• No results found

Boordsteek, heen en weer gebreid: AK: 1 r, *1 av, 1 r*, herhaal *-* de hele toer. GK: 1 r, *1 r, 1 av*, herhaal *-* tot dat er 2 st over zijn, 2 r.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Boordsteek, heen en weer gebreid: AK: 1 r, *1 av, 1 r*, herhaal *-* de hele toer. GK: 1 r, *1 r, 1 av*, herhaal *-* tot dat er 2 st over zijn, 2 r."

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)
(2)

Versie 1

Saga - vest

Saga is een damesvest gebreid met telpatronen in meerdere kleuren. De telpatronen zijn makkelijk te breien met korte floats. Alle kanten eindigen met een gehaakte rand in een contrasterend kleur. De vest wordt in het rond gebreid vanaf boven naar beneden met een pas. De pas wordt gebreid met meerderingen om later verdeeld te worden in het lijf en de mouwen die apart verder gebreid wordt. Tenslotte wordt de vest opengeknipt midden vóór en worden de kanten vóór gebreid.

Gebruikt garen: Järbo 2 tr ull (100 % wol. Ca 100 g = 300 m) Garencategorie: Sport

Alternatieve garen keuzes:

Alpacka Solo (100 % alpaca. Ca 50 g = 167 m) Elise (60 % katoen, 40 % acryl. Ca 50 g = 168 m) Junior (70 % acryl, 30 % polyamide. Ca 50 g = 168 m) Ístex Kambgarn (100 % merino. Ca 50 g = 150 m)

Stekenverhouding: Ca 22 st x 27 t met telpatroon op breinld 4 mm = 10 × 10 cm Maten: XXS (XS) S (M) L (XL) 2XL (3XL) 4XL

Borstomtrek vest: Ca 85 (90) 95,5 (101) 112 (123) 134 (145) 155,5 cm Lengte vest: Ca 54 (54) 56 (57) 57,5 (58,5) 60 (61,5) 63 cm

Mouwlengte vest: Ca 43 (43) 45 (47) 47 (45) 44 (42) 41 cm Verbruikt:

Kl 1: Ca 140 (150) 170 (180) 200 (220) 240 (260) 280 g (kl 74110, Sandy) Kl 2: Ca 130 (140) 150 (160) 180 (200) 220 (230) 250 g (kl 74122, Cranberry Red) Kl 3: Ca 60 (60) 70 (80) 80 (90) 100 (110) 120 g (kl 74130, Plump Plum)

Kl 4: Ca 20 (20) 20 (30) 30 (30) 30 (40) 40 g (kl 74147, Country Walk) Rondbreinaalden: 3 mm, 60 en/of 80 cm. 4 mm, 40, 60 en 80 cm Sokkenbreinaalden: 3 en 4 mm

Haaknaald: 2,5 mm

Extra’s: 8 knopen (ca 18 mm) Moeilijkheidsgraad: ***

Uitleg

2rsam: Brei 2 steken recht samen (mindering leunend naar rechts)

Ssr: Slip 2 st (één voor één) alsof deze r gebreid zou worden, zet terug op de linker naald en brei samen in de achterkant van de steek (mindering leunend naar links).

German Short Rows (GSR): In deze beschrijving worden GSR gebruikt om de schouders en de nek te verhogen. Brei tot de punt waar je gaat keren, keer en *slip de 1e steek averecht (met de draad aan de voorkant), trek de steek vrij strak naar achteren over de naald zodat de steek

“dubbele poten” krijgt*. Brei verder als normaal. *,* = GSR

Een dubbele steek wordt als één geteld en het is een goed idée om deze te markeren zodat het makkelijker wordt om de steken te tellen.

Als de dubbele steek later gebreid wordt, wordt hij als één gebreid, of recht of averecht. Er is een video-instructie te vinden hierover op de YouTube-kanaal van Järbo.

Boordsteek, in het rond gebreid: *1 r, 1 av* herhaal *-* de hele toer.

Boordsteek, heen en weer gebreid: AK: 1 r, *1 av, 1 r*, herhaal *-* de hele toer. GK: 1 r, *1 r, 1 av*, herhaal *-* tot dat er 2 st over zijn, 2 r.

Tricotsteek, in het rond gebreid: Brei alle steken recht alle toeren.

Tricotsteek, heen en weer gebreid: Brei recht aan de GK en averecht aan de AK.

Telpatroon: Brei met meerdere kleuren in tricotsteek volgens het diagram.

