• No results found

Voorblad bij hertentamen Hart en Bloed

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Voorblad bij hertentamen Hart en Bloed"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

§

Tentamen/vakcode: 8WB00 Aantal deelnemers: 62

Datum: 21 january, 2020

Begintijd: 13h30 Eindtijd: 16h30 (17h00 inclusief verlenging)

schriftelijk / notebook (*) 25 meerkeuzevragen en 10 open vragen Aantal pagina’s: 10 pagina’s (inclusief voorblad), 5 vellen + 1 antwoordformulier

(*) doorhalen wat niet van toepassing is

Instructies voor studenten en surveillanten

Schrijf op ieder pagina/vel je naam en student nummer.

Noteer de meerkeuze antwoorden in BLOKLETTERS op het bijgeleverde antwoordformulier.

Schrijf duidelijk en leesbaar.

Lever alle antwoordformulieren in!

Toegestane hulpmiddelen (mee te nemen door student):

- Rekenmachine (grafisch ja/nee) - Lineaal/geodriehoek

Opmerkingen:

In totaal kunt u 100 punten verdienen, 2 punten per meerkeuze vraag. En in totaal 50 punten voor de open vragen. Bij de open vragen is een indicatie gegeven van het aantal te verdienen punten.

Inzage van het tentamen is in overleg met de docent.

Let op:

• toiletbezoek is alleen onder begeleiding toegestaan

• binnen 15 minuten na aanvang en 15 minuten voor het einde mag de tentamenruimte niet worden verlaten

• er dient altijd tentamenwerk (volledig ingevuld tentamenpapier: naam, studentnummer e.d.) te worden ingeleverd

• tijdens het tentamen dienen de huisregels in acht te worden genomen

• aanwijzingen van examinatoren en surveillanten dienen opgevolgd te worden

• etui ligt niet op tafel

• onderling worden geen hulpmiddelen geleend/uitgewisseld

Tijdens het maken van schriftelijke tentamens wordt onder (poging tot) fraude in ieder geval verstaan:

• gebruik van andermans ID-bewijs/campuskaart

• mobiele telefoon of enige andere media dragende devices liggen op tafel of zijn opgeborgen in de kleding

• (poging tot) gebruik van ongeoorloofde bronnen en hulpmiddelen, zoals internet, mobiele telefoon e.d.

• het gebruik van een clicker die niet je eigen clicker is

Voorblad bij hertentamen Hart en Bloed

(2)
(3)

Meerkeuze vragen

NOTEER DE ANTWOORDEN IN BLOKLETTERS OP HET BIJGELEVERDE ANTWOORDFORMULIER 2 punten per meerkeuze vraag.

1. Bij een staande persoon van 180 cm groot bevinden de voeten zich 130 cm lager dan het hart. Als de gemiddelde arteriële druk in de aorta 90 mmHg bedraagt, dan zal de

gemiddelde druk in de grote arterie in de voet ongeveer .…mHg bedragen. (Neem aan dat de bloeddichtheid 1000 kg/m3 bedraagt en dat 1 mmHg = 133 Pa).

A) 53 B) 90 C) 127 D) 185

2. Als zowel de Sinus knoop (SA knoop) als de AV knoop uitvalt zal het ‘autoritme’ of frequentie van het hart:

A) 70 slagen per minuut bedragen.

B) 50 slagen per minuut bedragen.

C) 25-40 slagen per minuut bedragen.

D) afhankelijk van de cardiac output zijn.

3. Bloed dat van het linker ventrikel naar het linker atrium stroomt:

A) gaat door de mitraalklep.

B) gaat door de pulmonaalklep.

C) gaat door de aortaklep.

D) duidt op lekkende klep.

4. Vul in: De ..……. in de longcirculatie zal altijd ………. zijn dan/aan die in de systemische circulatie.

A) druk; hoger B) bloedflow; gelijk C) weerstand; lager

D) geen van bovenstaande is correct

5. Welke van onderstaande beweringen over bloed is waar?

A) Tijdens de ontwikkeling van rode bloedcellen neemt de cel in grootte af.

