STANDAARDTRAJECT
Medewerker groen- en tuinbeheer duaal
1. Situering en omschrijving
De opleiding medewerker groen- en tuinbeheer duaal combineert een schoolcomponent en een werkplekcomponent. De combinatie van schoolcomponent met werkplekcomponent omvat minimaal 28 opleidingsuren per week.
In de opleiding medewerker groen- en tuinbeheer duaal wordt gekozen voor een overeenkomst alternerende opleiding. Dit impliceert dat de wekelijkse invulling moet overeenstemmen met de normale voltijdse wekelijkse arbeidsduur die van toepassing is in de onderneming overeenkomstig de CAO. Meestal is dit gemiddeld 38 opleidingsuren per week, maar dit dient bij opmaak van de overeenkomst op de werkplek nagevraagd te worden.
De opleiding medewerker groen- en tuinbeheer duaal wordt georganiseerd in de integratiefase van het BuSO OV3.
Het standaardtraject voor de opleiding medewerker groen- en tuinbeheer duaal is gebaseerd op de volgende beroepskwalificatie:
• Beroepskwalificatie medewerker groen- en tuinbeheer, niveau 2 van de Vlaamse kwalificatiestructuur.
In de opleiding medewerker groen- en tuinbeheer leert men de tuinaannemer/tuinaanlegger/groenbeheerder helpen en ondersteunen in zijn activiteiten bij onderhoud en beheer van tuinen, parken, groene ruimtes teneinde deze in stand te houden, te laten ontwikkelen volgens het ontwerp en/of de wensen van de klant en/of opdrachtgever.
In een standaardtraject wordt er geen uitspraak gedaan over de organisatievorm van de duale opleiding. De aanbieder duaal leren bepaalt zelf of hij dit lineair of modulair organiseert.
De opleidingsduur bedraagt 1 jaar, waarvan kan worden afgeweken in functie van de individuele handelingsplanning van een jongere.
2. Toelatingsvoorwaarden
De voorwaarden om bij de start van de opleiding medewerker groen- en tuinbeheer duaal als regelmatige leerling te worden toegelaten zijn:
• voldaan hebben aan de voltijdse leerplicht;
• ofwel voldoen aan de toelatingsvoorwaarden tot de integratiefase in opleidingsvorm 3 van het buitengewoon secundair onderwijs, waarop de opleiding medewerker groen- en tuinbeheer duaal zich situeert. Deze voorwaarden zijn bepaald in de codex secundair onderwijs en het besluit van de Vlaamse Regering van 6 december 2002 betreffende de organisatie van het buitengewoon secundair onderwijs van opleidingsvorm 3 en meegedeeld bij omzendbrief SO/2011/03/BuSO.
ofwel als zijinstromer[1] beschikken over een gunstige beslissing van de klassenraad voor de opleiding medewerker groen- en tuinbeheer duaal.
Uit het leerlingendossier moet de verificatie kunnen opmaken dat de leerling aan de toelatingsvoorwaarden voldoet.
3. Algemene vorming
Algemene en sociale vorming (ASV)
De algemene en sociale vorming (ASV) voor BuSO OV3 is opgenomen in het standaardtraject en omvat alle ontwikkelingsdoelen van deze onderdelen:
Burgerzin
Rekenvaardigheden
Taalvaardigheid
Gezondheidseducatie
Leren leren
Lichamelijke opvoeding
Milieueducatie
Sociaal-emotionele educatie
Vrijetijdsvaardigheden
ICT
Levensbeschouwing
De doelen voor godsdienst, niet-confessionele zedenleer, cultuurbeschouwing of eigen cultuur en religie zijn in overeenstemming met de internationale en grondwettelijke beginselen inzake de rechten van de mens en van het kind in het bijzonder en respecteren de door het Vlaams Parlement, naargelang van het geval, bekrachtigde of goedgekeurde eindtermen.
De aanbieder duaal leren bepaalt zelf hoe de ontwikkelingsdoelen van de algemene en sociale vorming én de levensbeschouwing georganiseerd worden en bepaalt zelf de mate van integratie met de beroepsgerichte competenties.
[1] Definitie zijinstromer: “jongeren die het onderwijs al hebben verlaten, al dan niet gekwalificeerd, en die zich, na een onderbreking, opnieuw willen inschrijven voor een duaal structuuronderdeel”.
4. Beroepsgerichte vorming – organisatie lineair
Per activiteit worden de bijhorende vaardigheden en kenniselementen opgenomen. De geselecteerde kennis moet steeds in functie van de activiteit en vaardigheden gerealiseerd worden.
