen kunnen komen

Vrij spel

10:00 uur Drinken en een gezond tussendoortje Vrij spel of een activiteit

12:00 uur Brood of andere gezonde lunch en melk Vrij spel of een activiteit

15:00 uur Drinken/Fruit en groente Vrij spel of een activiteit 17:00 uur Drinken in de eigen basisgroep

Vrij spel en naar huis

Elk kind wordt bij binnenkomst begroet en welkom geheten. De kinderen mogen vrij spelen en eventueel alvast water drinken. Wanneer alle kinderen binnen zijn gaan de kinderen naar de eigen basisgroep en wordt er gezamenlijk gegeten aan tafel, conform het voedingsbeleid en het

traktatiebeleid. Op de lange middagen is er een gezamenlijke broodmaaltijd als lunch conform het voedingsbeleid. Tijdens de vakantieopvang wordt er bij de lunch vaak iets speciaals gedaan, bv broodje gezond, gebakken ei (maximaal eenmaal per week iets minder gezond). Soms koken de kinderen zelf of is de maaltijd aangepast aan het thema. Het eetmoment is geschikt om te luisteren naar de verhalen/inbreng van de kinderen (we luisteren naar elkaar!). Het thema en diverse activiteitenmogelijkheden worden besproken. Het is een belangrijk groepsmoment. De eet- en drinkmomenten duren niet te lang en de kinderen helpen bij het afruimen en opruimen. Ieder kind brengt zijn eigen bord en beker naar het aanrecht. De pedagogisch medewerker verdeelt hierin de taken.

Voor en na het eten is een moment dat kinderen naar de WC gaan. Tussendoor zijn de kinderen natuurlijk steeds in de gelegenheid naar het toilet te gaan. Het is de bedoeling dat kinderen steeds even melden als ze naar het toilet gaan, zodat de pedagogisch medewerker weet waar elk kind is. Na de toiletgang wassen kinderen de handen. SKCN heeft richtlijnen opgesteld ten aanzien van

zindelijkheid.

1.1.e Opendeuren-beleid

Na het eten en drinken mogen kinderen vrijspelen en/of deelnemen aan activiteiten in de basisgroep of in de hal. De pedagogisch medewerkers houden toezicht en bieden activiteiten aan. Ieder kind is vrij om deel te nemen aan een activiteit of zelf een keuze te maken in wat het wil gaan doen.

Kinderen worden gestimuleerd om dagelijks buiten te spelen, ook buiten worden activiteiten aangeboden. De pedagogisch medewerkers houden buiten toezicht en spelen mee.

Bij activiteiten in groepen groter dan 30 kinderen zorgen we ervoor dat er een vaste pedagogisch medewerker uit de basisgroep meegaat en dat er vertrouwde gezichten van leeftijdsgenootjes aanwezig zijn.

Rond 17.00 uur bouwt de pedagogisch medewerker een rustig moment in. Kinderen krijgen nog iets te drinken in de basisgroep aangeboden. Er is tijd voor een (gezelschaps-) spel en een verhaal.

De bso is geopend tot 18.30 uur. Bij het ophalen is er tijd voor een overdracht, een praatje en kunnen bijzonderheden worden gemeld. De pedagogisch medewerkers nemen duidelijk afscheid van de kinderen. Rond de klok van 18.00 uur worden de groepen op maandag, dinsdag en donderdag samengevoegd.

(7)

6

Met betrekking tot het halen en brengen zijn de volgende werkafspraken gemaakt:

▪ Kinderen duidelijk aanspreken bij hun naam en welkom heten of duidelijk afscheid nemen.

Zorgen voor een goede overdracht aan de ouders.

▪ Gedag zeggen bij weggaan.

▪ Even zeggen als je ergens anders gaat spelen

▪ Vriendjes en vriendinnetjes mogen in overleg met de pedagogisch medewerkers, na schriftelijke toestemming van de ouders incidenteel mee naar de bso.

1.1. f Vakantieopvang

In de vakanties en op schoolvrije dagen zijn we de hele dag open vanaf 8.00 of bso tijden. De kinderen worden door hun ouders gebracht. Op deze dagen wordt er door alle kinderen geluncht.

In de vakantie wordt een uitdagend activiteitenprogramma aangeboden en staat een thema centraal.

De bso locaties (Torenkanjers, Burchtkanjers, Pleinkanjers, Purperkanjers en Bijenkorfkanjers) worden in de vakanties samengevoegd als het kind aantal op 3 dagen in de week onder de 11 is. De locatie sluit dan en de kinderen zijn welkom bij bso Bijenkorfkanjers in Lexmond. Dit wordt vooraf doorgegeven aan ouders.

Het streven is dat er een pedagogisch medewerker van de eigen locatie aanwezig is tijdens de vakantie opvang. Tevens bestaat de mogelijk voor het kind en ouder om kennis te maken met de locatie in Lexmond.

1.2. Gelegenheid bieden tot het ontwikkelen van persoonlijke competentie 1.2.a Het spel, activiteiten & thema’s

De pedagogisch medewerkers bieden de kinderen een uitdagende speel- en leeromgeving aan, door activiteiten en te werken met thema’s in de vakantie.

Per basisgroep wordt er dagelijks een activiteit aangeboden.

Iedere week komen drie van de onderstaande pijlers aanbod.