(3)

Knipsteken: 6 extra steken midden voor, in deze steken wordt de vest later opengeknipt. De knipsteken horen niet in het patroon en worden niet meegeteld in het aantal steken. Brei de knipsteken in verticale strepen in de toer met het telpatroon: * 1 st in hkl, 1 st in ckl*

herhaal *-* nog een keer.

Half stokje (hstk): maak een omslag, haal de draad op = 3 lusjes op de haaknaald, omslag en trek door alle drie de lussen.

Gehaakte ”parelsteek”: De gehaakte kant langs de randen van de vest bestaat uit ”parelsteek” die als volgt gehaakt wordt: Begin met 1 hstk (half stokje). Nu wordt de ”parel” rond het halve stokje gehaakt (wees licht op de hand): 1 omslag, haal de draad op rond het halve stokje = 3 lusjes op de haaknaald, 1 omslag, haal de draad op rond de hstk = 5 lusjes op de haaknaald, 1 omsl en trek door alle 5 lussen.

Mouwlengte: De verschillende maten hebben verschillende lengtes aan de pas en de mouwlengte compenseert hiervoor. Aangezien dit berekend is uit standard maten en de mouwlengte heel individueel is, is het handig om regelmatig het breiwerk te passen en aan te passen naar eigen maten en mouwlengte.

Belangrijke informatie over de diagrammen:

1. Wanneer diagram A gebreid wordt (aan de pas) is er een diagram voor de maten XXS-M en 2XL-4XL en een eigen diagram voor de maten L en XL.

Diagram A: Maat XXS–M, rij 4, 8, 24, 28, 44 en 48. Maat L–XL, rij 16, 20, 36 en 40. Maat 2XL–4XL, rij 4, 8, 24, 28, 44, 48, 64 en 68.

Diagram B: Hier geldt hetzelfde voor alle maten: rij 1, 5, 21 en 25.

3. Aan de pas en het lijf begint het patroon met steek nr 1 van het telpatroon en de herhalingen (binnen het blauwe vierkant) worden steeds herhaald de hele toer + een eventuele laatste steek aan de grotere telpatronen om symmetrie te krijgen middenvóór. Aan de mouwen daarentegen begint het telpatroon bij de aangegeven steek en naarmate het aantal steken geminderd wordt onder de mouw verschuift deze steek een stap naar links in het patroon. Zorg voor dat het telpatroon gecentreerd is aan de mouw (gele markering midden in het diagram).

Halsrand

Met rondbreinld 3 mm (60 of 80 cm) en kl 1, zet 103 (103) 107 (107) 111 (111) 111 (115) 119 st. Brei boordsteek heen en weer (zie Uitleg) tot een hoogte van 3 cm. De eerste en laatste steken aan iedere kant zijn kantsteken. Eindig met een toer vanaf de averechte kant.

Pas

Wissel naar rondbreinaald 4 mm (60 cm) en brei hierna de pas in het rond. Zet eerst 4 nieuwe steken op met kl 2, die samen met de kantsteken aan iedere kant van de halsrand, de 6 knipsteken vormen middenvóór (zie Uitleg). Plaats een markeerder aan iedere kant van de knipsteken. Er zijn nu 101 (101) 105 (105) 109 (109) 109 (113) 117 st en 6 knipsteken op de breinaald. (De knipsteken tellen niet mee met het aantal steken).

Toer 1 (rij 1 in diagram A): Brei tricotsteek met kl 2 en meerder tegelijkertijd met 20 (20) 16 (16) 36 (36) 36 (44) 46 st als aangegeven hieronder. Tip: een mooie meerdering is om een steek te breien in de steek onder de eerste st aan de linker naald, daarna wordt de eerste steek gebreid als gewoon.

Eerste minderingstoer:

XXS en XS: 2 r, [meerd 1, 5 r] 9 keer, [meerd 1, 6 r] 1 keer, [meerder 1, 5 r] 9 keer, meerder 1, 3 r.

S en M: 3 r, [meerder 1, 6 r] 3 keer, [meerd 1, 7 r] 9 keer, [meerder 1, 6 r] 3 keer, meerd 1, 3 r.

L, XL en 2XL: 1 r, [meerd 1, 3 r] 17 keer, [meerd 1, 4 r] 1 keer, [meerd 1, 3 r] 17 keer, meerd 1, 2 r.

3XL: 1 r, [meerd 1, 2r] 9 keer, [meerd 1, 3 r] 25 keer, [meerd 1, 2 r] 9 keer, meerd 1, 1 r.