Activiteiten Kennis
Neemt kennis van de opdracht - Leest/stelt zich op de hoogte van de
werkopdracht
- Handelt in functie van instructie en/of opdracht
- Verzamelt de benodigde materialen en materieel op het bedrijf
Basiskennis - Materialen
- Lezen van eenvoudige tekeningen
Kennis
- Vakterminologie
- Verschillende werkmethoden en werkvolgorde
Werkt op een gezonde, veilige en milieubewuste manier
- Past de veiligheidsvoorschriften toe - Gebruikt materialen,
handgereedschap, machines en producten op een veilige manier - Vermijdt risico’s voor zichzelf,
medewerkers, klanten en andere personen
- Gaat respectvol en beleefd om met de klanten
- Gebruikt de persoonlijke
beschermingsmiddelen op een correcte manier
- Werkt op een ergonomisch verantwoorde manier
- Plaatst waarschuwingsborden
- Plaatst rijplaten indien van toepassing - Past hef- en tiltechnieken toe
- Waarborgt veiligheid en kwaliteit - Voert werkzaamheden uit volgens
instructie en/of opdracht
Basiskennis - Materialen
- Wet- en regelgeving met betrekking tot groen- en tuinbeheer, procedures, bedrijfsrichtlijnen
- Veiligheidsvoorschriften
Kennis
- Verschillende werkmethoden en werkvolgorde
- Weersinvloeden op de activiteiten van groen- en tuinbeheer
- Hef- en tiltechnieken
- Handgereedschap (naam, gebruik, onderhoud, gevaren, …)
- Gebruiksmogelijkheden van machines die courant gebruikt worden in groen- en tuinbeheer (naam, gebruik,
onderhoud, gevaren, type brandstof,
…)
- Gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen Helpt mee met het transport van en
naar de locatie
- Zorgt ervoor dat de machines, het materieel en de grondstoffen vereist voor de uitvoering van de opdracht klaarstaan voor het transport naar en van de werf
- Helpt met het in- en uitladen van materieel, machines en grondstoffen - Laadt de bestelwagen correct
- Zekert en beschermt de lading
- Benut optimaal de beschikbare ruimte van de bestelwagen
- Stockeert op een correcte manier het materieel, de machines en de
Basiskennis - Materialen
- Veiligheidsvoorschriften
grondstoffen in het magazijn van het bedrijf
- Helpt met het vervoer van materieel en grondstoffen
Helpt bij de voorbereidingen van het terrein op de locatie
- Assisteert bij meten, waterpassen en uitzetten
- Voert eenvoudig egalisatiewerk uit - Verwijdert alle zwerfvuil
- Verwijdert kleine constructies, verhardingen en afsluitingen
Basiskennis
- Lezen van eenvoudige tekeningen - Afmetingen en oppervlakteberekening - Grondwerken
Kennis
- Verschillende werkmethoden en werkvolgorde
- Meet- en waterpasapparatuur - Restmateriaal en het verwerken van
restmateriaal Bereidt de werkzaamheden voor op
de locatie
- Tafelt de te behouden planten in - Voert de vrijgekomen grond af en/of
verplaatst de grond
- Gebruikt eventueel machines en hulpmiddelen op een effectieve en efficiënte manier, rekening houdend met de omgeving, en gaat er
zorgvuldig mee om
- Voert beschermende maatregelen voor beplanting uit
- Ontstronkt bomen
- Voert werkzaamheden uit volgens instructie en/of opdracht met een goede ooghandcoördinatie
- Zorgt dat er weinig materiaalverlies is - Signaleert beschadigingen aan
materiaal en materieel en meldt onvoorziene zaken
Basiskennis - Grondwerken
Kennis
- Vakterminologie
- Verschillende werkmethoden en werkvolgorde
- Handgereedschap (naam, gebruik, onderhoud, gevaren, …)
- Gebruiksmogelijkheden van machines die courant gebruikt worden in groen- en tuinbeheer (naam, gebruik,
onderhoud, gevaren, type brandstof,
…)
- Restmateriaal en het verwerken van restmateriaal
Bouwt eigen deskundigheid op - Stelt zich op de hoogte van de
(verplichte) nascholingen die relevant zijn voor het beroep
- Integreert de nieuwe ervaringen in de dagelijkse werksituatie
Basiskennis
- Opleidingsaanbod
Kennis
- Vakterminologie
Controleert de werkzaamheden en ruimt op
- Ruimt op tijdens en aan het einde van de werkzaamheden
- Controleert de eigen werkzaamheden samen met de leidinggevende
- Rapporteert aan de leidinggevende - Meldt en overlegt problemen met de
leidinggevende
- Meldt gebreken, beschadigingen en onvoorziene zaken
Kennis
- Vakterminologie
- Verschillende werkmethoden en werkvolgorde
- Restmateriaal en het verwerken van restmateriaal
- Voert het restmateriaal dat bij de aanlegwerkzaamheden vrijkomt af - Verwerkt het restmateriaal indien van
toepassing
- Laat het terrein opgeruimd en verzorgd achter
Reinigt en doet basisonderhoud van machines en materieel
- Reinigt na gebruik het materieel en de machines