B) Tijdens de ontwikkeling van bloedplaatjes wordt de celkern afgestoten.

(4)

6. Bij gezond bloed is een afschuifspanning van …. nodig om een afschuif-snelheid van 1s-1 te bereiken.

A) 3.2 Pa B) 2 Pa C) 3.2 mPa D) 2 mPa

7. De systolische en diastolische bloeddrukken in de longcirculatie zijn lager dan in de systeem- circulatie. Welke waarde heeft de diastolische bloeddruk in het vaatbed van de longen in een gezonde volwassene?

A) 40 mmHg B) 20 mmHg C) 5 mmHg D) 0 mmHg

8. Bij de behandeling van rechtszijdig hartfalen is één van de doelen:

A) Langzaam verlagen van de veneuze return.

B) Langzaam verhogen van de veneuze return.

C) Verlagen van de contractiliteit om de hartspier minder te belasten.

D) Verhogen van de afterload door toename van de perifere weerstand.

9. De extrinsieke route:

A) wordt geactiveerd als het bloed in contact komt met sub-endotheliaal collageen.

B) is de snelheid beperkende factor in het stollingsproces.

C) initieert bloedstolling onder invloed van membraan-gebonden Tissue Factor.

D) betreft de omzetting van Factor II naar Factor IIA.

10. De vaatwandspanning is het hoogst in:

A) de aorta.

B) een musculaire arterie.

C) een capillair.

D) een grote vene.

11. Tijdens de primaire hemostase komt … vrij.

A) thromboxaan A2

B) thrombomoduline C) thrombosthenine D) thrombopoietine

(5)

12. Een medicijn met een positief inotroop effect zal A) de contractiliteit van de hartspier doen toenemen.

B) de hartfrequentie doen toenemen.

C) het slagvolume doen toenemen.

D) alle bovenstaande opties zijn correct.

13. Het rechter bloedvat in de figuur hiernaast is een:

A) elastische arterie.

B) musculaire arterie.

C) venule.

D) arteriole.

14. Er vindt resorptie (of absorptie) plaats in een capillair wanneer:

A) de hydrostatische druk in het capillair hoger is dan in het interstitium.

B) de colloid osmotische druk in het capillair hoger is dan de hydrostatische druk.

C) de colloid osmotische druk in het capillair lager is dan de hydrostatische druk.

D) de colloid osmotische druk in het capillair hoger is dan in het interstitium.

15. Een drukverschil ∆𝑃 stuwt de bloedflow door 3 capillaire netwerken, elk met een weerstand 𝑅. Om een maximale flow te bereiken moeten de netwerken …… geschakeld worden. Dit resulteert in een totale weerstand van ……

A) in serie, 3𝑅 B) in serie, 𝑅 3⁄ C) parallel, 3𝑅 D) parallel, 𝑅 3⁄

16. De kritische sluitspanning (critical closing pressure) van een bloedvat neemt toe als:

A) de collagen vezels in de vaatwand meer ge-croslinkt zijn.

B) se collageen vezels in de vaatwand minder ge-croslinkt zijn.

C) De gladde spiercellen in de vaatwand gestimuleerd worden.

(6)

17. Beschouw het preparaat van het hart hiernaast. Dit is een vertaal aanzicht. Welke structuur wordt aangeduid met de *? A) Trancus pulmonaris

B) Aorta

C) Vena cava superior D) Vena cava inferior

18. Turbulentie van de bloedstroom leidt niet tot..

A) schending van de wet van Poiseuille B) toename van de flow snelheid.

C) mening van de vloeistof lagen.

D) toename van de aandrijvende bloeddruk .

19. Welk van onderstaande componenten speelt een belangrijke rol bij anti-fibrinolyse?

A) Plasmine B) t-PA C) PAI-1 D) Thrombine

20. Als de influx van Na+ en Ca2+ in de cardiomyocyte toeneemt zal de hartfrequentie:

A) gelijk blijven.

B) afnemen.

C) toenemen.

D) tot een 3e graads blok leiden.

