• No results found

Inspectierapport Doomijn KDV De Meidoorn (KDV) De Meidoorn NB KOEKANGE Registratienummer

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Inspectierapport Doomijn KDV De Meidoorn (KDV) De Meidoorn NB KOEKANGE Registratienummer"

Copied!
14
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inspectierapport

Doomijn KDV De Meidoorn (KDV) De Meidoorn 16 12

7958NB KOEKANGE

Registratienummer 976609873

Toezichthouder: GGD Drenthe

In opdracht van gemeente: De Wolden

(2)

Inhoudsopgave

Het onderzoek ... 3

Observaties en bevindingen ... 4

Pedagogisch klimaat ... 4

Personeel en groepen ... 6

Veiligheid en gezondheid ... 7

Ouderrecht ... 8

Inspectie-items ... 9

Gegevens voorziening ... 13

Gegevens toezicht ... 13

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ... 14

(3)

Het onderzoek

Onderzoeksopzet

Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek.

In dit inspectierapport zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van risicogestuurd toezicht (RGT). Met behulp van het model risicoprofiel zijn de inspectieactiviteiten bepaald. Deze inspectieactiviteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met aandachtspunten uit vorige inspecties en nieuwe wetgeving.

Beschouwing Algemeen:

KDV de Meidoorn is een kinderdagverblijf (KDV) van Doomijn. Het KDV heeft één stamgroep met maximaal 12 kinderen, in de leeftijd van 0-4 jaar. Het KDV is, samen met de BSO en de PSZ, gevestigd in een multifunctioneel centrum.

De buitenspeelruimte is aangrenzend aan de groepsruimte. De groep heeft de beschikking over een sanitaire ruimte en een keuken, die worden gedeeld met de PSZ en de BSO.

Inspectiegeschiedenis:

Op 10 september 2015 heeft een jaarlijks onderzoek plaatsgevonden. Tijdens dit onderzoek zijn geen tekortkomingen geconstateerd.

Bevindingen recente inspectie:

Op 22 september 2016 heeft er wederom een jaarlijks onderzoek plaatsgevonden.

Tijdens de inspectie is er gesproken met de aanwezige beroepskrachten. De beroepskrachten namen de tijd, om de toezichthouder te woord te staan. De beroepskrachten stelden zich open en deskundig op. De aanwezige beroepskrachten kunnen beleid, afspraken en regels duidelijk verwoorden aan de toezichthouder.

Er zijn geen tekortkomingen geconstateerd. Voor verdere informatie wordt verwezen naar de toelichting van de domeinen.

De locatie voldoet aan de eisen uit de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen Peuterspeelzalen (WKO).

Advies aan College van B&W Geen handhaving.

(4)

Observaties en bevindingen

Pedagogisch klimaat

Inleiding:

Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld:

 De koppeling van het pedagogische beleid aan het handelen in de praktijk;

 emotionele veiligheid;

 persoonlijke competentie;

 sociale competentie;

 overdracht van normen en waarden.

Het handelen van de beroepskrachten met betrekking tot de vier pedagogische basisdoelen wordt beschreven aan de hand van observatie-items uit het Veldinstrument observatie kindercentrum.

Pedagogisch beleid

Er is een algemeen pedagogisch beleidsplan van Doomijn waarin, het binnen de organisatie

geldende, beleid staat. Daarnaast heeft de locatie nog een eigen pedagogisch werkplan met daarin het locatiegebonden beleid. De houder heeft in januari 2016 het pedagogisch werkplan aangepast.

In beide plannen staat de benodigde informatie.

Hiermee wordt voldaan aan de voorwaarden.

Pedagogische praktijk

Doomijn heeft twee pedagogen in dienst. Elke week is er een open pedagogisch spreekuur. Tijdens dit spreekuur kunnen beroepskrachten telefonisch vragen stellen. Daarnaast doet Yorneo twee keer per jaar een groepsobservatie, dat daarna besproken wordt met de beroepskrachten.

Tijdens het inspectiebezoek is er geobserveerd op groep. Op basis van deze observatie constateert de toezichthouder dat er onvoldoende zorg wordt gedragen voor het waarborgen van de

emotionele veiligheid van de kinderen en de persoonlijke competentie. Hierna zijn enkele voorbeelden beschreven waarop dit oordeel is gebaseerd.