- Bergt het materieel en de machines op een correcte en veilige manier op - Meldt problemen aan de technicus of
verantwoordelijke
- Gaat zorgvuldig met het materieel om en laat het gebruiksklaar achter
Basiskennis
- Veiligheidsvoorschriften - Mechanisch onderhoud
Kennis
- Handgereedschap (naam, gebruik, onderhoud, gevaren, …)
- Gebruiksmogelijkheden van machines die courant gebruikt worden in groen- en tuinbeheer (naam, gebruik,
onderhoud, gevaren, type brandstof,
…) Werkt met courante
tuinbouwmachines en/of materieel - Maakt de machines en werktuigen
gebruiksklaar en/of past ze aan - Hanteert courante tuinbouwmachines - Zorgt, tijdens de werkzaamheden, dat
er geen materiaalverlies is en dat de levensduur van machines en
gereedschappen optimaal is
Kennis
- Handgereedschap (naam, gebruik, onderhoud, gevaren, …)
- Gebruiksmogelijkheden van machines die courant gebruikt worden in groen- en tuinbeheer (naam, gebruik,
onderhoud, gevaren, type brandstof,
…)
Voert aanplantingen uit
- Bewerkt de grond en maakt deze plantklaar
- Spreidt meststof en/of
bodemverbeteraar uit en werkt deze onder
- Zet de planten uit volgens opdracht - Plant heesters, hagen, bloembollen, eenjarigen, vaste planten en bomen - Brengt de nodige verankering aan
indien van toepassing
(haagversterking, leidconstructies, boomverankering)
- Verwijdert bij het aanplanten
verwelkte plantendelen en snoeit bij - Legt kruidachtige vegetaties aan door
bezaaiing, bezoding en aanplanting - Legt houtachtige vegetaties aan - Legt water-, moeras en
oeverbeplantingen aan - Brengt de mulch aan - Werkt netjes af
Basiskennis
- Gebruik van meststoffen &
bodemverbeteraars
- Snoeitechnieken voor planten
Kennis
- Vakterminologie
- Verschillende werkmethoden en werkvolgorde bij aanplantingen - Weersinvloeden op de activiteiten
m.b.t. aanplantingen
- Kenmerken van de bodem en grondsoorten
- Planten en hun kenmerken - Verschillende plantmethoden
- Restmateriaal en het verwerken van restmateriaal
Onderhoudt tuinen en groene ruimtes (buiten of binnen) (verticuteren, behandelen of vervangen van planten, …)
Basiskennis
- Gebruik van meststoffen &
bodemverbeteraars
- Gebruik van bestrijdingsmiddelen
- Maait en ruimt bestaande vegetatie handmatig
- Voert teelaarde, bomenzand en meststoffen aan en verwerkt deze - Verwijdert en voorkomt onkruid
(mulchen, …)
- Inspecteert planten op de
aanwezigheid van ziektes, parasieten, knaagdieren, …
- Past een behandelings- of bestrijdingsmethode
(gewasbeschermingsmiddelen:
bemesting, pesticides, ecologische bestrijding, …) toe
- Verwijdert zieke en/of dode planten - Vernieuwt de potgrond in
plantenbakken
- Schoont perken, tuinpaden en terrassen op (spitten, schoffelen, harken, mos, verwijderen, …) - Past technieken voor
plantenvermeerdering en plantontwikkeling toe (pluizen,
ontscheuten, toppen, innijpen, stutten, opbinden, …)
- Verzorgt verschillende gewassen (bevloeien, bemesten, beschaduwen, beschermen tegen storm, koude, …) - Geeft potplanten water
Kennis
- Vakterminologie
- Verschillende werkmethoden en werkvolgorde bij onderhoud - Weersinvloeden op de activiteiten
m.b.t. onderhoud
- Planten, hun kenmerken en hun optimale plaats
- Onkruiden, ziektes en plagen - Kenmerken van de bodem en
grondsoorten
- Bestrijdingsmiddelen en meststoffen - Grondbewerking: spitten, frezen, … - Restmateriaal en het verwerken van
restmateriaal
Onderhoudt het grasveld (gazons, sportvelden, golfterreinen, …)
- Past ecologische onkruidbestrijding toe - Stelt machines in (zelftrekkende
grasmaaier, zitmaaier, bosmaaier, verticuteermachines, …)
- Maait het gazon - Verticuteert het gazon
- Boordt de graskanten van het gazon af - Irrigeert, indien nodig, het gazon - Merkt ziektes en mosvorming en
problemen in het gazon op en meldt ze aan de tuinaanlegger/groenbeheerder - Voert een behandelings- of
bestrijdingsmethode uit na overleg met tuinaanlegger/groenbeheerder of zaakvoerder/diensthoofd
- Bemest het gazon - Werkt netjes af
Basiskennis
- Gebruik van meststoffen &
bodemverbeteraars
- Gebruik van bestrijdingsmiddelen
Kennis
- Vakterminologie
- Verschillende werkmethoden en werkvolgorde bij onderhoud - Weersinvloeden op de activiteiten
m.b.t. onderhoud
- Onkruiden, ziektes en plagen - Kenmerken van de bodem en
grondsoorten
- Bestrijdingsmiddelen en meststoffen - Beheer van grasvelden (gazons,
sportvelden, golfterreinen, …) - Grondbewerking: spitten, frezen, … - Restmateriaal en het verwerken van
restmateriaal Voert bestrijding uit van onkruid,