4XL: 1r, [meerd 1, 2 r] 10 keer, [meerd 1, 3 r] 25 keer, [meerd 1, 2 r] 10 keer, meerd 1, 1 r.

= 121 (121) 121 (121) 145 (145) 145 (157) 163 st

Toer 2 (rij 2 van diagram A): In toer 2 wordt een verghoging gebreid met kl 2 over de nek en de schouders door verkorte toeren. Brei tot dat er 14 (14) 15 (15) 17 (18) 19 (21) 22 st over zijn aan de toer, keer, GSR (zie Uitleg), brei av terug tot 14 (14) 15 (15) 17 (18) 19 (21) 22 st voor het begin van de toer, keer, GSR. *brei r tot 2 st vóór de vorige gsr, keer, gsr, brei av tot 2 st vóór de vorige gsr, keer, gsr* herhaal *-* nog een keer. Brei recht de hele toer en brei de steken met dubbele poten als EEN wanneer je ze tegenkomt.

Toer 3 (rij 3 van diagram A): Brei tricotsteek (met kl 2), meerder met 24 (24) 24 (24) 36 (36) 48 (48) 54 st volgens de aanwijzingen hieronder en brei de steken met dubbele poten als een wanneer je ze tegenkomt.

Tweede meerderingstoer:

(4)

XXS–M: 2 r, [meerd 1, 5 r] 11 keer, [meerd 1, 6 r] 1 keer, [meerd 1, 5 r] 11 keer, meerd 1, 3 r.

L en XL: 2 r, [meerd 1, 4 r] 17 keer, [meerd 1, 5 r] 1 keer, [meerd 1, 4 r] 17 keer, meerd 1, 2 r.

2XL: 1 r, [meerd 1, 3 r] 23 keer, [meerd 1, 4 r] 1 keer, [meerd 1, 3 r] 23 keer, meerd 1, 2 r.

3XL: 1 r, [meerd 1, 3 r] 17 keer, [meerd 1, 4 r] 13 keer, [meerd 1, 3 r] 17 keer, meerd 1, 2 r.

4XL: 1 r, [meerd 1, 3 r] 26 keer, [meerd 1, 4 r] 1 keer, [meerd 1, 3 r] 26 keer, meerd 1, 2 r.

= 145 (145) 145 (145) 181 (181) 193 (205) 217 st.

Brei verder met diagram A. Zorg voor dat je het juiste diagram voor jouw gekozen maat volgt. Vergeet niet om het stekenaantal aan te passen (+/-1 st) in de eerste en laatste toer van de kleinere telpatronen. (Lees het stukje belangrijke informatie over de telpatronen boven).

Wissel naar langere rondbreinaalden naarmate het aantal steken gemeerderd wordt. Brei tot en met toer 10 (10) 10 (10) 14 (14) 10 (10) 10.

In de volgende toer (= t 11 (11) 11 (11) 15 (15) 11 (11) 11), meerder met 48 (48) 48 (48) 60 (72) 48 (48) 54 st als volgt:

Derde meerderingstoer:

XXS–M: 1 r, [meerd 1, 3 r] 23 keer, [meerd 1, 4 r] 1 keer, [meerd 1, 3 r] 23 keer, meerd 1, 2 r.

L: 1 r, [meerd 1, 3 r] 29 keer, [meerd 1, 4 r] 1 keer, [meerd 1, 3 r] 29 keer, meerd 1, 2 r.

XL: 1 r, [meerd 1, 2 r] 17 keer, [meerd 1, 3 r] 37 keer, [meerd 1, 2 r] 17 keer, meerd 1, 1 r.

2XL: 2 r, [meerd 1, 4 r] 23 keer, [meerd 1, 5 r] 1 keer, [meerd 1, 4 r] 23 keer, meerd 1, 2 r.

3XL: 2 r, [meerd 1, 4 r] 17 keer, [meerd 1, 5 r] 13 keer, [meerd 1, 4 r] 17 keer, meerd 1, 2 r.

4XL: 2 r, [meerd 1, 4 r] 26 keer, [meerd 1, 5 r] 1 keer, [meerd 1, 4 r] 26 keer, meerd 1, 2 r.

= 193 (193) 193 (193) 241 (253) 241 (253) 271 st

Brei verder volgens diagram A. Brei tot en met toer 22 (alle maten). In de volgende toer (= toer 23), meerder met 48 (60) 24 (24) 48 (72) 48 (48) 36 st als volgt:

Vierde meerderingstoer:

XXS: 2 r, [meerd 1, 4 r] 23 keer, [meerd 1, 5 r] 1 keer, [meerd 1, 4 r] 23 keer, meerd 1, 2 r.