• Sport, beweging, spel;

• Expressie / drama / muziek;

• Kunst, cultuur en knutselen;

• Koken, voeding & tuinieren;

• Natuur, techniek en wetenschap;

• Maatschappelijke oriëntatie.

Vakantiethema’s

In iedere vakantie wordt er een thema gekozen, samen met de kinderen. Het lokaal wordt aangekleed in het thema. Dit kan samen met de kinderen worden opgebouwd en mogelijk ook worden afgebouwd. Met deze rijke speelleeromgeving krijgen kinderen de gelegenheid om hun persoonlijke competenties te ontwikkelen.

De pedagogisch medewerkers maken een (vakantie) planning in afstemming met de kinderen, activiteitencoördinator, combi-functionarissen vanuit gemeente en ouders. Het activiteitenschema wordt hiervoor gebruikt.

Activiteitencoördinator

De activiteitencoördinator maakt een kwartaalplanning met workshops in samenwerking met combifunctionarissen vanuit gemeente en met school vanuit het naschools aanbod. De activiteitencoördinator organiseert zelf ook workshops en uitstapjes in samenwerking met de locaties.

(8)

7

Naschools aanbod

Soms biedt de school of de gemeente (combi-functionarissen) een naschools aanbod aan waar ouders hun kinderen voor in kunnen schrijven, ook tijdens bso-tijd. Ouders zijn verantwoordelijk voor het kind tijdens de deelname aan het naschools aanbod. De bso kan in overleg met ouders

achterwacht zijn of begeleiding bieden van, naar of tijdens het aanbod, wanneer de BKR-norm het toelaat.

Halen en brengen buiten de tijden van de 3 uursregeling, is een extra service en kan alleen wanneer de BKR-norm klopt of wanneer het valt binnen de afgesproken tijd. ( www.1ratio.nl)

Uitstapjes

De bso maakt geregeld uitstapjes. Dit kan zijn naar de sport/voetbalvelden, schaatsen in Utrecht, zomers naar een pretpark, speeltuin e.d.

De richtlijnen voor een activiteit buiten de bso zijn beschreven in het protocol uitstapjes.

1.2.b Spelbegeleiding

Het spelmateriaal dat op de buitenschoolse opvang aanwezig is, stimuleert het kind tot spel en past bij de ontwikkeling. Het spel van kleuters bestaat vooral uit motorisch spel, rollenspel en fantasiespel en het doen van creatieve activiteiten zoals knippen, plakken, kleien, verven, tekenen en kleuren. Het denken maakt in de kleuterleeftijd een grote ontwikkelingssprong. Behalve het begrip van het

concreet waarneembare in het hier en nu, ontwikkelt het kind de mogelijkheid om ook steeds meer in abstracte begrippen te denken. Vanaf vijf jaar vermindert het egocentrisch denken en kan een kind zich steeds beter in een ander verplaatsen. In het rollenspel wordt deze vaardigheid geoefend. Vanaf een jaar of 8 wordt het functioneren binnen de groep leeftijdsgenoten steeds belangrijker en worden meer ‘volwassen’ vaardigheden geoefend. Competitie gaat onder basisschoolkinderen een steeds grotere rol spelen.

Fantasiespel

Met fantasiemateriaal kan een kind het dagelijks leven nabootsen of zijn verbeelding uitspelen.

Hierdoor krijgt het kind grip op de wereld om zich heen. Verschillende rollen kunnen worden geoefend en gevoelens krijgen een plaatsje. Tijdens dit spel kan het kind alleen en samen spelen.

Door middel van het fantasiespel en rollenspel worden eigenlijk alle ontwikkelingsgebieden gestimuleerd.

Kinderen in de kleuterleeftijd spelen graag rollenspel met elkaar. Op de bso is o.a. een poppenhoek, bouwboek, er zijn verkleedkleren, er zijn autootjes en speelgoedgereedschap. Er zijn geen

speelgoedwapens, maar kinderen krijgen wel de gelegenheid deze zelf te maken van constructiemateriaal, mits het spel plezierig voor ieder blijft.

Ragespeelgoed

In de basisschoolleeftijd ontstaan er regelmatig rages, waarbij bepaalde activiteiten of bepaald spelmateriaal ineens favoriet is bij kinderen. Omdat de vso/bso zoveel mogelijk probeert aan te sluiten bij de interesse- en belevingswereld van de kinderen, wordt het spel- en activiteitenaanbod daarom zoveel mogelijk aangepast aan wat op dat moment populair is. Daarbij worden de eigen uitgangspunten van SKCN niet uit het oog verloren.

(9)

8

1.2.c Lichamelijkheid, seksualiteit en intimiteit

Het beleid rondom dit thema staat beschreven in het pedagogisch beleidsplan bso. Het beleid passen we toe volgens de onderstaande afspraken.

Omgangsregels en houding:

Als kinderen nieuwsgierig worden naar hun eigen lichaam of dat van de andere kinderen gaan de pedagogisch medewerkers er zo normaal mogelijk mee om. Er worden hierbij wel grenzen gesteld.

Dit om pedagogisch medewerkers en andere kinderen te beschermen tegen ongewenst gedrag/intimiteiten.

