• No results found

Wft Schadeverzekeringen particulier. Begeleidingsdag 1 - antwoorden en uitwerkingen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Wft Schadeverzekeringen particulier. Begeleidingsdag 1 - antwoorden en uitwerkingen"

Copied!
31
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Wft Schadeverzekeringen particulier

Begeleidingsdag 1 - antwoorden en uitwerkingen

(2)

Inhoudsopgave

Hoofdstuk 1 Antwoorden en uitwerkingen 3

1.1 Entreetoets - antwoorden 3

1.2 Casus René (Algemene verzekeringskennis) - antwoorden 10

1.2.1 Bijlage polisvoorwaarden 14

1.3 Casus Jacco & Jeannet (Algemene verzekeringskennis) - antwoorden 16

1.4 Casus Theo & Margot (Pleziervaartuigen) - antwoorden 21

1.5 Casus Mandy (Motorrijtuigen) - antwoorden 25

1.5.1 Bijlage schadevrije jaren 31

(3)

Hoofdstuk 1 Antwoorden en uitwerkingen

1.1 Entreetoets - antwoorden

Vraag 1

Welke van onderstaande verzekeringen is een schadeverzekering én een persoonsverzekering?

A. Zorgverzekering.

B. Ongevallenverzekering.

C. Pensioenverzekering.

Antwoord vraag 1

Het juiste antwoord is: zorgverzekering (A)

Toelichting& Tips

Alle drie genoemde verzekeringen zijn persoonsverzekeringen, maar alleen de zorgverzekering is een schadeverzekering. De meeste persoonsverzekeringen zijn sommenverzekeringen.

Toetsterm 1a.3

Vraag 2

Aan welke voorwaarde moet een schadeverzekeringsovereenkomst wettelijk voldoen?

A. Er moet een premie worden betaald door de verzekeringnemer.

B. Er moet zekerheid zijn wanneer wordt uitgekeerd.

C. Er moet sprake zijn van minimaal drie partijen; verzekeraar, verzekeringnemer en verzekerde.

Antwoord vraag 2

Het juiste antwoord is: er moet een premie worden betaald door de verzekeringnemer. (A)

Toelichting &Tips

De verzekeringnemer heeft de plicht om een premie te betalen. Er mag juist geen zekerheid zijn over of, hoeveel en wanneer er wordt uitgekeerd. Ook staat de duur van de premiebetaling vooraf niet vast. Meestal zijn er twee partijen bij een verzekeringsovereenkomst. De definitie van een verzekeringsovereenkomst is vastgelegd in de artikelen 7:925 en 7:926 BW.

Toetsterm 1a.1

Vraag 3

Wat verstaan we onder samenloop?

A. Onder samenloop wordt verstaan dat op één polis meerdere verzekeraars samen bij een bepaalde schadegebeurtenis voor verschillende bedragen een risico afdekken.

B. Onder samenloop wordt verstaan dat de verzekeraar -binnen de bij hem in portefeuille zijnde verzekeringen - bepaalt welke verzekering de meest aangewezene is om tot uitkering te komen.

C. Onder samenloop wordt verstaan dat de verzekerde zaak op meerdere polissen tegen hetzelfde risico en dezelfde schade binnen dezelfde periode is verzekerd.

(4)

Antwoord vraag 3

Het juiste antwoord is: onder samenloop wordt verstaan dat de verzekerde zaak op meerdere polissen tegen hetzelfde risico en dezelfde schade binnen dezelfde periode is verzekerd. (C)

Toelichting &Tips

Artikel 7:961 BW bepaalt dat betrokkene bij een schade die op meer polissen gedekt is de keuze heeft welke verzekeraar hij aanspreekt. De aangesproken verzekeraar moet de schade vergoeden. De verzekeraars hebben onderling verhaal. Iedere verzekeraar draagt in de uitkering bij naar evenredigheid van de bedragen waarvoor ieder afzonderlijk kan worden aangesproken en wel op grond van de polisvoorwaarden. Bij samenloop blijkt bij schade pas dat er twee of meerdere polissen dekking bieden.

Toetsterm 1c.7

Vraag 4

Wat is juist ten aanzien van artikel 7:951 BW (eigen gebrek)? Volgens dit artikel is uitgesloten:

A. het eigen gebrek zelf en de gevolgschaden van eigen gebrek.

B. schade aan het verzekerde object zelf, maar de gevolgschade is wel gedekt.

C. het eigen gebrek zelf en de gevolgschade is wel gedekt.

Antwoord vraag 4

Het juiste antwoord is: het eigen gebrek zelf en de gevolgschaden van eigen gebrek.(A)

Toelichting &Tips

In de wet staat dat ingeval van eigen gebrek er geen schade hoeft te worden vergoed. In veel voorwaarden van verzekeraars wordt hiervan geheel of gedeeltelijke afgeweken (renunciatie). We spreken van volledige renunciatie wanneer zowel het eigen gebrek zelf, als de gevolgschade is gedekt. Er is sprake van gedeeltelijke renunciatie wanneer alleen de gevolgschade is gedekt.

Toetsterm 1a.5

Vraag 5

Welke twee uitspraken ten aanzien van de Gedragscode Behandeling Letselschade zijn juist?

A. De Gedragscode Behandeling Letselschade is geen wettelijke regeling.

B. De Gedragscode Behandeling Letselschade is vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek.

C. De Gedragscode Behandeling Letselschade is vastgelegd in de Wet op het financieel Toezicht (Wft).

D. De Gedragscode Behandeling Letselschade is een bindende regeling voor leden van het Verbond van Verzekeraars.

Antwoord vraag 5 De juiste antwoorden zijn:

• de Gedragscode Behandeling Letselschade is geen wettelijke regeling. (A)

• de Gedragscode Behandeling Letselschade is een bindende regeling voor leden van het Verbond van Verzekeraars. (D)

(5)

Toelichting &Tips

De Gedragscode Behandeling Letselschade is geen wettelijke regeling, maar een afspraak in het kader van zelfregulering. De gedragscode is bindend voor de leden van het Verbond van Verzekeraars. Deze gedragscode is bedoeld om een transparante en snelle afhandeling van letselschade te bevorderen waarbij het slachtoffer centraal staat. In de gedragscode zijn tien gedragsregels en een medische paragraaf opgenomen die een dergelijke afhandeling moeten waarborgen. Je kan de gedragscode ook nalezen op de site van het verbond: (www.

verzekeraars.nl).

Toetsterm 1a.11

Vraag 6

Een Adviseur Schadeverzekeringen particulier inventariseert bij Saskia de onderstaande risico’s. Welke van deze risico’s zijn bezitsrisico’s?

A. Schade aan inboedel.

B. Medische kosten als gevolg van ziekte of ongeval.

C. Schade aan de fiets.

D. Kosten van juridische bijstand.

E. Inkomensderving als gevolg van ziekte of ongeval.

F. Schade waar Saskia aansprakelijk voor is.

Antwoord vraag 6 De juiste antwoorden zijn:

-schade aan inboedel. (A) -schade aan de fiets. (C)

Toelichting &Tips

Deze risico’s vallen onder de categorie bezitsrisico’s. Risico’s die de materiële bezittingen bedreigen worden gedekt door de zogenoemde materiële verzekeringen, welke zijn onderverdeeld in de categorie bezit (wonen, recreatie), verkeer (auto, motor) en transport (pleziervaartuigen).

Toetsterm 1c.1

Vraag 7

Wat wordt verstaan onder fundamenten in een opstalverzekering?

A. Alles van een gebouw dat onder het maaiveld ligt.

B. De delen van een gebouw onder de laagst begaanbare vloer.

C. De heipalen en dwarsbalken onder het gebouw.

Antwoord vraag 7

Het juiste antwoord is: de delen van een gebouw onder de laagst begaanbare vloer. (B)

Toelichting &Tips

De fundamenten zijn de delen van een gebouw onder de laagst begaanbare vloer. Fundamenten zijn niet automatisch meeverzekerd. Ze kunnen vaak wel worden meeverzekerd. Dat is zeker niet onverstandig, want bijvoorbeeld bij ontploffing, kunnen ook de fundamenten schade oplopen.

Toetsterm 1d.1

(6)

Vraag 8

In de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (WAM) is onder andere geregeld:

A. aansprakelijkheid bij ongevallen waarbij motorrijtuigen zijn betrokken.

B. aansprakelijkheid bij een ongeval tussen een zwakkere verkeersdeelnemer en een motorrijtuigen.

C. bescherming van benadeelden voor schade veroorzaakt door motorrijtuigen.

Antwoord vraag 8

Het juiste antwoord is: bescherming van benadeelden voor schade veroorzaakt door motorrijtuigen. (C)

Toelichting &Tips

In de WAM is inderdaad de bescherming van de benadeelden die schade oplopen door een motorrijtuig geregeld. De WAM regelt geen aansprakelijkheid; aansprakelijkheid is geregeld in het Burgerlijk Wetboek en de Wegenverkeerswet.