XS: 1 r, [meerd 1, 3 r] 23 keer, [meerd 1, 4 r] 13 keer, [meerd 1, 3 r] 23 keer, meerd 1, 2 r.

S en M: 4 r, [meerd 1, 8 r] 11 keer, [meerd 1, 9 r] 1 keer, [meerd 1, 8 r] 11 keer, meerd 1, 4 r.

L: 2 r, [meerd 1, 5 r] 23 keer, [meerd 1, 6 r] 1 keer, [meerd 1, 5 r] 23 keer, meerd 1, 3 r.

XL: 1 r, [meerd 1, 3 r] 17 keer, [meerd 1, 4 r] 37 keer, [meerd 1, 3 r] 17 keer, meerd 1, 2 r.

2XL: 2 r, [meerd 1, 5 r] 23 keer, [meerd 1, 6 r] 1 keer, [meerd 1, 5 r] 23 keer, meerd 1, 3 r.

3XL: 2 r, [meerd 1, 5 r] 17 keer, [meerd 1, 6 r] 13 keer, [meerd 1, 5 r] 17 keer, meerd 1, 3 r.

4XL: 3 r, [meerd 1, 7 r] 8 keer, [meerd 1, 8 r] 19 keer, [meerd 1, 7 r] 8 keer, meerd 1, 4 r

= 241 (253) 217 (217) 289 (325) 289 (301) 307 st.

Brei verder met het telpatroon volgens diagram A. brei tot en met t 30 (30) 30 (30) 34 (34) 30 (30) 30. In de volgende toer (= v 31 (31) 31 (31) 35 (35) 31 (31) 31), meerder12 (24) 72 (72) 24 (24) 72 (84) 102 st als volgt:

Vijfde meerderingstoer:

XXS: 10 r, [meerd 1, 20 r] 5 keer, [meerd 1, 21 r] 1 keer, [meerd 1, 20 r] 5 keer, meerd 1, 10 r.

XS: 5 r, [meerd 1, 10 r] 5 keer, [meerd 1, 11 r] 13 keer, [meerd 1, 10 r] 5 keer, meerd 1, 5 r.

S en M: 1 r, [meerd 1, 3 r] 35 keer, [meerd 1, 4 r] 1 keer, [meerd 1, 3 r] 35 keer, meerd 1, 2 r.

L: 6 r, [meerd 1, 12 r] 11 keer, [meerd 1, 13 r] 1 keer, [meerd 1, 12 r] 11 keer, meerd 1, 6 r.

XL: 6 r, [meerd 1, 13 r] 5 keer, [meerd 1, 14 r] 13 keer, [meerd 1, 13 r] 5 keer, meerd 1, 7 r.

2XL: 2 r, [meerd 1, 4 r] 35 keer, [meerd 1, 5 r] 1 keer, [meerd 1, 4 r] 35 keer, meerd 1, 2 r.

3XL: 1 r, [meerd 1, 3 r] 17 keer, [meerd 1, 4 r] 49 keer, [meerd 1, 3 r] 17 keer, meerd 1, 2 r.

4XL: 1 r, [meerd 1, 3 r] 50 keer, [meerd 1, 4 r] 1 keer, [meerd 1, 3 r] 50 keer, meerd 1, 2 r.

= 253 (277) 289 (289) 313 (349) 361 (385) 409 st.

Maat XXS–S: De meerderingen aan de pas zijn nu klaar. Brei verder met het patroon volgens diagram A tot en met toer 42 voor maat XXS en XS, tot en met toer 48 voor maat S. Brei verder onder Verdeel voor de mouwen en het lijf.

Maat M–4XL: Brei verder met het telpatroon volgens diagram A (vergeet niet om het juiste diagram voor jouw gekozen maat te volgen). Brei tot en met toer 42. In de volgende toer (0 t 43) meerder met -- (--) -- (12) 24 (12) 24 (24) 24 st als volgt:

Zesde meerderingstoer:

M: 12 r, [meerd 1, 24 r] 5 keer, [meerd 1, 25 r] 1 keer, [meerd 1, 24 r] 5 keer, meerd 1, 12 r.

(5)

L: 6 r, [meerd 1, 13 r] 11 keer, [meerd 1, 14 r] 1 keer, [meerd 1, 13 r] 11 keer, meerd 1, 7 r.