ziektes en plagen
- Raadpleegt de leidinggevende bij twijfel en/of onduidelijkheid
Basiskennis
- Gebruik van bestrijdingsmiddelen
Kennis
- Voert het vrijgekomen onkruid af - Voert de werkzaamheden uit volgens
instructie/opdracht
- Verwijdert onkruid (manueel, met handgereedschap of machinaal) - Bestrijdt onkruid, ziektes en plagen,
onder de leiding van de tuinaanlegger/
groenbeheerder, met
bestrijdingsmiddelen die volgens de vigerende wetgeving gebruikt kunnen en/of mogen worden
- Vereiste opleidingsonderwerpen voor het behalen van fytolicentie P1 - Vakterminologie
- Verschillende werkmethoden en werkvolgorde bij bestrijdingen - Weersinvloeden op de activiteiten
m.b.t. bestrijdingen
- Planten en hun kenmerken - Onkruiden, ziektes en plagen - Bestrijdingsmiddelen
- Restmateriaal en het verwerken van restmateriaal
Snoeit struiken, heesters, jonge en kleine bomen volgens de
groeirichting of de vereiste vorm - Gebruikt gereedschap (manueel of
machinaal) op een correcte en veilige manier
- Voert onderhoudssnoei uit
- Snoeit klimplanten en/of leibomen zodat de plant kan verder groeien volgens de gewenste vorm
- Plaatst steunpalen en verwijdert ze tijdig
- Bindt nieuwe vertakkingen van klimplanten vast aan leidraden - Ruimt het snoeisel op
Kennis
- Vakterminologie
- Verschillende werkmethoden en werkvolgorde bij het snoeien - Weersinvloeden op de activiteiten
m.b.t. snoeien
- Planten en hun kenmerken - Snoeitechnieken voor planten - Restmateriaal en het verwerken van
restmateriaal
Scheert hagen
- Gebruikt gereedschap (manueel en machinaal) op een correcte en veilige manier
- Maakt op een correcte manier gebruik van ladders en/of stellingen
- Scheert zodat de haag de gewenste vorm bekomt
- Werkt met een haagschaar (manueel of gemotoriseerd)
- Ruimt het snoeisel op
Kennis
- Vakterminologie
- Verschillende werkmethoden en werkvolgorde bij het scheren - Weersinvloeden op de activiteiten
m.b.t. scheren
- Planten en hun kenmerken - Scheren van hagen
- Restmateriaal en het verwerken van restmateriaal
Onderhoudt vijvers en waterpartijen - Schoont de water(partijen) en sloten
op
- Voert kleine herstellingen uit aan taluds en oevers
- Verwijdert bladeren, plantenresten en afgestorven delen van planten uit en rond de vijver
- Maakt de vijverfilter schoon
Basiskennis
- Beheer van vijvers, water(partijen), sloten en oevers
Kennis
- Vakterminologie
- Verschillende werkmethoden en werkvolgorde bij onderhoud van vijvers, water(partijen), sloten en oevers
- Restmateriaal en het verwerken van restmateriaal
Onderhoudt afwateringssystemen, verhardingen, kleine bouwkundige
Basiskennis
- Beheer van verhardingen, afwateringssystemen, kleine
elementen en technische voorzieningen
- Controleert de werking van de afwateringssystemen
- Onderhoudt afwateringssystemen - Verhelpt verstoppingen zodat de
afwateringssystemen optimaal functioneren
- Onderhoudt verhardingen, wegen en paden
- Onderhoudt bouwkundige elementen (muurtje, brievenbus, …)
- Onderhoudt technische voorzieningen - Voert eenvoudig herstelwerk uit - Meldt beschadigingen, afwijkingen en
onvoorziene zaken - Lost kleine storingen op
bouwkundige elementen, technische voorzieningen
- Eenvoudige houtbewerkingen
Kennis
- Vakterminologie
- Verschillende werkmethoden en werkvolgorde bij onderhoud van afwateringssystemen, verhardingen, kleine bouwkundige elementen en technische voorzieningen
Alle activiteiten situeren zich op beheersingsniveau 2 (volwaardige beheersing).
5. Beroepsgerichte vorming – organisatie modulair
De beroepsgerichte vorming kan modulair georganiseerd worden. De beroepsgerichte vorming is opgebouwd uit 5 clusters, samenhangende en afgeronde gehelen van competenties die de lerende de mogelijkheid biedt via een individuele leerweg toe te werken naar een studiebekrachtiging met waarborg op vervolgopleidingen of tewerkstellingsmogelijkheden.
De beroepsgerichte vorming is opgebouwd uit de volgende clusters:
• Aanplantingen
• Groen- en tuinonderhoud
• Snoeien
• Scheren
• Onderhoud tuininfrastructuur
Voor elke onderstaande activiteit worden de bijhorende vaardigheden en kenniselementen opgenomen. De geselecteerde kennis moet steeds in functie van de activiteit en vaardigheden gerealiseerd worden.
Algemene activiteiten
Onderstaande algemene activiteiten moeten in de modulaire organisatie op beheersingsniveau 2 (volwaardige beheersing) geïntegreerd worden, in één of meerdere clusters doorheen de volledige duale opleiding.