Toetsterm 1f.2

Vraag 9

De 22-jarige student Theo gaat van zijn huurappartement in Arnhem verhuizen naar Amsterdam. In Amsterdam heeft hij een kamer gehuurd in een studentenwoning. De Adviseur Schadeverzekeringen particulier vertelt Theo dat de premie voor de inboedelverzekering omhoog gaat en dat de verzekeraar ook een extra clausule wil opnemen op de polis.

Welke extra clausule is het meest voor de hand liggend in deze situatie?

A. De preventieclausule.

B. De binnenbraakclausule.

C. De buitenbraakclausule.

Antwoord vraag 9

Het juiste antwoord is: de binnenbraakclausule. (B)

Toelichting &Tips

Omdat Theo in een studentenwoning gaat wonen, wil verzekeraar de binnenbraakclausule in de inboedelpolis opnemen. Alleen als er sprake is van braak aan het door Theo bewoonde gedeelte van het pand is er dekking bij diefstalschade.

Toetsterm 2e.6

Vraag 10

Stef heeft een inboedelverzekering, een autoverzekering en een aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren (AVP). De jaarpremies voor deze verzekeringen bedragen respectievelijk € 150, € 750 en € 80. De premies zijn nog niet betaald als de tussenpersoon van de inboedelverzekeraar opdracht krijgt om een schadevergoeding van

€ 11.000 voor een brandschade aan Stef over te maken.

Vul in: de tussenpersoon maakt € ……… over aan de Stef.

(7)

Antwoord vraag 10

Het juiste antwoord is: € 10.020.

Toelichting &Tips

Omdat alle verzekeringen dezelfde verzekeringnemer en verzekerde en uitkeringsgerechtigde kennen mag alles verrekend worden; alle openstaande premies mogen in mindering worden gebracht op het uit te keren bedrag.

Toetsterm 1h.12

Vraag 11

Bij een broer van Gerrit is ingebroken en Gerrit is daar erg van geschrokken. Hij overweegt om extra sloten op de voordeur en achterdeur van zijn woning aan te laten brengen. Gerrit vraagt aan zijn Adviseur Schadeverzekeringen particulier of hij de kosten van de sloten en het laten aanbrengen van de sloten krijgt vergoed van zijn

inboedelverzekeraar. De broer van Gerrit heeft de beschadigde extra sloten ook vergoed gekregen van zijn inboedelverzekeraar.

Welke uitleg van de adviseur is juist?

A. De broer van Gerrit krijgt de kosten van die preventieve middelen vergoed omdat die sloten zijn beschadigd tijdens de inbraak. De kosten/geleden schade zijn het gevolg van de inbraak. De aanschafkosten zonder dat er schade is geleden worden niet vergoed.

B. Gerrit kan de rekening van de aanschaf van de sloten en het plaatsen van de sloten indienen bij de inboedelverzekeraar die de kosten volledig vergoedt. Gerrit krijgt ook nog een flinke korting op de premie van zijn inboedelverzekering.

C. Het kan niet zo zijn, dat zijn broer de kosten vergoed heeft gekregen omdat voor deze kosten nooit dekking is. Waarschijnlijk betreft het een coulance uitkering van de verzekeraar.

Antwoord vraag 11

Het juiste antwoord is: de broer van Gerrit krijgt de kosten van die preventieve middelen vergoed omdat die sloten zijn beschadigd tijdens de inbraak. De kosten/geleden schade zijn het gevolg van de inbraak. De aanschafkosten zonder dat er schade is geleden worden niet vergoed. (A).

Toelichting &Tips

De schadeadviseur legt uit dat Gerrits broer de kosten van die preventieve middelen vergoed heeft gekregen omdat die sloten zijn beschadigd tijdens de inbraak. De kosten van het vervangen van de sloten zijn een direct gevolg van de inbraak. De aanschafkosten zonder dat er schade is geleden worden niet vergoed. Het vervangen van sloten wordt gezien als een bouwkundige preventiemaatregel (zie ook vraag 6). Preventiemaatregelen kunnen wel leiden tot een lagere premie, maar worden op zichzelf niet vergoed.

Toetsterm 1h.15

Vraag 12

Welke van onderstaande schades valt onder de cascodekking van de pleziervaartuigenverzekering?

A. Schade aan of verlies van het vaartuig exclusief de uitrusting door alle plotselinge en onzekere gebeurtenissen.

B. Schade aan of verlies van het vaartuig inclusief de uitrusting door alle plotselinge en onzekere gebeurtenissen inclusief (de gevolgen van het) eigen gebrek tenzij in de polis uitgesloten of beperkt.

C. Schade aan of verlies van het vaartuig inclusief de uitrusting door alle plotselinge en onzekere gebeurtenissen inclusief (de gevolgen van het) eigen gebrek.

(8)

Antwoord vraag 12

Het juiste antwoord is: schade aan of verlies van het vaartuig inclusief de uitrusting door alle plotselinge en onzekere gebeurtenissen inclusief (de gevolgen van het) eigen gebrek tenzij in de polis uitgesloten of beperkt. (B)

Toelichting &Tips

Dit is het meest volledige antwoord. De gevolgen van eigen gebrek en/of het eigen gebrek zelf zijn vaak meeverzekerd, tenzij in de polis uitgesloten of beperkt. Het is dus vaak meeverzekerd, maar niet altijd.

Toetsterm 1c.10

Vraag 13

Wat is een juiste omschrijving van huurdersbelang?

A. Het woonhuis is verzekerd door de eigenaar, maar de aangebrachte verbeteringen door de huurder van de woning zijn hierbij niet inbegrepen. De dekking bedraagt maximaal 10% van de verzekerde som.

B. Er bestaat dekking voor inboedel van derden, voor zover deze in het huis van verzekerde aanwezig is. De dekking bedraagt maximaal 10% van de verzekerde som.

C. Schade voor diefstal of vandalisme is alleen verzekerd na inbraak, ook poging tot diefstal of vandalisme is alleen verzekerd na inbraak.

D. Wanneer van een bij elkaar horend stel er een verloren gaat, dan vergoedt de verzekeraar niet alleen datgene dat is verloren, maar ook de waardevermindering ie hierdoor is ontstaan.

Antwoord vraag 13

Het juiste antwoord is: het woonhuis is verzekerd door de eigenaar, maar de aangebrachte verbeteringen door de huurder van de woning zijn hierbij niet inbegrepen. De dekking bedraagt maximaal 10% van de verzekerde som.

(A)

Toelichting &Tips

Meestal is het huurdersbelang op de uitgebreide gevarenverzekering automatisch meeverzekerd. Het verzekerde bedrag moet natuurlijk wel voldoende zijn. Vrijwel altijd wordt standaard een begrenzing tot maximaal 10%

van de verzekerde som gehanteerd. Antwoord B is dekking voor eigendommen van derden, Antwoord C is kelderboxclausule en antwoord D is de stellenclausule.

Toetsterm 1c.3

Vraag 14

Wat is het uitgangspunt van artikel 185 WVW? Kies het meest complete antwoord.

A. De zwakke verkeersdeelnemer beschermen tegen de sterkere verkeersdeelnemer.

B. Bescherming bieden aan een ieder, niet zijnde een motorrijtuig in beweging, tegen een motorrijtuig in beweging.

C. De mogelijkheid creëren om de verkeersdeelnemer aansprakelijk te stellen op grond van artikel 6:162 BW.

Antwoord vraag 14

Het juiste antwoord is: bescherming bieden aan een ieder, niet zijnde een motorrijtuig in beweging, tegen een motorrijtuig in beweging. (B)

(9)

Toelichting &Tips

Uitgangspunt van artikel 185 is specifiek de bescherming van de niet gemotoriseerde verkeerdeelnemer tegen een motorrijtuig in beweging. Artikel 185 WVW legt risicoaansprakelijkheid op in plaats van schuldaansprakelijkheid in artikel 6:162 BW. In vraag 9 werd al duidelijk wat in de WAM is geregeld. De WAM gaat juist wel uit van schuldaansprakelijkheid, terwijl artikel 185 van de WVW uitgaat van risicoaansprakelijkheid.

Toetsterm 1f.3

(10)

1.2 Casus René (Algemene verzekeringskennis) - antwoorden Bij deze casus hoort de bijlage ‘Polisvoorwaarden’ te vinden achter deze casus

René is vrijgezel en 32 jaar. Hij werkt in loondienst als ICT-er en verdient € 60.000 per jaar.

René heeft een eigen woning. René heeft geen bijzondere bezittingen. Zijn grote hobby is reizen. Hij maakt ieder jaar twee verre reizen van ruim 3 weken en tussendoor bezoekt hij regelmatig met vrienden een paar dagen een grote Europese stad. René overweegt zijn eigen woning via de bemiddeling van Airbnb.nl te verhuren in de periodes dat hij weg is.