XL: 14 r, [meerd 1, 29 r] 5 keer, [meerd 1, 30 r] 1 keer, [meerd 1, 29 r] 5 keer, meerd 1, 15 r.

2XL: 7 r, [meerd 1, 15 r] 11 keer, [meerd 1, 16 r] 1 keer, [meerd 1, 15 r] 11 keer, meerd 1, 8 r.

3XL: 8 r, [meerd 1, 16 r] 11 keer, [meerd 1, 17 r] 1 keer, [meerd 1, 16 r] 11 keer, meerd 1, 8 r.

4XL: 8 r, [meerd 1, 17 r] 11 keer, [meerd 1, 18 r] 1 keer, [meerd 1, 17 r] 11 keer, meerd 1, 9 r.

= -- (--) -- (301) 337 (361) 385 (409) 433 st.

Alleen maat M–XL: De meerderingen aan de pas zijn nu klaar. Brei verder met het patroon volgens diagram A tot en met toer 50 voor maat M, tot en met toer 52 voor maat L en toer 54 voor XL. Brei verder onder Verdeel voor de mouwen en het lijf.

Alleen maat 2XL –4XL: Brei verder aan het telpatroon volgens diagram A. Brei tot en met toer 50. In de volgende toer (= t 51), meerder met -- (--) -- (--) -- (--) 12 (24) 24 st als volgt:

Zevende meerderingstoer:

2XL: 16 r, [meerd 1, 32 r] 5 keer, [meerd 1, 33 r] 1 keer, [meerd 1, 32 r] 5 keer, meerd 1, 16 r.

3XL: 8 r, [meerd 1, 17 r] 11 keer, [meerd 1, 18 r] 1 keer, [meerd 1, 17 r] 11 keer, meerd 1, 9 r.

4XL: 9 r, [meerd 1, 18 r] 11 keer, [meerd 1, 19 r] 1 keer, [meerd 1, 18 r] 11 keer, meerd 1, 9 r.

= -- (--) -- (--) -- (--) 397 (433) 457 st.

De meerderingen voor de pas zijn nu klaar. Brei verder met het telpatroon volgens diagram A tot en met toer 59 voor 2XL, toer 62 voor 3XL en toer 67 voor 4XL.

Verdeel voor de mouwen en het lijf

De pas is nu klaar en het breiwerk wordt verdeeld in de mouwen en het lijf en tegelijkertijd wordt de laatste toer van diagram A gebreid: brei volgens rij 43 (43) 49 (51) 53 (55) 60 (63) 68.

Brei 39 (42) 44 (47) 52 (57) 62 (68) 72 st = linker voorkant. Plaats de volgende 49 (54) 56 (57) 64 (67) 74 (80) 84 st op een draad = de

linkermouw. Zet 13 (12) 14 (15) 16 (19) 20 (20) 24 nieuwe steken op in het armsgat (tussen de voor- en achterkant. Brei de volgende 77 (85) 89 (93) 105 (113) 125 (137) 145 st = de achterkant. Zet de volgende 49 (54) 56 (57) 64 (67) 74 (80) 84 st op een draad = de rechtermouw. Zet 13 (12) 14 (15) 16 (19) 20 (20) 24 nieuwe steken op in het armsgat (tussen de achter- en voorkant). Brei de laatste 39 (42) 44 (47) 52 (57) 62 (68) 72 st = de rechter voorkant.

Lijf

Nu zijn er 181 (193) 205 (217) 241 (265) 289 (313) 337 st voor het lijf. Het telpatroon gaat door, maar brei nu volgens diagram B (alle maten) en om het patroon passend te krijgen met de pas, begin het telpatroon met rij 1 (1) 7 (9) 19 (21) 18 (21) 26 van het diagram. Brei eerst het diagram uit (tot en met rij 40) en herhaal daarna het hele diagram verder (rij 1-40) tot een hoogte van het lijf van 30 cm. Eindig met een hele telpatroon en nog 3 toeren met kl 2. Omdat het patroon van het lijf op verschillende rijen in het patroon begint voor de verschillende maten is het niet mogelijk om een exacte lengte aan te geven voor de verschillende maten. Knip de draad in kl 2 en kl 3 af.

Boord aan de onderkant van het lijf: Met rondbreinaald 3 mm (60 of 80 cm) en kl 1: Begin met het afkanten van de middelste 4 st, de 2 overige steken (één aan iedere kant) wordt gebruikt voor de voorkanten. Brei ribbelsteek de rest van de toer. Brei heen en weer met boordsteek (zie uitleg), de eerste toer is een averechte toer. Brei een boord van 5 cm. Kant af.