▪ Als een kind de pedagogisch medewerker aanraakt op intieme plekken, benoemen dat je dat niet fijn vindt

▪ Kinderen mogen doktertje spelen, broek/rok blijven aan

▪ Bij mooi weer hebben de kinderen een zwempak of zwembroek aan

▪ Zoentjes alleen op de wang

▪ Kinderen doen elkaar geen pijn en doen geen dingen onder dwang

▪ Er worden nette woorden gebruikt om de geslachtsdelen te benoemen.

Bij jongetjes is het woord “piemel” en bij meisjes “plassertje”. Als de kinderen ouder zijn worden de woorden “penis/piemel” en “vagina” gebruikt. Als kinderen schelden of vieze woorden zeggen, benoemen het gevoel wat er achter zit en leren de kinderen hoe zij hiermee om kunnen gaan. Ook de pedagogisch medewerkers letten op hun taalgebruik.

▪ Er gebeuren geen gevaarlijke dingen

▪ Op de BSO is de omgeving zo ingericht dat er ruimte is voor privacy door het gebruik van speelhoeken die voor een deel afgeschermd zijn (bijv. door gebruik te maken van een halfhoog kastje dwars in de ruimte te zetten)

▪ Er zijn op de BSO computerspellen die passen bij de leeftijd van het kind en waar geen seks en geweld in voor komt. Kinderen mogen gebruik maken van het internet. Daarbij wordt er gebruik gemaakt van een surfsleutel.

1.2.d Mediaopvoeding: TV, computer en tablet

Onder kinderen is TV kijken en het doen van computerspelletjes erg populair. SKCN heeft in haar beleid richtlijnen opgenomen hoe om te gaan met TV en computer/(eigen) tablet.

De bso kinderen mogen maximaal 20 minuten een computerspel doen. Er zijn op de bso

computerspellen die passen bij de leeftijd van het kind en waar geen seks en geweld in voor komt.

Maximaal twee kinderen mogen meekijken. Kinderen onder de 8 jaar kunnen geen gebruik maken van het internet. De kinderen van 8 jaar en ouder mogen onder toezicht van een pedagogisch medewerker iets op zoeken voor een werkstuk, een spreekbeurt of zoiets dergelijks.

Tijdens de schoolweken wordt er af en toe televisie gekeken, bijvoorbeeld als het vies weer is. Het gaat dan altijd om een kort moment van ongeveer een kwartier à 20 minuten. Op alle bso locaties is er de mogelijkheid voor video en DVD. Tijdens de vakanties wordt er ’s middags na de lunch een langere film gekeken. Mede om een rustmoment in de dag te creëren. Deze films zijn altijd zonder seks en geweld en geschikt voor de leeftijd van de aanwezige kinderen.

Wat betreft de aanschaf van computerspellen, en de keuze voor televisieprogramma’s en films hebben de kinderen inspraak, mits zij voldoen aan bovengenoemde criteria.

(10)

9

1.2.e Begeleiden naar zelfstandigheid

Vanaf ongeveer 8/9 jaar worden kinderen zelfstandiger. Kinderen willen graag zonder toezicht buiten kunnen spelen, ze willen eens alleen naar de bibliotheek of een boodschap doen, met een groepje naar het sportveld gaan. Op deze manier kunnen kinderen zoveel mogelijk hun vrije tijd naar eigen wens invullen. Ieder jaar bespreken de mentoren met ouders en hun kind(eren) de afspraken maken over autonomie en zelfstandigheid, welke vervolgens worden vastgelegd in de

zelfstandigheidsverklaring en worden bewaard in de map kindgegevens. Er worden afspraken gemaakt over bijvoorbeeld, aan afgesproken tijden houden, bepaalde routes volgen om ergens te komen (zodat wij ze in geval van nood tegemoet kunnen komen), het spelen bij vriendjes en bereikbaarheid, zelfstandig naar huis gaan na een telefoontje van de ouders, etc. De mentor bespreekt de verklaring met ouders en kinderen door en we vinden het wenselijk dat beiden de verklaring ondertekenen, zodat ook het kind zich bewust is van de gemaakte afspraken.

1.3 Gelegenheid bieden tot het ontwikkelen van sociale competentie 1.3.a Kanjermethode

Binnen de BSO maken wij gebruik van aspecten uit de Kanjermethode. In deze methode staat het wederzijds respect voorop. Het kind heeft respect voor “de ander” en “voor het andere”, zoals beschreven in het pedagogisch beleidsplan. Regelmatig wordt de methodiek besproken met de kinderen. Er worden diverse kanjerspelletjes en activiteiten aangeboden. Op iedere BSO hangen drie posters, welke visueel maken hoe we met de kanjermethodiek werken. Bij gesprekken met kinderen worden de posters gebruikt om te methodiek te visualiseren en te concretiseren. We vragen de kinderen in individuele gesprekjes of in de groep naar hun bedoeling en maken afspraken, lukt niet, dan worden ouders betrokken bij de afspraken, middels de ‘oepsbrief’. De eerst week na de

kerstvakantie en eerste week na de zomervakantie wordt er op de groepen aandacht besteed aan de kanjermethodiek. De huisregels worden uitgelegd, (ondertekend) en herhaald.

Poster 1 Poster 2 Poster 3

Kanjerafspraken ‘Wat is je bedoeling’ Problemen bespreken en

hulpvragen

1.4. Sfeercommunicatie

De kinderen worden ondergebracht in een vaste en vertrouwde groep leeftijdsgenootjes. Kinderen raken vertrouwd met elkaar en voelen zich daardoor met elkaar verbonden. Er is een sfeer van sociale veiligheid, waar het kind zichzelf mag zijn en waar kinderen leren oplossingen te zoeken voor conflicten en tegengestelde belangen.