De kinderen zitten aan tafel en krijgen wat te drinken. Ze mogen zelf een kleur beker kiezen, waarbij de kleur ook benoemd wordt. Als ze fruit gaan eten, vraagt de beroepskracht wat voor fruit ze willen. 'Banaan!' 'En wat wil je er nog meer bij?' Een kind zegt: 'Ik wil een geel bakje!' Waarop de beroepskracht aangeeft dat ze dat moet vragen: 'Mag ik een geel bakje?' Voordat de kinderen het fruit gaan eten, zingen ze een liedje.

Het thema is eten en drinken. Over het thema hangen diverse knutselwerkjes in de groepsruimte.

De locatie werkt met het VVE-programma Piramide. het thema wordt afgestemd met de PSZ en de BSO.

Na het fruit eten en het drinken gaan de kinderen buiten spelen. Eerst gaan ze nog naar het toilet of krijgen een verschoning. De allerkleinste kinderen blijven binnen of gaan naar bed. Een baby krijgt de fles, ondertussen praat de beroepskracht met het kind.

Als een kind huilt, wordt het op schoot genomen en getroost. Een baby die niet wil slapen en veel huilt, wordt eindeloos heen en weer gewiegd, totdat het stil is.

Er wordt voldaan aan de voorwaarden.

Gebruikte bronnen:

(5)

 Interview anderen (Gesprek met de aanwezige beroepskrachten op de locatie op 22 september 2016)

 Observaties (Tijdens het bezoek aan de locatie op 22 september 2016)

 Notulen oudercommissie (13-4-2016; 2-6-2016; 1-9-2016)

 Pedagogisch beleidsplan (versie 2016)

 Pedagogisch werkplan (versie januari 2016)

 Notulen teamoverleg (13-9-2016; 24-5-2016)

(6)

Personeel en groepen

Inleiding

Binnen dit domein zijn nieuwe beroepskrachten gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag (VOG). De vrijwilligers zijn gecontroleerd op een geldige verklaring omtrent het gedrag.

De beroepskracht-kindratio (BKR) en de stamgroepen zijn gecontroleerd door middel van roosters, plaatsingslijsten en presentielijsten. Beoordeeld is of de praktijk met de theorie overeenkomt.

Verklaring omtrent het gedrag

De VOG's van de nieuwe medewerkers en stagiaire zijn gemaild op 1 en 2 februari 2016. Ze zijn bekeken en beoordeeld. Het gaat om drie nieuwe (inval)beroepskrachten en één stagiaire.

Ook de VOG's van de nieuwe stagiaires (gestart na de zomervakantie) zijn gemaild (3 oktober 2106), bekeken en beoordeeld.

De beoordeelde VOG's voldoen aan de voorwaarden.

Passende beroepskwalificatie

De diploma's van de nieuwe medewerkers zijn gemaild op 1 februari 2016. Ze zijn bekeken en beoordeeld.

De beoordeelde diploma's voldoen aan de eisen.

Opvang in groepen

Het kinderdagverblijf heeft één stamgroep met maximaal 12 kinderen in de leeftijd van 0-4 jaar.

Hiermee wordt voldaan aan de voorwaarden.

Beroepskracht-kindratio

De daglijsten van week 37 en 38 zijn bekeken en beoordeeld. Op de daglijsten staan onder andere het aantal aanwezige kinderen vermeld en de leeftijd van de kinderen.

Tevens zijn de personeelsroosters van die weken bekeken en beoordeeld.

Uit de daglijsten en de personeelsroosters is gebleken dat er, in week 37 en 38, wordt voldaan aan het beroepskracht-kind-ratio.

Gebruikte bronnen:

 Interview anderen (Gesprek met de aanwezige beroepskrachten op de locatie op 22 september 2016)

 Observaties (Tijdens het bezoek aan de locatie op 22 september 2016)

 Verklaringen omtrent het gedrag (VOG's nieuwe medewerkers en stagiaires;)

 Diploma's beroepskrachten (Diploma's nieuwe medewerkers)

 Presentielijsten (week 37 en 38)

 Personeelsrooster (week 37 en 38)

 Notulen teamoverleg (13-9-2016; 24-5-2016)

(7)

Veiligheid en gezondheid

Inleiding:

Binnen dit domein is gekeken naar

 de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid (RIE)

 meldcode Kindermishandeling

Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid

De risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid (RIVG) is uitgevoerd in maart 2016, door de locatiemanager. Er is gebruik gemaakt van de methode Veiligheidsmanagement, ontwikkeld door veiligheid.nl en de methode Gezondheidsmanagement, ontwikkeld door het Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid.