Mouwen

Allebei de mouwen worden op dezelfde manier gebreid.

Plaats de steken die op de hulpdraad staan, op rondbreinaald 4 mm (40 cm) = 49 (54) 56 (57) 64 (67) 74 (80) 84 st. Brei/neem ook 1 st op aan iedere van de opgezette steken in het armsgat = 13 (12) 14 (15) 16 (19) 20 (20) 24 st. Er zijn nu 62 (66) 70 (72) 80 (86) 94 (100) 108 steken voor de mouw.

De toer begint nu midden onder de mouw. De steek midden onder de mouw in de opgezette steken is de laatste steek van de toer en wordt met de hkl gebreid (kl 2 of kl 3 afhankelijk van het patroon) de hele mouw, markeer graag deze steek. Begin in dezelfde toer van diagram B als aan het pas = rij 1 (1) 7 (9) 19 (21) 18 (21) 26 en begin met st nr 1 (11) 9 (8) 4 (1) 9 (6) 2 van het diagram. Brei in het rondt met het telpatroon tot een hoogte van 5 cm. Begin nu met de minderingen aan de onderkant van de mouw door minderingstoeren te breien al volgt:

Minderingstoer: 2 r sam, brei volgens het telpatroon tot de laatste 3 st, ssr, 1 r.

Herhaal de minderingstoer met 5 (4,5) 4 (4,5) 3,5 (3) 2,5 (2) 1,5 cm ertussen tot dat er in totaal 6 (7) 8 (8) 10 (11) 13 (15) 17 keer geminderd

(6)

zijn = 50 (52) 54 (56) 60 (64) 68 (70) 74 st. Let op dat er een boord met een telpatroon gebreid moet worden beneden aan de mouw (zie het volgende deel Tegelijkertijd). Wissel naar sokkenbreinaalden 4 mm als het aantal steken op de breinaald minder wordt en de breinaald te groot wordt.

Tegelijkertijd: Bij een hoogte van 27,5 (27,5) 29,5 (31,5) 31,5 (29,5) 28,5 (26,5) 25,5 cm van de mouw moet een boord gebreid worden met diagram C. Voordat diagram C gebreid wordt, wordt het mooier als je eerst het telpatroon (diagram B) eindig met een hele herhaling van het telpatroon + 3 t met kl 2. De laatste deel van de mouw, de onderste boord (diagram C) + de boord (boordst) meet 15,5 cm. Daarom moet een eventuele aanpassing van de mouwlengte vóór diagram C gebeuren.

Brei het telpatroon volgens diagram C.

Vanwege de verschillende maten, het verschillend aantal minderingen, het verschil in stekenverhouding etc. is het moeilijk te zeggen precies met welke steek in het diagram je moet beginnen. Maar je kan het op deze manier uitzoeken:

Steek nr 5 van het diagram is de middelste steek van het patroon. Bereken welke steek midden op de mouw komt en tel terug naar het begin van de toer om te zien waar in het diagram je moet beginnen.

Wanneer de onderste boord van het patroon klaar is, knip de draden in kl 2 en kl 3 af. De rest van de mouw wordt gebreid met kl 1. Brei 2 toeren in tricotsteek. Wissel naar sokkenbreinaald 3 mm. Brei 1 toer met tricotsteek en minder tegelijkertijd met 6 (6) 6 (6) 8 (8) 10 (10) 12 st verdeeld over de toer = 44 (46) 48 (50) 52 (56) 58 (60) 62 st. Brei 5 cm in boordsteek. Kant af.

Naai en knip de vest open

Gebruik de naaimachine of naai met de hand. Naai twee zomen parallel van elkaar (graag dubbele zomen) met steken dicht op elkaar aan allebei kanten van het midden. Knip open nu of knip later open als de voorkanten gebreid is, dat is een keuze naar eigen wens. Het kan lastiger zijn om de steken op te halen voor de voorkant voordat de vest opengeknipt wordt, maar het voelt wat veiliger. Doe wat voor jou het beste voelt.

Voorkanten en biezen

De voorkanten worden heen en weer gebreid in boordsteek met rondbreinaald 3 mm (60 of 80 cm) en kl 1. Alle kanten eindigen met een smalle rand met een contrastkleur (kl 4).