21. De aandoening waarbij megakaryocyten niet voldoende bloedplaatjes afscheiden heet:

A) thrombocytopenie.

B) thrombocytose.

C) erythropenie.

D) erythrocytose.

22. Bij een plotseling verlaagde bloeddruk zal de Baroreflex leiden tot een compensatie.

Hierbij:

A) gaat de perifere weerstand omlaag.

B) gaat de perifere weerstand omhoog.

*

(7)

23. Welke stollingsfactoren zijn betrokken bij de zogenaamde ‘common pathway’, het gemeenschappelijke stollingsproces?

A) Factoren 13, 12, 7, 5, 1 B) Factoren 13, 10, 5, 2, 1 C) Factoren 12, 10, 7, 2, 1 D) Factoren 10, 9, 7, 5, 2

24. Transport van kleine moleculen door de bloed-hersen-barrière (blood-brain-barier) in de hersenen verloopt voornamelijk via:

A) diapedese en diffusie.

B) transcytose en diffusie.

C) diapedese en transcytose.

D) De bloed-hersen-barrière houdt deze moleculen tegen.

25. Op onderstaand ECG is een elektrische abnormaliteit te zien. Welk onderdeel van het PQRST-complex is afwijkend?

A) De P-golf

B) Het QRS complex C) Het ST interval D) De T-golf

(8)

Open vragen

1. De poortader (portal vein, vena portae hepatis) transporteert bloed uit twee parallel geschakelde vaatbedden (milt en mesenterium) naar de lever. De leverader (hepatic vein, vena hepatica) daarentegen, transporteert bloed van de lever terug naar het hart.

Onder normale fysiologische omstandigheden drijft een drukverschil van 6 kPa over het vaatbed van de milt een bloedflow van 50 mL/min door de milt. De vasculaire

weerstand in de milt en het mesenterium zijn gelijk. Gebruik de juiste eenheden bij de beantwoording van de volgende vragen. (8 punten totaal)

A) Bepaal de vaatweerstand van het mesenterium. (1 punt) B) Bepaal de bloedflow door de leverader (hepatic vein). (1 punt) C) Als gevolg van een ziekte is het vaatbed in de milt vernauwd. Dit kan

gerepresenteerd worden als één vat, waarvan de gemiddelde straal met 50% is afgenomen. Bepaal de nieuwe weerstand van de milt. (2 punten)

D) Bepaal het drukverschil over het mesenterium dat nodig is om de bloedflow door de (zieke) milt weer terug te brengen tot 50 mL/min. (2 punten)

E) Bereken de nieuwe bloedflow door de leverader, uitgaande van het drukverschil bij antwoord D). (2 punten)

2. A) Leg uit hoe een diepere ademhaling kan leiden tot een hogere cardiac output.

Welk mechanisme ligt hieraan ten grondslag? (2 punten)

B) Hoe kan het RAAS systeem bijdragen aan de hogere cardiac output? (1 punt)

3. De poortader transporteert bloed uit de twee parallel geschakelde vaatbedden van de milt en het mesenterium naar de lever. De leverader transporteert bloed van de lever terug naar het hart. Broomsulfoftaleïne (BSP) is een kleurstof voor het testen van de leverfunctie. De lever verwijdert deze kleurstof volledig en scheidt deze af in het gal met een afbraaksnelheid (clearance rate) van 100 mol/min. De concentraties BSP in de lichaamsslagader en in de leverader bedragen respectievelijk 2000 mol/L en 1000 mol/L. De poortader heeft een gemiddelde radius van 1 mm. Gebruik de juiste eenheden bij de beantwoording van de volgende vragen. (7 punten totaal) A) Bepaal de bloedflow in de leverader. (2 punten)

B) Bepaal de flow snelheid in de poortader. (1 punt)

(9)

C) Bereken de gemiddelde radius van de leverader als de flow snelheid in de leverader 0.1 m/s bedraagt. (2 punten)

D) Gelet op je bovenstaande antwoorden, waar is er een grotere kans op het

optreden van turbulentie van de flow: in de poortader, of in de leverader? Leg uit.