De RIVG heeft betrekking op de situatie bij de huidige inspectie. De RIVG is uitgevoerd in alle voor kinderen toegankelijke ruimtes en op alle specifieke onderdelen.

Op grond van het gesprek met de houder, de beroepskrachten, de notulen van het werkoverleg en de observatie op de groep, is geconcludeerd dat de beroepskrachten het veiligheids- en

gezondheidsbeleid kennen en over het algemeen op een juiste wijze in praktijk brengen.

Tijdens het inspectiebezoek heeft de toezichthouder gelet op de kennis en naleving van de werkafspraken/protocollen omtrent de persoonlijke hygiëne, de hygiëne rondom het verschonen van kinderen en de toilet hygiëne, bij KDV Doomijn, locatie Meidoornlaan. Tijdens het bezoek is geconstateerd dat er gewerkt wordt volgens het protocol van Doomijn, waarnaar verwezen wordt in de RIVG.

Meldcode kindermishandeling

De meldcode is aanwezig en houder stelt de beroepskrachten in de gelegenheid kennis te kunnen nemen van de meldcode. De meldcode is besproken op een teamoverleg, dit is terug te lezen in de notulen.

De beroepskrachten kunnen aangeven via welke route de aandachtsfunctionaris kan worden ingeschakeld.

Er wordt voldaan aan de voorwaarden.

Gebruikte bronnen:

 Interview anderen (Gesprek met de aanwezige beroepskrachten op de locatie op 22 september 2016)

 Observaties (Tijdens het bezoek aan de locatie op 22 september 2016)

 Risico-inventarisatie veiligheid (maart 2016)

 Risico-inventarisatie gezondheid (maart 2016)

 Actieplan veiligheid (maart 2016)

 Actieplan gezondheid (maart 2016)

 Meldcode kindermishandeling (versie juli 2013)

 Notulen teamoverleg (13-9-2016; 24-5-2016)

(8)

Ouderrecht

Inleiding:

Binnen dit domein is beoordeeld hoe de houder de ouders en oudercommissie betrekt en informeert inzake het beleid.

Tevens is gekeken naar de klachtenprocedure van het kindercentrum en de aansluiting bij een geschillencommissie.

Informatie

De klachtenregeling en de mogelijkheid om geschillen aan de geschillencommissie voor te leggen worden op de website weergegeven.

Er wordt voldaan aan de eisen.

Oudercommissie

Er is een gezamenlijke oudercommissie met het kinderdagverblijf, de peuterspeelzaal en de buitenschoolse opvang. In de oudercommissie zijn alle opvangvormen vertegenwoordigd.

Het reglement is vastgesteld.

Hiermee wordt voldaan aan de voorwaarden.

Klachten en geschillen 2016

De houder heeft een regeling getroffen voor de afhandeling van klachten over een gedraging van de houder of bij de houder werkzame personen jegens een ouder of een kind en over de

overeenkomst tussen de houder en de ouder. De regeling is schriftelijk vastgelegd en voldoet aan de voorwaarden.

De houder is aangesloten bij een door de minister van Veiligheid en Justitie erkende geschillencommissie.

Hiermee wordt voldaan aan de gestelde eisen.

Gebruikte bronnen:

 Interview anderen (Gesprek met de aanwezige beroepskrachten op de locatie op 22 september 2016)

 Notulen oudercommissie (13-4-2016; 2-6-2016; 1-9-2016)

 Website (www.doomijn.nl)

 Notulen teamoverleg (13-9-2016; 24-5-2016)

 Klachtenregeling

 Jaarverslag Wet klachtrecht cliënten zorgsector

(9)

Inspectie-items

Pedagogisch klimaat

Pedagogisch beleid

De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Pedagogische praktijk

De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Personeel en groepen

Verklaring omtrent het gedrag

De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013.

(art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang

(10)

Passende beroepskwalificatie

Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen

De opvang vindt plaats in stamgroepen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF

De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht-kindratio

De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:

- 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar;

- 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar;

- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar;

- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar.

Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en

peuterspeelzalen)

Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Veiligheid en gezondheid

Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid

De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en

peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang, buitenlandse kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)

De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en

peuterspeelzalen)

De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en

peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang, buitenlandse kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)

De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en

peuterspeelzalen)

(11)

Meldcode kindermishandeling

De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen.

(art 1.51a lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode.

(art 1.51a lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan.

(art 1.51b en 1.51c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Ouderrecht

Informatie

De houder brengt de klachtenregeling, alsmede wijzigingen daarvan, op passende wijze onder de aandacht van ouders.

(art 1.57b lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De houder brengt de mogelijkheid om geschillen aan de geschillencommissie voor te leggen op passende wijze onder de aandacht van de ouders.

(art 1.57c lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Oudercommissie

De houder stelt binnen zes maanden na de registratie een oudercommissie in.

(art 1.58 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) OF

In een kindercentrum waar 50 of minder kinderen worden opgevangen is (nog) geen

oudercommissie ingesteld, de houder heeft zich echter aantoonbaar voldoende ingespannen om een oudercommissie in te stellen

én

de houder biedt, als ouders op een andere wijze worden betrokken bij onderwerpen waarvoor adviesrecht geldt, ouders de gelegenheid deel te nemen aan een oudercommissie.

(art 1.58 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Klachten en geschillen 2016

De houder treft een regeling voor de afhandeling van klachten over:

- een gedraging van de houder of bij de houder werkzame personen jegens een ouder of kind;

- de overeenkomst tussen de houder en de ouder.

(art 1.57b lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De regeling is schriftelijk vastgelegd, voorziet er in dat de ouder de klacht schriftelijk bij de houder indient en dat de houder:

- de klacht zorgvuldig onderzoekt;

- de ouder zoveel mogelijk op de hoogte houdt van de voortgang van de behandeling;

- de klacht, rekening houdende met de aard ervan, zo spoedig mogelijk wordt afgehandeld;

- de klacht, uiterlijk zes weken na indiening bij de houder, wordt afgehandeld;

- de ouder een schriftelijk en met redenen omkleed oordeel op de klacht verstrekt;

- in het oordeel een concrete termijn stelt waarbinnen eventuele maatregelen zullen zijn gerealiseerd.

(art 1.57b lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

(12)

De houder van een kindercentrum is aangesloten bij een door de minister van Veiligheid en Justitie erkende geschillencommissie voor het behandelen van:

a) geschillen tussen houder en ouder over:

- een gedraging van de houder of bij de houder werkzame personen jegens ouder of kind;

- de overeenkomst tussen de houder en de ouder;

b) geschillen tussen houder en oudercommissie over de toepassing en uitvoering van het wettelijke adviesrecht.

(art 1.57c lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

(13)

Gegevens voorziening

Opvanggegevens

Naam voorziening : Doomijn KDV De Meidoorn

Aantal kindplaatsen : 12

Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder

Naam houder : St. Doomijn Kinderopvang Noord

Adres houder : Postbus 1064

Postcode en plaats : 8001BB ZWOLLE

Website : www.doomijn.nl

KvK nummer : 59356154

Aansluiting geschillencommissie : Ja

Gegevens toezicht

Gegevens toezichthouder (GGD)

Naam GGD : GGD Drenthe

Adres : Postbus 144

Postcode en plaats : 9400AC ASSEN

Telefoonnummer : 0592-306300

Onderzoek uitgevoerd door : A.M. Buigholt Gegevens opdrachtgever (gemeente)

Naam gemeente : De Wolden

Adres : Postbus 20

Postcode en plaats : 7920AA ZUIDWOLDE DR

Planning

Datum inspectie : 22-09-2016

Opstellen concept inspectierapport : 20-10-2016

Zienswijze houder : 21-10-2016

Vaststelling inspectierapport : 25-10-2016 Verzenden inspectierapport naar houder : 26-10-2016 Verzenden inspectierapport naar

gemeente

: 26-10-2016 Openbaar maken inspectierapport : 26-10-2016

(14)

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum

De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.

Zienswijze:

Ik ga akkoord met de inhoud van het rapport

Vriendelijke groeten,

Sandra Pit

Manager kinderopvang & peuterspeelzalen Gemeente De Wolden en Assen

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1

(art 1.50 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling

1. Een buitenschoolse opvang, een kinderdagverblijf, een gastouder- bureau of een voorziening voor gastouderopvang wordt niet in exploitatie genomen voordat een onderzoek door de

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1