• No results found

Boekverslag Nederlands Het duister dat ons scheidt

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Boekverslag Nederlands Het duister dat ons scheidt"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Boekverslag Nederlands Het duister dat ons scheidt door Renate Dorrestein

Boekverslag door een scholier 5e klas vwo

3129 woorden 4 jaar geleden

6,9

7 keer beoordeeld

Auteur Renate Dorrestein

Genre Psychologische roman, Thriller &

Detective Eerste uitgave 2003

Vak Nederlands

Inleiding

Ik heb het boek ‘Het duister dat ons scheidt’ gekozen, omdat het me een spannend en interessant boek leek in verband met de moord en de gevolgen daarvan. Ik had verwacht dat je veel eigen interpretatie bij het boek nodig zou hebben, omdat er veel open plekken zouden zijn. Dit vind ik ook erg leuk omdat je dan namelijk zelf moet nadenken, wat ook weer een rede is waarom ik het boek heb gekozen.

Primaire gegevens

Renate Dorrestein, Het duister dat ons scheidt. Uitgeverij Contact. Amsterdam 2003 1e druk (12e druk, 2008).

Beknopte samenvatting van de inhoud

Het boek gaat over het gezin van Loes, Loes haar moeder en de Luco’s (Ludo en Duco). Het boek heeft 26

hoofdstukken die elk beginnen met een letter uit het alfabet en bestaat uit drie delen waar Loes steeds zes jaar ouder is. Het eerste deel is vanuit het perspectief van de andere kinderen uit het dorp en de andere twee delen zijn vanuit Loes’ perspectief.

Deel I: Zes

In dit deel van het boek woont Loes nog in een nieuwbouwwijk waar aan het begin nog niets mee aan de hand is. Tot er een nieuw gezin komt wonen: het gezin van Thomas en zijn ouders. Thomas en Loes krijgen al snel verkering en kunnen goed met elkaar overweg. Alleen de moeder van Loes vindt dit geen goed idee. Op een avond is er iets verschrikkelijks gebeurd: de vader van Thomas is vermoord. Na deze gebeurtenis wordt de moeder van Loes veroordeeld voor de moord met zes jaar celstraf en is het hele dorp in rep en roer.

Deel II: Twaalf

In het tweede deel is Loes volledig buiten de groep gevallen en komt haar moeder weer vrij uit de gevangenis. Het

(2)

gezin wordt gepest en benadeeld dus besluiten ze naar een eiland bij Schotland te verhuizen: Lewis. Loes moet op het begin heel erg wennen aan de nieuwe omgeving, taal, de aanwezigheid van haar moeder en aan het feit dat ze hier helemaal niemand kent. Al snel mag ze bij de buurman op zijn dochtertje Iola passen, waardoor ze haar draai vindt. Gavin is de oudere broer van Iola en leider van een groep kinderen, waar ze uiteindelijk samen een fort mee bouwt. Zij en Gavin zijn al snel een stelletje en leiders van de groep. Hierdoor wordt Verity jaloers en pest Loes, wat er toe leidt dat Loes boos schreeuwt dat ze een man heeft vermoord. Niemand gelooft haar meer en iedereen vindt haar een fantasierijke aandacht zoeker.

Deel III: Achttien

In het laatste deel is Loes haar moeder weer vertrokken om een eigen leven te gaan leiden en Loes gaat terug naar Nederland, om een opleider voor Sociaal Pedagogisch werker te gaan volgen. Voor ze de boot op stapt neemt ze eerst nog afscheid van een paar plekken op het eiland en denkt na over haar leven. Als laatste zegt ze de Luco’s, Gavin, Iola en de rest van haar vrienden van het eiland gedag. Als ze eenmaal op haar kamer in Amsterdam zit, raakt ze helemaal in paniek, omdat ze weer terug moet denken aan haar oude leven. Ze besluit, na een fles champagne te hebben opgedronken, om de nacht van de moord nog eens te herbeleven. Daarna zoekt ze haar moeder op en komt alle waarheid aan het licht.

Verhaalanalyse Titel, ondertitel

De titel van het boek is: ‘Het duister dat ons scheidt’. De titel gaat vooral over de afstand van Loes en haar moeder, die ontstaan is door de moord. Er komen geheimen die voor een minder hechte band en afstand tussen de

personages zorgen. Niet alleen tussen Loes en haar moeder, maar ook tussen de rest van het dorp en binnen het gezin. De titel wordt dus niet letterlijk geinterpreteerd, maar is een figuurlijke verwoording van de afstand die tussen hen ontstaat.