De pedagogisch medewerker begeleidt het kind in het samenspel. Dit doen we door het Benoemen van de initiatieven van de kinderen; wat wil zeggen dat de

pedagogisch medewerker zegt wat ze ziet en hoort. De pedagogisch medewerker houdt zowel de behoeftes van het individuele kind als van de hele groep in de gaten.

Door middel van instemmend benoemen kan de pedagogisch medewerker “sfeercommunicatie”

toepassen.

(11)

10

Ze benoemt initiatieven, emoties, gebeurtenissen van een kind en betrekt daarbij de

hele groep. Het doen van gezamenlijke activiteiten en het voeren van tafelgesprekken met de kinderen. Bij het voeren van tafelgesprekken kent de pedagogisch medewerker het belang van het wisselen van beurten tussen de kinderen. De pedagogisch medewerkers zorgen ervoor dat de sfeer in de groep saamhorig is, zodat elk kind zich geaccepteerd voelt. Pedagogisch medewerkers spreken de oudere kinderen steeds meer aan op hun eigen verantwoordelijkheid voor het welbevinden van de anderen in de groep.

1.5 Het overdragen van normen en waarden

Door zowel deel uit te maken van het gezin thuis, de school en de groep op de BSO krijgen kinderen eerder te maken met de diversiteit die onze samenleving kenmerkt. Dit biedt kansen voor de verbreding van de ontwikkeling van het kind. Naast het leren van de waarden en normen van de samenleving hoort ook de cultuur overdracht zoals het vieren van feesten en het hebben van rituelen en tradities.

Binnen de VSO/BSO maken wij gebruik van aspecten uit de Kanjermethode. In deze methode staat het wederzijds respect voorop. Het kind heeft respect voor “de ander” en “voor het andere”.

Binnen de VSO/BSO werken we aan een inclusiegedachte. We kijken naar de overeenkomsten en niet naar de verschillen tussen mensen. Iedereen is welkom.

Pedagogisch medewerkers hanteren “kinderparticipatie” als middel om waarden en normen over te dragen. Zij betrekken de kinderen bij het nadenken over het omgaan met bijv. computers en televisie en over de inrichting van de ruimte.

Hoe ouder de kinderen worden, hoe meer ze gaan nadenken over wat zij zelf van dingen vinden. De pedagogisch medewerker ondersteunt de kinderen in hun eigen waarden en normen en in het omgaan met eventuele verschillen hierin.

De pedagogisch medewerker heeft een voorbeeldfunctie bij het overdragen van waarden en normen. Zij hanteert een vriendelijk taalgebruik, heeft een open en uitnodigende houding.

Het activiteitenaanbod biedt gelegenheid tot het ontwikkelen van morele competenties. Regelmatig worden er activiteiten gedaan voor een goed doel of doelen. Er wordt een bezoek gebracht aan ouderen of mensen met een beperking. De pedagogisch medewerker is zich bewust van haar voorbeeldgedrag. Zij heeft een professionele houding en laat zich niet meeslepen door emoties.

De pedagogisch medewerker praat niet over de hoofden van de kinderen als ze erbij zijn.

De pedagogisch medewerker is voorspelbaar in haar gedrag, stelt duidelijke regels en geeft hierbij uitleg. De pedagogisch medewerker houdt rekening met de gewoontes en rituelen van het kind.

Tot slot, kinderparticipatie is in ontwikkeling en een aantal zaken zullen nog vorm moeten krijgen op onze buitenschoolse opvang. We zullen steeds de ouder(s)/verzorger(s) informeren over de

veranderingen en de gevolgen die de kinderparticipatie met zich mee kan brengen.

De mening van ouders zal hierbij uiteraard ook gehoord worden. Tevens blijven we de Cliëntenraad betrekken bij de ontwikkelingen.

1.6 Feesten

Ook op de bso wordt aandacht besteed aan de feestdagen met bijbehorende rituelen en

versieringen. We vieren Sinterklaas en Kerst en vieren de verjaardagen. Wanneer een kind jarig is staat het kind even in het middelpunt van de belangstelling, worden er verjaardagsliedjes gezongen en mag de jarige een traktatie uitdelen. Daarnaast streven we jaarlijks naar een gezellig samenzijn met kinderen, ouders en pedagogisch medewerkers.

1.7 Welkom & Afscheid

Wanneer een kind van de vso/bso opvang afgaat, wordt een afscheidsfeestje gevierd. Ook hier wordt duidelijk aandacht aan besteed. Kinderen die afscheid nemen krijgen een herinneringscadeautje van SKCN mee naar huis als aandenken aan de vso/bso.

(12)

11

1.8 Huisregels & afspraken (bijlage 1)

Regels zijn belangrijk om het gedrag binnen de groep te reguleren. De jongste kinderen kunnen nog moeilijk rekening met elkaar houden of de gevolgen van hun gedrag overzien. Door regelmatig te herhalen wat er van een kind wordt verwacht en aandacht te geven aan wat goed gaat, zal dit echter steeds gemakkelijker worden.

Ook oudere kinderen vergeten in het vuur van hun spel soms aan welke regels ze zich moeten houden of proberen de grenzen van wat wel en niet geoorloofd is wat te verleggen.