René rijdt in een lease auto van zijn werk en in privé heeft hij een scooter.

Verzekeringen

Hij heeft de volgende verzekeringen afgesloten:

-een woonhuisverzekering;

-een inboedelverzekering;

-een doorlopende reis- en annuleringsverzekering;

-een WA–compleet casco verzekering voor de scooter;

-een collectieve basiszorgverzekering zonder aanvullende verzekering via zijn werkgever;

-een persoonlijke ongevallenverzekering;

-een aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren (AVP) ; -een rechtsbijstandsverzekering incl. motorrijtuigendekking.

Vraag 1

Welke van de door René gesloten verzekeringen is een schadeverzekering / persoonsverzekering / sommenverzekering?

Antwoord vraag 1

De woning schadeverzekering

De inboedel schadeverzekering

De scooter schadeverzekering

De doorlopende reis- en annuleringsverzekering schadeverzekering

De (collectieve) basiszorgverzekering schadeverzekering, persoonsverzekering De persoonlijke ongevallenverzekering persoonsverzekering, sommenverzekering

De AVP schadeverzekeringen

De rechtsbijstandsverzekering incl. motorrijtuigendekking schadeverzekeringen Toelichting & Tips

Een zorgverzekering is een voorbeeld van een schadeverzekering die tegelijkertijd ook een persoonsverzekering is. De meeste persoonsverzekeringen zijn echter sommenverzekeringen. Denk aan levensverzekeringen en overlijdensrisicoverzekeringen, maar ook aan begrafenisverzekeringen.

Toetsterm 1a.2 / 1a.3

(11)

Vraag 2

Volgens de definitie van de verzekeringsovereenkomst is er sprake van een rechtsgeldige verzekeringsovereenkomst als er sprake is van onzekerheid over:

A. Wanneer er uitgekeerd wordt, of er uitgekeerd wordt, welk bedrag er uitgekeerd wordt of hoe lang de overeengekomen premiebetaling duurt.

B. Of er uitgekeerd wordt, welk bedrag er uitgekeerd wordt of hoe lang de overeengekomen premiebetaling duurt.

C. Wanneer er uitgekeerd wordt, of er uitgekeerd wordt of welk bedrag er uitgekeerd wordt.

Antwoord vraag 2

Het juiste antwoord is: wanneer er uitgekeerd wordt, of er uitgekeerd wordt, welk bedrag er uitgekeerd wordt of hoe lang de overeengekomen premiebetaling duurt. (A)

Toelichting & Tips

Volgens artikel 7:925 BW moet er sprake van onzekerheid over wanneer er uitgekeerd wordt, of er uitgekeerd wordt, welke bedrag er uitgekeerd wordt of hoe lang de overeengekomen premiebetaling duurt.

Toetsterm 1a.1

Vraag 3

Wat houdt het indemniteitsbeginsel in?

A. Dat een verzekerde bij schade er niet op vooruit mag gaan.

B. Dat een verzekeraar niet vergoedt op basis van nieuwwaarde.

C. Dat een verzekerde altijd de volledige schade vergoed moet krijgen.

Antwoord vraag 3

Het juiste antwoord is: dat een verzekerde bij schade er niet op vooruit mag gaan.(A)

Toelichting & Tips

Volgens het indemniteitsbeginsel mag een verzekerde er bij een schade niet op beter van worden c.q. niet in een voordelige positie geraken. Bij een deskundigentaxatie kan dit echter wel gebeuren, net zoals bij de verschillende nieuwwaardedekkingen. Dit is wel toegestaan.

Toetsterm 1a.7

Vraag 4

René heeft een gouden horloge dat volgens de deskundigentaxatie een waarde heeft van € 22.500. Het horloge is meeverzekerd op de inboedelverzekering voor het genoemde bedrag op de deskundigentaxatie. René vraagt zich af welke bedrag hij krijgt vergoed als het horloge verloren gaat en de waarde is gedaald naar € 15.000.

Antwoord vraag 4

Het juiste antwoord is: € 22.500.

Toelichting & Tips

Hier is sprake van een deskundigentaxatie. Ondanks dat de werkelijke waarde van het horloge minder is, krijgt René toch de taxatiewaarde. Het indemniteitsbeginsel is hier niet van toepassing.

(12)

Er kan overigens bij een deskundigentaxatie nog steeds sprake zijn van onderverzekering: bijvoorbeeld als het horloge van René is getaxeerd op € 22.500 en de werkelijke waarde op de dag van schade hoger is. René krijgt dan niet meer uitgekeerd dan het verzekerd bedrag, de onderverzekeringsregel wordt in dit geval niet toegepast Toetsterm 2g.2

Vraag 5

René wil zijn eigen woning via de bemiddeling van Airbnb.nl verhuren in de periodes dat hij weg is. René vraagt in hoeverre er dekking is op de woonhuisverzekering voor eventuele schade die door een huurder wordt veroorzaakt (zie de polisvoorwaarden in de bijlage).

Wat is de meest juiste reactie van de Adviseur Schadeverzekeringen particulier?

A. René moet de verhuur liefst vooraf doorgeven aan de verzekeraar. Niet melden kan betekenen dat de verzekering wordt beëindigd. Ook zijn er mogelijk gevolgen voor de dekking en de uitkering bij schade.

B. Er is gewoon dekking. Het maakt geen verschil of de woning wordt bewoond door René zelf of door anderen, zolang het maar gewoon particulier gebruik is.

C. René moet de wijziging even doorgeven aan de verzekeraar, dan kan de verzekering dan ongewijzigd doorlopen. Ook een eventuele schade wordt volledig vergoed.

Antwoord vraag 5

Het juiste antwoord is: hij vertelt René dat het verhuur liefst vooraf moet worden door gegeven aan de verzekeraar.

Niet melden kan betekenen dat de verzekering wordt beëindigd. Ook zijn er mogelijk gevolgen voor de dekking en de uitkering bij schade. (A)

Toelichting & Tips

Uit de voorwaarden blijkt dat de verzekeringnemer het liefst ruim vooraf, maar - als dat niet mogelijk is - uiterlijk binnen twee maanden na de wijziging moet melden. Dit geldt ook voor het verhuren van de woning. Gebeurt dit niet of te laat dan kan dit gevolgen hebben. Als de wijziging niet of te laat wordt doorgegeven en de verzekeraar wil de verzekering niet voortzetten, dan eindigt de verzekering automatisch twee maanden na de wijziging.

Daarnaast loopt René het risico dat hij geen recht heeft op vergoeding van de schade. Wat de gevolgen precies zijn, hangt af van de wijziging.

Daarbij zijn de volgende vier situaties mogelijk:

1. de wijziging zou geen invloed hebben gehad op de premie en op de voorwaarden. In dat geval wordt de schade vergoed;

2. de wijziging zou hebben geleid tot een hogere premie. In dat geval keren ze slechts een deel van de schade uit. De vergoeding wordt vastgesteld in dezelfde verhouding als de oude premie staat tot de nieuwe premie;

3. de wijziging zou hebben geleid tot aanpassing van de voorwaarden. In dat geval bepalen de aangepaste voorwaarden of en tot welk bedrag de schade wordt vergoed;

4. als de verzekering niet zouden zijn voortgezet, is er geen recht op vergoeding van de schade. Behalve als:

-de schade binnen twee maanden na de wijziging heeft plaatsgevonden; en

-René kan aantonen dat de schade geen verband houdt met de reden waarom de verzekeraar de verzekering niet wil voortzetten.

Toetsterm 1d.3

(13)

Vraag 6

René koopt een tweede scooter. Hij wil deze scooter WA compleet casco verzekeren. De Adviseur Schadeverzekeringen particulier zegt dekking toe voor 14 dagen en stuurt een schriftelijke bevestiging.

Deze bevestiging is een ...

A. dekkingsbevestiging.

B. polis.

C. voorlopige dekking.

Antwoord vraag 6

Het juiste antwoord is: voorlopige dekking. (C)

Toelichting & Tips

De tussenpersoon kan slechts een tijdelijke dekking toezeggen. Pas als de verzekeraar de verzekering accepteert volgt een (definitieve ) dekkingsbevestiging of de polis.

Niet elke tussenpersoon mag voorlopige dekking toezeggen, het is belangrijk dat de tussenpersoon zijn bevoegdheden kent. Het is ook mogelijk dat de bevoegdheid voor voorlopige dekking alleen geldt voor een beperkt aantal verzekeringen. Met een voorlopige dekking is men verzekerd totdat de aanvraag definitief is geaccepteerd of alsnog door de verzekeraar of aanvrager wordt afgewezen. De voorlopige verzekeringsdekking is derhalve geen garantie dat de verzekeraar de verzekering uiteindelijk accepteert.