Daarnaast is er geen ondertitel van het boek.

Motto

Het boek bevat geen motto.

Thema

Het thema van het boek is de noodzaak om het verhaal van ons eigen leven op een waarachtige manier te reconstueren.[1] Zo proberen Loes en haar familie hun leven gedurende het boek namelijk op de rit te krijgen.

Ook is het thema schuld. Loes heeft namelijk het hele boek door een enorm schuldgevoel door toedoen van de moord.

Motieven

Dit verhaal heeft een verhaalmotief en een leidmotief.

In het verhaalmotief komen telkens de onderwerpen vertrouwen, wantrouwen, liefde, acceptatie, vergeving en logischering terug. Dit merk je vooral in het doen en laten van de personages terug. “En terwijl ik weer een paar stappen opschoof, zag ik hem opeens in de andere rij staan. (…) Ik stond aan de grond genageld. Ekl moment kon hij zijn hoofd omdraaien en me zien. Ik zette mijn mandje neer. Ik bedacht me geen seconde. Zo hard mogelijk holde ik de winkel uit.“

Het leidmotief zijn in dit verhaal is het rode potlood en de aardbeien.

(3)

Er wordt telkens herhaald dat Thomas’ vader is doodgestoken met een rood potlood. Dit wordt gedaan omdat eigenlijk het hele verhaal er over gaat. “Een enkel potlood zou ze nooit missen, zei hij. We moesten het dikste nemen, want alleen het dikste was goed genoeg voor mij. Met een ernstig gezicht strekte hij zijn hand uit naar de tekentafel.

‘Die daar, die rode,’ fluisterde hij.”

Ook worden er vaak aardbeien genoemd. Dit geeft aan dat Loes Nederland mist en graag terug wil om weer verse aardbeien te kunnen eten. “Tegenover me aan tafel keek Duco me glimlachend aan. ‘Maar ja, binnenkort kun je zoveel aardbeien eten als je maar wilt.’ ‘Ja,’ zei ik dromerig. De supermarkten in Nederland zouden er vol mee liggen.

Op mijn gemak zou ik met een karretje langs meterslange geurige uitstallingen slenteren, in plaats van te moeten kiezen tussen twee verlepte koolrapen uit het versvak van het benzinestation van Timsgarry.”

Personages

Loes: De hoofdpersoon van het boek is Loes, of eigenlijk Lucy. Aan het begin van het boek komt ze over als een zorgeloos meisje met veel fantasie, maar in de loop van het boek veranderd ze in iemand die veel piekert, zich veel zorgen maakt, bang is en veel stemmingswisselingen heeft. Tot haar twaalfde heeft ze altijd twee vlechtjes in, maar die worden twee keer afgeknipt: de ene keer door kinderen die haar pesten en de andere keer omdat ze ze zelf niet meer wil hebben. Loes is dus een round character.

Loes’ moeder: Loes haar moeder legt aan het begin van het boek tratrotkaarten en ziet er zweverig uit met een lange rok en een split. Ze is lief maar als het op Thomas en zijn familie aankomt kan ze opeens heel gemeen zijn. Nadat ze vast heeft gezeten is ze een heel nors, boos en chagrijnig persoon geworden. Daarnaast ziet ze er veel ouder en vermoeider uit sinds ze is vrijgekomen. Later gaat ze in de gevangenis werken. Ook zij is een round character en beïnvloed Loes voor de moord positief, daarna negatief.

De Luco’s: Ludo en Duco zijn twee mannen die bij Loes en haar moeder in huis wonen. Ze hebben heel veel liefde voor vooral Loes, zijn rustig en bijna nooit boos. Zo worden ze ook omschreven: “Het waren trage, vriendelijke mannen van een onbestemde leeftijd, die altijd aan het telefoneren waren. Verder merkte je meestal weinig van hen, op hun schoenen na, die in het lid in de gang stonden.” Zij zijn dus flat characters en beïnvloeden Loes positief.

Gavin: Gavin is een jongen die goed weet wat hij wil. Hij is vier jaar ouder dan Loes. Als hij je aardig vindt doet hij aardig en andersom. Hij is de leider van een groep vrienden en dat laat hij ook duidelijk merken. Al vrij snel is hij het vriendje van Loes. Hij is een flat character en beïnvloed Loes positief.