Activiteiten Kennis
Neemt kennis van de opdracht - Leest/stelt zich op de hoogte van de
werkopdracht
- Handelt in functie van instructie en/of opdracht
- Verzamelt de benodigde materialen en materieel op het bedrijf
Basiskennis - Materialen
- Lezen van eenvoudige tekeningen
Kennis
- Vakterminologie
- Verschillende werkmethoden en werkvolgorde
Werkt op een gezonde, veilige en milieubewuste manier
- Past de veiligheidsvoorschriften toe - Gebruikt materialen,
handgereedschap, machines en producten op een veilige manier - Vermijdt risico’s voor zichzelf,
medewerkers, klanten en andere personen
- Gaat respectvol en beleefd om met de klanten
- Gebruikt de persoonlijke
beschermingsmiddelen op een correcte manier
- Werkt op een ergonomisch verantwoorde manier
- Plaatst waarschuwingsborden
- Plaatst rijplaten indien van toepassing - Past hef- en tiltechnieken toe
- Waarborgt veiligheid en kwaliteit - Voert werkzaamheden uit volgens
instructie en/of opdracht
Basiskennis - Materialen
- Wet- en regelgeving met betrekking tot groen- en tuinbeheer, procedures, bedrijfsrichtlijnen
- Veiligheidsvoorschriften
Kennis
- Verschillende werkmethoden en werkvolgorde
- Weersinvloeden op de activiteiten van groen- en tuinbeheer
- Hef- en tiltechnieken
- Handgereedschap (naam, gebruik, onderhoud, gevaren, …)
- Gebruiksmogelijkheden van machines die courant gebruikt worden in groen- en tuinbeheer (naam, gebruik,
onderhoud, gevaren, type brandstof,
…)
- Gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen Helpt mee met het transport van en
naar de locatie
- Zorgt ervoor dat de machines, het materieel en de grondstoffen vereist voor de uitvoering van de opdracht klaarstaan voor het transport naar en van de werf
- Helpt met het in- en uitladen van materieel, machines en grondstoffen - Laadt de bestelwagen correct
- Zekert en beschermt de lading
Basiskennis - Materialen
- Veiligheidsvoorschriften
- Benut optimaal de beschikbare ruimte van de bestelwagen
- Stockeert op een correcte manier het materieel, de machines en de
grondstoffen in het magazijn van het bedrijf
- Helpt met het vervoer van materieel en grondstoffen
Helpt bij de voorbereidingen van het terrein op de locatie
- Assisteert bij meten, waterpassen en uitzetten
- Voert eenvoudig egalisatiewerk uit - Verwijdert alle zwerfvuil
- Verwijdert kleine constructies, verhardingen en afsluitingen
Basiskennis
- Lezen van eenvoudige tekeningen - Afmetingen en oppervlakteberekening - Grondwerken
Kennis
- Verschillende werkmethoden en werkvolgorde
- Meet- en waterpasapparatuur - Restmateriaal en het verwerken van
restmateriaal Bereidt de werkzaamheden voor op
de locatie
- Tafelt de te behouden planten in - Voert de vrijgekomen grond af en/of
verplaatst de grond
- Gebruikt eventueel machines en hulpmiddelen op een effectieve en efficiënte manier, rekening houdend met de omgeving, en gaat er
zorgvuldig mee om
- Voert beschermende maatregelen voor beplanting uit
- Ontstronkt bomen
- Voert werkzaamheden uit volgens instructie en/of opdracht met een goede ooghandcoördinatie
- Zorgt dat er weinig materiaalverlies is - Signaleert beschadigingen aan
materiaal en materieel en meldt onvoorziene zaken
Basiskennis - Grondwerken
Kennis
- Vakterminologie
- Verschillende werkmethoden en werkvolgorde
- Handgereedschap (naam, gebruik, onderhoud, gevaren, …)
- Gebruiksmogelijkheden van machines die courant gebruikt worden in groen- en tuinbeheer (naam, gebruik,
onderhoud, gevaren, type brandstof,
…)
- Restmateriaal en het verwerken van restmateriaal
Bouwt eigen deskundigheid op - Stelt zich op de hoogte van de
(verplichte) nascholingen die relevant zijn voor het beroep
- Integreert de nieuwe ervaringen in de dagelijkse werksituatie
Basiskennis
- Opleidingsaanbod
Kennis
- Vakterminologie
Controleert de werkzaamheden en ruimt op
- Ruimt op tijdens en aan het einde van de werkzaamheden
- Controleert de eigen werkzaamheden samen met de leidinggevende
- Rapporteert aan de leidinggevende
Kennis
- Vakterminologie
- Verschillende werkmethoden en werkvolgorde
- Restmateriaal en het verwerken van restmateriaal
- Meldt en overlegt problemen met de leidinggevende
- Meldt gebreken, beschadigingen en onvoorziene zaken