2 De locatie van de groep

Op maandag, dinsdag en donderdag zijn er meer dan tweeëntwintig kinderen dan zijn er twee basisgroepen, één basisgroep van 4 jaar tot 7 á 8 jaar een basisgroep van 7 jaar tot 13 jaar.

Op woensdag en vrijdag is er één verticale groep van 4 jaar tot 13 jaar.

2.1 De indeling van de ruimte en de basisgroepen

Bijenkorfkanjers is gevestigd in de brede school “de Bijenkorf” in Lexmond. Kinderen tussen de 4 en 13 jaar kunnen op de vso/bso terecht.

Indeling groepen Leeftijden Basisgroep jongere groep 4 t/m 6 jaar

Basisgroep oudere groep 7 t/m 13 jaar Verticale groep 4 t/m 13 jaar

Op maandag, dinsdag en donderdag zijn er meer dan tweeëntwintig kinderen. Dan zijn er twee basisgroepen, één basisgroep van 4 jaar tot 7 jaar een groep van 7 jaar tot 13 jaar. Dit is afhankelijk van de leeftijden van de kinderen per dag. Op woensdag en vrijdag is er één verticale groep van 4 jaar tot 13 jaar.

De jongere kinderen hebben een eigenruimte die ’s morgens gebruikt wordt voor peuteropvang. De oudste groep start gezamenlijk in de ingerichte hal.

Tijdens de bso en op woensdag worden de kinderen opgevangen in de basisgroep van de jongere kinderen.

De kinderen worden om 7.00 uur/7.30 uur gebracht en worden door een vaste pedagogisch medewerker naar school gebracht

Incidenteel worden kinderen op een tweede basisgroep geplaatst. Ouders worden daar vooraf over geïnformeerd en geven vooraf toestemming.

2.1.a Binnenruimte

De aankleding van de groepsruimte is uitnodigend, rustig en vrolijk van kleur en veilig en functioneel ingericht. De ruimte biedt de kinderen mogelijkheid tot vrij spel of het doen van een gezamenlijke activiteit aan tafel.

Op de groep staat een podium met krukken, waaraan pedagogisch medewerkers en kinderen kunnen zitten om een activiteit te doen. Er staat een open kast met speelgoed, zodat kinderen het zelf kunnen pakken. De kinderen mogen ook spelletjes en knutselmateriaal pakken uit de BSO kast in de hal.

Buitenschoolse opvang Bijenkorfkanjers maakt naast een eigen groepsruimte gebruik van de centrale hal en speellokaal. De inrichting van de groepsruimtes is afgestemd op de diverse leeftijden van de kinderen.

In de groepsruimte zijn er verschillende hoeken waar kinderen zich kunnen terugtrekken voor spel. Er is ruimte om met o.a. een poppenhuis, verkleedkleren en poppen te spelen. Er is een hoek waar gespeeld kan worden met voertuigen en bouwmateriaal.

(13)

12

In de ingerichte hal worden de oudste kinderen opgevangen. Hierin staan tafels en stoelen en er is spelmateriaal aanwezig voor gezelschapsspelletjes, er is knutselmateriaal, er is constructiemateriaal zoals K’nex en fantasiemateriaal. De groepen zijn uitnodigend, veilig en functioneel ingericht.

Met name buiten en in het speellokaal is er volop gelegenheid voor motorisch spel.

In de ruimte voor de jongere kinderen is de gezamenlijke keuken.

In de gang hangen (beschermd) jashaken. De WC ruimtes van de jongere basisgroep zijn grenzend aan de basisgroep. De oudere kinderen maken gebruik van de toiletgroep in de centrale hal.

2.1.b Buitenruimte

Bso Bijenkorfkanjers maakt gebruik van de buitenspeelruimte van de PWS. Het plein is tijdens bso tijden afgesloten en niet toegankelijk voor kinderen anders dan van de bso.

Het schoolplein is ingericht met verschillende speeltoestellen, en afgestemd op de leeftijden van de kinderen. De speeltoestellen worden jaarlijks gecontroleerd op veiligheid door een gecertificeerd bedrijf in opdracht van de basisschool. Het logboek wordt bewaard in het kwaliteitshandboek veiligheid en gezondheid. Er is ruim voldoende buitenmateriaal zoals fietsen, skelters, ballen en springtouwen. Ook is er ruim de gelegenheid om te rennen, te fietsen, met skelters te rijden, met de bal te spelen of andere activiteiten te doen.

Op het eigen buitenplein mogen kinderen vanaf 4 jaar buitenspelen. Bij voorkeur speelt een pedagogisch medewerker samen met de kinderen buiten. Mocht dit niet gaan, dan mogen de kinderen zelfstandig op het plein spelen en houden de medewerkers toezicht. Ouders geven daarvoor toestemming d.m.v. de zelfstandigheidsverklaring.

Vanaf 9 jaar kunnen ouders en kinderen een zelfstandigheidverklaring ondertekenen, waarbij ouders toestemming geven om zelfstandig (zonder direct toezicht van de pedagogisch medewerker) buiten het schoolplein te gaan. Dit kan bijvoorbeeld gaan om het zelfstandig naar een activiteit gaan, het spelen bij een vriendje of vriendinnetje, het doen van een boodschap, het spelen op het plein van school het Kompas of het spelen in een speeltuintje in de buurt. Op deze manier kunnen kinderen zoveel mogelijk hun vrije tijd naar eigen wens invullen.