Toetsterm 1a.6

(14)

1.2.1 Bijlage polisvoorwaarden

Welke wijzigingen moet u doorgeven?

3.2.1 U verkoopt uw woning

Verkoopt u uw woning? Dan moet u dit zo snel mogelijk aan ons doorgeven. De verzekering eindigt altijd op de 30e dag na de overdracht om twaalf uur ’s nachts of eerder, zodra de nieuwe eigenaar de woning zelf heeft verzekerd.

3.2.2. U verhuist of de situatie van uw woning wijzigt

Als u verhuist of de situatie van uw woning wijzigt, beoordelen wij of wij uw verzekering kunnen voortzetten. U moet ons daarom informeren als:

x u gaat verhuizen;

x de bestemming van uw woning verandert. Bijvoorbeeld omdat in de woning een bedrijf wordt

x gevestigd of omdat de bestemming niet meer valt onder woning met deels zakelijk gebruik;

x in de woning grootschalige zakelijke activiteiten plaatsvinden;

x de woning of een deel daarvan gebruikt wordt als, winkel, werkplaats of magazijn/

x opslagruimte voor bedrijfsmatige activiteiten;

x de woning langer dan twee maanden niet meer bewoond wordt (zie ook artikel 3.2.3);

x de woning leeg komt te staan (zie ook artikel 3.2.3);

x u de woning gaat verhuren;

x u een recreatiewoning niet meer zelf gebruikt en alleen verhuurt;

x in de woning illegale activiteiten plaatsvinden, bijvoorbeeld het kweken van hennep;

x het gebruik van de woning verandert, bijvoorbeeld door kamerverhuur of bedrijfsmatige x activiteiten;

x de bewoning verandert, bijvoorbeeld omdat de woning wordt gekraakt;

x de bouwaard of dakbedekking van de woning wijzigt, bijvoorbeeld wanneer uw woning x eenrieten dak krijgt.

Ruim voor maar - als dat niet mogelijk is - uiterlijk binnen twee maanden na de wijziging moet u deze bij ons melden. Doet u dit niet of te laat dan kan dit gevolgen hebben. U leest in artikel 3.2.3, onder 4, en 3.2.4 wat deze gevolgen zijn.

Let op! Voor illegale activiteiten geldt altijd de uitsluiting zoals genoemd in artikel 1.3.7.

3.2.3 Wat gebeurt er na een wijziging met uw verzekering?

Nadat wij de wijziging hebben ontvangen, beoordelen wij de nieuwe situatie. Er zijn dan vier mogelijkheden.

1. Uw verzekering wordt ongewijzigd voortgezet. Uw verzekering wordt voortgezet, maar de premie en/of de voorwaarden veranderen. U ontvangt hierover van ons bericht. Bent u het niet eens met de nieuwe premie of de nieuwe voorwaarden? Dan heeft u het recht om de

verzekering op te zeggen binnen twee maanden nadat u de nieuwe premie of nieuwe

voorwaarden heeft ontvangen. Let op! Als wij de verzekering voor een bepaalde periode willen voortzetten, terwijl de woning leegstaat en/of niet meer bewoond wordt, heeft u alleen dekking voor schade door brand, storm, ontploffing, blikseminslag, motorrijtuigen en (lucht)vaartuigen.

2. Wij willen de verzekering niet voortzetten. U ontvangt hierover dan van ons dan een 3. mededeling. Wij hebben dan een opzegtermijn van twee maanden. In deze periode:

a. heeft u alleen dekking voor schade door brand, storm, ontploffing, blikseminslag, motorrijtuigen en (lucht)vaartuigen;

b. kunnen wij de dekking nog verder beperken. U ontvangt hierover van ons bericht.

4. Als u de wijziging niet of te laat heeft doorgegeven en wij de verzekering niet willen voortzetten, eindigt de verzekering automatisch twee maanden na de wijziging.

3.2.4 Vergoeden wij schade als u uw wijziging niet of te laat doorgeeft?

Als u de wijziging niet of te laat aan ons doorgeeft, loopt u het risico dat u geen recht heeft op vergoeding van de schade. Wat de gevolgen precies zijn, hangt af van de wijziging. Er zijn dan

(15)

2. De wijziging zou hebben geleid tot een hogere premie. In dat geval keren wij slechts een deel van de schade uit. De vergoeding wordt vastgesteld in dezelfde verhouding als de oude premie staat tot de nieuwe premie.

3. De wijziging zou hebben geleid tot aanpassing van de voorwaarden. In dat geval bepalen de aangepaste voorwaarden of en tot welk bedrag uw schade wordt vergoed.

4. Als wij de verzekering niet zouden hebben voortgezet, heeft u geen recht op vergoeding van de schade. Behalve als:

x de schade binnen twee maanden na de wijziging heeft plaatsgevonden; en x u kunt aantonen dat de schade geen verband houdt met de reden waarom wij de

verzekering niet willen voortzetten.

(16)

1.3 Casus Jacco & Jeannet (Algemene verzekeringskennis) - antwoorden

Jacco (57 jaar) is werkzaam als makelaar in loondienst. Hij is vijf jaar geleden gescheiden. Na de scheiding is hij bij zijn zoon en zijn gezin gaan wonen. Jacco heeft nu een huis gekocht. Binnenkort gaat hij samenwonen met zijn vriendin Jeannet. Jeannet (52 jaar) is eveneens gescheiden en werkt in loondienst als tandartsassistente.

De zoon van Jeanet, Stefan (20 jaar) is veroordeeld tot twee jaar gevangenisstraf en twee jaar voorwaardelijk voor het plegen van roofovervallen. Stefan komt over twee weken vrij en gaat dan bij Jacco en Jeannet wonen.

Jeannet is zes maanden geleden bij een alcoholcontrole aangehouden. Zij had teveel gedronken. Een en ander is geregeld middels een boete (schikking) van € 350. Sinds deze boete is Jeannet volledig geheelonthouder.

Verzekeringen

Jacco en Jeannet besluiten helemaal op nieuw te beginnen en zeggen de bestaande verzekeringen op naam van Jeannet op. Jacco had geen verzekeringen want hij was meeverzekerd op de verzekeringen van zijn zoon. Jacco en Jeannet willen nieuwe verzekeringen sluiten op hun beider namen.

De volgende verzekeringen blijven wél bestaan:

-de basis- en aanvullende zorgverzekeringen;

-de WA Casco autoverzekeringen voor de auto’s van Jacco en Jeannet.

Wensen

-als Stefan vrij komt, neemt hij de auto (een Opel Astra van drie jaar oud) van Jeannet over. Dit moet worden geregeld met de verzekering.

-Jacco wil gaan golfen. Hij heeft een dure golfuitrusting aangeschaft.

Vraag 1

Welke in de casus genoemde feiten zijn van belang (in verband met de mededelingsplicht) bij de aanvraag van de nieuwe verzekeringen. (Twee antwoorden zijn juist).

A. De veroordeling van Stefan.

B. De boete van Jeannet.

C. Dat Stefan de auto van Jeannet overneemt.

D. De leeftijd van Stefan.

Antwoord vraag 1 De juiste antwoorden zijn:

-de veroordeling van Stefan. (A)

-dat Stefan de auto van Jeannet overneemt. (C)

Toelichting &Tips

Voor de aanvraag van de nieuwe inboedel-, woonhuis- en AVP verzekering is het vermelden van de veroordeling van Stefan wel van belang. Strafrechtelijke veroordelingen van de verzekerden in de afgelopen acht jaar moeten worden gemeld (artikel 7:928 lid 2). De boete van Jeannet is niet van belang, dat is geen strafrechtelijke veroordeling. Als Stefan vrijkomt, neemt hij de auto van Jeannet over. De autoverzekering komt dan op zijn naam (7:928 lid 5). De leeftijd van Stefan is voor de acceptatie van de autoverzekering alleen premietechnisch van belang. De premie kan hoger worden.

(17)

Vraag 2

Veronderstel de belangrijke, in vraag 1 opgenoemde feiten voor de aanvraag worden opzettelijk niet door Jacco en Jeannet in de aanvraag voor aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren (AVP) vermeld.

Wat zijn dan de gevolgen als de verzekeraar daar achter komt?

A. Dan kan de verzekeraar binnen twee maanden na ontdekking de verzekering per ingangsdatum nietig laten verklaren.

B. Dan kan de verzekeraar de verzekering met directe ingang opzeggen conform artikel 7:929 BW.

C. Dan kan de verzekeraar binnen twee maanden na het ontdekken de verzekering met inachtneming van een redelijke opzegtermijn opzeggen.