De steken worden opgenomen binnen de kantsteken langs de boord en aan het lijf, gebreid in het telpatroon, worden de steken opgenomen tussen het lijf en de knipsteken. Om een goede aantal steken te krijgen voor de voorkanten worden 2 st per 3 toeren

opgenomen langs de kantsteken van de boord en langs de knipsteken aan het lijf worden 3 st per 4 toeren opgenomen. Er moet een oneven aantal steken zijn. Begin aan de GK, aan de linkerkant boven bij de hals en aan de rechterkant onder bij de boord.

Linker kant (zonder knoopsgaten): Brei 8 toeren in boordsteek heen en weer met kl 1. De laatste toer vanaf de GK. Knip kl 1 af. Wissel naar kl 4 en brei 1 toer r vanaf de GK. Kant af met rechte steken vanaf de AK. Markeer waar de knopen moeten komen; de bovenste midden op de halsrand en de onderste ca 2,5 cm vanaf de onderkant. De overige knopen worden daartussen verdeeld.

Rechter voorkant (met knoopsgaten): Brei als voor de linker kant, maar aan deze kant worden knoopsgaten gebreid midden op toer 4 en 5 zodat ze overeenkomen met de knopen aan de linker kant. Maak knoopsgaten door 2 st af te kanten (of zoveel st als nodig is voor de gekozen knopen) en zet in de volgende toer 2 nieuwe steken op over de net afgekante steken (of zoveel steken als afgekant werden in de vorige toer).

Biezen: Brei met rondbreinaald 3 mm en kl 2. Neem steken op langs de achterkant van de voorkanten, binnen de boord boven en beneden en in de naad tussen de knipsteken en de kant (op dezelfde plek als waar de steken voor de kant opgenomen werden). Brei 6 toeren met tricotsteek heen en weer, of zoveel toeren als nodig is om de knipkant te verbergen. Kant af.

Gehaakte rand

Met haaknaald 2,5 mm en kl 4, haak ”parelsteek” (zie uitleg) langs de halsrand en de boord onder aan de mouwen en het lijf. Let op!

Wanneer de eerste “parelsteek” gehaakt wordt, wordt de eerste hstk vervangen door 2 l (losse).

Aan de halsrand, begin te haken aan de GK, boven aan de rechter kant. Begin onderaan het lijf vanaf de GK, aan de linkerkant. Begin onderaan de mouwen te haken vanaf de GK midden onder de mouw. Haak ”parelsteek” de hele weg langs de kanten in iedere tweede steek, steek de haaknaald in de averechte steken (sla de rechte steken in de boord over).

Tenslotte

Knip nu de vest open, mocht je dat nog niet hebben gedaan. De gebreide biezen langs de voorkanten worden over de knipnaden gevouwen

(7)

en vastgenaaid aan de achterkant. Hecht losse draden af. Naai de knopen vast.

(8)
(9)
(10)
(11)

Tips & Advies

Om vragen te voorkomen lees eerst het hele patroon goed door.

Stekenverhouding: Brei of haak altijd eerst een proeflapje om de zien of de stekenverhouding klopt. Klopt deze niet probeer dan dikkere of dunnere naalden. Klopt de stekenverhouding niet kan dit de vorm en maat van het project beïnvloeden.

Markeren: Markeer met bijvoorbeeld een pen de maat die u breit of haakt voor het gehele project, dan is het beschrijving makkelijker te volgen.

Diagram: Overzichtelijker wordt het tijdens het werken als een liniaal wordt gebruikt om aan te geven aan welke regel in het diagram gewerkt wordt.

Bewegingsruimte in het kledingstuk kan verschillen afhankelijk van het type en de vorm van het stuk. Om de juiste maat te vinden raden wij u aan eerst dicht op uw lichaam uw maten op te meten. Daarna beslist u zelf welke maat u wilt maken voor uw kledingstuk en hoeveel bewegingsruimte u wilt. De schetsen in het patroon met afmetingen kunnen u helpen in uw keuze.

Breien met meerdere kleuren/ Fair Isle: Neem de draad die achter het werkstuk loopt regelmatig mee door deze rond de draad waarmee gewerkt wordt te draaien, zodra er meer dan 3 -4 steken achter elkaar in dezelfde kleur worden gebreid. Dit is om te voorkomen dat er lange losse draden op de achterkant van het werkstuk ontstaan. Moet dit meerdere opeenvolgende toeren gebeuren, vermijd dan om dit steeds op dezelfde plek te doen.