- Voert het restmateriaal dat bij de aanlegwerkzaamheden vrijkomt af - Verwerkt het restmateriaal indien van
toepassing
- Laat het terrein opgeruimd en verzorgd achter
Reinigt en doet basisonderhoud van machines en materieel
- Reinigt na gebruik het materieel en de machines
- Bergt het materieel en de machines op een correcte en veilige manier op - Meldt problemen aan de technicus of
verantwoordelijke
- Gaat zorgvuldig met het materieel om en laat het gebruiksklaar achter
Basiskennis
- Veiligheidsvoorschriften - Mechanisch onderhoud
Kennis
- Handgereedschap (naam, gebruik, onderhoud, gevaren, …)
- Gebruiksmogelijkheden van machines die courant gebruikt worden in groen- en tuinbeheer (naam, gebruik,
onderhoud, gevaren, type brandstof,
…)
Cluster Aanplantingen – BEHEERSINGSNIVEAU 2
Activiteiten Kennis
Werkt met courante
tuinbouwmachines en/of materieel bij aanplantingen
- Maakt de machines en werktuigen gebruiksklaar en/of past ze aan - Hanteert courante tuinbouwmachines - Zorgt, tijdens de werkzaamheden, dat
er geen materiaalverlies is en dat de levensduur van machines en
gereedschappen optimaal is
Kennis
- Handgereedschap (naam, gebruik, onderhoud, gevaren, …)
- Gebruiksmogelijkheden van machines die courant gebruikt worden in groen- en tuinbeheer (naam, gebruik,
onderhoud, gevaren, type brandstof,
…)
Voert aanplantingen uit
- Bewerkt de grond en maakt deze plantklaar
- Spreidt meststof en/of
bodemverbeteraar uit en werkt deze onder
- Zet de planten uit volgens opdracht - Plant heesters, hagen, bloembollen, eenjarigen, vaste planten en bomen - Brengt de nodige verankering aan
indien van toepassing
(haagversterking, leidconstructies, boomverankering)
- Verwijdert bij het aanplanten
verwelkte plantendelen en snoeit bij
Basiskennis
- Gebruik van meststoffen &
bodemverbeteraars
- Snoeitechnieken voor planten
Kennis
- Vakterminologie
- Verschillende werkmethoden en werkvolgorde bij aanplantingen - Weersinvloeden op de activiteiten
m.b.t. aanplantingen
- Kenmerken van de bodem en grondsoorten
- Planten en hun kenmerken - Verschillende plantmethoden
- Legt kruidachtige vegetaties aan door bezaaiing, bezoding en aanplanting - Legt houtachtige vegetaties aan - Legt water-, moeras en
oeverbeplantingen aan - Brengt de mulch aan - Werkt netjes af
- Restmateriaal en het verwerken van restmateriaal
Cluster Groen- en tuinonderhoud – BEHEERSINGSNIVEAU 2
Activiteiten Kennis
Werkt met courante
tuinbouwmachines en/of materieel bij groen- en tuinonderhoud
- Maakt de machines en werktuigen gebruiksklaar en/of past ze aan - Hanteert courante tuinbouwmachines - Zorgt, tijdens de werkzaamheden, dat
er geen materiaalverlies is en dat de levensduur van machines en
gereedschappen optimaal is
Kennis
- Handgereedschap (naam, gebruik, onderhoud, gevaren, …)
- Gebruiksmogelijkheden van machines die courant gebruikt worden in groen- en tuinbeheer (naam, gebruik,
onderhoud, gevaren, type brandstof,
…)
Onderhoudt tuinen en groene ruimtes (buiten of binnen) (verticuteren, behandelen of vervangen van planten, …)
- Maait en ruimt bestaande vegetatie handmatig
- Voert teelaarde, bomenzand en meststoffen aan en verwerkt deze - Verwijdert en voorkomt onkruid
(mulchen , …)
- Inspecteert planten op de
aanwezigheid van ziektes, parasieten, knaagdieren, …
- Past een behandelings- of bestrijdingsmethode
(gewasbeschermingsmiddelen:
bemesting, pesticides, ecologische bestrijding, …) toe
- Verwijdert zieke en/of dode planten - Vernieuwt de potgrond in
plantenbakken
- Schoont perken, tuinpaden en terrassen op (spitten, schoffelen, harken, mos, verwijderen, …) - Past technieken voor
plantenvermeerdering en plantontwikkeling toe (pluizen,
ontscheuten, toppen, innijpen, stutten, opbinden, …)
Basiskennis
- Gebruik van meststoffen &
bodemverbeteraars
- Gebruik van bestrijdingsmiddelen
Kennis
- Vakterminologie
- Verschillende werkmethoden en werkvolgorde bij onderhoud - Weersinvloeden op de activiteiten
m.b.t. onderhoud
- Planten, hun kenmerken en hun optimale plaats
- Onkruiden, ziektes en plagen - Kenmerken van de bodem en
grondsoorten
- Bestrijdingsmiddelen en meststoffen - Grondbewerking: spitten, frezen, … - Restmateriaal en het verwerken van
restmateriaal
- Verzorgt verschillende gewassen (bevloeien, bemesten, beschaduwen, beschermen tegen storm, koude, …) - Geeft potplanten water