Antwoord vraag 2

Het juiste antwoord is: dan kan de verzekeraar de verzekering met directe ingang opzeggen conform artikel 7:929 BW. (B)

Toelichting &Tips

De mededelingsplicht, omschreven in Artikel 7:929 BW, lid 1 zegt hierover: de verzekeraar die ontdekt dat aan de in artikel 7:928 omschreven mededelingsplicht niet is voldaan, kan de gevolgen daarvan slechts inroepen indien hij de verzekeringnemer binnen twee maanden na de ontdekking op de niet-nakoming wijst onder vermelding van de mogelijke gevolgen. Wordt deze termijn overschreden dan kan de verzekeraar zich niet meer op de mededelingsplicht van de betrokkene(n) beroepen. In lid 2 staat dat de verzekeraar die ontdekt dat de verzekeringnemer heeft gehandeld met het opzet om hem te misleiden of die bij kennis van de ware stand van zaken geen verzekering zou hebben gesloten, kan de overeenkomst binnen twee maanden na ontdekking met dadelijke ingang opzeggen.

Toetsterm 1a.8

Vraag 3

Noem 3 bezitsrisico’s, 2 vermogensrisico’s en 2 risico’s ten aanzien van de persoon die Jacco en Jeannet lopen?

Antwoord vraag 3 Bezitrisico’s zijn:

1. schade aan het woonhuis;

2. schade aan de inboedel/roerende goederen;

3. schade aan de golfuitrusting;

4. schade aan de auto’s.

Vermogensrisico’s zijn:

1. schade waarvoor ze aansprakelijk worden gesteld als particulier;

2. schade veroorzaakt met de auto waarvoor ze aansprakelijk zijn;

3. kosten van een juridische geschil.

Risico’s ten aanzien van de persoon zijn:

1. medische kosten als gevolg van ziekte of een ongeval.

2. inkomensderving als gevolg van ziekte of een ongeval.

3. kosten van aanpassing van woning, auto et cetera in verband met blijvende invaliditeit als gevolg van ziekte of een ongeval.

(18)

Toelichting &Tips

Consumenten lopen het risico dat hun materiële bezittingen beschadigd raken. Verzekeringen die schade deze materiële bezittingen kunnen afdekkingen zijn de bezitsverzekeringen, verkeersverzekeringen en transportverzekeringen. Meer over de indeling in risicocategorieën lees je in deel 2, Risico’s, van de syllabus.

Toetsterm 1c.1

Vraag 4

Jacco heeft in zijn makelaardijopleiding iets over recht en verzekeringen geleerd en hij vraagt aan zijn Adviseur Schadeverzekeringen particulier naar een aantal termen: cautie, regelend recht, inboedel, fundamenten en kwalitatieve aansprakelijkheid.

Welke term hoort bij welke omschrijving genoemd onder A t/m E?

A. De naam van de aansprakelijkheid dat je op grond van je hoedanigheid aansprakelijk bent.

B. Rechtsregels waarvan je wél mag afwijken.

C. Totaal van alle roerende zaken die behoren tot de particuliere huishouding van de verzekeringnemer en allen die duurzaam met hem samenwonen.

D. De delen van een gebouw onder de laagst begaanbare vloer.

E. Zekerheidsstelling of waarborgstelling.

Antwoord vraag 4 Het juiste antwoord is:

A. kwalitatieve aansprakelijkheid;

B. regelend recht;

C. inboedel;

D. fundamenten;

E. cautie.

Toelichting &Tips

Het is belangrijk dat je als adviseur de omschrijving van de diverse verzekeringsbegrippen kent. Leer dit ‘twee kanten op’: vanuit het begrip de juiste omschrijving kiezen (is relatief gemakkelijk) en vanuit de omschrijving het juiste begrip eraan koppelen (is iets lastiger). De begrippen kom je in meerdere delen van de syllabus tegen. In de toetstermen staan ook heel veel begrippen genoemd. Kijk hierna en zorg voordat je op examen gaat dat je deze begrippen in je hoofd hebt.

Toetsterm 1d.1

Vraag 5

Wat is de juiste omschrijving van een premier risque dekking?

A. De verzekeraar vergoedt de werkelijke geleden schade tot maximaal de verzekerde som en als de schade hoger is dan de verzekerde som, past de verzekeraar voor het meerdere de onderverzekeringsregel toe.

B. De verzekeraar vergoedt de werkelijke geleden schade tot maximaal de verzekerde som en als de schade hoger is dan de verzekerde som stopt de verzekeraar met uitkeren; er wordt géén onderverzekeringsregel toegepast.

C. De verzekeraar vergoedt de werkelijke geleden schade en als de schade hoger is dan de verzekerde som, wordt voor de hele schade de onderverzekeringsregel toegepast.

(19)

Antwoord vraag 5

Het juiste antwoord is: de verzekeraar vergoedt de werkelijke geleden schade tot maximaal de verzekerde som en als de schade hoger is dan de verzekerde som stopt de verzekeraar met uitkeren; er wordt géén onderverzekeringsregel toegepast. (B)

Toelichting &Tips

De verzekeraar vergoedt de werkelijke geleden schade tot maximaal de verzekerde som en als de schade hoger is dan de verzekerde som stopt de verzekeraar met uitkeren; er wordt geen onderverzekeringsregel toegepast.

Op het examen kan ook het begrip ‘onzuivere premier risque’ worden gevraagd. Bij een onzuivere premier risque dekking is er wél een relatie is tussen de waarde en de verzekerde som en wordt de onderverzekeringsregel wel toegepast. Bij het aangaan van de verzekering is de waarde bekend maar wordt er voor een lager verzekerd bedrag gekozen. Als bij schade blijkt dat de waarde hoger is, wordt de onderverzekeringsregel toegepast en de uitkering wordt daarnaast begrensd door de hoogte van de premier risque dekking. In deel Algemeen van de syllabus, vind je een voorbeeld terug van onzuivere premier risque.

Toetsterm 1d.1

Vraag 6

Hoe wordt de dekking genoemd die wordt omschreven als ‘tegen alle gevaren, ongeacht hoe deze zijn ontstaan met uitsluiting van eigen gebrek, opzet, slijtage, geleidelijk werkende invloeden en de catastrofe risico’s’?

A. Een limitatieve opsomming;

B. Beperkte dekkingsomschrijving C. Alles tenzij uitgesloten.

Antwoord vraag 6

Het juiste antwoord is: alles tenzij uitgesloten. (C)

Toelichting &Tips

Veel voorkomende dekkingen zijn kale brand, UGV, UGV+ en Allrisk. Deze laatste is een alle van buitenkomende onheilen dekking oftewel alles is gedekt tenzij het uitgesloten is. Deze dekkingen kom je meestal tegen bij de woonverzekeringen, deel 3 van de syllabus.

Toetsterm 1c.3

Vraag 7

Welke materiële bezitsverzekeringen kan de adviseur schadeverzekering particulieren het beste adviseren aan Jacco en Jeannet?

Antwoord vraag 7

Het juiste antwoord is: een inboedelverzekering, een woonhuisverzekering en een golfuitrusting- of recreatie- uitrustingsverzekering.

Toelichting &Tips

Op basis van de risico’s die je hebt geïnventariseerd kan je op het examen worden gevraagd welke verzekeringen je het beste kan adviseren. De vraag wordt dan gesteld in het kader van de taak ‘adviseren’. Normaliter heb je meer informatie nodig om een goed advies te kunnen geven. Maar als je dit soort vragen tegenkomt, adviseer je op basis van wat je tot dan toe weet.

(20)

Verzin er niets bij! Je kan ook vragen krijgen in het kader van de taak ‘inventariseren’. Dan wordt getoetst of je doorhebt dat je eventueel nog niet voldoende informatie hebt.

Toetsterm 2e.4

(21)

1.4 Casus Theo & Margot (Pleziervaartuigen) - antwoorden

Theo (36 jaar) en Margot (35 jaar) zijn in gemeenschap van goederen getrouwd. Ze hebben 8 jaar geleden een huis gekocht voor € 350.000. Ze wonen samen met hun twee kinderen (Hugo 12 jaar en Janneke 9 jaar) en de gezinshond Bob (een 4 jaar oude golden retriever) in die woning.

Pleziervaartuig

Theo en Margot en de kinderen houden van vakantie vieren. Ze gaan graag met hun kajuitboot met een motor van 10 pk op stap. In de meivakantie is het weer zover: ze gaan met de kinderen en een vriendin van Margot, Ans (29 jaar) twee weken varen op het Gardameer in Italië.

Verzekeringen

-ze sluiten een reisverzekering incl. medische kosten en een ongevallendekking (rubriek A € 25.000 en rubriek B € 50.000);

-de boot is verzekerd op een pleziervaartuigenverzekering;

-daarnaast hebben Theo en Margot een basiszorgverzekering voor henzelf, waarop de kinderen zijn meeverzekerd.

Wensen

De vakantie wordt géén succes; er gaat van alles mis.

Vraag 1

Ans wil graag een stukje varen maar zij is niet zo handig. Zij veroorzaakt al bij het wegvaren in de haven een aanvaring. Ze botst tegen een zeilboot die in de haven ligt. Theo en Margot schrikken enorm en vragen zich af of de schade aan de zeilboot wordt vergoed door de aansprakelijkheidsverzekering van Ans.