Iola: Iola is het vrolijke zusje van Gavin en nog heel jong als Loes voor het eerst op haar mag passen. Door het oppassen op haar kon Loes haar draai vinden in Lewis. Ze is een flat character en beïnvloed Loes positief.

Verity: Verity is een vriendin van Gavin en erg gemeen tegen Loes omdat ze jaloers op haar is. Ze doet Loes denken aan Vanessa van vroeger. Ze is een flat character en beïnvloed Loes negatief.

Thomas: Thomas is een avontuurlijk jongetje en het eerste vriendje en verloofde van Loes toen ze nog klein waren.

Uiteindelijk praten ze niet meer met elkaar vanwege de moord. Na de moord wordt hij een verdrietig, stil en teruggetrokken jongetje. Hij is een round character en beïnvloed Loes voor de moord positief, daarna negatief . Thomas’ moeder: Thomas’ moeder heeft enorme smetvrees en is altijd gestrest. Na de moord wordt dit nog erger. Ze is een flat character en beïnvloed Loes negatief.

Vanessa: Vanessa is een mooi meisje maar erg gemeen tegen Loes. Ze heeft blonde haren. Ze is een flat character.

Perspectief Deel I:

(4)

In dit deel vertellen de kinderen uit het dorp alles en nemen alles waar. Er is een ik-vertelinstantie. “Wij waren haar allereerste klas, want ze had haar diploma nog maar net. Daarom moesten we haar goed helpen zei ze.”

De verteller is soms onbetrouwbaar, omdat je op dat moment niet weet wat er met Loes en haar familie op de avond van de moord is gebeurd. Ze geven ook commentaar waardoor je als lezer meer weet over de personages. “Het jongetje op het plaatje moest er zelf ook om lachen. Hij had dik, bloend haar, net zoals Thomas. Het hengelende meisje naast hem leek sprekend op Loes, met haar vlechtjes en haar sproeten.”

De schrijfster heeft voor dit perspectief gekozen, omdat je zo nog niet alles in een keer te weten komt waardoor het spannend blijft en je je goed kan inleven.

Deel II en III:

In deze delen vertelt Loes alles en neemt alles waar. Hier is wederom een ik-vertelinstantie. “Mijn moeder strekte een hand naar me uit. ‘Ik flans vanavond wel iets voor je in elkaar,’ zei ze. ‘Eet nou maar rustig je bord leeg, schat.’ Ik densde achteruit voordat ze me kon aanraken. ‘Dat kan ik zelf wel,’ zei ik nors. ‘Ik doe het altijd zelf.’” De verteller is betrouwbaar, omdat je alles vanuit de hoofdpersoon meekrijgt die in dit geval alles zeker weet. Ook Loes geeft commentaar waardoor je meer te weten komt. “Ze droegen bruine, stugge jassen uit Harris en petten die met vet waterdicht waren gemaakt. Ze hadden pezige armen, lippen die door de wind waren kaalgeschaafd en

muggenbulten in hun nek.”

De schrijfster heeft hier ook voor dit perspectief gekozen, omdat je zo nog niet alles in een keer te weten komt waardoor het spannend blijft en je je goed kan inleven.

Tijd en structuur

De roman loopt in een chronologische volgorde en er zijn wel veel flashbacks die terugverwijzen naar de moord. “Ik haalde diep adem. Voor alle zekerheid schonk ik me nog een keer in. De storm. Ja, die herinnerde ik me nog levendig.

Wat had het ontzettend gewaaid. En meteen, zo duidelijk dat het me verbaasde, zag ik weer voor me hoe zelfs de straatlantaarns die avond krom hadden gestaan in de wind.”

Ook zijn er tijdsprongen waarbij je zelf moet bedenken wat er aan de hand is. “Na de thee wisten we onder de beveiliging door te glippen, het huis uit. We troffen elkaar in het plantsoen. Verstopt achter de beukenhaag hielden we de pastorie in de gaten. We wachtten geduldig, in de zekerheid dat de politie dezelfde conclusie zou trekken als wij.”

Ik doe ongeveer één minuut over één bladzijde en het boek heeft 352 bladzijden. Dus de verteltijd is ongeveer zes uur.

De vertelde tijd in het boek is twaalf jaar. Namelijk vanaf het moment dat Loes zes jaar oud is, tot het moment dat ze achttien jaar oud is.