Onderhoudt het grasveld (gazons, sportvelden, golfterreinen, …)
- Past ecologische onkruidbestrijding toe - Stelt machines in (zelftrekkende
grasmaaier, zitmaaier, bosmaaier, verticuteermachines, …)
- Maait het gazon - Verticuteert het gazon
- Boordt de graskanten van het gazon af - Irrigeert, indien nodig, het gazon - Merkt ziektes en mosvorming en
problemen in het gazon op en meldt ze aan de tuinaanlegger/groenbeheerder - Voert een behandelings- of
bestrijdingsmethode uit na overleg met tuinaanlegger/groenbeheerder of zaakvoerder/diensthoofd
- Bemest het gazon - Werkt netjes af
Basiskennis
- Gebruik van meststoffen &
bodemverbeteraars
- Gebruik van bestrijdingsmiddelen
Kennis
- Vakterminologie
- Verschillende werkmethoden en werkvolgorde bij onderhoud - Weersinvloeden op de activiteiten
m.b.t. onderhoud
- Onkruiden, ziektes en plagen - Kenmerken van de bodem en
grondsoorten
- Bestrijdingsmiddelen en meststoffen - Beheer van grasvelden (gazons,
sportvelden, golfterreinen, …) - Grondbewerking: spitten, frezen, … - Restmateriaal en het verwerken van
restmateriaal Voert bestrijding uit van onkruid,
ziektes en plagen
- Raadpleegt de leidinggevende bij twijfel en/of onduidelijkheid - Voert het vrijgekomen onkruid af - Voert de werkzaamheden uit volgens
instructie/opdracht
- Verwijdert onkruid (manueel, met handgereedschap of machinaal) - Bestrijdt onkruid, ziektes en plagen,
onder de leiding van de tuinaanlegger/
groenbeheerder, met
bestrijdingsmiddelen die volgens de vigerende wetgeving gebruikt kunnen en/of mogen worden
Basiskennis
- Gebruik van bestrijdingsmiddelen
Kennis
- Vereiste opleidingsonderwerpen voor het behalen van fytolicentie P1 - Vakterminologie
- Verschillende werkmethoden en werkvolgorde bij bestrijdingen - Weersinvloeden op de activiteiten
m.b.t. bestrijdingen
- Planten en hun kenmerken - Onkruiden, ziektes en plagen - Bestrijdingsmiddelen
- Restmateriaal en het verwerken van restmateriaal
Cluster Snoeien – BEHEERSINGSNIVEAU 2
Activiteiten Kennis
Werkt met courante
tuinbouwmachines en/of materieel bij het snoeien
- Maakt de machines en werktuigen gebruiksklaar en/of past ze aan - Hanteert courante tuinbouwmachines - Zorgt, tijdens de werkzaamheden, dat
er geen materiaalverlies is en dat de
Kennis
- Handgereedschap (naam, gebruik, onderhoud, gevaren, …)
- Gebruiksmogelijkheden van machines die courant gebruikt worden in groen- en tuinbeheer (naam, gebruik,
onderhoud, gevaren, type brandstof,
…)
levensduur van machines en gereedschappen optimaal is
Snoeit struiken, heesters, jonge en kleine bomen volgens de
groeirichting of de vereiste vorm - Gebruikt gereedschap (manueel of
machinaal) op een correcte en veilige manier
- Voert onderhoudssnoei uit
- Snoeit klimplanten en/of leibomen zodat de plant kan verder groeien volgens de gewenste vorm
- Plaatst steunpalen en verwijdert ze tijdig
- Bindt nieuwe vertakkingen van klimplanten vast aan leidraden - Ruimt het snoeisel op
Kennis
- Vakterminologie
- Verschillende werkmethoden en werkvolgorde bij het snoeien - Weersinvloeden op de activiteiten
m.b.t. snoeien
- Planten en hun kenmerken - Snoeitechnieken voor planten - Restmateriaal en het verwerken van
restmateriaal
Cluster Scheren – BEHEERSINGSNIVEAU 2
Activiteiten Kennis
Werkt met courante
tuinbouwmachines en/of materieel bij het scheren
- Maakt de machines en werktuigen gebruiksklaar en/of past ze aan - Hanteert courante tuinbouwmachines - Zorgt, tijdens de werkzaamheden, dat
er geen materiaalverlies is en dat de levensduur van machines en
gereedschappen optimaal is
Kennis
- Handgereedschap (naam, gebruik, onderhoud, gevaren, …)
- Gebruiksmogelijkheden van machines die courant gebruikt worden in groen- en tuinbeheer (naam, gebruik,
onderhoud, gevaren, type brandstof,
…)
Scheert hagen
- Gebruikt gereedschap (manueel en machinaal) op een correcte en veilige manier
- Maakt op een correcte manier gebruik van ladders en/of stellingen
- Scheert zodat de haag de gewenste vorm bekomt
- Werkt met een haagschaar (manueel of gemotoriseerd)
- Ruimt het snoeisel op
Kennis
- Vakterminologie
- Verschillende werkmethoden en werkvolgorde bij het scheren - Weersinvloeden op de activiteiten
m.b.t. scheren