2.2 Achterwacht

Mocht er onverhoopt een calamiteit ontstaan, dan worden als eerste de leerkrachten van school ingeschakeld en/of een pedagogisch medewerker van kinderdagverblijf de Grobbevogels. Als er geen leerkracht of pedagogische medewerker van kinderdagverblijf de Grobbevogels in het gebouw is nadat deze zich hebben aan- of afgemeld, is een collega uit Lexmond achterwacht. In ons protocol achterwacht zijn telefoonnummers en nadere informatie hierover opgenomen.

2.3 BHV

Enkele medewerkers zijn opgeleid tot bedrijfshulpverlener. Minimaal twee keer per jaar oefenen de kinderen en pedagogisch medewerkers een ontruimingsoefening. Daarnaast wordt er regelmatig met de kinderen besproken wat ze moeten doen als er iets met de pedagogisch medewerker gebeurt.

Mocht er onverhoopt een calamiteit ontstaan, dan worden als eerste de leerkrachten van school ingeschakeld.

2.4 Samenwerking met derden

Met de scholen zijn er verschillende initiatieven tot samenwerken. SKCN wil in de toekomst nog meer gaan samenwerken met haar partners van de beide scholen.

. Het

(14)

13

3. De pedagogisch medewerker

3.1 Pedagogisch medewerkers

Alle pedagogisch medewerkers voldoen aan de gestelde kwaliteitseisen vanuit IKK, CAO, kwaliteitswet kinderopvang. Alle flexkrachten voldoen aan de gestelde kwaliteitseisen en zijn in dienst van SKCN. De basis van een gezonde ontwikkeling is dat kinderen vol zelfvertrouwen in de wereld staan. Voorwaarde hiervoor is dat kinderen de mogelijkheid krijgen om hechte relaties met volwassenen aan te gaan. Volwassenen, die hen ondersteunen, aanmoedigen en aandacht hebben voor de dingen die goed gaan en voor de inbreng van het kind. Deze band is essentieel voor kinderen om zich veilig en vertrouwd te voelen en zich verder te kunnen ontwikkelen. SKCN heeft daarom in haar beleid opgenomen dat op elke groep met vaste pedagogisch medewerkers gewerkt wordt, waardoor de hoeveelheid verzorgers beperkt wordt en kinderen de gelegenheid hebben een vertrouwensband op te bouwen. Daarnaast wordt zoveel mogelijk met vaste flexkrachten gewerkt.

3.2 Inzet Pedagogisch beleidsmedewerker en coach

De wet IKK1 (Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang) schrijft voor dat elke kinderopvangorganisatie een pedagogisch beleidsmedewerker in dienst moet hebben. Pedagogisch beleidsmedewerkers dragen bij aan de kwaliteit van de opvang en hebben twee belangrijke zaken. Ze houden zich enerzijds bezig met de ontwikkeling en invoering van het pedagogisch beleid en anderzijds coachen ze pedagogisch medewerkers bij hun werkzaamheden.

Pedagogisch beleidsmedewerker SKCN heeft een pedagogisch beleidsmedewerker in dienst die samen met de pedagoog en de cluster managers de beleidstaken op zich nemen. Bij de afwegingen over de verdeling van de uren voor pedagogische beleidsontwikkeling over de verschillende locaties hebben we besloten de uren evenredig over de verschillende locaties te verdelen.

In 2021 worden de beleidsuren uren met name ingezet voor SKCN breed beleid, denkend aan de volgende onderwerpen zoals:

▪ VVE beleid (dagopvang en peuterspeelgroep)

▪ Inzet VE-coach;

▪ Beleid zorgkinderen;

▪ Pedagogisch beleid; (alle opvangsoorten)

▪ Ouderbetrokkenheid.

Jaarlijks vinden er bijeenkomsten plaats waarbij de pedagogisch beleidsmedewerker, de pedagoog en clustermanagers overleg hebben over de ontwikkeling, implementatie en borging van het pedagogisch beleid. Tijdens team overleggen en pedagogische thema- overleggen wordt het beleid samen met de medewerkers besproken, geïntroduceerd en geëvalueerd.

Pedagogische coaching

Binnen de SKCN locaties nemen de clustermanagers samen met de pedagoog de coachings taken op zich. Voor 2021 hebben wij de volgende pedagogische speerpunten:

▪ Interactievaardigheden;

▪ Het welbevinden en de sociale interactie tussen de kinderen;

▪ Omgaan met moeilijk verstaanbaar gedrag;

▪ Ontwikkelingsgericht werken.

(15)

14

Voor alle opvangsoorten geldt dat de pedagoog mee kijkt bij zorgkinderen en ondersteunt bij het gebruik van de Meldcode.

De medewerkers worden door middel van coaching extra ondersteund bij de uitvoer van het dagelijkse het werk. Video Interactie Begeleiding (VIB) kan een onderdeel zijn van deze coaching Alle medewerkers ontvangen coaching door middel van:

▪ 1x per jaar individuele ontwikkelgesprekken

▪ 4x per jaar pedagogische groepsoverleggen

▪ Minimaal 1x per jaar een groepsbezoek van de coach

▪ Op aanvraag een groepsbezoek van de pedagoog

Bij de verdeling van de coaching uren zorgen we er voor dat elke pedagogisch medewerker, jaarlijks een vorm van coaching ontvangt. Daar waar het gedurende het jaar aan de orde is kunnen wij flexibel zijn wanneer op een bepaalde locatie een specifieke individuele coaching behoefte is.