Alternatieve wol keuzes: Let op dat als u andere wol gebruikt dan in het voorbeeld dan heeft dit invloed op het eindproduct. (Ook als een garen gebruikt wordt in dezelfde garengroep)

Tips voor hand geverfde garens: Koop bij het beginnen van het project voldoende garen omdat het vaak kan verschillen van kleur tussen de verschillende verfbaden. Wissel de bolletjes met elkaar per toer dan vallen eventuele kleurenwisselingen tussen de bollen niet op.

Blokken en wassen. Kleuren kunnen in de was doorlopen als het te lang vochtig is. Let extra op met kleuren met hoog contrast. Maak het werkstuk vochtig, graag met een spuitflesje, druk voorzichtig het overschot aan water eruit door het werkstuk in een handdoek te rollen.

Leg het werkstuk plat en laat het drogen, span het eventueel op in de grote van de aangegeven maten.

Afkortingen Breien en Haken:

Afw: afwisselend (elke tweede toer), afh: afhalen, afk: afkanten, AK: Averechtse kant, ai: achter insteken, in de achterste lus insteken, av.:

averecht,Dstk: Dubbele stokje, gedr.: achter insteken, gedraaid breien, GK: goede kant, herh: herhalen, HK: hoofdkleur, Hstk: Halve stokje, HV:Halve vaste, Ksteek: kantsteek, kl.: kleur, kab: kabel, k.n.: kabelnaald, L: losse, LLM: naar links leunende meerdering: steek linker naald van voor naar achter onder horizontale draad tussen de steken. Brei door de achterste lus een rechte steek, LLM2: Naar links leunende meerdering 2 steken: steek linker naald van voor naar achter onder horizontale draad tussen de steken. Brei door de achterste lus een rechte steek, haal deze niet af, brei in de achterkant van dezelfde steek nogmaals, haal af, 2 steken gemeerderd, LLAV: Naar links leunende averechte meerdering: steek linker naald van voor naar achter onder horizontale draad tussen de steken. Brei door de achterste lus een averechte steek. m: markeerder, m.overh.: markeerder verplaatsen van de linker naald naar de rechter naald, mind: minderen/mindering, M1: maak 1 = meerderen door verbindingslus op te halen, ribst: ribbelsteek, r: recht, RLM: naar rechts leunende meerdering: steek linker naald van achter naar voor onder horizontale draad tussen de steken. Brei met deze lus een rechte steek. RLM2: Naar rechts leunende meerdering: steek linker naald van achteren naar voren onder horizontale draad tussen de steken, haal deze niet af, brei in de achterkant van dezelfde steek nogmaals, haal af, 2 steken gemeerderd. RLAV: Naar rechts leunend, averechte meerdering: steek linker naald van achter naar voor onder horizontale draad tussen de steken. Brei met deze lus een averechte steek, overh.: overhalen, omsl: omslaan, PM:

plaats markeerder, sam: samen, st: steek, steken, Stk: stokje, Stk-gr: stokje-groep t.: toer, VK: Verkeerde kant, 1overh. 1r.overh: haal 1 steek over, 1 steek recht breien en haal de overgehaalde steek over de gebreide steek. 3dbst: Driedubbele stokje, 5lstb: steekboog met 5 losse.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Without tube renewal the Reptation model predicts that viscosity follows N 3 (observed is N 3.4 ).. Without tube renewal the Reptation model predicts that viscosity follows N

gelet op het bepaalde onder T tot en met 'III' de exploitatie van de gemeentelijke zwembaden te schrappen van de lijst met Diensten van algemeen belang (DAB) in het kader van de

Vooruitlopend op dit bestemmingsplan een voorbereidingsbesluit te nemen voor het perceel Touwslagersweg 21 met als digitale planidentificatie NLIMRO.0632.touwslagersweg21-xVA;..

a) De aspecten veiligheid, doorstroming, volksgezondheid, duurzaamheid, economie en financiën komen nadrukkelijk aan bod. b) Bij het opstellen van deze visie wordt met ondernemers

De hieruit voortvloeiende kapitaallasten bedragen C 16.042,- Voorts is een structureel jaarbedrag nodig van C 7.350,- voor hosting

onroerende zaken die in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard, een en ander

Aldus besloten door de raad van de gemeente Woerden in zijn openbare vergadering, gehouden op 23 juni 20'.

Er wordt in beeld gebracht op welke manier de Woerdense samenleving kan bijdragen aan opvang van vluchtelingen op deze locatie en wie hieraan een bijdrage willen en kunnen