(2 punten)

4. Uit welke onderdelen bestaat de bloed-hersen-barrière? (2 punten)

5. Noem de vier belangrijkste samenstellende componenten van een vaatwand. Beschrijf voor elk van deze componenten i) hun rol bij het functioneren van de vaatwand en ii) geef een voorbeeld van een bloedvat waarin deze component domineert. (6 punten)

6. Leg uit wat primaire hemostase is en beschrijf in detail en stapsgewijs de processen die betrokken zijn bij primaire hemostase. (6 punten)

7. Beschrijf de oorsprong en het verloop van de a. coronaria sinistra (linker coronair- arterie). In welke twee andere belangrijke coronair-arteriën mondt dit bloedvat uit? (2 punten)

8. Teken de actiepotentialen van:

A) een contractiele cardiomyocyte in een ventrikel van het hart en B) een pacemaker cel in de sinusknoop.

Geef daarbij de juiste waarden aan op de assenstelsels. (4 punten) (vraag 9 en 10 op andere zijde)

(10)

9 Onderstaand Wiggers diagram is opgenomen bij Annelies tijdens een lichte inspanningstest bij de sportkeuring. (8 punten totaal)

A) Teken de druk-volume lus (PV-lus) behorend bij dit diagram. (2 punten) B) Wat is de ejectiefractie van het hart van Annelies? (1 punt)

C) Wat is haar gemiddelde arteriële druk (mean arterial pressure, MAP)? (1 punt) D) En wat is haar hartfrequentie als haar cardiac output 12 L/min bedraagt? (1 punt) E) Teken een standaard ECG voor Annelies, met een correcte tijd-as (x-as). (1 punt) F) Annelies gaat flink sporten, waardoor de contractiliteit van haar hartspier

toeneemt. Teken de PV-lus bij een toegenomen contractiliteit. (2 punten)

10. De opa van Annelies, Harmen, is al een tijd erg vermoeid. Hij heeft met name ‘s nachts last van kortademigheid. Zijn arts voert een lichamelijk onderzoek uit. Harmen heeft een reutelende ademhaling als gevolg van longoedeem; zijn hartfrequentie bedraagt 105 slagen/minuut regulair en de bloeddruk is 165/105 mmHg. Er is geen oedeem aan de benen. Echocardiografisch onderzoek laat een ejectiefractie zien van de linker ventrikel van 40%. De conclusie van de arts: linkszijdig systolisch hartfalen.

Beargumenteer en teken de PV-lus van Harmen, met waardes voor de Preload, Afterload, Einddiastolisch volume en Eindsystolisch volume, gebruikmakend van de bovengenoemde waardes en uitgaande van een verhoogde preload. (4 punten)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Zo zijn in de haarvaten van de lever de openingen tussen de endotheelcellen relatief groot, terwijl deze in de hersenen op de meeste plekken zeer klein zijn en voorzien van..

Uit het niet-eiwitdeel van hemoglobine wordt ijzer onttrokken; wat overblijft wordt bilirubine, een geelbruine stof die in de lever verder wordt verwerkt?. Het eiwitdeel kan door

Sinds haar derde werkte Faldo als onderwijsmerrie bij de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht (UU), waar Elte docent Paard is en de Ambulante Kli- niek voor

Er staat namelijk niet: “Alleen vlees met zijn bloed zult gij niet eten”, maar “alleen vlees met zijn ziel, zijn bloed, zult gij niet eten”.. Over een plant wordt in de

Sensationeel: In bloed drijft zo veel rond, dat je je afvraagt, hoe alles ruimte heeft. Vul de woorden

Onderzoek naar niet zichtbaar (occult) bloed in de

Voor vragen waarom u bloed moet laten afnemen, kunt u terecht bij uw behandelend arts. Vragen over het bloed afnemen zelf, kunt u stellen aan een medewerker van de

„Omdat onze zende- lingen gevormd werden in een bepaalde theologische traditie, waarin de plaatselijke bisschop- pen zich niet steeds kunnen her- kennen, beschouwen zij hen