4.Ouderbetrokkenheid en ouderactiviteiten

Ouders zijn voor ons de belangrijkste partners in de opvang. Zij kennen hun kind het beste en kunnen ons veel informatie verschaffen over gedrag, voorkeuren, eetgedrag, enz. Ouders zijn welkom op de BSO om mee te praten, te denken en te doen.

Op verschillende manieren vindt informatieoverdracht plaats tussen de pedagogisch medewerkers, management, de directie en de ouders.

4.1.Intake gesprek

Tijdens een intake gesprek wordt er wederzijds kennis gemaakt door de pedagogisch medewerkers, de ouders en het kind. Het heeft de voorkeur als beide ouders bij dit gesprek aanwezig kunnen zijn en het kind er ook bij is. Er wordt informatie verstrekt over de BSO en de ouders verstrekken van belang zijnde informatie over hun kind.

In het intake gesprek worden ook afspraken gemaakt over bijvoorbeeld wenperiode, voeding gewoontes e.d.

4.2 Dagelijkse overdracht

De individuele overdracht tussen ouders en pedagogisch medewerkers over het individuele kind verloopt mondeling tijdens haal- en brengmomenten en in het ouderportaal. Wederzijds wordt informatie uitgewisseld. Wanneer er vragen zijn rondom de ontwikkeling of van het kind, dan signaleren pedagogisch medewerkers dit aan de ouders. Tevens kan er een verlengde observatie worden aangevraagd bij de pedagoog van SKCN. Ouders dienen hier schriftelijke toestemming voor te geven.

4.3.Telefonisch contact

Uiteraard is het ook mogelijk om telefonisch contact op te nemen, zowel vanuit de ouder(s)/verzorger(s) naar de VSO/BSO als vice versa.

4.4.Ouderactiviteiten

De BSO organiseert verschillende activiteiten voor kinderen en ouders. Zo worden er ouderavonden en workshops georganiseerd om u te betrekken bij de BSO en de ontwikkeling van uw kind.

4.5 Kindvolgsysteem KIJK/oudergesprekken

De kinderen worden regelmatig in verschillende groep- en spelsituaties geobserveerd. Tweemaal per jaar wordt er geregistreerd door de mentor middels het kindvolgsysteem KIJK. Er wordt gekeken naar de ontwikkeling van het kind en het welbevinden. Eenmaal per jaar worden de ouders uitgenodigd voor een tienminutengesprek, naar aanleiding van de observaties.

(16)

15

Wanneer er vragen zijn rondom de ontwikkeling of begeleiding van het kind, dan signaleren pedagogisch medewerkers dit aan de ouders. Tevens kan er een verlengde observatie worden aangevraagd bij de pedagoog van SKCN. Ouders dienen hier schriftelijke toestemming voor te geven.

4.6 SKCN opvanger

Elke maand verschijnt de SKCN opvanger. Hierin zijn informatieve berichten die de gehele SKCN betreffen opgenomen.

4.7 Verbeterformulieren en exit formulier

Voor tips en klachten vragen we ouders om direct met de pedagogisch medewerkers of de manager mogelijke knelpunten vragen klachten te bespreken. Het is ook altijd mogelijk om een

verbeterformulier in te vullen, op te vragen op de groep. Mocht dit voor u niet bevredigend zijn kunt een officiële klacht indienen. Het klachten reglement is terug te vinden op onze website en op het mededelingenbord voor de ouders.

SKCN is ook aangesloten bij het klachtenloket en geschillencommissie.

https://www.degeschillencommissie.nl/over-ons/commissies/kinderopvang-en-peuterspeelzalen/

Wanneer uw kind naar school gaat of tussentijds het kinderdagverblijf verlaat wordt u gevraagd om een exit formulier in te vullen.

4.8 Cliëntenraad/oudercommissie

De Cliëntenraad van SKCN heeft de functie om de inspraak van ouders te regelen. Elke locatie binnen SKCN heeft een eigen oudercommissie. De oudercommissies hebben elk een ouder afgevaardigd die zitting neemt in de Cliëntenraad. De cliëntenraad heeft overleg met de manager over locatie

aangelegenheden. De voorzitter van de centrale cliëntenraad heeft regelmatig overleg met de directeur van SKCN.

4.9 Ouderportaal Mychapp

Om ouders goed te informeren maken wij gebruik van het ouderportaal My chapp. Met dit

ouderportaal kun je als ouder eenvoudig met de mobiele telefoon foto’s en nieuws van de groep van je kind bekijken, je kind aan- en afmelden, een ruildag aanvragen en een vakantie doorgeven. My chapp is een veilige en afgesloten omgeving waar alleen de ouders en betrokkenen rondom een groep in kunnen.

(17)

16

Bijlage 1 Huisregels voor kinderen Aankomst

• Rustig naar binnen gaan;

• Lopen in de gang, rennen doen we buiten;

• Schoenen mogen uit, opruimen in de hal;

• Jas en tas aan de kapstok in de luizenzak.