Welke van onderstaande beweringen is juist?

A. De schade wordt niet vergoed door de AVP verzekeraar omdat er en aparte pleziervaartuigverzekering is gesloten.

B. De AVP verzekeraar vergoedt de schade aan de zeilboot niet omdat er sprake is van opzicht.

C. De AVP verzekeraar vergoedt de schade niet omdat schade met of door vaartuigen is uitgesloten op de AVP.

Antwoord vraag 1

Het juiste antwoord is: de AVP verzekeraar vergoedt de schade niet omdat schade met of door vaartuigen is uitgesloten op de AVP. (C)

Toelichting & Tips

Alleen schade met of door vaartuigen met een motorvermogen van minder dan 4 pk en of een zeiloppervlak van minder dan 16 m2 is gedekt op de AVP dan geldt een secundaire dekking. Voor deze schade is dekking op de eigen pleziervaartuigenverzekering van Theo en Margot. De cascodekking dekt de schade aan hun eigen boot en de WA dekking dekt de schade aan de andere boot.

Toetsterm 2c.4

(22)

Vraag 2

Als Theo en Margot met de boot op het Gardameer varen, laat Theo zoon Hugo sturen. l Margot, Janneke en Ans genieten op het voordek van de zon. Hugo let niet goed op en zo ontstaat er een botsing met een vissersschip. Het visserschip heeft geen schade. De kajuitboot is flink beschadigd, maar ze kunnen wel verder varen.

Margot is door de botsing van dek gevallen en heeft erg veel pijn aan haar schouder. Margot gaat een paar dagen later naar een ziekenhuis om foto’s van de schouder te laten maken en dan blijkt het schouderblad te zijn gescheurd.

De reis- en zorgverzekeraar zijn beiden aangesloten bij het Convenant Samenloop Reis- en Zorgverzekeringen.

Welke van onderstaande beweringen is juist?

A. Margot kan kiezen welke verzekeraar (de zorgverzekeraar of de reisverzekeraar) zij aanspreekt voor de vergoeding van de medische kosten.

B. Margot moet de schade melden bij haar zorgverzekeraar en die moet de medische kosten vergoeden.

C. Omdat de medische kosten gemaakt zijn tijdens de vakantie moet de reisverzekeraar de medische kosten vergoeden.

Antwoord vraag 2

Het juiste antwoord is: Margot kan kiezen welke verzekeraar (de zorgverzekeraar of de reisverzekeraar) zij aanspreekt voor de vergoeding van de medische kosten. (A).

Toelichting & Tips

Margot mag zelf kiezen bij wie zij zich als eerste meldt. De alarmcentrale die als eerste wordt benaderd door een verzekerde in verband met een ongeval waarvan wegens acute noodzaak medische kosten in het buitenland worden gemaakt, zorgt op grond van het Convenant Samenloop Reis- en Zorgverzekeringen voor de afhandeling van die kosten en eventuele garantstellingen jegens derden.

Hiermee wordt voor de verzekerde noodzakelijke hulp- en zorgverlening gewaarborgd vanuit één aanspreekpunt.

Deze verzekeraar draagt zorg voor de verdere afhandeling van de schade en neemt eventueel regres op de andere verzekeraars.

Indien de verzekerde zich meldt als de (acute) zorg reeds is verleend, dan kan deze zich ook bij beide verzekeraars melden, maar dan is de eerst aangesproken verzekeraar niet per definitie de partij die ook zal uitbetalen. Dat hangt af van de afspraken tussen beide verzekeraars. Margot kan overigens niet tweemaal claimen, dat is in strijd met het indemniteitsbeginsel.

Toetsterm 1h.5

Vraag 3

De gealarmeerde waterpolitie vraagt aan Margot haar vaarbewijs en dat blijkt Margot niet te hebben.

Moet Margot een vaarbewijs hebben?

A. Ja, maar uitsluitend als het vaartuig harder dan 50 k/u kan varen.

B. Ja, maar uitsluitend als het vaartuig langer is dan 15 meter.

C. Ja, maar uitsluitend als het vaartuig breder is dan 3 meter.

(23)

Antwoord vraag 3

Het juiste antwoord is: ja, maar uitsluitend als het vaartuig langer is dan 15 meter. Convenant Samenloop Reis- en Zorgverzekeringen. (B)

Toelichting & Tips

Als een vaartuig harder dan 20 kilometer per uur kan varen en langer is dan 15 meter, dan heb je een vaarbewijs nodig. In nagenoeg alle Europese landen dien je in het bezit te zijn van een vaarbewijs.

Toetsterm 1h.9

Vraag 4

Als Theo en Margot en de kinderen met de boot weer bijna in de haven zijn breekt er brand uit, doordat de motor van het schip te heet is gelopen. Welke van onderstaande schades wordt vergoed worden door welke verzekeraar?

Schade aan:

A. de boot zelf.

B. schade aan de standaard inventaris aan boord van het schip.

C. schade aan de kleding en andere spullen van Theo en Margot, Janneke en Hugo.

D. schade aan de brandblussers en kleding van de bemanning van andere boten die geholpen hebben met blussen.

E. sleepkosten van de boot naar de haven.

Antwoord vraag 4 De juiste antwoorden zijn:

-de boot zelf. (A)

-schade aan de standaard inventaris van het schip. (B)

Toelichting & Tips

De cascodekking houdt in dat schade aan of verlies van het vaartuig en de scheepstoebehoren is verzekerd. Naast het vaartuig en de scheepstoebehoren zijn ook de motor, de trailer en de volgboot verzekerd, mits deze op de polis staan vermeld.

De schade aan de inboedel is ook gedekt, meestal tot 15-20% van het verzekerd bedrag op basis van premier risque. Onder de inboedel verstaan de verzekeraars in de polisvoorwaarden de zich aan boord bevindende eigendommen van verzekerde die behoren tot zijn huishoudelijke inboedel met uitzondering van:

-geld en geldswaardige papieren;

-contactlenzen en brillen;

-horloges en sieraden;

-foto- en filmapparatuur;

-kunst en antiek;

-sieraden en andere kostbaarheden.

Kleding en andere spullen vallen dus niet onder de inboedel, deze zijn gedekt op de reisverzekering. De dekking voor aansprakelijkheid sluit schade aan gesleepte voertuigen uit. Sleepkosten zelf zijn wel gedekt onder ‘dekking van schadekosten’. Daar vallen ook de bereddingskosten (brandblussers en kleding van degenen die hebben geholpen) onder. Meer over de pleziervaartuigenverzekering kun je lezen in deel 5, Transportverzekeringen.

Toetsterm 1c.10

(24)

Vraag 5

Theo en Margot hebben hun boot verzekerd op een pleziervaartuigenverzekering.

Uit welke vaargebieden hebben zij een keuze moeten maken?

A. Europa : Klein Vierkant.

B. Europa : Groot Vierkant.

C. Nederland : Groot vierkant D. Nederland : Klein vierkant

E. Nederland: De Nederlandse binnenwateren en op de Noordzee.

F. Wereldwijd.

G. Europa en Wereldwijd.

Antwoord vraag 5 De juiste antwoorden zijn:

-Europa : Klein Vierkant. (A) -Europa : Groot Vierkant. (B)

-Nederland: De Nederlandse binnenwateren en op de Noordzee. (E) -Wereldwijd. (F)

Toelichting & Tips

Als vaargebieden kan een keuze gemaakt worden tussen: Nederland: De Nederlandse binnenwateren en op de Noordzee variërend van 5 tot 20 mijl uit de kust. Europa: Klein Vierkant: Alle Europese zeeën binnen de volgende begrenzingen: 45 graden Noorderbreedte; 63 graden Noorderbreedte; 15 graden Westerlengte; 30 graden Oosterlengte Europa: Groot Vierkant: Alle Europese zeeën binnen de volgende begrenzingen: 73 graden Noorderbreedte; 24 graden Noorderbreedte; 30 graden Westerlengte; 35 graden Oosterlengte. Wereldwijd.

Toetsterm 1d.12

(25)

1.5 Casus Mandy (Motorrijtuigen) - antwoorden

Bij deze casus hoort de bijlage ‘Zuivere schadevrije jaren’ (te vinden achter deze casus)

Mandy (39 jaar) woont alleen in een koopwoning in Utrecht. Mandy is docent diergeneeskunde aan de universiteit van Utrecht. Ze heeft een andere auto gekocht en daarom een afspraak gemaakt met de Adviseur Schadeverzekeringen particulier.

Verzekeringen

Mandy heeft verder de volgende verzekeringen:

-een woonhuisverzekering;

-een inboedelverzekering;

-een aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren (AVP);

-een rechtsbijstandsverzekering.