- Planten en hun kenmerken - Scheren van hagen
- Restmateriaal en het verwerken van restmateriaal
Cluster Onderhoud tuininfrastructuur – BEHEERSINGSNIVEAU 2
Activiteiten Kennis
Werkt met courante
tuinbouwmachines en/of materieel bij onderhoud tuininfrastructuur
Kennis
- Handgereedschap (naam, gebruik, onderhoud, gevaren, …)
- Maakt de machines en werktuigen gebruiksklaar en/of past ze aan - Hanteert courante tuinbouwmachines - Zorgt, tijdens de werkzaamheden, dat
er geen materiaalverlies is en dat de levensduur van machines en
gereedschappen optimaal is
- Gebruiksmogelijkheden van machines die courant gebruikt worden in groen- en tuinbeheer (naam, gebruik,
onderhoud, gevaren, type brandstof,
…)
Onderhoudt vijvers en waterpartijen - Schoont de water(partijen) en sloten
op
- Voert kleine herstellingen uit aan taluds en oevers
- Verwijdert bladeren, plantenresten en afgestorven delen van planten uit en rond de vijver
- Maakt de vijverfilter schoon
Basiskennis
- Beheer van vijvers, water(partijen), sloten en oevers
Kennis
- Vakterminologie
- Verschillende werkmethoden en werkvolgorde bij onderhoud van vijvers, water(partijen), sloten en oevers
- Restmateriaal en het verwerken van restmateriaal
Onderhoudt afwateringssystemen, verhardingen, kleine bouwkundige elementen en technische
voorzieningen
- Controleert de werking van de afwateringssystemen
- Onderhoudt afwateringssystemen - Verhelpt verstoppingen zodat de
afwateringssystemen optimaal functioneren
- Onderhoudt verhardingen, wegen en paden
- Onderhoudt bouwkundige elementen (muurtje, brievenbus, …)
- Onderhoudt technische voorzieningen - Voert eenvoudig herstelwerk uit - Meldt beschadigingen, afwijkingen en
onvoorziene zaken - Lost kleine storingen op
Basiskennis
- Beheer van verhardingen, afwateringssystemen, kleine
bouwkundige elementen, technische voorzieningen
- Eenvoudige houtbewerkingen
Kennis
- Vakterminologie
- Verschillende werkmethoden en werkvolgorde bij onderhoud van afwateringssystemen, verhardingen, kleine bouwkundige elementen en technische voorzieningen
Alle activiteiten situeren zich op beheersingsniveau 2 (volwaardige beheersing).
6. Werkplekcomponent
In het kader van de werkplekcomponent moet er een voorafgaandelijk gezondheidsbeoordeling plaatsvinden indien de welzijnswetgeving dit vereist.
De werkplekcomponent in de opleiding medewerker groen- en tuinbeheer duaal omvat gemiddeld op jaarbasis minstens 20 opleidingsuren per week op de reële werkplek.
7. Studiebekrachtiging
Met in acht name van het evaluatieresultaat leidt de opleiding medewerker groen- en tuinbeheer duaal tot één van de volgende vormen van studiebekrachtiging:
• een getuigschrift van een opleiding “medewerker groen- en tuinbeheer duaal”, met inbegrip van de beroepskwalificatie “medewerker groen- en tuinbeheer” niveau 2 van de Vlaamse kwalificatiestructuur en niveau 2 van het Europese kwalificatiekader:
o wordt uitgereikt na slagen voor het geheel van de algemene en sociale vorming en de beroepsgerichte vorming zoals in dit standaardtraject is opgenomen en via de schoolcomponent en de werkplekcomponent is gerealiseerd.
• een bewijs van beroepskwalificatie “medewerker groen- en tuinbeheer” niveau 2 van de Vlaamse kwalificatiestructuur en niveau 2 van het Europese kwalificatiekader:
o wordt uitgereikt na slagen voor het geheel van de beroepsgerichte vorming zoals in dit standaardtraject is opgenomen en via de schoolcomponent en de werkplekcomponent is gerealiseerd.
• een attest van verworven bekwaamheden, bewijs van competenties:
o wordt uitgereikt na slagen voor een aantal competenties die in dit standaardtraject zijn opgenomen en via de schoolcomponent en de werkplekcomponent zijn gerealiseerd.
• een attest beroepsonderwijs:
o wordt uitgereikt bij vroegtijdige beëindiging van de opleiding of als een leerling niet in aanmerking komt voor één van bovenstaande studiebekrachtigingen.
8. Aanloopstructuuronderdelen
Niet van toepassing.
9. Onderliggende beroepskwalificaties i.f.v. flexibele instap bij modulaire organisatie
Niet van toepassing.
10. Verwantschap duaal / niet-duaal
Met de opleiding medewerker groen- en tuinbeheer duaal is verwant binnen het niet-duaal opleidingsaanbod:
• Tuinbouwarbeider
• Onderhoudsassistent
• Onderhoudswerker