Ruimte

Deel I: Het eerste deel speelt zich af in de nieuwbouwwijk waar Loes en de andere kinderen wonen. Het is hier gewoon Nederlands weer, dus af en toe regen en af en toe zon, etc. Op de avond van de moord is er wel een zware storm.

“De wind wakkerde die avond nog verder aan. In de tuinen zwiepte de bamboe heen en weer. Waterbommen

explodeerden tegen de ramen. (…) Eenmaal onder de denkens luisterden we ongerust naar de loeiende wind. Het was een wind die van geen wijken wist, een boze onverzettelijke wind.”

Deel II: Het tweede deel van het verhaal speelt zich af op Lewis, het Schotse eiland. Alles is er kil en grauw en er is veel wind en regen. Dit is dan ook de periode dat het niet lekker loopt in het gezin van Loes. “De zon was achter de wolken verdwenen en er stond een snoeiharde wind, die naar ijzer en zout smaakte. Meeuwen krijsten. (…) Alles was kaal. Alles was hard. Alles was grijs: het gesteente, de lucht en het water. En verderop lag Lewis op ons te wachten,

(5)

even kaal en hard en grijs.”

Ook het huis waar ze in gaan wonen in Lewis geeft de sfeer aan. “De wind daverde dwars door de muren en joeg de motregen geniepig door kieren en spleten naar binnenn. Er groeide mos in de verzakte goten. Het rook binnenshuis net zo drassig als buiten.”

’s Zomers heeft Loes wat meer haar draai gevonden dus gaat het beter en klaart het weer ook vaak op. “Op het strand waren de anderen keet aan het schoppen met een aangespoelde kwal. De kleintjes spetterder langs de waterlijn en trapten met hun kaplaarsjes zoveel mogelijk schelpen kapot. (…) ‘Laten wij dan ook maar volop van de zon genieten,’ zei ik.”

Deel III: Het laatste en derde deel van het boek is weer in Nederland, op kamers in Amsterdam. Hier krijgt Loes vaak stressaanvallen en voelt ze zich niet op haar gemak. “Shit. Shit. Shit! Het was stervensbenauwd met de balkondeuren dicht. Ze moesten echt op een kier, anders stikte ik.”

Schrijfstijl

De schrijfstijl van Renate Dorrestein is niet echt lastig. Soms waren er wel lange zinnen bij zoals: “En dan gewoon de hele aond geen licht aan, dat was ook beter met het oog op de muggen, zo zou iedereen het doen, het was

doodnormaal om op een warme avond thuis in het donker te zitten.”, maar die zinnen zijn niet lastig.

Verder gebruikte ze nauwelijks tot geen moeilijke woorden. Wel beschrijft ze meestal de details wel heel nauwkeurig, wat er voor zorgt dat er veel duidelijkheid ontstaat. “Want terwijl ik, in het oranje licht van de bouwlamp mijn hand met het potlood erin omhoog zag komen om de belager van mijn moeders geluk uit te schakelen, gaf een rukwind me een harde duw. Ik verloor mijn evenwicht.”

Eindoordeel

Ik vond het een super gaaf, meeslepend en spannend boek om te lezen.

Dit komt omdat het gaat over een moord, wat op zichzelf al een spannende gebeurtenis is. Het spannende wordt versterkt doordat er nog niet zo veel dingen duidelijk de moord duidelijk zijn over zijn. Dat komt pas aan het einde van het boek.

De personages maken heel veel dingen mee waardoor ik na ging denken: ‘Wat zou ik nu gedaan hebben?’ Het is dat ook heel leuk om te zien wat zij in dat geval doen, vaak verschilde dat heel erg van wat ik in die situatie had gedaan.

Ook zijn er veel onduidelijkheden en open plekken in het boek, waardoor je zelf heel erg na gaat denken over de waarschijnlijke uitkomst, die dan vaak weer helemaal niet overeenkwam met wat er in het boek stond. Dit leidt tot eigen interpretatie waardoor je heel veel gaat nadenken over het boek en theorieën gaat bedenken. Dat vond ik ook heel leuk.

Ook bleef tot het einde van het boek onduidelijk wie de moord nou echt had gepleegd, wat er voor zorgde dat ik door wilde blijven lezen.

Ten slotte vind ik dat het boek een prachtig einde heeft, omdat het een zin is over het leven wat wij mensen niet in de hand hebben. Dat is eigenlijk ook waar het boek over gaat. “Soms gaat het leven de ene kant op, en wij de andere.