De auto van Mandy is alleen WA verzekerd. Mandy betaalt premie per jaar; voor de oude auto betaalde zij € 476,14 inclusief € 18,50 kosten en inclusief assurantiebelasting en ook inclusief 50% B/M korting. De premievervaldatum is 1 januari. Mandy heeft de premie per 1 januari 2018 betaald. Mandy woont in regio 3.

Vraag 1

Mandy koopt op 1 maart 2018 een nieuwe auto; zij wil die auto WA volledig casco verzekeren. Zij vraagt aan haar Adviseur Schadeverzekeringen particulier, Els, de autoverzekering te wijzigen. De nieuwe auto weegt 755 kg en de cataloguswaarde de auto is € 19.795. Mandy heeft op dit moment een korting van 50%.

De verzekeraar hanteert de onderstaande tarieven:

WA-premies voor personenauto’s

Gewicht in kg tot Bruto jaarpremie

Regio 1 Regio 2 Regio 3 en 4

600 425 450 500

650 467 495 550

700 510 540 600

750 552 585 650

800 595 630 700

850 637 675 750

Cascopremies voor personenauto’s

Oorspronkelijke nieuwwaarde tot Bruto jaarpremie

Regio 1 Regio 2 Regio 3

5.500 450 540 550

6.000 467 585 600

6.500 510 630 650

7.000 552 675 700

7.500 595 720 750

(26)

Regio 1 Regio 2 Regio 3

8.000 637 765 800

8.500 680 810 850

9.000 722 855 900

9.500 765 900 950

10.000 807 945 1.000

10.500 850 990 1.050

11.000 892 1.035 1.100

11.500 935 1.080 1.150

12.000 977 1.125 1.200

12.500 1.020 1.170 1.250

13.000 1.062 1.215 1.300

13.500 1.105 1.260 1.350

14.000 1.147 1.305 1.400

14.500 1.190 1.350 1.450

15.000 1.232 1.395 1.500

15.500 1.275 1.440 1.550

16.000 1.317 1.485 1.600

16.500 1.360 1.530 1.650

17.000 1.402 1.575 1.700

17.500 1.445 1.620 1.750

18.000 1.487 1.665 1.800

18.500 1.530 1.710 1.850

19.000 1.572 1.755 1.900

19.500 1.615 1.800 1.950

20.000 1.657 1.845 2.000

20.500 1.700 1.890 2.050

21.000 1.742 1.935 2.100

21.500 1.785 1.980 2.150

22.000 1.827 2.025 2.200

Hoeveel premie moet Mandy tot 1-1-2019 bijbetalen inclusief kosten (€ 18,50) en assurantiebelasting?

Antwoord vraag 1

Het juiste antwoord is: € 1.005,51.

Toelichting & Tips

De premies voor de nieuwe auto lees je af uit de tabel. Voor een auto van 755 kg in regio 3 bedraagt de bruto WA jaarpremie € 700. De auto heeft een cataloguswaarde van € 19.795 waardoor de bruto casco jaarpremie voor regio 3 € 2.000 bedraagt. Tot 1-1-2019 moet Mandy betalen exclusief kosten en assurantiebelasting: € 700 + € 2.000 =

€ 2.700 x 50% (korting)= € 1.350. Ze is de premie voor de nieuwe auto verschuldigd voor 10 maanden: € 1.350/12 x 10 = € 1.125. Voor de oude auto heeft ze al voor een heel jaar betaald terwijl ze maar 2 maanden premie is verschuldigd. Haar premie inclusief , korting, kosten en assurantiebelasting is € 476,14.

(27)

Om de restitutie te berekenen, ga je als volgt te werk:

1. Assurantiebelasting eraf halen: € 476,14/1,21 = € 393,50.

2. Poliskosten eraf halen: € 393,50 -/- € 18,50 = € 375. Dit 50% van de premie, de netto premie dus.

3. De restitutie berekenen: € 375/12 x 10 = € 312,50

€ 1.125 -/- € 312,50 = 812,50 + € 18,50 = € 831 x 1,21 = € 1.005,51

Soms wordt de premie weergegeven zoals hier in een tabel die je moet kunnen aflezen. Soms is de premie een promillage van de waarde en moet je de premie op die manier uitrekenen. Meer hierover vind je in de rekensyllabus.

Toetsterm 2e.2

Vraag 2

Op 1 mei 2018 wordt Mandy verblind door de zon en ziet zij de van rechts komende auto van Henk net te laat aankomen. Beide auto’s zijn ernstig beschadigd als gevolg van de aanrijding. Mandy had haar auto op 1 maart 2018 nieuw gekocht voor € 19.795 en de huidige nieuwwaarde is € 19.995. De dagwaarde van de auto vlak voor de schade bedroeg € 18.500. De herstelkosten bedragen € 14.250. De restwaarde is € 5.000. De auto is WA volledig casco verzekerd met een nieuwwaarderegeling van 36 maanden. De eerste 12 maanden is de afschrijving 0% per maand. Daarna bedraagt de afschrijving 1% per maand voor de eerste € 9.000 en 0,5% over het meerdere. De 2/3 regeling is van toepassing. Het eigen risico bedraagt € 150.

Welk bedrag vergoedt de verzekeraar?

Antwoord vraag 2

Het juiste antwoord is: € 14.845.

Toelichting & Tips

De auto van Mandy is op het moment van de aanrijding 2 maanden oud. De nieuwwaarde op het moment van de aanrijding bedraagt € 19.995. Dit is de waarde waarvan je moet uitgaan wanneer je de poliswaarde berekent.

De eerste 12 maanden was er volgens de polis nog geen afschrijving. De afschrijving bedraagt derhalve € 0 en de poliswaarde bedraagt daarmee € 19.995.

De 2/3 regeling is van toepassing. Dit is een veelgebruikte methode om te bepalen of een auto total loss is. In feite bepaal je of de auto, beter gezegd het wrak, het nog waard is om te worden gerepareerd. De herstelkosten bedragen meer dan 2/3 van de poliswaarde (€ 19.995 x 2/3 = € 13.330), daarom wordt de schade op basis van totaal verlies vergoed.

De verzekeraar vergoedt de poliswaarde -/- het eigen risico -/- de restwaarde = € 19.995 -/- € 150 -/- € 5.000

=.€ 14.845. De restwaarde ontvangt Mandy via de opkoper van het wrak. De berekening van de 2/3 methode staat beschreven in de rekensyllabus.

Toetsterm 2g.2

(28)

Vraag 3

Wat is de meest gebruikelijke regeling bij de vergoeding van de kosten van de expert, de contra-expert en de arbiter bij autoverzekeringen?

A. De kosten van de expert worden volledig betaald door de verzekeraar. De kosten van de contra-expert worden betaald door de verzekerde en arbiter wordt door beiden betaald. Als de contra-expert gelijk heeft betaald de verzekeraar de door de verzekerde betaalde kosten terug aan de verzekerde.

B. Alle kosten worden in principe volledig betaald door de verzekeraar; als de contra-expert van de verzekerde ongelijk heeft moet de verzekerde de kosten van de contra-expert zelf terug betalen aan de verzekeraar en ook de helft van de kosten van de arbiter.

C. Alle kosten worden volledig betaald door de verzekeraar; alleen voor de kosten van de contra-expert geldt meestal de beperking dat de kosten van de contra expert tot maximaal de kosten van de eigen expert van verzekeraar worden vergoed.

Antwoord vraag 3

Het juiste antwoord is: alle kosten worden volledig betaald door de verzekeraar; alleen voor de kosten van de contra-expert geldt meestal de beperking dat de kosten van de contra- expert tot maximaal de kosten van de eigen expert van verzekeraar worden vergoed. (C)

Toelichting & Tips

De kosten van de expert worden volledig betaald door de verzekeraar. De kosten van de contra-expert worden meestal ook betaald door de verzekeraar en dit geldt ook voor de kosten van de arbiter.

Onlangs is de betaling van de kosten van de contra-expert onderwerp van gesprek geweest bij het TV programma Radar. In de voorwaarden van de meeste verzekeraars is namelijk opgenomen dat ze de kosten van de contra- expert vergoeden tot maximaal de kosten van de eigen expert van de verzekerde. Echter, de eigen expert kan door speciale afspraken vaak goedkoper zijn, waardoor de verzekerde alsnog een deel van de kosten zelf moet betalen.

De vraag is of dat de hogere kosten van de contra-expert redelijk zijn. Het Verbond van Verzekeraars vindt het wenselijk dat vooraf duidelijkheid is over welke kosten in ieder geval voor vergoeding in aanmerking komen en welke kosten aan de redelijkheid moeten worden getoetst. De Gedragscode schade-expertise wordt op dit punt waarschijnlijk aangepast. Van de verzekeraars wordt gevraagd vooraf duidelijk te zijn over kosten van de eigen expert en de verzekerde hierover op zijn verzoek te informeren. Wanneer de kosten van de contra-expert hoger zijn, weet de verzekerde welk bedrag hij in ieder geval krijgt vergoed en welk bedrag aan de redelijkheid wordt getoetst. Meer hierover kun je ook lezen op Permanent Actueel, waarop een aantal artikelen over dit onderwerp zijn verschenen.