Het omgaan met elkaar

• We vertrouwen elkaar;

• We helpen elkaar;

• Niemand speelt de baas;

• Niemand lacht uit;

• Niemand blijft zielig;

• Niemand doet elkaar opzettelijk pijn of verdriet;

• We hebben goede bedoelingen;

• We storen elkaar niet;

• We luisteren naar elkaar.

Conflictsituaties

• Je probeert eerst zelf de ruzie op te lossen en zegt “ik vind het niet leuk, dat….”

• Je vraagt hulp aan een vriend of vriendin

• Je biedt hulp aan bij een conflict bij een ander

• Je vraagt hulp aan de pedagogisch medewerker

• We bespreken problemen met elkaar

• We zoeken samen oplossingen en maken afspraken met elkaar

• Heb je de regels overtreden, dan krijg je een waarschuwing. Samen met de pedagogisch medewerker vul je de “oeps” brief in. Deze bespreek je met je ouders en neem je weer mee naar de vso/bso.

Regels bij het spelen binnen

• Het speelgoed opruimen voordat je met iets anders gaat spelen of naar huis gaat.

• Wanneer je eigen speelgoed meeneemt naar de bso, ben je daar zelf verantwoordelijk voor

• Gebruik speelgoed en materiaal waarvoor het bedoeld is en ga er zorgvuldig mee om

• Regels voor Tv kijken en computeren

• Speelgoed blijft in de speelhoek

• Skates, rolschaatsen, steppen, fietsen, e.d. doen we buiten

• Voetballen doen we buiten Regels bij het spelen buiten

• Buiten rekening houden met andere kinderen wanneer je aan het spelen bent

• Ben je 9 jaar en vinden je ouders het goed (na toestemming verklaring van ouders) dan mag je zelfstandig gaan spelen bij een vriendje of vriendinnetje, naar activiteiten gaan en/of spelen buiten het terrein van de bso

• Binnen de omheining blijven. Wanneer er geen pedagogisch medewerker buiten is, worden er afspraken gemaakt waar er gespeeld mag worden. Alleen klimmen in daarvoor bestemde speeltoestellen

• In de wintermaanden als het donker wordt, mag er op het achterplein gespeeld worden, mits er een pedagogische medewerker buiten is. Plein moet voorzien zijn van licht.

(18)

17

• Tijdens het lopen naar of van school /voetbalvelden zijn de volgende regels afgesproken

• We lopen rustig

• Je blijft bij de pedagogisch medewerker lopen

• Je steekt de straat pas over als je daar toestemming voor hebt gekregen en zelf goed gekeken hebt

Eten en drinken

• Voor het eten en drinken, plassen en handen wassen met zeep

• Wachten met eten tot iedereen zijn boterham of beschuit heeft gesmeerd

• Op de eerste boterham wordt iets hartigs gegeten, bij beschuit mag gelijk zoet

• Je mag bij het brood eten vijf boterhammen, bij het beschuit eten drie

• Geen speelgoed aan tafel tijdens het eten

• Wanneer je knoeit, mag je dit zelf opruimen. De pedagogisch medewerker begeleid je eventueel daarbij

• Iedereen helpt met opruimen van de tafel

• Tijdens het eten zitten we aan tafel, ook bij bijv. fruit wat wordt uitgedeeld

• Eigen beker, bord en mes opruimen

• Je mag van tafel als iedereen aan je tafel klaar is met eten en drinken, na toestemming van de pedagogisch medewerker

Naar de wc gaan

• Als je naar de wc gaat meld je dit aan de pedagogisch medewerker. Zo weet de pedagogisch medewerker waar je bent

• Je gaat om de beurt naar de wc

• Handen wassen met zeep

• De wc doortrekken.

• Wanneer je hulp nodig hebt, vraag je dit aan de pedagogisch medewerker Vertrek

• Eerst speelgoed opruimen waarmee je aan het spelen bent

• We nemen afscheid en zeggen elkaar gedag

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De pedagogisch medewerkers zijn dan op de hoogte en kunnen dan bijvoorbeeld ook de andere kinderen vertellen dat een kind er die dag niet zal zijn.. Ouders kunnen de

Welbevinden is een voorwaarde voor kinderen en medewerkers om zich te kunnen ontwikkelen. Wijzer in Opvang en Onderwijs stelt zich ten doel gedurende de dag of een gedeelte daarvan

activiteitenaanbod gericht op de diverse ontwikkelingsgebieden en talenten van kinderen. Deze vakantie activiteitenplanning hangt zichtbaar op voor ouders en kinderen. De

De pedagogisch medewerkers zijn dan op de hoogte en kunnen dan bijvoorbeeld ook de andere kinderen vertellen dat een kind er die dag niet zal zijn.. Ouders kunnen de

Ieder kind heeft daarin zijn eigen tempo, daarom maken we met iedere ouder afspraken over de mate van zelfstandigheid waarin kinderen buiten mogen spelen.. We halen de kinderen

Hoe ouder kinderen worden, hoe meer we hen stimuleren en ruimte bieden om initiatieven te tonen bij de manier waarop zij hun tijd doorbrengen bij de opvang.. Bij Kameleon bieden wij

Door deze input te vragen en te laten zien dat we er echt wat mee doen, stimuleren we creativiteit en zelfstandigheid bij de kinderen en merken we dat de kinderen, van

Samen met de coach Gezonde Kinderopvang zijn ze de spil in de organisatie om de aandacht voor een gezonde leefstijl te borgen in het dagelijks werk en beleid binnen Chapeau