Iets zinnigers valt er uiteindelijk niet over te zeggen.”

Verwerkingsopdracht 4: De ene mens is de andere niet Situatie 1

Loes moet op Iola passen en had haar even buiten neergelegd, omdat ze luiers aan de waslijn moest hangen. Dan kan ze zich niet meer herinneren waar ze haar heeft neergelegd en ze raakt in paniek. “Ze moest op de plek zijn waar ik haar had neergelegd. ‘Iola?’ zei ik zachtjes. De wind gierde huilend langs de turfstapel. Een plag werd van de top

(6)

gerukt en tuimelde omlaag, een paar andere in zijn val meerommelend. Ik sperde mijn ogen open. Het kon niet waar zijn. Het kon eenvoudig niet waar zijn. ‘Iola!’ riep ik. In paniek tastte ik langs de turf. (…) De tranen liepen me over de wangen. De baby had me vertrouwd. Ze had in me geloofd. Ze had gedacht: Als Loes bij me is, kan me niks

gebeuren, want Loes is groot en sterk. (…) Ik moest hulp gaan halen. Ze zouden me doodschoppen. Rowan zou me vermoorden.”

Ik zou me precies hetzelfde voelen als Loes. De ouders van Iola zouden me namelijk de taak toevertrouwd hebben om op hun dierbare kind te passen en dat zou ik dan helemaal verpest hebben. De baby had wel dood kunnen zijn. Ik vind het knap dat Loes er nog zo rustig onder blijft want zelf had ik dat nooit gekund.

Situatie 2

Loes zit met Gavin en zijn groep vrienden en vriendinnen in het fort. Ze praten over een stijve van een potloodventer.

Vervolgend haalt Gavin zijn penis uit zijn broek en Loes trekt hem af en pijpt hem. “’Nou?’ vroeg Gavin, terwijl hij zijn heupen heen en weer bewoog, vlak voor mijn gezicht. Voorop zat een soort blind oog dat me vochtig aanstaarde. Er liep een dikke, blauwe ader langs de zijkant. Er kwam een ranzige lucht van af. (…) Ik strekte mijn hand uit. Ik sloot mijn vingers om zijn gezwollen vlees. (…) Ik boog me nog dieper en sloot mijn lippen eromheen.”

Zelf had ik dit nooit, maar dan ook echt nooit gedaan. Ze kende die jongen net en was pas twaalf! Daarnaast doet het ook nog eens in het bijzijn van allemaal kinderen die ze net kent. Gavin is daarnaast ook nog eens vier jaar ouder dan Loes is. Ik had denk ik gillend weggerend en nooit meer met Gavin en zijn groep omgegaan.

Bronvermelding

“Het duister dat ons scheidt” – Renate Dorrestein

Laagland, literatuur & lezer, Theorieboek VWO H2 – Gerrit van der Meulen, Willem van der Pol

https://nl.wikipedia.org/wiki/Flat_character_en_round_character

[1] Achterkant van het boek ‘Het duister dat ons scheidt’.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De structuur heeft een bijzonder effect: door het in perspectief plaatsen van het burgerlijke bestaan van een doodgewone huisvrouw: het zorgen voor een normaal huishouden en

Je zou kunnen zeggen dat de letterlijke afstand tussen ouder en kind wat minder pijnlijk wordt wanneer gezinshuisouders, ouders ruimte geven betrokken te zijn.. Even een

Zeker op de plekken waar vaak kinderen spelen zodat binnen een paar dagen na de melding de plaag effectief bestreden wordt. Met vriendelijke groet, Arno

Mama is gewoon slechtgezind omdat we op hulp van Jesse niet hoeven te rekenen, want hij helpt bij papa, al is het nog niet eens vakantie en de afspraak was dat hij alleen in

Tijdens een groot deel van het boek laat de schrijver je denken dat Loes de moord heeft gepleegd en zij voelt zich ook schuldig, alleen dan om een andere reden: Loes voelt zich

Het geluidsniveau is gehalveerd als we werken met de Airbo, wat het werk voor ons Johan van Leersum: ‘De Airbo neemt relatief weinig ruimte in, waardoor je in de hoogwerker

„Toch leeft in elk kind de hoop dat het een goed jaar zal worden en daar moeten leerkrachten pro- beren op in te spelen”, weten Piet Casier en Lieve Willems van de

Dit is "België bij fiat", commentarieert prolife jurist Wesley J. Smith op de website van de National Revue, zinspelend