Toetsterm 1h.1

Vraag 4

Ook de auto van Henk is zwaar beschadigd bij de aanrijding met Mandy op 1 mei 2018. Henk heeft zijn auto op 1 februari 2015 nieuw gekocht voor € 11.800. Henk heeft de auto WA + volledig casco verzekerd. De polis kent een nieuwwaarderegeling van in totaal 36 maanden. De eerste 12 maanden is de afschrijving 0% per maand.

Daarna bedraagt de afschrijving 1% per maand voor de eerste € 9.000 en 0,5% over het meerdere. De 2/3 regeling is van toepassing. De polis kent geen eigen risico. De huidige nieuwwaarde van de auto bedraagt € 12.500. De herstelkosten bedragen € 9.500. Een opkoper is bereid € 2.500 voor het wrak te betalen. De dagwaarde van de auto bedroeg vlak voor de aanrijding € 7.500.

(29)

Wat vergoedt de verzekeraar?

Antwoord vraag 4

Het juiste antwoord is: € 5.000.

Toelichting & Tips

De auto van Henk is inmiddels ouder dan 36 maanden. De nieuwwaarderegeling geldt niet meer. Je moet nu uitgaan van de dagwaarde. De dagwaarde (waarde onmiddellijk voor de schade) is € 7.500. De waarde van de auto na de schade is € 2.500. Dit is het hoogste bod van een opkoper. Henk leidt dus een schade van € 5.000. Omdat er geen eigen risico van toepassing is, is dat het bedrag dat de verzekeraar vergoedt. Van de opkoper ontvangt Henk

€ 2.500.

Toetsterm 2g.2

Vraag 5

Henk heeft ook nog de volgende schade geleden:

-Letselschade (eigen risico zorgverzekering) € 385.

-In de auto vervoerde goederen € 1.275.

Welke verzekeraar vergoedt die schade aan Henk?

A. De AVP verzekeraar van Mandy.

B. De WAM verzekeraar van Mandy.

C. De SVI verzekeraar van Mandy.

Antwoord vraag 5

Het juiste antwoord is: de WAM verzekeraar van Mandy. (B)

Toelichting & Tips

De AVP sluit schade veroorzaakt door of aan motorrijtuigen uit. Aangezien Henk geen inzittende was in de auto van Mandy, keert haar SVI ook niet uit. Blijft over de WAM verzekering. Op basis van schuldaansprakelijkheid (artikel 6.162 BW) keert deze verzekering zowel de letselschade als schade aan de in de auto vervoerde goederen uit. Schade aan vervoerde zaken is weliswaar een WAM uitsluiting, maar deze is alleen van toepassing voor vervoerde zaken van de bestuurder en inzittende in de auto zelf. Vervoerde zaken in een andere auto, zijn niet uitgesloten.

Vraag 6

Zowel Mandy als Henk hebben schade geleden. Vast staat dat Mandy aansprakelijk is voor de schade. Zij heeft geen voorrang verleend terwijl dit wel had gemoeten. Henk had inmiddels een bonus/malus korting van 70% en 12 schadevrije jaren.

Wat betekent deze schade voor Henks korting en zijn schadevrije jaren? (Gebruik de bijlage met de tabel voor zuivere schadevrije jaren uit de bedrijfsregeling Roy data).

A. Dit betekent dat Henk terugvalt naar 7 schadevrije jaren. Zijn korting wordt waarschijnlijk lager maar dit is afhankelijk van de B/M tabel die zijn verzekeraar hanteert.

B. Dit heeft helemaal geen gevolg voor het aantal schadevrije jaren van Henk, en ook niet voor zijn korting.

C. Dit betekent dat Henk terugvalt naar 11 schadevrije jaren en dat zijn korting 5 tot 10% lager uitvalt dan nu.

(30)

Antwoord vraag 6

Het juiste antwoord is: dit heeft helemaal geen gevolg voor het aantal schadevrije jaren van Henk, en ook niet voor zijn korting.(B)

Toelichting & Tips

Per 1 januari 2016 is de vernieuwde Bedrijfsregeling 11 in werking getreden: Roy Data. In de nieuwe regeling zijn de volgende verbeterpunten aangebracht, zo wordt het aantal zuivere schadevrije jaren en de terugval bij schade bepaald aan de hand van een vaste tabel. Uit deze tabel kan je aflezen dat Henk met 1 schade bijvoorbeeld terug zou vallen van 12 naar 7 schadevrije jaren. De bedrijfsregeling schrijft alleen voor hoe verzekeraars de zuivere schade vrije jaren moeten ophalen, verhogen en verlagen, communiceren en weer opslaan bij Roy Data. De bedrijfsregeling schrijft níet voor hoe verzekeraars de bonus/malus regeling voor de polishouder moet toepassen, het gevolg voor de korting kun je op basis hiervan dus niet vaststellen.

Echter, in deze situatie is er helemaal geen sprake van terugval. Henk is zelf niet aansprakelijk waardoor zijn verzekeraar de schade kan verhalen op de verzekeraar van Mandy. In dat geval is er geen gevolg voor het aantal schadevrije jaren. In deel 4 van de syllabus, Verkeersverzekeringen, lees je meer hierover.

Toetsterm 2e.7

(31)

Wft Schadeverzekeringen begeleidingsdag 1 - 31 1.5.1 Bijlage schadevrije jaren

Aantal zuivere schadevrije jaren in het volgende verzekeringsjaar Aantal zuivere

schadevrije jaren

zonder

schade met 1 schade die leidt tot terugval in zuivere schadevrije jaren

met 2 schaden die leiden tot terugval in zuivere schadevrije jaren

met 3 schaden die leiden tot terugval in zuivere schadevrije jaren

met 4 of meer schaden die leiden tot terugval in zuivere schadevrije jaren

>=16 +1* 10 5 0 -5

15 16 10 5 0 -5

14 15 9 4 -1 -5

13 14 8 3 -2 -5

12 13 7 2 -3 -5

11 12 6 1 -4 -5

10 11 5 0 -5 -5

9 10 4 -1 -5 -5

8 9 3 -2 -5 -5

7 8 2 -3 -5 -5

6 7 1 -4 -5 -5

5 6 0 -5 -5 -5

4 5 -1 -5 -5 -5

3 4 -2 -5 -5 -5

2 3 -3 -5 -5 -5

1 2 -4 -5 -5 -5

0 1 -5 -5 -5 -5

-1 0 -5 -5 -5 -5

-2 -1 -5 -5 -5 -5

-3 -2 -5 -5 -5 -5

-4 -3 -5 -5 -5 -5

-5 -4 -5 -5 -5 -5

* = het aantal zuivere schadevrije jaren wordt met 1 verhoogd.

Het maximum aantal te bereiken zuivere schadevrije jaren is 99.

De door het Actuarieel Genootschap gehanteerde objectieve actuariële berekeningen en de daaruit voortvloeiende vaste terugvaltabel hebben uitgewezen dat meer dan 15 schadevrije jaren geen invloed meer hebben op het (actuariële) risico voor de verzekeraar en de beoordeling daarvan. Dit heeft als gevolg dat ongeacht het aantal zuivere schadevrije jaren boven de 15 de terugval bij een schade altijd naar 10 zal zijn.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Michel (26 jaar) wil graag zijn eerste woning gaan kopenA. Michel werkt als

In dit voorbeeld kunnen Ralph en Mariëlle ruimschoots voldoende lenen. De kans dat zij de lening door te hoge uitgaven aan andere producten niet kunnen terugbetalen is dus beperkt.

Hoeveel schadevrije jaren geeft de verzekeraar door aan de nieuwe verzekeraar voor zowel Ruben als Angela.. (Gebruik de bijlage voor het beantwoorden van deze

De ouders van kinderen jonger dan 14 jaar zijn risico aansprakelijk voor de gedragingen van deze kinderen, ook al valt de ouders niet te verwijten.. Kwalitatieve

Indien de belastingplichtige tijdelijk elders verblijft wordt de woning toch nog als eigen woning aangemerkt indien die woning gedurende minimaal 1 jaar op basis van de

Ook in dit geval zijn Ralph en Mariëlle samen verantwoordelijk voor de terugbetaling van de lening.. Ze zijn namelijk samen het

Je moet met Werner bespreken welke gevolgen het niet mededelen van zijn ziekte kan hebben voor een eventuele uitkering.. Je raadt hem daarbij dringend aan om dit alsnog aan

Ook sluiten ze een aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren (AVP) met gezinsdekking af, verzekerd bedrag €1.000.000 en een eigen risico €150 voor schade veroorzaakt door